dinsdag 29 oktober 2019

Thailand: Twee zere konten

Wat Talat Pradu Nang Rong (Smile Home Resort (1), dinsdag 29 oktober 2019

Ik heb in ieder geval slecht geslapen de afgelopen nacht! Demonen uit Zaltbommel vlogen door mijn dromen, gezichten van gemeentelijke ambtenaren en beelden van rechtbanken deden me in bed draaien als een bromtol. Het ontwaken kwam als een verlossing uit een psychische gevangenis waar ik als volkomen onschuldig ben opgesloten. De hanen en andere dieren op het platteland van de Isaan spelen een symfonie zoals ik ze zelden heb mogen horen. Het is iets over zes uur en Lyka kruipt nog een keer diep onder de deken weg. Het kan op deze ochtend! We hebben gisteren al ingepakt en hebben vandaag voor ons vertrek niet zo heel veel te doen.
Ik ga maar naar beneden om koffie te zetten. Yu is op dit vroege moment al in de keuken en rammelt met de potten en pannen. Ook voor ons maar ze is bezig met het ontbijt voor de jongens die naar hun werk moeten. In een braadpan rollen enkele “Scottisch eggs” voor ons door de hete olie heen en weer. “Scottisch eggs” zijn hardgekookte eendeneieren in het midden van een gehaktbal. Je moet het een keer gegeten hebben om het te kunnen begrijpen!
De kleine waterkoker begint te pruttelen en ik schenk voor de eerste keer het kokende water in het gereedstaande koffiefilter. De geur van verse koffie maakt me blij, elke ochtend weer wanneer ik voor ons een kan verse koffie zet. Het koele flesje sodawater is in twee slokken leeg, mijn diabetes medicijnen meesleurend naar mijn maag. Ik heb een hekel aan gewoon water, sodawater daartegen spoel ik met liters naar binnen om in deze warme tropische streken niet uitgedroogd te raken.
Het is ook stil in de keuken. Het is een onaangename stilte! Het ontbreken van John, met zijn altijd goede humeur en bulderende lach, is een gemis voor iedereen. Maar het is vooral de onzekerheid, de toekomst, de grote vraag wat Yu, John en haar jongens te wachten staat. Ik weet uit ervaring dat de onzekerheid alleen maar meer aan je gaat vreten. Elke dag neemt de onzekerheid een klein hapje uit je hoop, je vertrouwen en je goede humeur. Totdat je uiteindelijk een neurotisch depressief wrak bent terwijl de oneerlijke wereld langzaam en zonder enige vorm van medeleven doordraait.
Het grote egoïsme dat de 21st eeuw zal typeren! Kijk maar eens goed om je heen en zie alle onzichtbare egoïstische koepels waarin mensen zitten die er heilig van overtuigd zijn dat zij het middelpunt van het universum zijn en dat zij de mensheid gaan redden door alles en iedereen van hun gelijk, al dan niet met opgelegde drang of geweld, te overtuigen? Gelukkig ben ik nog in een positie dat ik kan ontsnappen aan die ongewenste samenleving.
Klaar voor de rit
We slaan het ontbijt maar over en zoeken naar excuses om zo snel als mogelijk weg te kunnen. Het is een moeilijk en onaangenaam afscheid. Het is onvermijdelijk dus bijten we door de zure appel heen. Om iets over acht uur is het dan eindelijk zo ver. Ik loop nog een keer om de motor heen voor een visuele inspectie en nadat ik niets vreemds heb kunnen vinden stappen we op voor de kleine twee honderd kilometer naar Nang Rong. Een laatste knuffel met Yu, een belofte dat we in januari weer op bezoek komen, een laatste bedankje en een laatste foto. Tot over een maand of drie!
Tanken en een tosti
Het eerste stuk rijden is niet zo heel ver, een kilometer of twee! Bij het PTT benzine station eten we een tosti ham/kaas en gooien we de tank vol. Een tank benzine van 220 baht zou voldoende moeten zijn om vandaag op de plaats van bestemming te komen.
De eerste kilometers op twee wielen zijn wat onwennig! Mijn oordoppen voelen ongemakkelijk aan, de spiegels geven me minder overzicht dan ik me kan herinneren en achter me schuift Lyka over het zadel heen en weer als een strijkbout over de strijkplank. Bij Sida, het kruispunt waar we enkele weken geleden uit de bus zijn gestapt, is het ongemakkelijke gevoel al bijna verdwenen. De Garmin GPS op mijn stuur doet helaas niet wat ik van hem verwacht en om eerlijk te zijn kan ik me na zes jaar ook niet goed meer herinneren welke instellingen ik vroeger op de motor gebruikte.
Na een klein uurtje zadeltijd is het tijd voor een pauze. Lyka klaagt over het vizier van haar nieuwe helm. Ze wilde heel graag een helm met een vizier hebben maar dat het een onaangename turbulentie langs haar ogen geeft en daardoor haar contactlenzen uitdrogen had ze niet gedacht. Ik ken het gevoel van de uitgedroogde contactlenzen, daarom zweer ik ook bij de veiligheidsbril die ik draag. Die sluit goed om mijn ogen aan mijn gezicht en daardoor is de turbulentie achter de bril minimaal.
