Howth, 27 september 2009
Het is vandaag alweer zondag en ik ben over de helft van mijn verblijf in de Ierse hoofdstad. Vandaag wil ik voor de laatste keer een tochtje buiten de stad gaan maken.
Het schiereiland Howth was duizend jaar geleden nog een echt eiland! De stromingen in de Ierse zee en rond de monding van de Liffe hebben in de loop der jaren een landtong van zand gevormd die het eiland uiteindelijk met de vasteland verbond.
Hier zou niet echt veel te zien zijn op gebied van cultuur maar wel veel van de zee en de natuur. Een flinke wandeling in de frisse buitenlucht die mijn lichte kater zou moeten doen wegwaaien.
In de trein op weg naar het kleine station van Sutton ontmoette ik twee Engelse meiden die ook een wandeling wilden gaan maken. Ze hadden alleen geen idee van hoe en wat en zeker niet van waar. Ze sloten zich bij mij aan en met zijn drieën verlieten we het kleine treinstation. Wij waren de enige drie passagiers die uitstapten!
Het was erg fris en er stond een flinke westelijke wind. De meiden hadden alleen een T-shirt met korte mouwen aan en dat terwijl ik een T-shirt, een overhemd en een jas droeg. Na tien minuten ging ik zelfs op zoek naar mijn muts omdat de wind flink in mijn oren beet. De gesprekken vielen na een half uurtje stil en ik kreeg het idee dat het beter was dat we afscheid van elkaar zouden nemen.
Met het smoesje dat ik op een kruising het pad landinwaarts moest nemen gingen we ieder onze eigen weg. Ik kon merken dat ze ook een beetje opgelucht waren en voor mijzelf was het ook beter dat ik een stuk alleen zou gaan lopen. Driehonderd meter verder kwam ik weer op het oorspronkelijke pad en ik zag de meiden in de verte voor me uit lopen. Een korte rustpauze aan het strand op een steen om wat te drinken maakte het gat groot genoeg zodat we elkaar vandaag niet meer konden zien.
De wandeling over de klippen van Howth was echt de moeite waard. Gelukkig was ik niet de enige die zich flink had aangekleed. Maar toch waren de T-shirts met korte mouwen flink in de meerderheid.
Na een kilometer of “The Fingal Way” kwam ik bij het mooiste rustpunt van de dag. “The Summit Inn” is een pub in de beste Ierse traditie. De pub zat vol met gasten die zich na of tijdens de wandeling het eten en drinken goed lieten smaken. Op een schoolbord achter de bar stond met grote letters, “Lamb Shank with Mash” geschreven en daar hoefde ik niet lang over na te denken. De aardappelpuree werd alleen omgewisseld voor patat en een pint cider maakte dit feestmaal weer compleet.
Ik voelde me een stuk beter na het eten maar mijn benen waren wel een stuk zwaarder geworden. Langzaam daalde ik de heuvel af het dorp in. En daar was het veel te druk voor me! Nog een snelle pint voordat de trein vertrok en zo was ik na een wandeling van ruim tien kilometer weer op weg naar Dublin.
Het was niet mijn plan maar het is toch zo gelopen. Het was heel gezellig in de pub en het avondeten schoot er bij in. In de pub ontmoette ik ook nog een lokale beroemdheid, Matthew Macklin was afgelopen vrijdag Europees kampioen boksen geworden in de gewichtsklasse middengewicht. Iedereen moest met hem op de foto inclusief ondergetekende.
Hij had het zelfs zo goed gedaan dat hij waarschijnlijk een wereldtitel gevecht krijgt binnen zes maanden.
Met niet té veel Guinness op ging ik weer op weg naar het Jacobs Inn Hostel.
Mijn vierde dag was ook een succesvolle geweest en ik kan eenieder aanraden om deze stad een keer te bezoeken. Morgen wordt een drinkdag!