dinsdag 11 januari 2011

India: Niet zo slecht als ik dacht

Gedroogde koeienvlaai als brandstof
India: Niet zo slecht als ik dacht 
Kolkata (The best Inn), dinsdag 11 januari 2011

Zoals gewoonlijk heb ik vannacht weer heel slecht geslapen. Ook nu ik twee wekkers heb gezet en Lyka ook een oogje in het zeil zou houden. Om kwart voor vijf sta ik al naast mijn bed om de laatste spullen in mijn rugzak te gooien en alles nog een keer na te kijken.
Het is een emotioneel afscheid, want het is toch wel een beetje vreemd om na acht weken samen voor twee weken afscheid te nemen. Ik ben zo van slag dat ik me pas na vijf minuten wachten op de minibus realiseer dat ik mijn fleece jack ben vergeten. Snel terug! 
Bye bye Bangkok
In de bus op weg naar de luchthaven krijg ik alsnog wat van mijn welverdiende slaap en na een korte wachttijd op de Survanabhumi luchthaven kunnen Jack en ik aan boort van de AirAsia Airbus 210 naar Kolkata (Calcutta in de oude dagen). Op de parkeerplaats staat een Airbus van Mahan Air uit Iran. Er zijn nog steeds Nederlanders die met deze maatschappij voor een klein reisje van Düsseldorf naar Bangkok vliegen. De overnachting in Teheran schijnt niet zo slecht te zijn.
Eenmaal aan boord van de Airbus 210 weet ik wel wat ik van AirAsia kan verwachten. Ik heb de laatste jaren tientallen keren met deze maatschappij gevlogen. Prima vliegtuigen met een uitstekende service maar het verdienmodel van deze Low Budget luchtvaartmaatschappijen is gebaseerd om zoveel mogelijk aan boord te verkopen tegen een relatief hoge prijs. Dus eenmaal aan boord is het op een houtje bijten tenzij je een goed gevulde portemonnee bij je hebt. Iets over half elf kiest de kist het luchtruim. Jack was het er niet mee eens maar ik heb zelf gekozen voor een maaltijd die ik gelijk met de boeking heb betaald. Dat scheelt 40% van de prijs! We zijn al enkele uren onderweg sinds ons vertrek uit Pattaya en ik kan op dit moment wel wat vast voedsel gebruiken. 
Nasi Lemak
De opgewarmde maaltijd wordt aan de hand van mijn stoelnummer geserveerd, de vriendelijke stewardess probeert mijn achternaam uit te spreken en kneust haar tong. Verontschuldigende glimlachjes worden uitgewisseld. Mijn instapkaart wordt gecontroleerd en voorzien van een vinkje en het aluminium schaaltje met een Maleisische Nasi Lemak land met een zachte tik op mijn opklaptafeltje voor mijn neus. Jack schud nee met een afkeurende blik op zijn gezicht zodra ik de aluminium deksel verwijder. Ik vraag me af wat hij van het eten in India zal vinden. Dat zal best wel spannend worden!
De maaltijd smaakte zoals verwacht. Geen groente maar het is wel een traditioneel ontbijt in Maleisië, ik ben er niet echt gek op maar een mens moet nu eenmaal eten. Ik kijk op mijn horloge, dat ik al op de tijdzone van Kolkata heb ingesteld. Het eten heeft me rozig gemaakt en ik heb nog voldoende de tijd om mijn ogen ter sluiten voor een hazeslaapje.
Drie kwartier voor de landing kom ik weer bij en ik ben erg opgewonden over wat ik nu weer zal aantreffen op deze nieuwe bestemming. In de terminal komen er oude beelden en ervaringen boven in de wereld die Kolkata India heet. Mijn eerste beelden en gevoelens zijn een mix van Colombo en Katmandhu. Ik  moet het eerst allemaal op zijn plaats proberen te zetten.   
Indiase Roepie 50Hello KolkataHello Kolkata
De eerste dollars, die ik over heb van een andere reis en al jaren in mijn portemonnee zitten, worden tegen een slechte koers gewisseld zodat we in ieder geval wat kleingeld in onze zaken hebben. Correctie: Een stevige bundel smoezelige bankbiljetten in kleine coupures in onze zakken hebben. Natuurlijk hadden we het slachtoffer van een hele horde gele taxi bestuurders kunnen worden maar wij lopen rustig, met één oog op de GPS, richting het centrum van de stad.
Het is zo’n vijf kilometer lopen naar het Dumdum Metrostation. Onze eerste kilometers in deze metropool, met bij na vijftien miljoen inwoners, gaan we lopen om de benen te strekken en wat eerste indrukken van deze wereldstad op te doen. Vijftien miljoen! Dat is bijna net zoveel als heel Nederland!
‘En?’
Nou, het stinkt niet zo erg als ik had verwacht.
