zaterdag 16 februari 2008

Sri Lanka, twee dagen zou genoeg zijn

Colombo, 16/02/2008

Om zes uur opstaan na vier grote flessen bier in mijn kraag? Dat geloven jullie zelf toch niet! Ik zette de wekker om zes uur uit en draaide mezelf op mijn andere oor. Om acht uur schrok ik opnieuw wakker maar wel op een meer natuurlijke manier.
Ik had nu door hoe de douche werkte en na een minuut of vijf doorspoelen van de warmwaterleiding had ik heerlijk warm water. Mijn trip met de trein naar Negombo was verschoven/afgezegd. Vandaag zou ik als vervanging van de treinreis een wandeling gaan maken naar een Boeddhistische tempel. De Lonely Planet noemde het niet een “moetjezien" maar als je tijd over had dan was het een bezienswaardigheid. Ruim zeven kilometer buiten de stad volgens de gids in een rustige buitenwijk.
Het was nu duidelijk drukker aan het ontbijt en er waren zelfs Russen aangekomen. Je kan ze niet missen met hun luid gepraat en borden met bergen voedsel die bijna onaangeraakt blijven. Ik hoop dat ze in de toekomst wat meer manieren leren.
Om half tien ging ik op weg en buiten aangekomen moest ik natuurlijk eerst een heel leger Tuk-Tuk chauffeurs te woord staan. Één voor één gingen ze terug naar hun voertuig. Een korte blik op de kaart leerde mij dat de kaart te klein was en dat ik op weg ging naar onbekend terrein. Ik zou het toch wel vinden ;). Ik was jullie nog vergeten te vertellen dat Colombo de stad van de “Kraaien” is. Er vliegen hier zoveel van die dingen rond dat “Edgar Ellen Poe” en “Alfred Hitchcock” zich hier niet op hun gemak hadden gevoeld. Hier ligt zoveel afval/voer in de straten dat het een paradijs is voor alles wat vliegt, loopt of rent. Er is zelfs een enorme vuilnisbelt met de bijbehorende geur in het midden van de noordelijke woonwijken!
De wandeling ging vanaf “Pettah” met zijn ontelbare winkeltjes en marktkramen naar de buitenwijken die bezaaid zijn met autobedrijven of bedrijfjes die maar wat te maken hebben met auto’s. Achterlichten, bumper, uitlaten en autobanden. Noem het maar op en ik heb er een winkeltje voor gezien. Autobanden zo glad als een aal liggen op hoge stapels te wachten op een nieuwe eigenaar die nog slechtere banden onder zijn voertuig heeft zitten.
Natuurlijk waren er onderweg meer dan een handvol controleposten, en daar ging het er serieus aan toe. De lokale bussen met soms wel meer dan vijftig mensen aan boord moesten allemaal stoppen en iedereen werd aan in inspectie onderworpen. De identiteitskaart, de bagage én de reden waarom je naar de stad ging. Zelf werd ik met een brede glimlach en een “Goodmorning Sir” begroet. Na ongeveer twee uur kwam ik aan bij de tempel en werd overvallen door een gevoel dat ik voor het laatst in Australië had ervaren. Hier werd iets verheven tot een bezienswaardigheid simpel om de reden omdat er niets anders te zien is! En nu begrijpen jullie ook de titel van dit verhaal. Ik heb vier dagen in Colombo gepland maar twee dagen zou meer dan genoeg zijn geweest. Omdat ik vanavond lekker voetbal ga kijken en een paar biertjes drink heb ik er geen probleem mee om nog een dagje langer te blijven. Maar mijn advies is toch dat als je naar Colombo komt zijn twee volle dagen voldoende!
De terugweg was veel van hetzelfde alleen aan de andere zijde van de weg. Ik had mijn kilometers gemaakt en de dag was gevuld. Lekker even ontspannen in de koelte van mijn kamer. Een paar verhalen geschreven en nagekeken. Het leven onderweg is mooi maar ik zou het wel graag met iemand delen!
Het eten was me gisteren goed bevallen in de “Cricket Club Café” dus was het een normale zaak dat ik hier weer zou eten. De weg erheen was een gevaarlijke! Ik zat nog geen tien seconden in de Tuk-tuk toen er een onweersbui losbrak. Hevige windstoten en grote regendruppels teisterden het kleine wagentje. Ik was al kletsnat toen één van de plastic zeilen naar beneden gingen. Het hielp niet veel en ondanks het tegenstribbelen van de chauffeur werd de tocht voortgezet. Totdat we op een weg kwamen die waarschijnlijk door een omgewaaide boom was geblokkeerd. Vanaf hier gingen we twee kilometer tegen het éénrichtingverkeer in naar het café. Grote autobussen met knipperende koplampen en luid blazende luchthoorns kwamen recht op ons af om op het laatste moment ons te ontwijken en een stoot opspattend regenwater over ons uit te gieten. Het was erg spannend en opwindend maar de chauffeur hoeft dit niet voor me te herhalen. Met een zucht van verlichting stapte ik uit het minuscule voertuig, blij dat ik het weer een keer had overleefd.
Ook in het “Cricket Club Café” was het nu veel drukker dan gisteren. Helaas zou de wedstrijd die ik graag had gezien pas om kwart voor elf beginnen. De zaak sluit om elf uur dus had het weinig nut om rond te blijven hangen. Na de overheerlijke “Kip Parmagan” en drie flessen bier was het einde van de dag daar. Een minder kleurrijke maar zeker zo leuke chauffeur scheurde me in een record tijd terug naar het hotel. Weer een mooie dag ten einde. Ik keek nog naar het nieuws en om half tien ging het licht uit. Nog één dag te gaan in Colombo en dan gaan we de wilde natuur in.
Copyright/Disclaimer