Broken Hill, 10/11/2003
Een redelijke nachtrust zorgde ervoor dat ik met een goed humeur wakker werd. Ik had de wekker, éh de mobiele telefoon zo ingesteld dat hij me om zeven uur zou wekken. Ik had voor het slapen gaan nog even snel een pagina van mijn website nagekeken. Tot kwart voor twaalf had ik liggen werken aan die pagina. Geloof me, er gaat nog heel wat tijd inzitten voordat je het allemaal op het internet hebt. Mijn pagina kwam ook de bèta fase door en morgenavond zou ik de foto's toevoegen. Nog even tien minuten doezelen en dan onder de douche. Terug gekomen in mijn kamer kookte het water in mijn beker en de koffie smaakte me goed. Heerlijk zo'n kopje koffie gemaakt met mijn eigen waterkokertje.
Ik had een drukke dag voor de boeg. Ik wilde om half negen voor de deur staan bij de tourist information zodat ik alle belangrijke informatie voor deze dag al vroeg had ingewonnen. Dat lukte perfect. Ik was de eerste klant van de dag in het tourist information center en een vriendelijke dame met een licht overgewicht gaf mij de informatie die ik wilde hebben. Ik zou niet veel rijden vandaag. Ik had van al dat zitten een houten kont gekregen en ging een dagje rustig aan doen. Ik zou vandaag na zoveel hoge gebouwen nu eens ondergronds gaan, en wel ruim 130 meter. Zover ik mij kan herinneren ben ik nog nooit zo diep onder de grond geweest. De excursie was om half elf dus had ik nog wat tijd voor een ontbijt.
Ik schaam me er een beetje voor maar ik wilde een fastfood ontbijt. Het werd dus McDonalds, ik kon zo snel geen Hungry Jack (Burger King in Australië) vinden. Het smaakte me van geen kanten maar ik was gevoed en het zal wel weer een paar maanden duren voordat ik me opnieuw laat verleiden tot zo'n ontgoocheling.
Ik zat op mijn ontbijt te wachten toen er een vrouw van rond de zestig binnenstormde die wel erg vreemd gekleed was. Witte lakschoentjes met turquoise sokjes, een zuurstok roze rok uit de jaren vijftig en een doorkijkblouse met daaronder een enorme zwarte bh. Deze dame noemde zichzelf "de prinses" en nadat ze haar ontbijt had opgepakt was ze nog sneller verdwenen dan dat ze was binnengekomen. Het personeel gniffelde een beetje en een van de meisjes lichtte mij in over deze verschijning. Ik maakte een opmerking over dorpsgekken in het algemeen en begrijpende blikken van het personeel vielen mij ten deel. Na het ontbijt vroeg ik om een bekertje water om mijn medicijnen mee weg te spoelen. Dit water smaakte verschrikkelijk modderig. Ik begreep nu ook waarom de koffie niet helemaal jofel was.
Eenmaal klaar ging in richting de mijn en schreef mij in voor de excursie. Toch pittig AU$ 34 voor twee uur. Niet zeuren, je bent hier waarschijnlijk maar één keer in je leven. Ik droeg mijn hoge schoenen omdat ik niet zeker was van de condities onder de grond. Gewapend met twee camera's stond ik klaar om in de lift ondergronds te gaan. Dat ging dus even anders. Een soort stofjas, een riem, een helm en een lantaarn moeten worden gedragen. Ik realiseerde me dat ik ook mijn zonnebril nog op mijn hoofd had staan en die zijn zo goed als onbruikbaar onder de grond. Ik bracht hem terug naar de auto. Plotseling hoorde ik Nederlands spreken, het waren twee mensen uit Deventer. Piet en Christine, zij maakten een reis van vijf maanden door Australië. Even snel bijgepraat en toen omgekleed. Het lijkt echt geen 130 meter als je in de lift afdaalt.
Eenmaal onder de grond begon Murphy zijn verhaal. Hij vertelde over de tijd dat zijn vader in de mijn werkte en dat hij eigenlijk geen andere keuze had gehad dan de mijn. In zijn dagen was het hard en zwaar werk. Er was maar één manier om bij de ploeg onder in de mijn te komen en dat was door vrienden. De voorman of de personeel manager had hierover niets te vertellen. Als er een man uit het team van vier wegviel om welke reden dan ook, kozen de achtergebleven mijnwerkers een nieuwe maat. Deze verdiende dan net zoveel als de andere drie van de ploeg. Als je werkte in de productieploeg onder in de mijn kreeg je geen salaris. Alles ging om een contract. Je werd betaald per ton of per voet vooruitgang dat je boekte. Je wilde dus een goede maat op wie je kon bouwen.
