dinsdag 1 april 2008

Nederland, al 25 jaar achter de computer

Zaltbommel, 01/04/2008

Na enkele spelcomputers waaronder de klassieke Atari 2600 werd het tijd voor een echte computer. In het voorjaar van 2002 leende ik een "Commodore Vic-20" van een jongen uit de Rembrandtstraat. Hij wilde graag verkopen en ik wilde wel eens zien wat zo'n apparaat nu allemaal kon. Een grote doos vol met kabels, de computer en een cassette recorder werd aangeleverd. Samen met mijn TV werd het samengesteld tot een elektronisch wonder dat zijn tijd vooruit was. Rekenmachines en digitale horloges waren al ingeburgerd maar bij het zien van een computer werd menige wenkbrauw opgetrokken.
Met zijn 16 Kb geheugen kon er natuurlijk niet veel mee worden gedaan, de programma's werden eerst van een cassettebandje ingelezen waarna je met de computer aan de slag kon. Eenmaal per week was er een radioprogramma dat aan het einde een signaal uitzond in mono dat je met de cassettespeler in je stereo kon opnemen. Dat bandje bevatte dan een nieuw computerprogramma. Het was allemaal onvoorstelbaar.
Na enkele weken experimenteren kwam ik erachter waarom het witte monster te koop stond. Er zou binnenkort een nieuw model computer op de markt komen, de "Commodore 64". Met dat in mijn achterhoofd en de fascinatie voor de computer besloot ik om maar te wachten totdat de nieuwste telg uit de Commodore familie binnen mijn bereik lag. Ik weet niet meer wat het apparaat heeft gekost maar ik heb er wel een paar maanden voor moeten sparen.
De kleur was niet gelukkig gekozen maar dat deed niets af aan de prestaties van de computer. Hij was wel 4 keer zo snel en zijn geheugen was 4 maal groter dan van zijn voorganger. 64 Kb was een enorm geheugen voor die tijd (nu zit ik op een Apple iMac met 4096000 Kb, dus 64000 maal groter!). De cassetterecorder was nog steeds standaard maar er was voor een vijfhonderd gulden meer nu ook een floppy-drive leverbaar. Floppies waren van die zachte 4 1/4 inch enveloppen met een draaiende schijf opnamemedium er in opgesloten.
Cassettes waren en bleven de standaard voor de C64 zoals wij hem noemden. Er was een grote bedrijvigheid in het kopiëren en verspreiden van cassettes met programma's uiteenlopend van boekhoudprogramma's tot spelletjes. Op beurzen en bijeenkomsten van computerfanaten door het hele land was van alles te koop en wat belangrijker was, je kreeg informatie en advies over de C64. En nu is de cirkel weer rond. Ik was een gamer! Spelletjes op de computer vulde mijn toch al schaarse vrije tijd. Met de C64 was ook meteen het tijdperk van de kleur aangebroken. In de speelhallen stonden elke week de nieuwste automaten uit Amerika met spellen als Donkey Kong en Centipede. Het duurde nooit lang voordat die ook waren geschreven of gecompileerd voor de C64 en voor een paar gulden konden worden gekocht. Mijn favoriete spel was een schietspel, je vloog met een vliegtuig in een soort driedimensionale wereld waarin je tegenstanders moest neerschieten en obstakels ontwijken. Elke missie was moeilijker en de uitdaging bleef lang overeind. Als je alle missies had uitgevlogen zonder zelf te zijn neergeschoten werd je getrakteerd op een vuurwerk en je kreeg een medaille.
Tot 1987 was de Commodore 64 dé machine. Ondertussen hadden tientallen fabrikanten zich op de nieuwe markt van de PC's (Personel Computer, de naam voor de eerste machine van IBM) gestort. Zelfs bedrijven en ondernemingen die niets met computers van doen hadden begonnen deze machines te verkopen. Vendex liet zich door de Amerikaanse markt verleiden tot het verkopen van een machine die in Taiwan werd gebouwd en onder verschillende namen werd verkocht. De "Vendex 888-XT" werd voor de sinterklaas van 1987 gelanceerd. In 1988 kocht ik deze computer die zich zeer veel verschilde van de Commodore 64. Deze computer had een ingebouwde floppydrive en een externe harde schijf van 20Mb (fl. 999,--) was optioneel. Commodore was een andere weg ingeslagen met de Amiga die nog steeds een spelcomputer was met de mogelijkheden van een echte computer. De Vendex 888-XT was een echte computer met spelmogelijkheden. Er waren nu vier kleuren zichtbaar op het beeldscherm en de spellen waren, door de grotere rekenkracht, ingewikkelder en meer realistisch. Nu was ook het tijdperk van het uitdrukken van de processorsnelheid aangebroken. De Vendex draaide op een kloksnelheid van 4,77 Mhz, met een turboknop kon je naar 8Mhz. Niemand wist van de “Wet van Moore” maar het was een ongelofelijke prestatie in die tijd. Het succes voor de Vendex was echter om een andere reden. Hij werd als één van de weinige computers geleverd met een groot softwarepakket. Tekstverwerkers en Spreadsheets werden al gebruikt maar databases en grafische pakketten waren toen nog redelijk onbekend. Software voor bedrijven werd vaak op maat gemaakt en illegale kopieën van de software circuleerden. Je moest niet vreemd opkijken als er plotseling een logo of naam van een groot bedrijf voorbij kwam op je scherm. Het was het wilde westen tijdperk van de computers. Het geluk was dat de computers nog niet waren gekoppeld tot een netwerk.
