woensdag 18 april 2007

Maleisië, De jungletrein naar het “Taman Negara”

Kota Bharu 17/04/2007

Ik had gelukkig weer eens een nachtje goed geslapen en had gisterenavond over alles nog een keertje goed nagedacht. Mijn plan was klaar. Vandaag was een dagje rusten en wandelen, wat boodschappen doen maar vooral rusten. Morgenvroeg moet ik om vijf uur uit bed. De eigenaar van het GH brengt mij naar het station vanwaar de trein om 06:20 vertrekt naar Jerantut. Een hele dag in de trein kijken naar het voorbijglijdende landschap.
Mijn vroege wandeling deed ik nu een keer met een persoon uit België, Tim. Een jongen die al een paar maanden op pad was en onder andere Nieuw Zeeland had bereisd, maar zijn verhalen over Taiwan vond ik zeker interessanter omdat dat een bestemming is die ook op mijn verlanglijstje staat. Zo praat je over de eenzaamheid en zo praat je in het Nederlands met een Vlaming.
In de middag ben ik maar weer gaan wandelen om te kijken hoe mij blaar zich houd. En dat was goed! Ik had al gemerkt dat ik in mijn schoenen geen enkel probleem meer had maar nu ook mijn sandalen goed begonnen aan te voelen was ik meer op mijn gemak, er zou tenslotte nog genoeg gelopen worden in de laatste week op Penang.
s’Avonds werd het later dan gepland omdat ik samen met Tim op een terrasje bij een Chinees restaurant belandde. We praatte over reizen in het algemeen en hoe België zou zijn bij zijn thuiskomst over een paar maanden. Hij vertelde ook nog meer interessante verhalen over Taiwan. Dat is zeker een bestemming voor de toekomst. Net voor twaalf uur kwamen we terug bij het GH. We moesten voor twaalf terug zijn anders gaat de deur op slot! Ik had belooft om nog even een DVD voor hem te branden met zijn foto’s. Dan kon hij zijn geheugenkaartje legen! Na een paar pogingen en hardware errors kwamen we erachter wat het probleem was, zijn DVD was DVD+ en mijn brander accepteert alleen DVD-. Ik ging dus (te) laat slapen.




