Georgetown, Penang 19/04/2007
Het einde van de reis komt nu snel dichterbij. Ik zit alweer in de laatste week.
Ik was natuurlijk zo fit als een hoentje toen ik vanochtend wakker werd. Een droge avond met veel slaap kan natuurlijk niet slecht voor je zijn! Ik was lui en bleef nog een half uurtje liggen waarna ik mij heerlijk douchte en voor mijn ontbijt weer eens naar de McDonalds ging. Mijn darmen voelden al een stuk beter en nu was het zaak om niet te snel weer terug te gaan naar het buitenlandse eten. Nog twee dagen had ik mij voor genomen. Dat zou moeten lukken.
Nadat ik alles had afgehandeld wat er op de agenda stond werd het tijd om naar het busstation te gaan. De manager van het hotel keek verbaasd om mij weer te zien en nadat ik mijn verhaal had gedaan namen we met een grote glimlach voor de tweede keer afscheid in tien dagen. Nu kom ik echt pas terug in oktober riep ik nog terwijl de deur zich achter mij sloot.
Op het station snel een flesje water gekocht en vier bananen, daar zou ik het tot vijf uur vanmiddag mee moeten doen. Ik was zeker een half uur te vroeg op het perron omdat ik zeker de bus niet wilde missen. Deze keer had ik geluk, ik kon met de bus van half twaalf mee. Dat scheelde me weer een half uur dacht ik nog. Maar uiteindelijk reden we pas om vijf voor twaalf het busstation uit.
Er waren nog veel anderen aan boord gekomen en de bus was bijna vol. In de dubbele stoelen naast mij ploften twee Engelse volbloed meiden neer die onafgebroken chocolade zaten te eten en aan elkaar te plukken en te elkaar te zoenen. Ze hadden geen enkel oog voor de overige passagiers.Ik heb niets tegen lesbiennes maar laat ze in ieder geval even er over nadenken dat ze in Maleisië te gast zijn en dat de normen en waarden hier anders liggen.
Tegen de tijd dat we in Butterworth arriveerden viel de regen met bakken uit de hemel en bij het oprijden van de brug was Pulau Pinang niet eens zichtbaar! Een goede start is het halve werk, morgen is het gewoon weer goed weer. Aan de overkant van de brug ging de bus in een richting die ik niet had verwacht. Nu bood zich weer een ander probleem aan: De “KOMTAR busterminal” is niet meer voor lange afstand bussen. Dus daar stond ik dan, tien kilometer van de stad terwijl het regende en geen kennis had van het openbaar vervoer. Een medereiziger vertelde mij dat ik voor RM 15 wel een taxi kon nemen naar de stad. Daar had ik geen probleem mee en ik liep op de kluit taxichauffeurs af die onder een dak stonden van vele gekleurde paraplus. Ze wilden niet lager gaan dan RM 25, daarmee was voor mij de kous af en ik besloot te wachten op de bus die mij voor RM 2 naar de stad zou brengen.
Het bleek uiteindelijk maar RM 1,20 te zijn toen de bus na 45 minuten arriveerde. Zuur keken de taxichauffeurs toen ik overdreven vriendelijk naar ze zwaaide en instapte. Het hotel dat mij was aangeraden door Arno zag ik vanuit de verte al opdoemen. Ik vroeg aan de chauffeur of hij mij er even uit wilde laten en dat was natuurlijk geen probleem. Het belangrijkste was dat ik mijn hotel had gehaald zonder problemen met mijn spijsvertering. De verleiding was groot want ik voelde mij alweer enorm goed. Maar toch was ik sterk en at een hamburger die me zeker geen problemen zou geven. De koude frisdrank liet ik ook achterwege en genoot van een warme zwarte thee. Ik liep een rondje door het oude Georgetown in het donker en keek met hongerige ogen naar de verleidelijk lekker uitziende Dim Sum. Nee, morgen misschien als alles weer OK is. Om half elf lag ik alweer tussen de lakens, morgen de eerste dag met excursies!
