vrijdag 28 november 2003

Australië, naar het noorden

Kalbarri, 28/11/2003

Een nieuwe tour, een nieuwe kans. Na de vorige tour die achteraf gezien rampzalig was geweest had ik enkele momenten getwijfeld om toch maar zelf te gaan rijden. Ik wist in mijn achterhoofd dat ik mijn geld nooit terug zou krijgen. Eigenlijk was het alleen maar zo dat ik voor mezelf wilde bevestigen dat ik niet de oorzaak van het probleem was geweest. De rustdag tussen de twee tours in had ik gebruikt voor de vuile was en een beetje rusten. Ik was gewoon kapot. De hele affaire had me veel energie gekost.
Ik voelde me fit toen ik opstond. Een beetje opgelaten door de gebeurtenissen in de afgelopen dagen maakte dat ik al wakker was voordat de wekker afliep. Een douche en een kopje koffie op mijn kamer. Rustig de laatste spullen in mijn rugzak leggen en de koelkast leegmaken. Het laatste restje Leerdammer kaas, een broodje kaas en bacon en een paar blikjes frisdank stopte ik in een plastic tasje. De Griekse salade was rijp voor de vuilnisbak. De zon klom langzaam omhoog in de staalblauwe hemel. Op mijn weg naar Richard in het "Cockney Café" schoot ik de laatste foto's van mijn hotel. Het was heerlijk rustig in Perth op deze vrijdagochtend. Het gebruikelijke “full cooked breakfast” werd geserveerd door een vrolijke Richard. Ik keek de krant in en sprak kort met een groep wegwerkers. Ze hadden een stevig overgewicht, ze moesten hier wel vaker komen.
Een kwartier te vroeg zat ik met mijn hele hebben en houden op het muurtje voor de North Lodge. Een paar minuten later kreeg ik gezelschap van een paar Japanners. Het communiceren was moeilijk maar toch begreep ik, uit wat ze vertelden, dat ze met een andere tour mee zouden gaan. Precies op tijd stopte er een stationwagen voor de Lodge. Hij riep iets dat op mijn naam leek. Ik begroette de chauffeur en gooide mijn bagage achterin de auto. Het "Centraal Station" van Perth was opnieuw het punt vanwaar we zouden gaan vertrekken.
De rest van de troep kwam langzaam binnengedruppeld met verschillende manieren van vervoer. Ik was nerveus en de slechte tour speelde nog steeds in mijn onderbewustzijn. De bus verscheen en we plaatsten onze rugzakken in de aanhanger. Daarna zochten we onze plaats in de bus. Ik koos voor de stoel naast de chauffeur. Dat is mijn favoriete plaats. Je ziet het meest en ik val ook niet in slaap.
Met een nieuwe groep vreemden achter mij verliet ik de parkeerplaats. Eenmaal op de snelweg greep onze chauffeur de microfoon en stelde zich voor. Hij legde ook de regels en vrijheden die we hadden aan ons uit. Het klonk allemaal een beetje autoritair in mijn oren. Toen de chauffeur, Rob, klaar was met zijn betoog begreep ik dat we eigenlijk konden doen waar we zin in hadden. Met één beperking, wij waren Rob zijn verantwoordelijkheid dus had hij een vetorecht. Dat was allemaal begrijpelijk. Voor mij was er ook een tegenvaller. Elke dag moest je op een andere plaats gaan zitten. Nou ja, dat was dan niet anders. In ieder geval zouden de problemen van de vorige tour zich niet herhalen.
Achter mij was de hele groep al in gesprek. Ik praatte wat met Rob en kwam te weten dat hij met een Nederlandse getrouwd was. Nou ja, een dochter van Nederlandse immigranten. We kletsten aan één stuk door, af en toe onderbroken door Rob als hij de microfoon greep, en vergaten het uitgestrekte eentonige landschap. Het eerste dat uit de toon sprong waren de bloeiende "Christmas trees". Vlekken van oranje boven de rode aarde in de staalblauwe lucht. Ze bloeien in december en vandaar de naam. Onderweg werd er geluncht in “Kangaroo Bay” en op dit moment zag alles er goed uit. Een fijne groep en geen gezeur.
Na weer een enorme afstand te hebben gereden kwam de eerste echte bezienswaardigheid in zicht. En wel de "Pinnacles", een speling van moeder natuur die wel leuk is om te zien. Rotsen steken uit het witte zand omhoog in verschillende vormen. Natuurlijk heeft de verveling en de herkenning geleid tot de vreemdste namen. Het zijn er dan ook teveel om op te noemen. Na de wandeling door het park kwam iedereen voldaan terug in de bus.
