Chiang Khan, 13/02/1999
Ik was vandaag precies een maand op pad en had het idee dat ik voor meer dan een jaar ervaringen had opgedaan. Er waren nieuwe vrienden gemaakt en mijn sociale vaardigheden waren opgefrist en bijgevijld. Ik was een compleet ander persoon geworden met een andere kijk op het leven.
Vandaag had ik weer een brommerdag voor de boeg en eigenlijk stond mijn hoofd er niet naar. De hele nacht was ik aan het vechten geweest om die lastige mug van zijn leven te beroven. Jullie herkennen dit ongetwijfeld. Net als je weer in bed ligt hoor je het hoge zoemen van een mug. Het geluid zwelt langzaam aan en op een moment kan je zelfs zijn vleugelslag voelen aan de rand van je oor. Snel het bed uit en het licht aan. Verblind door de kale 100 watt lamp probeer je het minuscule kleine insect te vinden, zonder succes. Dan maar weer het bed in en het licht uit. De hele cirkel begint van voor af aan. En dat een keer of tien tot dat je het kreng eindelijk naar een andere wereld heb geholpen en een kleine bloedvlek heeft nagelaten op de muur.
Nu was ik dus niet zo fris en ik had niet eens er aan gedacht dat het ontbijt bij de kamer was inbegrepen. Waaruit zou dat ontbijt bestaan. Nieuwsgierig zat ik, met een blik cola voor mijn neus, te wachten wat er komen zou in het kleine restaurant. En daar was het ontbijt! Witte rijst met twee gebakken eieren er op. Het was wat nieuws maar ik stierf van de honger. Het smaakte niet eens zo slecht.
De afgesproken brommer kwam niet opdagen. Dat was een tegenslag die ik snel moest verwerken en oplossen. Ik kon natuurlijk terug naar bed gaan maar dan zou ik een dag verliezen met niets doen. Ik haalde de Lonely Planet te voorschijn en de eigenaar keek mij eigenaardig aan. “Friendship guesthouse” stond vermeld als verhuurder van brommertjes en dat was dus mijn eerste mogelijkheid.
Ik informeerde bij de eigenaar en hakkelde vreemd, “No have motobike, Sure!” Het leek mij vreemd en ik ging op pad.
Het “Friendship guesthouse” was snel gevonden en ook het antwoord op de vraag waarom de eigenaar zo vreemd had gereageerd werd beantwoord. Gisteren waren er drie mensen gekomen om een brommer te huren en die waren meteen van het “Chiang Khan guesthouse” naar het “Friendship guesthouse” verkast. Zelf zat ik daar goed en het was toch nog maar voor één nachtje.
De brommer was een stuk duurder dan de vorige keer, 250 baht per dag. Niet onoverkomelijk, ik zou toch minder gaan drinken en dan had ik geld over voor andere dingen. Ik haalde mijn spullen voor de dag op in het guesthouse en de eigenaar zat neergeslagen op de bank in de lobby. Hij keek op toen ik binnen stapte en verwachtte het ergste. Ik kwam terug uit mijn kamer en wenkte hem tot ziens. Hij had verwacht dat ik met mijn complete rugzak zou verschijnen en nu ik met een klein zakje met wat belangrijke spullen voor hem stond stemde hem gelukkig.
“See you tonight”, glimlachte hij van oor tot oor.
“Yeh, see you tonight”, lachte ik terug.
Een uur later dan gepland zat ik op de brommer richting het westen, de “Mae Khong” aan mijn rechterzijde. De rit was schitterend, door dalen en over heuvels. Steeds een rivier aan mijn rechterzijde. Het enige wat de rit steeds onderbrak waren de politieposten die controleerde op papieren en zo het illegaal binnenkomen van mensen en goederen probeerden te voorkomen. De rivier was hier op plaatsen niet meer dan een halve meter diep.
Net na de middag was ik weer terug in het dorp en de zus van de eigenaar bakte voor mij rijst, Kaow Pat. De Thaise versie van Nasi Goreng. Natuurlijk weer met een gebakken ei er boven op.
Nu werd het richting het oosten, de rivier steeds aan mijn linkerzijde. De middag was teleurstellend. Een Nationaal Park met watervallen en een stroomversnelling was niet meer dan een verzameling van lelijke betonnen dammen die op de rotsen waren gebouwd. Onderweg dacht ik na, natuurlijk was ik wel geconcentreerd want het rijden aan de linkerkant van de weg is heel vreemd. Tessa was steeds in mijn gedachten, ik zag haar zo voor me met die mooie glimlach. Helaas mocht het niet zijn tussen ons.
Om vijf uur werd de brommer ingeleverd en met een koud biertje in de hand genoot ik van de zonsondergang over de “Machtige Mae Khong”. Snel nog wat gegeten en om acht uur lag ik alweer in bed. Ik was kapot.
Morgen had ik weer een reisdag voor de boeg.