Een regel was dat je onder de grond geen pijn mocht laten zien. Als je jezelf op de duim sloeg met de vuisthamer en je schreeuwde het uit van de pijn dan kon je die avond in de kroeg de rekening van je maten betalen. Je werd geacht de pijn te nemen zoals die kwam. Wel moeilijk als je vinger klopt als je hart en het bloed guste over je hand, vertelde Murphy.
Murphy vertelde ook over de grote veranderingen die hij in zijn 38 jaar onder grond had meegemaakt, over stakingen en over de dood. Er zijn in "Broken Hill" tot op heden 769 mijnwerkers om het leven gekomen. In de hoogtij dagen werkten er meer dan 8800 mensen onder de grond. De staking van 1912 die 18 maanden duurde bracht een grote verandering in de werkomgeving van de mijnwerkers teweeg. Ze kregen een veiligere werkplek en ook boven de grond werd er nu aandacht besteed aan de gezondheidszorg.
In zijn laatste tien jaar bij de mijn was Murph een voorman die de contracten sloot met de jongens, zijn jongens. Zoals hij vertelde zorgde hij ervoor dat de jongens een goede prijs kregen en dat de heren boven ook geld verdiende. Dagen dat hij zestig kilometer per dag ondergronds reed in zijn terreinwagen waren geen uitzondering! Je begrijpt dat deze mijnen wel groot moeten zijn. Mijn beeld van een mijn met om de meter van die houten stutten is nu dan ook veranderd. Enorme machines doen veel van het werk. Mijnwerkers zitten nu in cabines compleet met een koffie apparaat en een magnetron. Bij pech roepen ze de onderhoudsdienst en blijven rustig in de airconditioning zitten totdat het probleem is verholpen. Na twee uur te hebben geluisterd naar de interessante verhalen van Murphy stonden we weer in het daglicht. Het deed een beetje pijn aan de ogen en de brandende zon en de droge hitte waren onverdraagbaar. Na afscheid te hebben genomen van Piet en Christine vertrok ik met de airconditioning op vier naar mijn volgende bestemming.
"Silverton", een verlaten mijnstadje dat twee jaar voor de opening van de mijn in Broken Hill had gebloeid. De mijn was echter snel uitgeput en de mijnwerkers trokken verder naar de volgende plaats waar wat te verdienen was.
Dit is eigenlijk het verhaal van de hele outback, iedereen trok verder op zoek naar werk. Mijnwerkers, schaapscheerder, fruitplukkers en oplichters. In Silverton was eigenlijk niet zoveel te zien. Er is een grote gemeenschap van kunstenaars en de grootste trekpleister is eigenlijk dat er een paar films zijn opgenomen. Mad Max en Priscilla, Queen of the Desert zijn de bekendste. Eenmaal terug bij mijn hotel had ik nog voldoende tijd om een stadswandeling te maken en mijn e-mail te controleren.
De wandeling was heel aangenaam en er is één ding dat ik nog wil vermelden. Het spoorwegmuseum, toen 20 jaar geleden de Adelaide - Broken Hill spoorlijn werd opgeheven hebben ze zo alles achtergelaten voor een groep vrijwilligers die er enorm veel tijd in steken om alles in goede staat te houden. Het lieve oude station en de enorme hoeveelheid documenten zijn van onschatbare waarde. Zo liet de overvriendelijk beheerder mij aandelen van de spoorweg zien uit 1896. Deze zijn gewoonweg bewaard. Ook staan er een paar zeldzame treinstellen die snel aan het verouderen zijn. Geld voor een restauratie is er niet, jammer. Als je ooit in Broken Hill komt moet je dit niet overslaan. En een dollar of twee extra als donatie zijn altijd welkom. Morgen gaan we weer de weg op en we gaan dieper de outback in.
Broken Hill - Silverton - Broken Hill = 65 km. + 1733 km. = 1798 km. totaal