
Tokyo (Sakura Hotel Dormitorium - Ikebukuro), dinsdag 12 mei 2009
Vandaag is eigenlijk gisterenochtend al om negen uur begonnen toen ik met een lichte kater uit bed stapte. Na een feestelijk kort verblijf van vier dagen in Pattaya staat nu Japan alweer voor de deur.
Tijdens mijn verblijf in het donkere depressieve Nederland heb ik helemaal geen voorbereidingen getroffen voor deze reis en om eerlijk te zijn weet ik nu net zoveel van Japan als van het seksleven van Afrikaanse naaktslakken.
De reis kan misschien wel een heel lange en moeilijke reis worden. De prijs van € 342,- voor een retour van Bangkok naar Tokyo (Narita) is niet voor niets zo laag. De vertrektijd van het vliegtuig is om 06:50 vanaf het “Suvarnabhumi International Airport” in Bangkok.
Trek daar de geadviseerde drie uur voor vertrek aanwezig zijn vanaf?
Dan moeten we voor 03:50 op de luchthaven zijn.
Ruim een uur in de taxi naar de luchthaven en dan is de vertrektijd 02:50 uit Pattaya.
Uiteindelijk hebben we om 03:00 afgesproken met een nieuwe taxichauffeur. De oude is niet meer te vinden, hij is van de aardbodem verdwenen.
Wat kun je nog doen op zo’n dag voor je vertrek?
Alles behalve slapen! Slapen doe je in het vliegtuig.
Zelf heb ik nog even mijn gebit in het ziekenhuis laten nakijken. Verder heb ik me achter mijn laptop zitten vervelen en ook nog geprobeerd om zoveel mogelijk over de wandeling naar de top van Mt. Fiji te weten te komen. En dat blijkt niet gemakkelijk te zijn door de enorme belangstelling voor de wandeling naar de top van de heilige vulkaan.
Een uurtje heb ik op mijn bed gelegen en geprobeerd om wat te slapen maar door een mix van opwinding en angst om onze vlucht te missen sliep ik met één oog open. Al ruim na middernacht voegt Tettje zich bij me aan tafel en we boeken snel nog wat jeugdherbergen voor onderweg op het internet. De eerste week was al bijna helemaal gepland en slaapplaatsen hadden we dus al geboekt.
De tijd kruipt langzaam voorbij en eindelijk is het verlossende telefoontje van de nieuwe taxichauffeur een feit. Hij staat op de hoek van de soi klaar om ons naar de luchthaven te brengen.
Twee vrijgezelle mannen van middelbare leeftijd op weg naar een onbekend land! Het is stil in de taxi, heeft Tettje verwachtingen voor de komende weken? Ikzelf in ieder geval niet, verwachtingen kunnen alleen maar teleurstellen dus heb ik mezelf geleerd niets meer te verwachten van een nieuwe bestemming en de ervaringen gewoon over me heen te laten komen.

Eenmaal aan boord is het duidelijk waarom onze tickets naar “Tokio Narita”, de andere luchthaven is “Tokio Haneda”, zo goedkoop waren. De Boeing 747 is een oude dame die gelukkig nog steeds luchtwaardig is volgens de documenten van de keuring. Het interieur is gedateerd en de slijtage van de lange jaren in dienst zijn overal te zien.
Tettje en ik zijn blij wanneer de wielen van de 747 zich van de grond losmaken en onze vlucht naar Japan eindelijk is begonnen. Het geserveerde ontbijt aan boord valt onder de noemer “te verwaarlozen” kwaliteit en na een hazenslaapje schiet ik plotseling wakker.
Mijn ogen zijn uiteindelijk dan toch dichtgevallen en mijn eerste hazenslaap van een uur is een feit. Ik heb wel eens gelezen dat enkele hazenslaapjes achter elkaar je net zo goed laten rusten als een complete nachtrust!


Binnen in de terminal valt het ons meteen op dat alles in Japan prima is georganiseerd. Alle beambten zijn wel totaal alert op de Mexicaanse griep! Japanners met mondkapjes lopen af en aan en houden iedereen in gaten. Infrarood camera's zoeken naar passagiers met een verhoogde temperatuur. Niets wordt aan het toeval overgelaten.
De immigratiedienst is slechts een formaliteit en het retourticket is voldoende om de beambte te laten geloven dat we ook weer op tijd vertrekken. De douane wordt ook eenvoudig gepasseerd omdat die getraind zijn om verdachte personen op te sporen. Zodra de eerste twee hindernissen zijn genomen nemen we eerst een flinke teug adem om Japan rustig op ons af te laten komen.





Alles om ons heen is in Japanse karakters en wanneer ik een voorbijganger in het Engels aanspreek kijkt hij ons verbaasd aan. Gelukkig wordt een ATM niet in Japanse karakters aangegeven! Het geld is op het eerste oog wel vreemd, het lijkt veel op Amerikaanse dollars met ongetwijfeld dezelfde veiligheidskarakteristieken ingebakken.
De eerste winkel die we zien is een soort 7-11 genaamd “Lawson”. De gedachte en de uitvoering is gelijk aan de Amerikaanse concurrent. Tot mijn grote blijdschap zie ik in de kleine winkel, de voor mij uit Zuid-Korea bekende, driehoekjes van rijst staan. Omhuld met Nori (zeewier) en gevuld met een hartige mix van groenten, vis of vlees. Ik koop twee en terwijl Tettje mij vreemd aankijkt neem ik de eerste happen Japans voedsel van deze reis.



Ruim anderhalf uur lang zien we het voor ons onbekende groene landschap van Japan aan ons voorbij razen. Van de groene velden en bossen bamboe gaan we ondergronds om in een door fel neon verlichtte stad weer boven de grond te komen. Tettje heeft het laatste stuk even zitten sudderen want het zijn toch wel twee zware dagen geweest.
Op het “JR Ikebukuro” station verlaten we de trein. Eenmaal uit de trein in Tokio is er gelukkig wel meer Engels op de uithangborden te vinden. Na een korte wandeling hebben we het “Sakura Hotel” al snel gevonden en daarmee is de eerste dag, en onze eerste verplaatsing, ook meteen geslaagd.
Nadat we onze intrek in een kleine kamertje met drie stapelbedden, voor zes gasten, hebben genomen gaan we op jacht naar wat te eten. En dit is veel avontuurlijker dan gewoon aanschuiven en bestellen. Voor een automaat, naast de toegangsdeur van het restaurant, die nog het meest op een sigarettenautomaat lijkt staat een groepje mensen op hun beurt te wachten. We kijken de kunst van ze af en een paar minuten later zijn wij aan de beurt.
1. Keuze maken van de gerechten.
2. Geld er in werpen.
3. Wisselgeld uitnemen
4. Naar binnen met de bonnetjes
5. Plaats nemen aan de lange bar, de helft van je bonnetje afgeven en wachten op je eten

We zijn na twee lange dagen aan het einde van onze krachten. Moe, maar voldaan zoeken we onze bedjes op. Morgen gaan we voor het eerst op pad in Tokio.
Welterusten.