De mensen ruiken ook niet naar oud zweet.
En de stad geeft me meteen een goed en vriendelijk gevoel.  
Oude trishaw'sDe eerste bedelaar
De camera klikt eer vrolijk op los en ik kijk mijn ogen uit. India staat voor de meeste westerlingen gelijk aan armoede! Het kan dan ook niet lang duren voordat de twee blanken met rugzakken worden belaagd door de eerste soldaten van het leger der bedelaars. Een lastige en opdringerige vrouw die met haar vlakke hand uitgestrekt in een onbegrijpelijke taal ons verantwoordelijk houdt voor haar armoede. De volharding is bewonderenswaardig maar wij hebben nu eenmaal geen klein muntgeld en een daggeld is nu eenmaal niet de bedoeling. Een bos bankbiljetten tevoorschijn trekken lijkt me op dit moment en op deze plaats ook geen goed idee. Onze volharding wint van de hare en de omstanders bekijken het schouwspel met lede ogen aan. De toon voor ons bezoek aan India lijkt gezet. 
Gedroogde koeienvlaai als brandstof
Een vreemde muur van enkele tientallen meters lang trekt onze aandacht. We overleggen samen wat het zou kunnen zijn. Later die dag horen we dat het koeienvlaaien zijn die van de straat zijn opgeraapt en in de zon worden gedroogd om als brandstof te dienen. Iedereen plakt en iedereen neemt wat ze nodig hebben. Een coöperatie in de meest eenvoudige en puurste vorm. Hier in dit arme land wordt dus echt weinig verspild.  
Gele MorrisReparatie op de stoep
In Vietnam heb ik dit ook al eens gezien maar het blijft een vreemd schouwspel. Op een stuk land naast een drukke straat is er een reparatiebedrijf voor taxi’s. Hoeveel taxi’s zouden er wel niet in Kolkata rijden? Hoeveel van die oude taxi’s zouden per dag een botsing hebben of mechanische pech? Astronomische getallen, dat is zeker. En hier zitten ze gewoon in de open lucht op de grond motoren te repareren en worden de taxi’s uitgedeukt en van een nieuwe gele verflaag voorzien. Van het milieu hebben ze nog nooit gehoord. De verlopen motorolie stroomt rijkelijk en de verf en haar oplosmiddelen worden ter plaatse verbrand. Haast iedereen in dit land staat hier nog in de stand “Overleven” en droomt van een rijk en zorgeloos leven! 
Tata bus
Zodra we besloten hebben dat de begroeting van Kolkata genoeg is geweest springen we op een overvolle bus richting het Metrostation. We komen ogen te kort om onze rugzakken te beschermen. De verhalen van de scheermesjes die worden gebruikt om hele rugzakken in een flits van een seconde te ontleden schieten door mijn hoofd.
Ik zet mijn rugzak tussen mijn benen op de grond. De dief in afwachting van zijn prooi zal nu in de overvolle bus moeten bukken of op zijn knieën gaan zitten. Dat is haast onmogelijk in deze drukte en zal meteen opvallen! Jack volgt mijn voorbeeld en we houden elkaars ruggen, zoals in het vliegtuig afgesproken, in de gaten. Iedereen om ons heen heeft tenslotte twee handen. Voor zes Roepies worden we een eindje van het station op de Dumdum Road uit de bus gegooid. We hadden het metrostation nooit gevonden als we geen hulp van een vriendelijke jongen hadden gekregen. We volgen hem gedwee naar de trappen die onder de grond verdwijnen. 
Vreemde regels
De regels voor het verblijf op het terrein en in de gebouwen van de metro zijn duidelijk:
Verboden te roken
Verboden te spugen
Verboden te vervuilen
Verboden om overlast te geven
En het is verboden om te roddelen op de trappen en stoelen op de perrons
Daar moeten we dus samen heel hard om lachen! Een nieuwe wereld met nieuwe regels.
Voor nog eens acht Roepie rijden we naar het Netaji Bhavan Station waar het hotel niet ver vandaan is. 
The Best Inn
Het “The Best Inn” hotel is beter dan ik had verwacht maar het is ook stevig aan de prijs als ik het vergelijk met wat ik de laatste maanden voor een slaapplaats heb betaald. Maar dit is voor mij een korte vakantie van twee weken dus moet ik maar een keertje niet zo zuinig zijn.
Na een korte onderhandeling krijg ik korting op de internet aansluiting en dat is voor mij al voldoende om onze kennismaking tot een succes te maken. De drie mannen van het hotel spreken redelijk Engels en zijn erg vriendelijk. Het zijn twee broers en een heef, familie is belangrijk in India. Waarschijnlijk drie arme stakkers van het platte land die voor een habbekrats de woning van een rijke Indiër onderhouden en een illegaal hotel voor hem runnen. Maar wat is beter dan niets!
