Hay, 07/11/2003
Dat was nog eens een slechte nacht! Ik sleepte mijn bagage naar beneden en zonder ook maar één persoon te zien verliet ik het hotel, de sleutel in de deur van mijn kamer achterlatend. Ik parkeerde mijn auto bij de plaatselijke bakkerij en bestelde er een broodje gebakken ei met spek. Ik ben zo terug, even wat foto's schieten. De dame achter de counter keek mij vol ongeloof aan, ik kon in haar ogen lezen dat ze mij maar een rare snuiter vond.
Ik liep nog snel even door het dorp en maakte wat foto's van de oude hotels. Deze zijn uniek voor Australië en gelukkig blijven er veel overeind staan. De grote balkons en het gebruik van veel gietijzer maakt ze wel heel bijzonder.
Over rollende heuvels en met het broodje in mijn hand reed ik met een gangetje van 80 km/u richting mijn eerste doel. Young, de kersen hoofdstad van Australië, en aangezien het geen kersenseizoen is gebeurt er hier weinig. Veel kan ik dan ook niet over deze plaats vertellen behalve dat het echt een plattelands dorp was. Geen koffie te krijgen dus.
Ik ging verder in de richting van Temora, weer een oude goudzoekers stad. Onderweg, al luisterend naar de lokale radiostations, ving ik iets op over oude vliegtuigen die zouden vliegen van Sydney naar Ayer's Rock. Het was een initiatief van de "Flying Docters" om geld in te zamelen voor nieuwe vliegtuigen. Ik dacht dat dat wel interessant zou zijn en een beetje vroeg slapen zou mij ook wel goed uitkomen. De hoofdstraat van Temora was toch wat meer ontwikkeld dan die van Young. Een bruisend dorp. Ik parkeerde mijn auto en ging een hotel aan de hoofdstraat binnen. De barkeeper was net de krant aan het lezen en hij kon mij wel informatie verschaffen over de vliegtuigen. Zij zouden de volgende ochtend om ongeveer tien over acht landen, brandstof bijvullen en dan meteen weer vertrekken. Ik dacht er over na en kwam tot de conclusie dat het toch niet de moeite waard was om hier zo lang rond te hangen. De barkeeper vertelde mij ook dat het zeker de moeite was om het museum bij het vliegveld te bezoeken. Ze hadden daar een paar zeldzame vliegtuigen die één keer per maand van stal werden gehaald om een paar rondjes rond te vliegen. Maar ja, dat was twee weken geleden. Aangezien ik volgens planning over twee weken in Perth zit moet ik dat helaas overslaan. Met zijn aanwijzingen was het vliegveld met het museum snel gevonden. Gewapend met mijn camera's stapte ik het museum binnen. Ik had het geld voor het kaartje al in mijn hand toen de vriendelijke vrouw achter de kassa over de "Flying Docters" begon. Ik vertelde haar dat ik ze graag had willen zien. Een hele middag wachten om ze een kwartier te kunnen zien was teveel van het goede. "Nou, waarom kom je volgende week dan niet naar de vliegshow", antwoordde ze. "Eh, volgende week"? "Ja, volgende week is hier de maandelijkse vliegshow en die duurt bijna de hele dag". Het geld ging terug in mijn notitieboekje en ik vertelde haar dat ik volgende week weer terug kwam. Ik kan dit mooi combineren met mijn terugreis naar Sydney.
