Om kwart voor zeven wordt ik wakker door een mengsel van de kou en het geratel van regen op het dak. Regen is absoluut het laatste wat ik wil en ook het laatste dat je verwacht in januari in Thailand. Ik draai me dus nog maar een keer om en hoop dat de regen ophoud zodat ik vandaag weer verder kan. Mijn trek in een kop koffie wordt met de minuut sterker dan mijn wil om te slapen. Rond half acht zwaai ik de keur van mijn bungalow open en wordt niet blij van wat ik zie. Het regent nog steeds en het is erg koud! Ik kijk naar beneden naar mijn voeten. Er zitten geen sokken in mijn rugzak en mijn schoenen staan in Pattaya.
Peter is al lang weer bezig met de was en het opruimen van de kamers. Zodra hij me ziet, in mijn rode fleece, komt hij naar de receptie en maakt een hete kop koffie voor me. We zijn het erover eens dat het niet het beste weer voor Thailand is en dat het erg fris is. Het is voor ons beiden in ieder geval een tijd geleden dat we deze koude hebben gevoeld. Op de terugweg naar de bungalow slaat plotseling de twijfel toe. Dat gebeurd me wel vaker tegenwoordig! De besluiteloosheid steekt de kop op en dan moet ik doorzetten om een beslissing te nemen.
“Zal ik nog een nacht blijven òf zal ik vandaag toch vertrekken?”, dat is de hamvraag op deze koude regenachtige ochtend!
Nog maar een tweede bakkie koffie en door de twijfels smaakt het brood met ham me ook niet meer. Dan hak ik de knoop door en besluit om toch maar op pad te gaan. De regen is overgegaan in een natte wind en de weersvoorspellingen zijn goed. De zon komt later op de dag tevoorschijn. Met een derde kop koffie in de aanslag pak ik mijn rugzak in. Dat heb ik al zo vaak gedaan dat het een automatisme is, ook al heb ik het al heel lang niet meer gedaan.
Op het busstation neem ik afscheid van Peter en we spreken af dat het geen zeven jaar meer zal duren voordat we elkaar weer gaan zien. Dan begint de dag van strijden, reizen en wachten. De eerste etappe is naar “Khorat”, de afkorting voor “Nakhon Ratchasima”. Een van de grotere steden in het hart van de Isaan. Afstanden zijn niet erg belangrijk wanneer je met de bus reist. Reistijden zijn dat wel!
Omdat ik in principe niet meer met minibusjes door Thailand reis moet ik wat langer wachten totdat de eerste grote bus rond half elf arriveert die me voor 80 baht naar Khorat zal brengen. Ik heb gelijk mijn favoriete plaatsje achter de chauffeur zodat ik voor me naar de weg, en naast me naar het landschap kan kijken. Op de GPS kijk ik af en toe waar we ons bevinden en in welke richting we gaan. Dat komt wel goed!
In Khorat wordt je dan onverwacht uit de bus gezet en de chauffeur wijst naar een bord langs de weg “Busstation”. Nou, dat is dan meteen duidelijk en dat kan niet worden gezegd van de informatie die ik tien minuten later in het busstation krijg. Er zijn namelijk geen grote bussen naar “Bua Yai”, mijn bestemming voor vandaag. Wel minibusjes maar daar wil ik dan weer geen gebruik van maken. Volgens een medereiziger moet ik dus naar “Busterminal 2” van Khorat voor een grote bus naar Bua Yai.
Een eenzame motortaxi staat al van verre te zwaaien zodra hij me ontdekt in de Thaise menigte. Ik maak me op voor een volgende poging tot oplichting van een toerist maar tot mijn grote verbazing vraagt hij me de normale prijs, voor 40 baht arriveer ik een kwartier later bij “Terminal 2”. Ik heb mijn kont nog niet van het zadel en we zijn al omringt door een groep Thaise mannen van verschillend allooi die me gratis hulp aanbieden. Het eerste advies is dat ik naar het busstation moet voor een minibus omdat er vanaf Terminal 2 geen bussen naar Bua Yai vertrekken. Ik betaal de motortaxi en bij het zien van het pakje geld word de hulp alleen maar hardnekkiger en de kaartjes sjacheraars lastiger.
‘Where you go?’, klinkt het van alle kanten in duizend tonen.
‘Hong Naam!’, schreeuw ik wanneer ik het zat ben.
“Hong Naam” betekend toilet en een voor een druipen ze af op zoek naar een nieuw slachtoffer.
