zondag 22 april 2007

Maleisië, Een dag wandelen op Penang

Teluk Bahang, Penang 22/04/2007

“Op het behang”, dacht ik nog toen ik om precies half acht uit mijn bed stapte. Mijn kuiten voelden niet echt beter aan, maar voldoende beweging zou ze wel weer los krijgen. Eenmaal beneden voor het ontbijt was een knikje naar de ober voldoende om mijn twee gebakken eieren te bestellen. Ik keek eens goed om mij heen en was niet echt verbaasd over de varkensstal die de Chinese toergroep had achter gelaten. Er lag meer eten onaangeroerd op de borden dan op de buffettafel. Zo zijn ze nu eenmaal.
Echt vroeg stond ik al in de KOMTAR busterminal om de bus naar “Teluk Bahang” te nemen. Het is zondag en dan weet je niet hoe de dienstregeling is, en die was niet anders dan anders. Elk half uur verscheen er een oude bus die een zwarte pluim achterliet elke keer als hij weer in beweging kwam. De rit naar “Batu Feringgi” was als een reis in het nieuwe. Ik herinnerde me echt niets van wat ik zag. Dan laat het maar zo, de tijd heeft hier ook niet stilgestaan.
Teluk Bahang is het eindpunt van de buslijn, niet echt moeilijk dus om straks weer de bus terug te vinden. Aan de ingang van het park werd er hard gewerkt aan nieuwe faciliteiten. Ik schreef mij in als wandelaar en ontmoette onder het afdakje een groepje gepensioneerden die de wandeling ook gingen maken. Ze vroegen of ik alleen was en of ik misschien zin had om met ze mee te lopen. Samen is altijd leuker dan alleen dus ik sloot mij aan bij de groep.

Het werd een prettige wandeling. Mijn kuiten werden langzaam losser toen we 138 meter hoge klim maakten naar de bergpas tussen de twee toppen. Ik kon de toppen nooit zien want we liepen door ondoordringbare jungle. Een paar korte stops met steeds prettige oppervlakkige gesprekken. Één van de groep was zelfs al de zeventig gepasseerd. Ze vertelden mij dat ze een groep vrienden waren die er elke zondag op uit trokken om met elkaar te gaan wandelen. “Ik hoop dat ik er ook nog zo bij loop als ik zeventig ben”, grapte ik nog. Aan het einde van het pad, halverwege dus, rustten we wat en praatten we nog wat. Ik was ondertussen nat tot op het bot van het zweten. Alles was kletsnat, zo nat zelfs dat ik mij agenda in een plastic zakje moest doen en mijn noodtoiletpapier zo kon weggooien. Het was papier-maché geworden. Toen werd het tijd voor mij om afscheid te nemen en weer terug te gaan. Terug gaat altijd sneller, ik weet ook niet waarom.
De rijwind die door de openstaande deur de bus binnen kwam koelde mij af en droogde mijn shirt, mijn korte broek bleef echter wat langer nat. Dat was een fijne dag en ook weer heerlijk gelopen. Natuurlijk heb ik een uurtje gerust toen ik op de kamer kwam.

Mijn darmen zijn prima in orde en de avondmaaltijd kwam deze keer van een hawkerstal. Sateetjes (kip) met een bami in een dikke saus, aangevuld met een zwarte thee. RM 5,30 voor de hele maaltijd. Het zou verboden moeten worden! Morgen een tweede poging naar de tempel. We zien wel.
Copyright/Disclaimer