Eenmaal Temora verlaten begon het landschap ook weer langzaam te veranderen. Het werd steeds meer bush. Open stukken met hier en daar een boom, dan weer open velden met alleen heuphoge bosjes. Ik had ervoor gekozen om een weg binnendoor te nemen naar Griffith. Deze voerde me langs verlaten huizen en spookstadjes. In de verte doemde de eerste borden op met de waarschuwing voor fruitvliegjes. Ik herinnerde mij die van vorige reizen in Australië. Maar die stonden als je van de ene staat naar de andere ging. Niet zomaar in het midden van een staat. Ik was toch nog wel in New South Wales? Een snelle blik op de kaart bevestigde dat. Een paar kilometer verder weer een bord, nu met een waarschuwing. Als je fruit bij je hebt moet je het nu opeten, anders straks weggooien. Ik keek over mijn schouder naar de banaan en de zak mandarijnen die op de achterbank lagen. $11.000, ongeveer 7250 euro, boete is veel geld. Ik stopte langs de weg en at de banaan en twee mandarijnen. De rest ging in de berm. Zoals op veel plaatsen in Australië is ook hier in de Riverina de wijnbouw geïntroduceerd. Des te dichter ik bij Griffith kwam des te meer zag ik wijnstokken en boomgaarden. Ik vroeg me af wat dat voor fruitbomen zouden kunnen zijn. Ondertussen had ik er wel begrip voor, dat fruitvliegen gedoe. Het beste ik dan ook om gewoon één banaan tegelijk kopen, of gewoon het fruit dat je op die dag wilt eten. Ik reed langzaam door het stadje en deed snel wat boodschappen bij Woolworth, een supermarkt. Eenmaal buiten Griffith werd de cabine van de geairconditioneerde Toyota gevuld met een heerlijke zoete lucht. Ik keek eens goed om mij heen en zag de bomen volhangen met sinasappels. Dat had ik nog nooit gezien! Ik stopte de auto en ging een kijkje nemen in de boomgaard. Sinasappels! En nog wel aan een boom. Opgewonden als een klein kind dat voor het eerst sneeuw ziet nam ik dat eens allemaal rustig in mij op. De heerlijke zoete geur die ik eerder had geroken werd verspreid door de bloesem. Kilometer na kilometer lagen links en rechts van de weg boomgaarden en wijnstokken. Ver buiten het dorp werd het dan weer minder en minder, totdat het weer allemaal bush was wat je zag. Ik kwam nu dichter bij mijn eindbestemming voor die dag.
Hay, over deze plaats valt weinig te vertellen. Het enige is waarschijnlijk dat er hier in de tweede wereld oorlog een krijgsgevangene kamp was. Het kamp zat vol met Duitse en Oostenrijkse immigranten, later waren het Japanners die moeilijk hadden gedaan tijdens een ontsnapping in Cowra. De autoriteiten hadden alleen over het hoofd gezien dat de meeste intellectuele joden waren. Op de vlucht voor de vijand waarvoor ze nu zelf werden aangezien. Niet zo slim dus!
Eenmaal in Hay informeerde ik in een paar hotels of ze kamers hadden en ze bleken allemaal vol te zitten. Nog maar een paar proberen en uiteindelijk vond ik een kamer in het "Commercial Hotel", en commercieel waren ze. Ik kon $40.- neertellen voor een éénpersoonskamer met een slecht bed in het midden van de kamer. Ik was waarschijnlijk de enige gast in het hotel en vroeg beleefd of ik misschien in een tweepersoons bed kon slapen. Geen probleem, $60.- graag. Ik stamelde dat ik maar alleen was. Niets mee te maken. Een twee persoonskamer is een tweepersoonskamer en die kost $60.-. OK, dan maar het éénpersoons bed.Toen ik terug kwam in de bar en vroeg of ik het stopcontact naast de bar mocht gebruiken veranderde de opstelling van de jongen achter de bar meteen. Ook een oudere vrouw die twee krukken verderop zat werd nieuwsgierig. Een spervuur van vragen kwam op mij af. Ze wilden echt alles weten. Ik heb niets te verbergen dus gaf antwoord zolang het niet te persoonlijk werd. Na mijn tweede biertje klapte ik mijn laptop dicht en ging terug naar mijn kamer. De twee met grote vraagtekens achterlatend.