20/04/07
“Wat kan ik allemaal gaan doen?”, was de vraag die al zittend aan het ontbijt door mij heen ging. Ik genoot van de gebakken eieren met kippenham en witte bonen in tomatensaus. Ik had zelfs een heuse Maleise koffie erbij. Ik had het niet meer. Je moet nu eenmaal goed eten vertelde mijn grootmoeder mij altijd. Ik had natuurlijk al in de LP gekeken wat de mogelijkheden waren. Laat ik het maar meteen groot aanpakken dacht ik bij mijzelf. De weersverwachting was niet al te best, onweer in de middag, dus laat ik maar iets doen wat meteen de hele ochtend en het begin van de middag in beslag zal nemen.
De “Kek Sok Li” tempel en “Penang Hill”. De twee lagen op dezelfde route en dat zou dus niet veel reistijd tussen de twee geven. Het gehachel met de taxichauffeurs was ik zo zat dus ik besloot om maar op avontuur te gaan met de bus. De taxichauffeur vroeg RM 75, ik was aan de voet van “Penang Hill” voor RM 1,40. Ik ben niet zuinig maar tel uit je winst. Op weg naar de kabeltrein van “Penang Hill” passeerde ik een Chinese tempel, snel een foto gemaakt omdat ik de veronderstelling was dat de “Kek Sok Li” tempel na de heuvel zou komen. De rit omhoog was spectaculair zeker als je weet dat we meer dan 750 meter omhoog gingen en één keer moesten overstappen. Eenmaal boven viel het uitzicht tegen omdat het erg mistig was, jammer. Ik kan het altijd nog een keer overdoen als ik weer in Penang ben!
Spelend met mijn GPS ontdekte ik dat er een pad naar beneden ging, ik had al grapjes gemaakt tegen Australische medepassagiers dat ik naar beneden zou lopen. Ze moesten er allemaal hard om lachen. Maar nu werd het plan plotseling werkelijkheid, 750 meter dalen over 5200 meter lopen. Een stijgingspercentage van ruim 14 % gemiddeld!!!! En dat heb ik geweten. Ik kocht nog een flesje water en begon aan de afdaling. Het was in het begin niet zo zwaar maar na een kilometer of twee begon ik de knietjes toch wel te voelen. “Arno: Jij had dit zeker een mooie wandeling gevonden!” Ik nam de tijd en genoot in rust van de natuur die aan mij voorbij ging. De laatste anderhalve kilometer werd het echter anders. Een onverhard pad liep naar een trap, en aan die trap leek geen einde te komen. De GPS rekent horizontaal! Dus 100 meter lopen wordt dan 500 treden ongeveer. Het was gewoon erg zwaar en er was geen weg meer terug. Eenmaal beneden aangekomen in de botanische tuinen voelde ik mij trots dat ik het had gedaan. Mijn blaar was verleden tijd en ik kon gelukkig weer goed lopen.
Toen ik terug was bij het hotel had ik alweer ruim 15 kilometer gelopen. Ik moest even liggen omdat mijn benen gewoon trilden van de krachtinspanning van vanmiddag. Liggend op mijn bed hoorde ik de moskee alweer roepen en ik vroeg mij af of de vrijdag in Penang ook zo rustig zou zijn als aan de oostkust. Nadenkend over deze zaak besloot ik toch maar om mij snel te douchen en er weer op uit te trekken. Een soort verkenning voor wat ik morgen ging doen. Ik liep de warme avondzon in en genoot van het leven in China Town, ik liep langs het water en at overheerlijke “Dim Sum” in het “Yong Pin Dim Sum” restaurant. De verleiding was te groot geweest! “Kris: Dim Sum in Georgetown, je weet het éh?” Dinsdag nog een keer terug naar het restaurant, dat staat als een paal boven water. Om half tien kwam ik alweer aan op mijn kamer, de derde droge avond en voel mij met de dag beter. Misschien morgenavond een biertje bij het voetballen? Morgen in ieder geval een ontdekkingstocht door het oude “centrum van Georgetown”.