Wat wel problemen geeft op deze eerste dag is het wisselen van contante Euro’s. We kunnen deze middag gewoon geen bank vinden die het geld wilde wisselen. Geen enkele bank te vinden en ook het vragen naar een bank geeft alleen opgetrokken schouders als antwoord.
Teleurgesteld gaan we terug naar het hotel om een eerste aanbetaling van twee dagen te doen en om het probleem uit te leggen. Gelukkig hebben ze begrip voor ons probleem en we spreken af dat we vanavond bij terugkeer in het hotel het openstaande bedrag te voldoen. 
De kapper
Het was geen probleem ze en opgelucht storten we onszelf in de krioelende straten van Kolkata. Overal wordt eten bereid en verkocht maar om eerlijk te zijn voel ik me op dit moment niet zo aangetrokken tot de kleine bordjes met lokale heerlijkheden. Één blik naar de afwasbak en het vuil op de grond om de mobiele keuken is voldoende om verder te zoeken naar een plaats waar we wat kunnen eten. 
Mijn eerste Thali
We werden al wanhopig want in een half uur komen we geen enkel restaurant tegen waar we wilden eten. En plotseling duikt uit het niets een Indiaas fastfood restaurant op! Het “Haldiram Restaurant” stelt ons meteen gerust. Er heerst binnen een onvoorstelbare drukte en het eten in de grote schalen ziet er aantrekkelijk uit. Voorzichtig kopen we coupons aan de centrale kassa en proberen de eenvoudige en goedkope thali van de dag. Die is al snel goedgekeurd en met twee samosa’s worden de restjes van de dahl en de mierzoete curry naar binnen gewerkt.
En nu dus met de Metro naar Sudder Street want daar gebeurt het allemaal voor de backpackers. In het donker ziet de wereld er veel anders uit. Sommige grote steden worden vriendelijker in het kunstlicht maar anderen, bij gebrek aan dat kunstlicht, grimmiger. Onze lange schaduwen door de schaarse verlichting geven me een ongemakkelijk gevoel als in een “Film Noir” van voor de tweede wereldoorlog. Kolkata is een mengeling van die twee. Niet dat ik me onveilig voel, we zijn tenslotte met z’n tweeën, maar ik ben ook niet helemaal op mijn gemak.
In Sudder Street hangt voor elk tweede huis een bord “Money Changer” aan de gevel. In de ramen staat veelal een klein bordje waarop de omwissel koersen van de dag worden vermeld. Opvallend veel van die koersen zijn gelijk wat meteen aantoont dat het beter is om samen de prijs te bepalen dan elkaar de straat uit te concurreren.
Een buitenlander spreekt ons uit het niets aan en verteld ons dat ze bij het “Hilson Hotel” zonder enige twijfel de beste omwissel koersen hanteren. Hij groet en lost meteen weer op in de mensenmassa. En inderdaad bij het “Hilson Hotel” worden de euro’s zonder problemen gewisseld. Wat nog het fijnste was bij het omwisselen is dat er niet tien nieuwsgierige Indiërs over je schouders mee staan te kijken hoeveel geld “de buitenlander” nu eigenlijk wisselt. Ik draag altijd mijn hele financiële hebben en houden bij me omdat ik de hotels en guesthouses veel te gevaarlijk vindt. Zelfs de gratis kluisjes worden wel eens op mysterieuze wijze geleegd.
Onze belangrijke taken voor vandaag zitten er op! 
Fairlawn Hotel
Op één ding na dan! Een paar koude biertjes bij het “FairLawn Hotel” waar we een Duitser zouden ontmoeten die ons onderweg naar de Garmin had gevraagd. We hebben een onderhoudende avond, in het Engels om Jack niet uit te sluiten, en het bier vloeide rijkelijk. Een grote fles “Kingfisher” bier kost meer dan je in een arm land als India zou verwachten. Voor mij maakt het weinig uit maar Jack houd het bij een fles. Of dat om de prijs van het bier gaat is me niet helemaal duidelijk. Hij is sowieso niet zo’n drinker. Het was een heerlijke afsluiting van een mooie eerste ontmoeting met het “Incrediable India”.   
Eenzame trishawEen goed idee!Niet parkeren
Op weg naar het “The Best Inn” hotel vanaf het Metro station zie ik nog enkele tafereeltjes die ik jullie niet wil onthouden.
We bonken op de stalen deur om te worden binnen gelaten. De drie musketiers verschijnen slaperig en laten ons in ongezouten engels weten dat we toch wel heel erg laat thuis zijn gekomen. Het is nog geen tien uur! Ik maak ze in ongezouten engels duidelijk dat het morgen nog wel later kan worden. Ze rollen onschuldig lachend als een boer met kiespijn met hun hoofden. Onze eerste dag zit er op en we hebben een goed gevoel! India is fotogeniek, dat is 100% zeker!

Copyright/Disclaimer