Ik moet trouwens ook echt pissen en na mijn blaas te hebben geleegd ga ik verder met mijn zoektocht. Alles is in het Thais geschreven en dat maakt het reizen in dit soort landen romantisch maar ook een stuk moeilijker. Het is gewoon wachten totdat iemand je aanspreekt in het engels die je graag wil helpen. En zo gaat het ook! De jonge Thaise vrouw is goed te verstaan en zij raad me aan om een bus naar “Khon Kaen” te nemen en de buschauffeur duidelijk te maken dat je naar Bua Yai wil.
Dan is het plotseling een stuk gemakkelijker. Een kaartjes sjacheraar grijpt me bij de arm en sleurt me letterlijk naar een loket waar een dikke vrouw met vette vingers aan een kippenpoot zit te plukken.
‘Khon Kaen?’
Ze kijkt op haar horloge en wijst naar de dubbeldekker tegenover het loket terwijl ze met de andere hand een stukje kleefrijst in haar enorme mond laat verdwijnen. De chauffeur wenkt me en de kaartjes sjacheraar verlaat me. Die zal later wel een paar baht bonus krijgen! Zodra ik in het half engels en half Thais heb uitgelegd wat de bedoeling is knikt hij bevestigend en wijst me een zitplaats aan op de bovenverdieping. Dat is dan 100 baht voor de volgende etappe. Enkele minuten later rolt de blauw/witte bus de Terminal 2 uit.
Terwijl we het mij zo bekende landschap doorkruizen zoek ik op de GPS uit wat de rest van het traject met worden. Het blijkt een stuk gemakkelijker dan ik had verwacht. Op het kruispunt van snelweg 2 en provinciale weg 202, bij een plaats genaamd “Sida”, moet ik er uit. Dan een stukje richting Bua Yai lopen en daar wachten op een lokale bus. Dat laatste is altijd een beetje onzeker omdat je nooit weet wànneer er een bus zal verschijnen.
Zodra ik op het kruispunt uit de bus stap staat er op de hoek een groep motortaxi’s te juichen alsof ze net de loterij hebben gewonnen. Laat mij nu bekend zijn met dit soort ontvangsten. De brutaalste rent op me af en vraagt in het Thai waar ik heen moet. Zodra ik mijn bestemming het gemeld zie ik de dollartekens in zijn ogen draaien.
‘You friend, only ha roi!’, dat is dus 500 baht, de gemene glimlach verraad dat hij niet veel goeds in de zin heeft.
Ik stap met een rustige tred verder en enkele tientallen meters verder is de prijs al gezakt tot 300 baht! Ik heb er geen trek in want het is pas twee uur in de middag en ik heb nog zeker drie uur daglicht om op de plaats van bestemming te komen. In een van de kleine restaurants, die je op elke kruising van wegen in Thailand kan vinden, hoop ik wat meer informatie te krijgen. Tevergeefs zo blijkt, het zou zo maar kunnen zijn dat die taxichauffeur haar zoon òf man is. Een winkel verder koop ik een blikje ijskoffie en het grote wachten begint.
Ik voel de ogen in mijn rug prikken en ik kijk om de paar minuten op mijn horloge. Zoals ik daar sta, met de rugzak nog op mijn rug, langs de weg die naar Bua Yai loopt moet het toch voor iedereen duidelijk zijn wat de bedoeling is. Het duurt dan ook niet lang voordat er een oude bordeaux rode pick-up, die tegen het verkeer in rijd, naast me stopt. Het hele bekende bandje van: ‘Where you go’, tot en met de prijsopgave wordt afgespeeld. Voor een moment twijfel ik aan zijn aanbod maar dan besluit dan toch om niet op zijn aanbod in te gaan. Verbaasd rijdt hij weg in de tegenovergestelde richting die ik voor ogen heb? Vraagtekens, vraagtekens.
Goed observeren, wanneer je onderweg bent is heel belangrijk! Er stopt een kleine Suzuki vrachtwagen langs de weg op ongeveer dertig meter bij me vandaag. Er rennen twee mensen, een man en een vrouw, met twee weekendtassen en wat plastic tassen naar het voertuig. Ik kijk nog eens goed en neem het hele beeld in me op. Razendsnel schakelen mijn hersenen en ze verwerken de beelden en indrukken. Puur op instinct beweeg ik in een versnelde pas richting het voertuig met de grote Thaise letters er op. Bingo! Het is een lokale bus zoals ik hier had verwacht. Alleen in een andere kleur en in een andere vorm. Het is tenslotte alweer jaren geleden dat ik met mijn rugzak door Thailand heb gereisd.
