Dublin, 23 september 2009
Een slechte nacht slaap ging aan mijn vertrek vooraf. Te vroeg ging ik ook naar de luchthaven maar eenmaal in de trein viel die zware last, een gevoel van onzekerheid, weer van me af. In de trein ontmoette ik een oude bekende die met zijn viool onderweg was. Nadat ik had verteld dat mijn reis deze keer naar Dublin ging duurde het niet lang of de viool kwam tevoorschijn en een Iers volksdeuntje klonk door de trein, dit tot genoegen van de andere reizigers want na afloop klonk er een flink applaus.
Op Schiphol was het inchecken met behulp van de incheck-paal een fluitje van een cent. Niemand stelde vreemde vragen en binnen een minuut stond ik met de boardingpass in de hand voor de immigratie.
“Prettige reis”, klonk het uit de mond van de ambtenaar en ik had nu echt het gevoel dat ik op weg was naar Ierland.
Dublin? Wat zou deze wereldstad me allemaal in de komende week te bieden hebben? Bij Dublin denk je meteen aan duizenden kleine kroegen met live muziek. Maar het kan toch onmogelijk waar zijn dat de hele bevolking elke avond met elkaar in de kroeg zit?
Aer Lingus is een betere budgetmaatschappij, dat was ondermeer, of beter gezegd alleen, te merken aan boord. Je moest namelijk betalen voor je hapje en drankje en het waren prijzen die er niet om logen. Vier en een halve Euro voor een blikje bier van 33cl mag best duur worden genoemd! Voor de rest was het gewoon vliegen van A naar B.
Net voor de landing waren mijn batterijen van de GPS leeg en het scherm ging op zwart. Het kon me weinig schelen, ik wist nu dat mijn nieuwe Oregon 400t goed werkte. Zelfs in het vliegtuig had ik nog 60% ontvangst van de satellieten.
De regen daalde neer bij aankomst, ik hoopte dat het niet een voorteken was van wat me stond we wachten want Ierland en regen gaan samen als een woestijn en de brandende zon. Ik had nog wel zo gehoopt dat ik goed weer zou hebben. De rit naar het centrum van de stad ging met een gewone stadsbus. € 2,20 in plaats van de € 10,- die de Airport bus vraagt. Het eerste geld was uitgespaard!
Bij aankomst in “Jacobs Inn” keek ik mijn ogen uit. Dit was een hostel zoals ik later zelf zou willen runnen. Een “Vijf Sterren Hostel”, zoals ik het graag noem. Denk maar aan een drie sterren hotel met twee stapelbedden op de kamer, inclusief een TV en een mooie badkamer.
Eenmaal ingecheckt en ging ik meteen weer op pad om de voorbereidingen te treffen voor morgen. Kaarten en informatie ophalen, een beetje plannen en natuurlijk de eerste pint cider van vandaag. In de kroeg kreeg ik voor het eerst een beeld van de bevolking. Het was een beetje raar. Ze zagen er een beetje armoedig uit. Gymschoenen, trainingsbroeken en sweatshirts.
Tijdens mijn eerste wandeling door de stad werd ik meteen geconfronteerd met enorme uithangborden met Russisch en Pools. Waren er zoveel Oost-Europeanen hier? Er werd wel in een honderd verschillende talen om me heen gesproken maar dat hoor je in Amsterdam ook. Het zouden toeristen kunnen zijn.
Na een douche en korte wandeling ging ik voor mijn eerste maaltijd in “de Pub”, “de Celt” heette de Pub en de biefstuk was uitstekend. Het eten was niet echt duur vergeleken bij het drinken. € 12,- voor de maaltijd en € 5,-- voor een pint.
Vol en voldaan ging ik om half tien huiswaards. Morgen wordt het een drukke eerste dag.