woensdag 2 juni 2010

Taiwan, langs lelijke steden

Hsinchu (Tong Bing Hotel)

‘Een lange treinreis met een onzeker einde.’
Dat gingen we doen vandaag. Voor het eerst op deze reis was er vooraf geen hotel geboekt, dat moesten we na aankomst in een vreemde stad gaan zoeken.
Vanuit de trein zagen we het Taiwanese landschap aan ons voorbij schieten, en het is vaak geen mooi landschap. Zodra het het land vlak is wordt het industrieel. Lelijke fabrieken afgewisseld met nog lelijkere huizen. Zwart, grijs en donkerblauw zijn de hoofdkleuren die hier en daar worden onderbroken door een explosie van kleuren. Tempels zijn er in overvloed op Taiwan.
Een half uurtje voordat we Hsinchu bereiken worden de asfalt wegen zwarter en lange natte strepen tekenen zich af op de vensters van de wagon, het begint te regenen. En dat is jammer omdat we maar twee nachten hebben tijdens deze tussenstop.

Het is iets over half één als we aan de voorkant het treinstation van Hsinchu verlaten. Onze ogen zoeken de betegelde gevels af voor de voor ons leesbare romeinse tekens die het woord “Hotel” spellen.
We zien er één, en dan tweede gevolgd door een derde. Op goed geluk stappen we het eerste hotel binnen. Én het is meteen raak, een mooie kamer met twee bedden voor TW$ 1100 inclusief ontbijt.

De regen is wat minder geworden maar het is nog steeds niet droog als we bij de gouden bogen een hamburger met patat naar binnen werken. De rest van de middag brengen we op de kamer door met koffie, CNN en het verwerken van honderden foto’s. Mocht er iemand van jullie nog denken dat het bijhouden van een blog vanzelf gaat, dan weten jullie nu ook dat een regenachtige dag ook een hele drukke dag voor me is.
Het blijft regenen en we drinken daarom maar wat bier met de zwervers en daklozen van Hsinchu in de 7-11. Het avondeten is niet veel bijzonders, een gestoomd broodje en een zak chips weggespoeld met “Taiwan Beer”.

Laten we maar hopen dat het morgen weer droog is!
Copyright/Disclaimer