We waren ons er nu al van bewust dat we de meeste tijd in de bus zouden doorbrengen. Een minidisk speler van één van de deelnemers werd aangesloten op de stereo en met onze favoriete deunen reden we door stille woestijn van Western Australia, oftewel WA.
De weg naar het noorden volgt zoveel mogelijk de kust. De zee en het strand aan de linkerkant en de woestijn aan de rechterhand. Veel zand dus en dat maakt dat het zandboarding niet echt als een verrassing kwam. Het plezier was er niet minder om en we raasden om de beurt van de 30 meter hoge duinen af. Na een half uur geraasd te hebben ging de bus verder richting onze eerste slaapplaats, Kalbarri. Rob zorgde goed voor ons en zijn kleine wijzigingen in het oorspronkelijk programma waren dan ook van harte welkom.
Rob is een romanticus en dat brengt met zich mee dat er dan ook geen enkele zonsondergang op deze tour gemist zou gaan worden. De eerste zonsondergang was op de "Potbelly". Maar eerst werd er gestopt bij een Roadhouse, om wat bier in te slaan en te kijken naar de kangoeroe weesjes. Vreemd om naar dieren te kijken in een weeshuis die je ook kan eten. Al met al was het weer een welkome stop zodat de beentjes gestrekt konden worden. Nadat er ontelbare plaatjes waren geschoten sommeerde Rob ons naar de bus zodat we de zonsondergang niet zouden missen.
De zonsondergang was mooi, en speciaal het warme oranje licht op de rode rotsen. Al starend in de verte realiseerde ik me dat daar ergens achter de horizon Zuid Afrika moest liggen. Ik had alleen geen idee hoeveel duizend kilometer dat zou moeten zijn. Zuid Afrika wil ik namelijk ook in de toekomst bezoeken. De groep waaierde uiteen op de rotsen en iedereen deelde het moment van de zonsondergang met de mensen waarmee zij op reis waren. Ik zat dus alleen. Toch twijfelde ik geen enkel moment dat het geen goede trip zou worden. Het was het einde van de eerste dag. Het avondeten zou meer duidelijkheid verschaffen over de groep.
En duidelijkheid zou het zeker verschaffen over één ding waarvoor deze tour geen prijs zou ontvangen. Het eten was ronduit slecht. Vegetarische gele Kerrie uit een zakje aangevuld met witte rijst. Enkele leden van de groep hadden dit dus meteen in de gaten en gingen hun eigen weg en kookten een andere avondmaaltijd voor zichzelf. Op zich vond ik dat heel vreemd omdat Rob de groep met ijzeren hand had geleid die dag. Eigenlijk kon het mij dan ook niets schelen.
Er was ook een voorval waarin Rob uit zijn rol viel. Aan de zijlijn staande keek ik het spektakel aan. Rob schreeuwde tegen de kleine Japanner dat hij de rijst had verbrandt en dat we nu geen avondeten hadden. De Japanner trok zichzelf terug en zonderde zich af van de groep. In de tijd die ik samen met Rob voorin de bus had doorgebracht had ik nooit vermoed dat er ook een andere Rob in hem leefde. Het deed de sfeer in de groep die avond dan ook geen goed.
Vroeg op de avond werd er nog besproken of we als groep naar de zonopgang zouden gaan kijken. Een breed spectrum van ideeën passeerde de revue. Alles van om half vijf opstaan tot en met uitslapen werd besproken. Wat echter belangrijk was voor mij was dat ook het ontbijt werd besproken. Eieren met spek. OK, voor één keer hebben we bij ons, daarna. Vergeet het maar, als je eieren met spek wil voor je ontbijt dan moet je dat zelf kopen. Een beetje vreemd als je AU$ 90 per dag hebt betaald voor een tour.
Er waren er een paar meer in de groep van deelnemers die graag een wat beter ontbijt hadden. Brood met pindakaas en de gewoonlijke cornflakes met melk en suiker. Het ontbijt van morgen kon niet meer gered worden maar de volgende dag zouden we eieren en spek kopen in één van de roadhouses langs de weg.
Ik dronk een paar bier en praatte met wat mensen en we gingen daarna naar bed.
Copyright/Disclaimer