Ayuthaya (Baan Are Gong Riverstay (10), woensdag 23 oktober 2019
In ons houten hotel hoor je elke stap, het teakhout kraakt en werkt bij elke verandering van de temperatuur of druk. We slapen dus onze eerste nacht niet zo goed als in die betonnen blokkendozen maar daartegenover staat natuurlijk wel dat het een heel bijzonder en romantisch hotel is.
Om half zeven begint een Thaise man in de kamer naast ons een geëmotioneerd telefoongesprek met een vrouw. Hoe ik dat weet? In Thailand zetten ze de gesprekken tegenwoordig op de speaker! Waarom? Ik denk om zo gevoelige onderwerpen te ontwijken omdat de deelnemers aan het gesprek weten dat de hele omgeving meeluistert. Gezichtsverlies zit erg diep in de Thaise samenleving ingebakken en moet ten alle tijden worden vermeden! Na een tiental minuten zijn we het wel zat en ik laat een scheet zo hard dat de lakens door de luchtdruk omhoog komen. In minder dan dertig seconden is het gesprek ten einde en genieten we samen nog wat van de ochtendrust in het oude houten huis aan de rivier.
Om zeven uur ben ik er uit en moet ik al mijn charmes gebruiken om te proberen toestemming te krijgen om onze eigen verse koffie te zetten. Het lukt me opvallend gemakkelijk en om half acht zit ik met een heerlijk bakkie vers gezette koffie, met het onafscheidelijke flesje sodawater, op het terras met uitzicht op de rivier mijn verhalen te schrijven.
We hebben vier dagen in Ayuthaya en vandaag gaan we na het ontbijt op bezoek bij een oude bekende, een van de belangrijkste tempels van Thailand. “Wat Phanan Choeng” heb ik zeker meer dan twintig keer bezocht en de schoonheid is nog steeds betoverend! Natuurlijk heb ik in de afgelopen twintig jaar het een en ander zien veranderen maar het blijft nu eenmaal een leuke halve dag uit in Ayuthaya.
Op weg naar de tempel passeren we twee, eigenlijk drie, andere tempels die we op de terugweg met een bezoek zullen vereren. Zodra we dicht genoeg bij “Wat Phanan Choeng” komen zien we de eerste enorme zakken visvoer staan. Die waren er vroeger zeker niet! Het commerciële circus rond de tempel is steeds verder opgetuigd en heeft zich als een olievlek op het water vergroot naarmate er meer bezoekers naar de tempel kwamen. Ik ga niet dit hele verhaal zitten zeuren over dat het vroeger beter, of anders, was maar wanneer het meteen in het oog springt dan is het voor iedereen toch wel een grote verandering.
De enorme gouden Boeddha van “Wat Phanan Choeng” blijft een imposant gezicht. Alleen de grote hordes toeristen eromheen nemen nu wel een groot deel van de schoonheid weg. Waar wij vroeger met een man of zes aan de voeten van de Boeddha zaten zitten er nu enkele tientallen. En dan zijn er ook nog eens opvallend weinig westerlingen, het zijn nu de Chinezen of Indiërs die Thailand met een rondreis bezoeken!
Het is niet alleen de enorme gouden Boeddha die indruk maakt. De hele tempel is het bekijken zeker waard. Daarom struinen wij door het hoofdgebouw waar niet alleen de gouden Boeddha zit.
We gaan buiten aan de rivier in de schaduw zitten om het voeren van de vissen te aanschouwen. De kleurrijke inhoud van de zakken word eerst handje voor handje in het water van de rivier gegooid. Het is grappig dat na enkele minuten in de brandende zon de visvoerders zich realiseren dat het nog wel even zal duren in dit tempo. En dan gaat de zak in een keer in het water! Het resultaat is hetzelfde, een kolkende school etende vissen. Het is niet alleen het voeren van de enorme meervallen maar er worden ook nog steeds visjes en palingen uitgezet. Voor de vissers onder ons: Deze vissen zijn heilig dus het vangen kan wel eens een lange gevangenisstraf opleveren!
Ik zet mijn oren open en luister. Het meeste hoor ik toch wel Thais spreken, met hier en daar een vleugje Chinees. Het zijn de Thai van de middenklasse die nu zelf in hun eigen land zijn gaan reizen. Met als gevolg enorme drukte bij bekende bezienswaardigheden en hoeveelheden zwerfvuil waarvan elke Nederlandse gemeente nachtmerries zou hebben. Ik denk in mezelf dat het voor ons nu wel eens de laatste keer zou kunnen zijn geweest dat we Ayuthaya bezoeken. Ik heb geen zin meer om me schouder aan schouder ergens naar binnen te persen alsof ik een uitverkoop in een warenhuis wil betreden.
Op de terugweg betreden we het terrein van “Wat Koh Kaew”, hier is het een stuk rustiger maar ook hier is het wel duidelijk dat het aantal bezoekers aardig is toegenomen. De mooie grote witte Boeddha die in zijn omgeving bijzonder was is nu omgeven door enorme parasols gesponsord door een lokaal cola merk. Iedereen kan zien dat dit afbreuk doet aan de Boeddha behalve de Thai. Zij bidden in de blauwe schaduw van de cola parasols en bidden nog steeds dat ze allemaal schatrijk mogen worden.
