dinsdag 13 februari 2018

Thailand: Ontmoeting met een kolossale oude bekende (een)

Ayuthaya (Baan Are Gong Riverside Homestay) 10), dinsdag 13 februari 2018

Dit onverwachte einde aan mijn korte reis door de Isaan geeft me als afsluiting twee avonden en slechts een dag in het voor mij zeer bekende Ayuthaya. Na de gezellige avond met de twee Franse dames moet ik vandaag op pad om toch nog wat te zien van de oude hoofdstad van Thailand. Ik heb prima geslapen en ik voel me fris en fit. Dat van die brommer huren heb ik meteen uit mijn hoofd gezet en ik ga gewoon wandelen. De kleine zes kilometer lopen zullen me goed doen en zijn gemakkelijk te overzien.
Om zeven uur ben ik zoals gewoonlijk wakker en smacht naar een kop (oplos)koffie. Helaas doen ze in de Homestay niet aan het ontbijt dus blijf ik maar op het bed liggen en verwerk de foto’s van de afgelopen dagen. Wanneer het eindelijk tijd is om op stap te gaan, een koffie en twee tosti’s te kopen bij de 7-11, kleed ik me aan en hang de gereedschappen om mijn schouders. Beneden aangekomen ben ik meer dan verbaasd. Alle tafels zitten vol met gasten die zich tegoed doen aan verschillende ontbijt gerechten. Aangeslagen probeer ik in mijn geheugen op te duiken waar ik de fout heb gemaakt die mij de veronderstelling gaf dat ze hier geen ontbijt serveren. Veel tijd heb ik niet want er komt een tafel vrij en ik sterf van de honger.
Ontbijt
Het simpele westerse ontbijt wordt besteld vergezeld met een kop, veel te sterke, Nescafé. Gelukkig mag ik zelf extra heet water toevoegen zodat de koffie wat drinkbaarder word. Het smaakt me uitstekend en ik heb er eigenlijk spijt van dat ik de watermeloen heb afgeslagen. Die houden we dan maar voor morgen tegoed.
Hoewel ik de weg weet neem ik voor de zekerheid toch maar mijn Garmin GPS mee om te zien hoeveel kilometer ik vandaag in totaal zal wandelen. Na de eerste stap buiten de Homestay wordt ik meteen lastig gevallen door Tuk-tuk chauffeurs die me voor 900 baht Ayuthaya wel willen laten zien. Gelukkig voor hun ben ik na het onverwachte ontbijt in een goed humeur. Ik sla ze vriendelijk en beschaafd een voor een af en zet mijn reis te voet voort richting een van de mooiste Boeddha’s die ik ooit in Thailand heb gezien.
Ook hier in Ayuthaya heeft de vooruitgang veel economische voorspoed gebracht. In de drie kilometer die ik naar “Wat Phanan Choeng" moet afleggen zie ik veel nieuwe gebouwen en hotels langs de vroeger zo verlaten weg. Het is hier nu ook zeer druk te noemen, ik ben benieuwd of het ondertussen in Pattaya ook al wat drukker is geworden.
Visvoer
Langs de weg zie ik veel van de voor Thailand zo karakteristieke stalletjes met grote zakken gekleurde balletjes. Het lijken wel van die grote zakken Nibb-it die we vroeger bij Jack Machielsen thuis aten! Ik vraag me af wat het eigenlijk moet zijn, òf voor wie en wat het moet zijn. Met elke stap pijnig ik mijn hersenen en nog voordat ik bij de tempel ben denk ik het antwoord te hebben gevonden.
‘Kin kao plaa?’, (eten voor vis) vraag ik aan een verkoopster die met gedachten diep in haar Samsung S8 zit.
Ze kijkt voor een moment op, knikt met een zuur gezicht en gaat verder met het tv-programma of film waar ze mee bezig was. Ze heeft waarschijnlijk op dit moment geen interesse om wat te verkopen.
Wat Phanan Choeng
Zodra ik op het tempelterrein stap zie ik ook hier een grote verandering. Er moet tegenwoordig entreegeld worden betaald door de toeristen. Het is slechts 20 baht maar gezien de enorme aantallen touringcars die hier dagelijks arriveren zal dat best oplopen tot een flink bedrag. De dame in het tolhuisje roept me en ik stap er in alle rust op af terwijl ik mijn Thaise rijbewijs tevoorschijn haal. Het kleine plastic kaartje verteld haar dat ik in ieder geval niet meer als toerist wordt gekwalificeerd en dus ook geen entreegeld hoef te betalen.
Boeddha's entree
De sandalen gaan uit en tijdens de wandeling heb ik me voorgenomen om heel gericht foto’s te schieten. Zodra ik binnen ben begrijp ik de moeilijkheidsgraad van mijn voornemen. Als eerste zie je dus drie Boeddha’s die je begroeten en die elke dag met een dun laagje bladgoud wordt bedekt.
Boeddha's linker kamerBoeddha's rechter kamer
Dan zijn er twee kamers, aan elke zijde van de gang een, waar ook weer, hoe kan het anders, eeuwenoude Boeddha’s op een altaar zitten of staan. De bezoekers hebben de hoofdattractie nog niet gezien maar ze zijn nu al zeer onder de indruk van alle pracht en praal.
Bladgoud plakkenLege bladgoud papiertjes
Voordat je dan bij de hoofdzaal naar binnen stapt passeer je nog eenmaal een Boeddha waar zeer veel gebeden en geofferd word. Vanaf hier kun je al wel bij de hoofdzaal naar binnen kijken maar je kan niet ontdekken wat je te wachten staat. Je herkend alleen het geel gouden licht dat naar buiten schijnt.
Wat Phanan Choeng
En dan sta je plotseling in de grote hal voor de grote Boeddha. Het is er oorverdovend stil. Er wordt niet eens gefluisterd. Respect en eerbied heeft geen klank. Het klikken van een toeristen camera is het enige geluid dat de stilte in de grote hal doorbreekt.
Ik ga door mijn knieën en neem plaats op de vloer. Mijn gewrichten doen pijn. Ik zou het liefst een andere houding aannemen maar dat is niet mogelijk, het is namelijk zeer oneerbiedig om je voeten richting de Boeddha te leggen. Je voetzolen zijn namelijk het allerlaagste van je lichaam.
Ik zeg een gebed op mijn eigen manier en vraag de spirituele leider om, voor mij persoonlijke, belangrijke zaken. Ik hoop, ik weet dat de Boeddha het goed met me voorheeft. Dat is in het verleden al vaker gebleken.
Wat Phanan ChoengDe trap naar de schouder van de Boeddha
Eeuwenoude Boeddha's
Omringd door Boeddha'sWat Phanan Choeng
Een muur vol kleine Boeddha's
Familie op bezoek in het het heilige Wat Phanan Choeng
Zodra ik de pijn in mijn gewrichten niet meer kan verdragen sta ik op en loop een rondje rond het enorme beeld. Het was, het is en het zal altijd een schitterende belevenis zijn om deze enorme met goud beklede Boeddha hier in “Wat Phanan Choeng" te bewonderen.
Ook hier heilige monniken
Na het rondje verlaat ik de grote hal en loop in gedachten verzonken door gangen en bezoek achteraf kamertjes. En daar zit dan weer een heilige monnik voor de eeuwigheid. Deze keer gehuld in goud en omringt door Boeddhabeelden.

(Wordt vervolgd)
Copyright/Disclaimer