De vrouwelijke chauffeur is net zo verbaasd als ik maar wanneer ik haar in simpel Thais heb uitgelegd waar ik heen wil en wat de bedoeling is klaart haar gezicht op. Dat is dan 25 baht voor de laatste etappe naar het busstation van Bua Yai! Voor nog geen zeven euro ben ik de hele dag op reis geweest en heb zeker 240 kilometer afgelegd. Mijn twee medereizigers vragen me de oren van het hoofd in het Thais maar verder dan een “Mai kau jai”, ik versta het niet, komen we niet. Het is best een beetje zielig want ze nemen echt de moeite om met me te praten. En dan valt de stilte tussen ons, het lange zwijgen, totdat we afscheid nemen op het busstation van Bua Yai.
Mijn benen en kont doen pijn van het lange zitten dus beslis ik om naar het treinstation te lopen. Dat komt me ook wel goed uit want het is mijn plan om de volgende etappe naar Jan met de trein te reizen. Het wandelen doet me goed en het bloed begint weer door mijn benen te stromen. Onderweg bel ik John waar hij me kan vinden.
Achter de balie van de informatie voor de spoorwegen zit een jonge vrouw kleurrijke balletjes te schieten òf diamanten in de juiste volgorde te zetten. Ik kan het niet goed zien. Zodra ze mij ziet gaat haar telefoon in de la en die gaat dicht in het antieke bureau.
‘Can I help you?’, hakkelt ze bij het zien van de buitenlander of misschien wel de uitzonderlijke knappe man op leeftijd.
Zodra ik heb uitgelegd wat mijn plannen zijn komt er een A4tje tevoorschijn met daarop de dienstregeling van de treinen tussen Nong Khai en Khorat en op de achterkant staat de dienstregeling van de treinen tussen Khorat en Ubon Ratchathani. Vanzelfsprekend begint ze aan het verkeerde traject want ik moet overstappen in Khorat. Na wat gepuzzel zijn we er uit! Komende dinsdag moet ik de trein van 09:38 hebben vanuit Bua Yai en dan heb ik in Khorat een kleine veertig minuten speling totdat mijn aansluiting naar Sisaket vertrekt. Alleen de prijs is me nog een raadsel, en een puzzel!
Het is 18 baht van Bua Yai naar Khorat, daarna 18 baht van Khorat naar Sisaket. Wanneer ik hardop concludeer, in het Thais, dat ik dus in totaal 36 baht kwijt ben voor een treinreis van bijna zeven uur wordt ik door de jonge vrouw gecorrigeerd. Niet zeker van mijn zaak vraag ik of ze nu 18 òf 80 baht zei, die nummers klinken haast hetzelfde in het Thai. Maar nee, het klopte, het is 18 baht. Dus ik herhaal het nog een keer. Het is dus 36 baht in totaal en ik koop hier op het station van Bua Yai het kaartje voor het gehele traject.
Nee verbeterd ze me: ‘Het is 18 baht van Bua Yai naar Khorat, daarna 18 baht van Khorat naar Sisaket’.
Het is toch treurig dat een hoogopgeleide bij de Koninklijke Thaise Spoorwegen niet eens 18 + 18 uit haar hoofd kan uitrekenen? Of zou het de dochter van de stationschef zijn? Maar ik ben dat ondertussen wel gewend.
Even later verschijnt John op de scooter en op dezelfde plaats waar we haast vier jaar geleden afscheid van elkaar namen begroeten we elkaar weer. Het is goed om elkaar weer te zien. Thuis wacht Yu al op ons en dat weerzien is misschien nog wel hartelijker. Ik voel me meteen weer thuis en Yu vind het heel jammer dat Lyka er niet bij is. Ik deel haar gevoel en neem me voor om nooit meer alleen op reis te gaan!
Ik drink wat bier en John maakt een maaltijd voor ons waar ik me lang op heb verheugd. Een verse kip pastei met patat en gemengde groenten. Ook hier in de Isaan gaan ze met de kippen op stok! Ik ga dus ook vroeg naar boven, het mag ook wel want ik ben vermoeid van de dag reizen.
Na twee biertjes en met een voldaan gevoel zoek ik om kwart over acht mijn bed op. Het was weer een mooie avontuurlijke dag in de Isaan. Morgen gaan we met de motor op pad. Mijn eigen motor wel te verstaan.