Jerantut 18/04/07

Ik was dus niet echt 100% toen mijn camera om vijf uur nare piepgeluiden begon te maken. Een koude douche bracht mij snel weer terug naar de werkelijkheid. Ik moest verdomme nog pakken en ik moest wat eten want van binnen leek het wel een betonmolen. Zelfs na opnieuw antipoeptabletten te hebben geslikt. Snel een boterham met kaas en een paar slokken water. Om tien voor half zes liep ik stil de trap af. De vrouw van de eigenaar stond mij al op te wachten en het zien van mijn persoon was voldoende om haar man te gaan wekken. Misschien had hij niet verwacht om mij om half zes beneden te zien. Zo slecht kon ik er gisteren toch niet hebben uitgezien?
In stilte reden we in de gammele auto naar het treinstation dat pakweg een kleine acht kilometer van het GH vandaan is. In het restaurant van het kleine stationnetje zat nog een wit gezicht te wachten. Hij zou dezelfde trein nemen. Later bleek uit zijn verhalen dat zijn grootvader een ingenieur was geweest die had meegewerkt aan enkele bruggen van het traject. Voor hem had de reis dus ook sentimentele waarde. Ik dronk een kop zwarte koffie en na een paar slokken realiseerde ik mij achteraf dat die koffie misschien wel een slecht idee was geweest. Gelukkig stond de betonmolen in mijn buik weer stil.
De kaartjesverkoper kreeg het maar niet voor elkaar om een kaartje geprint te krijgen. Waar het vroeger vrij zitten was heeft de invoering van de computer er nu voor gezorgd dat iedereen een genummerde zitplaats krijgt. Uiteindelijk, twee minuten voordat de trein zou vertrekken, gaf hij het op. De trein stond al klaar naast het perron! Ik stond ondertussen alweer te zweten als een otter want ik kon mij niet veroorloven om deze trein te missen. Hoe zou ik in hemelsnaam terug moeten komen in het GH op dit uur? Hij printte een ander kaartje uit en ik kreeg RM 2 van hem terug. Zijn verhaal begreep ik in de verste verte niet maar ik zat twee minuten later in ieder geval in de trein op weg naar Jerantut.
Langzaam kwam de trein op gang en gleed de donkere nacht in. De trein was nu veel luxer als ik mij kon herinneren van zeven jaar geleden. Airconditioning en mooie verlichting. Ik had dus wat tijd te doden tot dat de zon op kwam en het schouwspel buiten zou beginnen. Ik maakte van de mogelijkheid gebruik om snel een hazenslaapje te doen. De zon kwam op en de grauwe donkere nacht maakte plaats voor een groene jungle in wel duizend tinten groen. Rustig achterover en genietend van de muziek op mijn iPod keek ik naar wat er zich buiten afspeelde.
Eerst waren het de rubber plantages gevolgd door palmolie plantages. Toe kwam de jungle, doorsneden met bruine rivieren en stroompjes. Het is moeilijk te omschrijven wat je allemaal ziet maar het is nog steeds de moeite waard. Tegen twaalf uur, na zo’n vier en een half uur jungle, begon ik te twijfelen aan mijn strijdplan. Wat zou ik gaan doen in Jerantut? Precies hetzelfde als zeven jaar geleden. Wat zou ik morgen gaan zien in het “Taman Negara”? Precies hetzelfde als vandaag, jungle en bruine rivieren. Wat zou een logisch vervolg zijn? Zorgen dat je zo snel mogelijk in Penang komt. Ik had ondertussen een blik in de LP geworpen en het was mij duidelijk geworden dat daar nog veel te zien was. Dat zou dus wel met de bus moeten zijn vanuit Jerantut.
Toen de trein eenmaal arriveerde was ik nog zekerder van mijn zaak. Het oude platform had inmiddels plaats gemaakt voor een heus station met een overdekt perron. Op weg naar het busstation zag ik allemaal nieuwe gebouwen en ook fastfood restaurants, en vroeger kon je nog geen broodje kopen. Ik had snel een kaartje voor de bus van kwart voor drie. Dat betekende dus één uurtje wachten. Alles is beter dan ik de brandende zon dus streek ik neer in de KFC. Voordat ik richting de bus ging moest ik wel nog even naar het toilet, de betonmolen was gaan draaien en ik verzeker jullie dat het geen prettig gevoel was. De eerste lading was dan ook een hoeveelheid waar een koe jaloers op zou zijn geweest. Het zweet stond dik op mijn voorhoofd en ik voelde mij niet goed. Misschien was het toch beter om hier te blijven met zo’n probleem? Ik analyseerde mijn probleem en kwam tot de conclusie dat het wel een kleine voedselvergiftiging moet zijn geweest, zuivelproducten hadden namelijk een negatief effect. Een regel is dat je bij een verdenking van voedselvergiftiging nooit melk/yoghurt of kaas eet. Die versterken de problemen alleen maar, en zo ook bij mij. Mijn brood en kaas gingen dan ook meteen in de afvalbak.
Om vijf over half drie stond ik klaar voor de bus en gelukkig kwam die snel. We mochten alleen niet instappen omdat er een probleem was. De airconditioning van de bus was kapot. Alles reizigers aan boord verlieten de bus en gingen buiten in de weinig aanwezige schaduw staan te wachten wat er zou gaan gebeuren. De bus van kwart voor drie werd verwijderd uit het schema en we konden allemaal mee met de bus van vier uur. Dus nog een uurtje wachten. Ik legde mijn rugzak in het kantoortje van de busmaatschappij en liep wat rond totdat de molen weer op volle toeren draaide. Dus ik wederom weer naar de KFC waar ik ondertussen een graag geziene gast (op het toilet) was geworden. Opnieuw een boodschap waarvan ik jullie de details deze keer maar zal onthouden. Ik voelde mij nu heel slecht! Ik durfde niet te drinken en zeker niet te eten. Het zweet gutste uit mijn lichaam, een kleine stroom verdween achter in mijn broek en mijn overhemd en broek waren kletsnat. Opnieuw twijfelde ik of ik wel aan boord van die bus zou gaan. Er waren hier genoeg goedkope plaatsen om te overnachten, maar in mijn achterhoofd verlangde ik naar de luxe van het “Fortuna Hotel” in Kuala Lumpur.
Eenmaal in de bus met een reis van drie en een half uur voor de boeg begon ik mij beter te voelen. De airconditioning koelde mijn oververhitte lichaam af totdat de normale temperatuur weer was bereikt. Ik nam een paar slokjes water en dat deed mij goed. De busreis op zich was niet noemenswaardig, alleen dat we naar een ander busstation gingen dan Puduraya, “Pekerliling” of zo iets. Gelukkig was de “KL Monorail” recht voor het station en dat verlichtte de tocht naar mijn hotel. Ik zou er niet aan moeten denken om nu een paar kilometer te moeten lopen met mijn rugzak. De receptionist in het Fortuna Hotel was verbaasd om mij te zien, terwijl hij mij inboekte vertelde in wat er allemaal was gebeurd in de laatste week. Hij moest er wel een beetje om lachen.
Ik had nu nog maar twee dingen te doen en het was al over half acht. Eerst een buskaartje voor morgen kopen en dan wat eten. Beide gingen van een leien dakje. Om kwart voor negen liep ik weer het hotel in met een buskaartje voor de reis naar Penang in mijn zak en een Big Mac menu in de hand. Na het douchen ben ik niet eens meer de stad in gegaan. Ik was kapot, 15 uur was ik onderweg geweest en had ruim 340 kilometer afgelegd in de trein en 544 kilometer in totaal. Welterusten!
Copyright/Disclaimer