donderdag 10 juli 2008

Maleisië, een moskee en regen

Kuala Kangsar, 10/07/2008

We waren nu precies een week op weg en Henk had het, volgens zijn eigen zeggen, nog steeds goed naar zijn zin.Wat ik wel aan hem begon te merken was dat hij het eten niet echt geweldig vond. Ik had hem van te voren ingelicht dat de kans op Wiener Snitzels met gebakken aardappelen heel klein was in Maleisië, later in de vakantieparadijzen van Phuket of Koh Samui zou dit geen probleem zijn. Over het steeds vroeg opstaan viel er geen woord maar ik vermoedde dat dit hem ook tegenviel. Maar als je wat wil zien of als je je moet verplaatsen dan moet je er nu eenmaal vroeg bij zijn.
Het was dus de bus van kwart voor tien naar Kuala Kangsar. Na uitvoerig afscheid te hebben genomen van mijn vrienden in het Fortuna Hotel gingen we te voet op weg naar het Puduraya busstation. Volgens mijn berekeningen zouden we een uur of vier onderweg zijn en was er dus nog voldoende tijd over in de middag om de paleizen van de Sultan van Perak te bezoeken. Van overleggen kwam niet veel terecht. Steeds als ik wilde bespreken wat de volgende doelen van de trip zouden zijn liep het vast en we kwamen geen steek verder. We hadden nu nog enkele dagen over en het werd belangrijk om te weten wat we na Penang zouden gaan doen. Misschien morgen beter?
Transnational is één van de grootste busbedrijven in Maleisië, normaal gesproken mijd ik ze liever maar het aanbod van andere busdiensten was zo klein dat ik ze nu wel moest nemen. Het ging in ieder geval soepeler en beter dan de vorige keren en zonder al te grote problemen zaten we al snel in de bus op weg naar Kuala Kangsar. Wat me meteen opviel was dat Henk alweer lag te slapen. Sliep hij wel ’s nachts? Aan mijn snurken kon het in ieder geval niet liggen!
Zoals berekend reden we iets over half twee het kleine busstation binnen. De lucht was tijdens de vier uur in de bus veranderd van hemelsblauw naar donkergrijs. Er hing duidelijk regen in de lucht. Een snelle blik op de kaart van het kleine stadje had me al een idee gegeven waar we heen moesten, eigenlijk simpeler gezegd lagen bijna alle bezienswaardigheden aan één straat. Wat belangrijker was dat we snel een kamer zouden vinden en natuurlijk wat te eten, ik had ondertussen weer honger als een paard.
Het eerste was snel gevonden, een veel te dure kamer in het Hotel Seri Kangsar. De vrouw achter de receptie scheepte ons af met een veel te dure kamer in het hotel met de mededeling dat ze vol waren. RM 100 per nacht. Het voordeel was wel dat we de kamer moesten delen en daardoor maar eigenlijk de helft per persoon hoefden te betalen. De rugzakken vielen op de grond en we waren meteen op weg naar de rivier waar een kleine verzameling restaurants voldoende was om een bord Bami Goreng te bemachtigen.
De magen waren gevuld en de lucht nog grijzer dan tevoren. Van overleggen tijdens het eten kwam nu helemaal niets meer!
“Kijk maar wat je doet, ik vindt alles goed”, was steevast het antwoord dat ik kreeg.
“Nou, goed dan, we blijven hier maar één nacht en gaan als een Razende Roeland op weg naar de Ubudiah Mosque.”
De indrukwekkende gouden koepels waren al van verre te zien door het groen van de overdadige begroeiing. De donkergrijze lucht maakte de foto’s nog beter. Wat slechter was was de regen die zich nu voor de eerste keer aankondigde. Een kleine bui die we uitzaten onder een luifel naast de moskee.