Een koeriersbedrijf bij de plaats waar we in de schaduw genieten van een kopje zelf meegebrachte koffie geeft de oplossing. Ik ga vragen om een kruiskop schroevendraaier en binnen enkele minuten is het vizier van de nieuwe helm verwijderd. We laten het ter plaatse op de stoep achter in de wetenschap dat er altijd wel iemand is die het in de toekomst kan gebruiken.
In Thailand hebben de belangrijkste doorgaande wegen nummers. Hoe meer cijfers des te kleiner, smaller, of minder belangrijk de weg. We rijden nu op de 202 richting het oosten en om eerlijk te zijn ben ik het drukke verkeer al aardig zat. Bij elke passerende vrachtwagen krijg ik twijfels aan ons nieuwe avontuur. Het lijkt mij een stuk drukker dan zes jaar geleden en ongetwijfeld zullen er ook veel meer vrachtauto’s en pick-up trucks over de Thaise wegen rijden.
Tijd voor een pauze
Bij de volgende pauze maak ik gretig gebruik van de sanitaire voorzieningen van het PTT benzine station, het gehandicapte toilet blijkt een westers zit toilet en dat is erg welkom. Met een kop koffie en een flesje koud water binnen handbereik ga ik maar eens aan de slag met mijn GPS. Het is een beetje gezoek, gepriegel, meerdere instellingen proberen, maar uiteindelijk kom ik toch in de buurt van de instellingen voor het gebruik op de motor zoals ik me uit het verleden kan herinneren.  
Wat Talat PraduWat Talat PraduWat Talat PraduWat Talat Pradu
Ik stel de GPS in op “kortste weg, onverharde wegen en snelwegen vermijden”. Binnen enkele minuten worden we van de drukke weg geleid en zoeven we tussen de eindeloze rijstvelden door over de muisstille binnenwegen van de Isaan. Oké, het wegdek van deze wegen is misschien af en toe wat slechter dan van de hoofdwegen, en we missen af en toe een afslag, maar de onbekende parels van het Thaise platteland schuiven wel langzaam aan je voorbij.
Zo houden we onderweg, wanneer het nog geen tijd is, toch een korte pauze bij een tempel genaamd “Wat Talat Pradu”. Ik schiet wat foto’s van een plaats die we hoogstwaarschijnlijk nooit meer zullen bezoeken. Ik kan me nog steeds kwaad maken over de domme visumregels die Thailand hanteert, en het zal in de toekomst ongetwijfeld alleen maar moeilijker worden om Siam, de oude naam voor Thailand langer dan 30 dagen te bezoeken! Het toerisme houd haar hart vast want dit moet haast wel op een catastrofe uitdraaien.
Net voorbij Phimai houden we een lunch pauze. Op een betonnen bankje in de schaduw onder de mangobomen eten we wat brood en de laatste “Scottisch eggs”, we hebben ook nog een flesje lauw water om het weg te spoelen. Helaas konden we geen geschikt plaatsje meer vinden op het dorpsplein van Phimai. Twintig jaar geleden was dit een slaperig stadje vaag bekend om haar oude tempel, “Prasat Hin Phimai”, waar de stad gewoon omheen is gebouwd. Deze tempel ligt te ver van Bangkok en andere bezienswaardigheden en wordt daarom haast nooit opgenomen in de rondreizen door Thailand. De Khmer tempels hebben hun aantrekkingskracht niet verloren en de stad is drukker dan ooit. Ik vindt het jammer dat de rust is verdwenen maar de lokale bevolking geniet met volle teugen van de verkregen rijkdom van de nieuwe economie. Steeds vaker worden de brommertjes omgewisseld voor auto’s.
Een monnik in het bekende oranje gewaad neemt plaats op een bankje niet ver van ons. Hij lijkt te mediteren maar tijdens een moment van onoplettendheid neem ik een weerspiegeling van de zon op het beeldscherm van de in zijn hand verborgen smartfone waar. Dat is ook het nieuwe Thailand! De monniken staan nu via hun Samsungs en iPhones in contact met de Boeddha.
Smile Home Resort (10)
Na een kleine tweehonderd kilometer rijden we het terrein van het “Smile Home Resort” op. Onze proefrit zit er op en Peter en Nueng hebben onze motor al van verre horen aankomen. Onze altijd vriendelijke vrienden begroeten ons hartelijk en wij krijgen bungalow 1 toegewezen omdat mijn favoriete bungalow 8 langdurig is verhuurd aan een gescheiden Duitser.
Thaise maaltijdNueng en Peter
Het is goed om na bijna twee jaar weer terug te zijn bij het “Smile Home Resort” in Nang Rong. Het is moeilijk te bevatten hoe snel de tijd langs je heen glijd wanneer je wat ouder bent! We hebben elkaar genoeg te vertellen en na een paar koude biertjes gaan we met z’n vieren eten in een Thais wegrestaurant dat Peter “de Schuur” heeft gedoopt. Het complete gebouw met de inventaris is minder waard dan de voorraad in de koelkast!
De kwaliteit van het eten is wel hoog en de grote flessen Leo bier zijn koud. Dat is voor mij voldoende na een lange dag is het zadel. We maken het niet al te laat van Peter is net als ik een vroege vogel dus gaan we niet al te laat tussen de veren. Al met al was het een geslaagde dag en we zijn nog steeds van mening dat de geplande reis met de motor naar Maleisië een goed plan is. Voor het slapen gaan moeten we samen nog hard lachen om de twee zere konten die op het harde matras liggen!
Copyright/Disclaimer