Begin 1990 kocht ik een echte kloon. Computeronderdelen waren nu toegankelijk voor iedereen en door het invoeren van verschillende standaards konden onderdelen worden verwisseld en in verschillende vormen worden samengesteld. De computers kregen nu namen in nummers van de microprocessor die aan boord was. De Intel 286 was de eerste echte betaalbare processor voor de gewone computer. Hij was al jaren in productie maar de kosten hadden het succes voor de processor altijd vertraagd.
Na de 268 volgden de snellere 386 en 486, natuurlijk werden de moederborden vervangen en om de twee jaar een nieuwe computer gekocht. Spellen werden beter en Windows 3.1 werd wereldwijd gekopieerd en verspreid. Computers werden nu ook aan elkaar gekoppeld door een modem. Je werd lid van een bulletinboard en je kon naar believen programma's en andere zaken downloaden. We waren nu nog één stap verwijderd van wat de Home Computer voor altijd zou veranderen.
Het “Internet”! In 1991 werd het toegankelijk voor particulieren maar door de torenhoge kosten konden alleen bedrijven het zich veroorloven om via een koperen kabel met een andere computer aan het andere einde van de wereld te communiceren. In 1994 was er de doorbraak toen het internet voor het publiek betaalbaar werd. Modems waren al normaal en in plaats van contact te maken met een andere computer kon je nu contact maken met duizenden computers over de hele wereld. Een enorme hoeveelheid (meestal onbelangrijke) informatie stond er tot je beschikking. Ik herinner mij heel goed dat ik met de computer keek of er een bepaald boek in de Universiteit bibliotheek in Utrecht voorhanden was, en wanneer dat inderdaad zo was, ik het boek reserveerde. De volgende dag haalde mijn vriendin Petra van de Kraan dit boek dan op bij de Universiteit bibliotheek. De eerste stappen waren gezet en de hindernissen één voor één weggenomen of aangepast. Het grootste probleem in die dagen lag bij de grote verscheidenheid in protocols, zeg maar talen. Jouw computer moest natuurlijk dezelfde taal spreken als de computer die je bezocht. Het eindeloos downloaden en installeren van protocols en het overschakelen maakten het internet bezoek langzaam en moeilijk.
Met de komst van de HTTP en HTML protocols werd er een grote stap voorwaarts gemaakt. Er was een universele taal geboren die door een onafhankelijk instituut werd gecontroleerd en onderhouden. De eerste plaatjes verschenen en de website’s werden kleurrijker en toegangkelijk voor het grote publiek, de rest is jullie bekend.
De gok van de andere fabrikanten om de speelwaarde van de computer hoger te waarderen bleek een foute gok. De meeste gingen failliet of hadden de laatste stuiptrekkingen in de PC business. De PC had ook de speelwaarde die de oude generatie meegenomen en de spelfanaten wilden nu ook een echte computer met spelmogelijkheden.
Nu, 25 jaar later denk ik nog steeds met een glimlach terug aan de pionier tijd achter mijn computer. Het begon met spelletjes in computertaal die waren gedrukt in een tijdschrift intypen en opslaan op een cassettebandje. Blokjes die in je fantasie moesten worden omgezet in mensen of auto's. Het was een mooie tijd. Later kwamen de digitale foto's, muziek, e-mail en noem maar op. De computer is niet meer weg te denken uit mijn leven. Wanneer ik hem een tijdje niet kan gebruiken dan mis ik iets in mijn leven. Als ik nu onderweg ben op één van mijn reizen is mijn Apple Macbook altijd bij me. Weblogs worden geproduceerd terwijl ik rustig met mijn rug tegen het matras lig op een onbekende hotelkamer in een onbekende stad wie weet waar. Draadloos internet verbind mij met mijn broer en vrienden via de Skype ongeacht waar ik mij bevindt op de planeet.
Het internet is als een tijdschrift voor mij. Er staan er honderden in de winkel maar ik ben er maar in een paar geïnteresseerd. Ik vraag me vaak af wat de toekomst zal brengen. De computers kunnen niet veel kleiner of lichter meer. Ik denk zelf dat we binnen enkele jaren overal draadloos het internet op kunnen. Je betaald een jaarlijkse bijdrage en waar je je ook bevind kan je met je eigen unieke inlog code inloggen of misschien een hardwaresleutel in de vorm van een USB-drive, net als een mobile telefoon. Het internet is niet meer weg te denken, het zal alleen maar groeien en oplossingen aandragen voor de kleine problemen in ons leven.
Copyright/Disclaimer