Nadat ik voldoende foto’s van de moskee had gemaakt en Henk niet veel had gefilmd gingen we verder op weg naar het Istana Kenangan. Gebouwd in 1926 als tijdelijk mausoleum voor een sultan. Het bijzondere aan dit geheel houten gebouw is dat het een mix van Islamitische en lokale bouwstijlen is en in elkaar is gezet zonder ook maar één spijker of schroef te gebruiken. Later werd het gebruikt als tijdelijk paleis voor een andere sultan totdat zijn huidige paleis, het Istana Iskandaria, klaar was. Deze laatste kan je alleen maar vanaf de openbare weg bekijken omdat de sultan zijn privacy zeer op prijs stelt.
Onderweg was er ook iets vreemds gebeurd. Het onderwerp van het gesprek was geld geworden. Niet dat we teveel opmaakten want het schema was nu eenmaal een dure eerste week en een goedkopere tweede week.
Steeds luisterde ik naar, “als ik maar niet op een houtje hoef te bijten in de laatste twee weken”.
Ik kreeg nu voor het eerst de indruk dat Henk twijfelde tussen terug naar Pattaya en de andere bestemmingen in Thailand, hij was een beetje besluiteloos. Laten we maar kijken wat er verder gebeurd, hij verzekerde mij in ieder geval dat hij de drie weken wilde volmaken. Op het moment dat we op de drempel van het hotel stapten begon de regen. Een zware tropische regenbui veranderde de straat onder ons balkon in een kleine rivier. Er zat nu niets anders op dan te wachten tot het droog werd om wat avondeten te gaan zoeken.
Ruim twee uur later was het nog niet droog maar de lichte miezerige regen die nog viel deerde ons niet. In de Lonely Planet had ik namelijk nog iets gevonden waar ik zeker een foto van wilde hebben, namelijk het Malay College met zijn Pavilion Square Tower. Op dit college worden de toekomstige presidenten en leiders van grote bedrijven klaargestoomd voor hun belangrijke taak. Oorspronkelijk was het alleen voor de Britten die in Maleisië woonden, later werden ook prinsen en kinderen van hoogwaardigheidsbekleders toegelaten.
De regen bleef maar neerkomen en uiteindelijk belandden we bij een Chinees restaurant met koud bier. Met de nadruk op koud bier want hier in het wat meer conservatieve moslim Perak is het soms zoeken naar een koude klets. Voor het avondeten wilde ik toch weer het onderwerp “Wat verder?” aansnijden en helaas werd het steeds weer afgeketst en ontweken. Wat me wel opviel was dat het onderwerp steeds binnen twee of drie zinnen op Pattaya met zijn lichtjes kwam. Ik kreeg nu de indruk dat Henk liever terug ging naar Thailand. Misschien is dit vroeg opstaan en paleizen en moskeeën bekijken niets voor hem.
Bij gebrek aan een Engelstalig menu bestelde ik maar uit mijn hoofd en in mijn beste Maleis/Chinees het eten. Nog voordat het eerste gerecht op tafel stond viel de elektriciteit uit en zaten we met z’n allen met kaarsjes op tafel ons biertje te drinken.
“Zou je dit niet gezellig vinden om een keer met z’n vieren te doen in Pattaya?”, sprak Henk onverwacht.
“Hoe bedoel je?”, vroeg ik verbaasd.
“Nou, jij, ik en nog twee meisjes gezellig uit eten met kaarslicht”, glansde hij in het gelige licht van de kaarsjes.
“Sorry Henk, maar ik zie dat niet zitten. Vraag Kees maar”, vervolgde ik.
“Ja Kees, die heeft daar helemaal geen zin!”, sprak Henk licht aangebrand.
“Nou dit is dan het einde van dit gesprek want ik heb er ook geen zin in”, antwoordde ik kortaf.
En daar was het eten en niet veel later de elektriciteit. Het eten was goed en de bordjes waren leeg. Nadat we ook de bieren hadden genuttigd liepen we in stilte naar ons hotel. Ik was bang dat vanavond te toon voor de rest van onze trip was gezet.
Copyright/Disclaimer