De zon klimt naar haar zenit en de temperatuur loopt ook hier in Ayuthaya recht evenredig mee op. Ik zweet als een bezetene, mijn overhemd in kletsnat en we hunkeren naar een verkoelende luchtstroom uit een ventilator. De laatste tempel van deze dag dan nog!
“Wat Kluai” heeft alles wat een Thaise Boeddhistische tempel nodig heeft zonder overdreven veel bezoekers. Ook deze tempel is op haar eigen manier bijzonder omdat er hier duidelijke banden zijn met het hindoeïsme, een oergeloof op dit continent. Mooie omgeving en mooie plaatjes.
Maar helaas worden we ook geconfronteerd met de hebzucht van de Thai en de valse glimlach. Ik wil het niet meer hebben over hoe duur het hier voor de westerlingen is geworden. Maar wanneer de ene verkoopster 59, 69 en 79 baht vraagt en ze wordt direct door de alerte vrouw naast haar verbeterd naar 40, 50 en 60 baht kun je niet meer spreken van een vergissing! Zeker niet wanneer de verkoopster wegkruipt als een kind dat net betrapt is met haar hand in de koektrommel.
Ik laat het maar voor wat het is, ik heb geen zin meer om te reageren op de hebzucht die we in de afgelopen twintig jaar hebben zien groeien als een kankergezwel door de hele Thaise samenleving. Deze hebzucht zal uiteindelijk het faillissement van de Thaise toeristenindustrie veroorzaken. En zoals gebruikelijk zullen de Thai iedereen behalve zichzelf de schuld geven!
Voor de lunch lopen we maar terug naar het hotel omdat de keuken nu eenmaal erg goed is. De porties mogen wel wat groter maar wellicht is het een manier om hun prijzen competitief te houden. Er zijn namelijk aardig wat restaurants tussen het hotel naast de veerpont naar het eiland en het treinstation van Ayuthaya.
Tijdens de lunch denk ik na over wat we vanochtend hebben gezien. Het toerisme is vandaag de dag elke dag wereldnieuws! Volgend jaar moet je een kaartje kopen om Venetië te kunnen bezoeken, Praag denkt na over een manier om de drinkgelagen van de vrijgezellenfeesten in te perken, Amsterdam trilt onder de kleine wieltjes van de rolkoffertjes en in Giethoorn lopen de Chinezen zonder schaamte de keuken in van een huis aan de overvolle vaarwegen om te kijken wat er op de ontbijttafel staat. Er staan twee miljard mensen te popelen om de wereld met hun eigen ogen te gaan zien!
Het toerisme is moreel failliet en alle bekende en minder bekende bezienswaardigheden over de hele wereld zullen in de komende jaren worden overlopen door Chinezen, Indiërs en vele andere nationaliteiten. Het zal hoogst waarschijnlijk leiden tot een streng visumbeleid om zo het land niet te laten overlopen door hordes gewenste en minder gewenste bezoekers. Wat ben ik blij dat ik al zoveel van Europa en Azië heb gezien en heb kunnen ervaren, het reizen zal uiteindelijk onbetaalbaar worden en weer alleen voor de rijken zijn. Zoals honderd jaar geleden!
We besluiten om een kopje koffie op het treinstation van Ayuthaya te gaan drinken. Dat is dan wel weer € 2,90 met een klein glaasje water er naast. We mogen niet aan tafel in de gekoelde wachtruimte blijven zitten en worden gedwongen naar het restaurant te gaan. Daar heb ik dan weer geen zin! Dus we gaan maar naar buiten, in de drukkende vochtige warme van het Thaise platteland.
Het geadverteerde internet van het restaurant blijkt niet te werken dus zijn we snel weer weg. Terug naar het hotel waar Lyka de koelte van de airconditioning in onze kamer opzoekt en ik plaats neem op de veranda in de verkoelende luchtstroom van een oude piepende ventilator. Meer dan 90 foto’s moeten worden bekeken, beoordeeld, de plaats bepaald en in de foto vastgelegd, benoemd en gecatalogiseerd! Verhalen van enkele dagen geleden worden gecontroleerd, stukken weggehaald en aanvullingen geschreven. Foto’s in de verhalen geplaatst en naar Flickr omhoog geladen. Met andere woorden, de middag vliegt om!
Om kwart voor zes verdwijnt de zon achter de bebouwing en nip ik van mijn koude biertje. Vandaag ben ik overgestapt op Chang bier. Ook een prima Thais biertje hoewel het duidelijk anders is dan vroeger. Een heerlijke Thaise maaltijd van Pad Thai, omelet met varkensvlees en gebakken groenten, voor nog geen zeven euro hebben we weer heerlijk in het hotel gegeten!
We blijven aan het water nog even mijmeren over wat we vandaag allemaal hebben gezien. Vroeger stond Thailand, en ook een beetje de rest van zo-Azië, bekend om de vaak hilarische taalfouten. Dat die vandaag de dag in het internet tijdperk nog steeds voorkomen is een beetje treurig, maar het maakt ze niet minder leuk!
Lyka gaat naar boven en ik raak in gesprek met een Duitse software ingenieur. Een aardige man die alleen op reis is om het verlies van zijn echtgenoot te verwerken. We hebben opvallend veel dezelfde plaatsen bezocht en kunnen beiden enthousiast worden over wat we in een ver verleden hebben beleefd en gezien. De tijd vliegt en het wordt tijd dat ik naar bed ga. Morgen hebben we weer een drukke dag voor de boeg!