Nadat ik had gedouchte ging ik op zoek naar een restaurant of hotel waar ik fatsoenlijk kon eten voor een redelijke prijs. Ik informeerde eerst bij de barkeeper en kreeg te horen dat het "Caledonian Hotel" een goede steak serveerde. Caledonian? Daar was ik toch geweest? Toen ik bij het hotel aankwam klopte het dat de naam mij bekend voorkwam. Ik was er binnen geweest om te vragen of ze een kamer voor me hadden. Het hotel was nu een bar, aan de zijkant een kamer vol met gokkasten en s'avonds kon je er ook eten. Ik koos opnieuw voor de T-bone. Hij was OK. Niet zo goed als de vorige avond maar, OK. De prijs was ook anders, het was wat duurder maar toch nog acceptabel. Het zou ook moeilijk zijn om de T-bone van die eerste avond te verbeteren. Ik keek eens goed om mij heen en zag dat deze bar toch wel anders was dan die van vanmiddag. In de bar van het "Commercial" stapte iedereen weg van de bar die een sigaret wilde roken. Hier zat iedereen aan de bar te roken. Terwijl dit tegen de wet is! Ik liet het hier maar bij en besloot om niet te vragen naar het waarom. Nadat ik klaar was met mijn T-bone verliet ik de bar en slenterde langzaam richting mijn hotel.
Onderweg nam ik nog een biertje in een bar waar een bandje speelde maar de sfeer was zo gespannen dat ik besloot snel door te gaan naar mijn eigen hotel en daar nog een biertje te doen. Het was er niet druk. Twee jongens speelden poolbiljart. Aan de bar zat de vrouw van die middag samen met een andere man. Er zat nog een vrouw, ik schat van halverwege de zestig, alleen aan de bar die af en toe een opmerking in het niets plaatse gevolgd door een bestelling, Bacardi Coke. Ik bestelde een biertje en voelde de ogen van de twee biljarters in mijn rug prikken. De vrouw met de Bacardi Coke bekeek mij van top tot teen vanuit haar ooghoeken en het andere stel had plotseling een stuk minder gesprekstof. De man begon op een vriendelijke toon te informeren naar mijn afkomst en mijn doel. Ik vertelde dat ik op reis was en dat ik mijn ervaringen opschreef en korte verhalen of reisverslagen. Nee, ik was geen beroeps. Het was maar een hobby en het stelde dan ook niet veel voor. Met de minuut werd het gezelliger en ook de achterdocht van de vrouw verdween. De man bood mij een biertje aan en de jongens vroegen of ik wilde biljarten. Uiteindelijk had ik geen keuze. Ik hou niet zo van biljarten en ik kan er ook niets van maar in dit geval moest ik gewoon meedoen. Anthony, oftewel Tony de automonteur speelde samen met zijn vriend en ik speelde samen met de andere man. Tony was een goede speler. Al zingend en dansend bewoog hij rond het biljard en liet de ene na de andere gekleurde bal in één van de zakken verdwijnen. En als hij bij uitzondering miste zong hij nog harder en nam een slok van zijn Bourbon Coke. Ze moesten wel lachen als ik weer eens een bal totaal miste of de witte speelbal in één van de zakken liet verdwijnen.
De nieuwsgierige vrouw bleek de vrouw van de eigenaar te zijn. Zij hadden dit hotel drie jaar geleden gekocht. Ik begreep nu waarom de kamers zo duur waren geworden. Ze gooide een ruime hoeveelheid dollar munten in de jukebox en de muziek werd dus gratis. We begonnen omstebeurt gouwe ouwe te draaien. Voordat ik realiseerde wat ik deed had ik de eenzame vrouw, die Beth heette, tot grote hilariteit van de andere gasten ten dans gevraagd. We stonden te swingen op Elvis Presley. De sfeer zat er goed in. Ik werd nu ook ingelicht waarom ze zo stug waren geweest. Ze dachten dat ik één af andere controleur was die hotels doorlichte. Ik snap nu nog niet waarop ze dit gebaseerd zouden kunnen hebben. Een rare snuiter in shorts op sandalen. Sluitingstijd naderde snel en toen ik mijn laatste slok naar binnen had gewerkt nam ik van iedereen afscheid en ging snel naar bed. Morgen weer vroeg op.
Grenfell - Young - Temora - Griffith - Goolgowi - Hay = 459 km. + 397 km. = 856 km. Totaal.