zaterdag 12 april 2008

Macau, een dagje langs minder bekende juweeltjes

Macau, een dagje langs minder bekende juweeltjes

Macau, 12/04/2008

Ik weet niet was het is maar ik slaap hier heel slecht. Is het bed te klein of staat de aircon te koud? Om tien uur vanochtend kwam ik uit bed! Geheel tegen mijn geloof in en het grootste probleem was dat ik me nog steeds erg vermoeid voelde. Onder het ontbijt maakte ik plannen voor de komende vier dagen die ik nog in Macau had. Zaterdag ging ik op onbekend terrein. Zondag naar de Oostkant van het eiland. Maandag naar Coloane, omdat dan alle musea dicht zijn kies ik voor natuur. Dinsdag Fischerman’s Warf en het nieuwe gebied.
Maar eerst de tocht van vandaag. Onbekende juweeltjes bleek het te worden. Met de kaart en de LP in mijn nieuwe schoudertasje stapte ik de mist in. Ja, ik heb een schoudertasje aangeschaft dat eindelijk geheel naar mijn zin is. Mooi vuurzwart met ruimte voor mijn Lonely Planet, de (gratis) kaarten, mijn leesbril en mijn zonnebril als ik die niet gebruik.
Ik ging links rechts en links rechts en ik stond voor de St. Anthony’s Church, niet echt bijzonder deze grijze uit graniet opgetrokken kerk. Een stukje verder, weggestopt achter een paar gebouwen en bewust verzwegen ligt het Protestant Cemetary. Natuurlijk wilden de katholieken niets met de protestanten (Anglicanen) te maken hebben maar nadat ze in het wilde weg en op de meest vreemde plaatsen hun doden begonnen te begraven gunde de kerk een stukje ongewijde grond aan de Anglicaanse kerk.
Smalle drukke straten en geen enkele toerist kwam ik tegen op weg naar het noorden, ik was op weg naar de poort met China. De volgende stop was het Fire Services Museum. Een klein museum dat je eigenlijk niet moet overslaan. Brandweerauto’s spreken tot de verbeelding van mannen en jongens, en de twee oude brandweerauto’s die er staan zijn de moeite waard. Verder is er weinig te zien behalve de oude kazerne zelf en een paar handpompen waarvan er een houten exemplaar meer dan één honderd en dertig jaar actieve dienst achter de rug heeft.
Één van de eerste tempels die ik vandaag bezocht had een kleine vlooienmarkt voor de deur die op het punt stond om te worden ingepakt, wel jammer want ik hou van het zoeken in de rotzooi naar mooie kleine dingen die als souvenir kunnen worden gekocht. De Lin Tai Tempel zelf was klein maar indrukwekkend. De indringende rook van de wierookringen kroop in mijn neus met een flinke niesbui als gevolg. Negen kleine ruimtes, steeds drie achter elkaar gescheiden door een smalle brandgang. Vooral de ruimte met de bidprentjes voor de doden was bijzonder.
Op weg naar de Lin Fung Tempel passeerde ik per ongeluk de Red Market, ik kon het niet laten om hier ook maar een kijkje te nemen. Ik weet dat mijn schoonzuster het me zou afraden in verband met de vogelgriep maar ik ben nu eenmaal eigenwijs. Binnen werden levende kippen voor je neus verwerkt tot alles zoals wij het alleen maar uit de supermarkt kennen. Eigenlijk eten de Chinezen alles van de kip behalve de nagels, de bek en de veren. Één verdieping hoger was de vismarkt en ik deed een poging om nog wat nieuws te ontdekken. Ik heb al honderden van die markten gezien en het moet wel heel bijzonder zijn wil ik het nog niet hebben gezien. Deze keer was het raak! Een klein schaaltje met Mudskippers, longvissen die volgens mijn kennis niet te eten zijn. Hier werden de kleintjes verkocht, misschien voor de soep? Een verkoper stond er op dat ik een foto van hem nam met zijn goudhaantje, een flinke schilpad. En dat snap ik nu niet van de Chinezen! Aan de ene kant aanbidden ze schilpadden en aan de andere kant eten ze die dingen?
De Lin Fung Tempel is op zich niet zo heel bijzonder, ik ben er naar binnen gelopen en heb snel rondgekeken maar stond ook weer snel buiten. Mijn darmen begonnen te werken en het werd tijd om een toilet te zoeken. Wel een westers toilet, ik had geen trek in een gat in de grond. Een McDonalds zou het wel doen en inderdaad was het toilet kraakhelder, en dat terwijl we heel dicht bij de Chinese grens waren. Met de broek op mijn enkels zat ik op een schoon westers toilet te luisteren naar een Chinees liedje op een bekend deuntje. Merry Christmas to you all, en het was al april!
Naarmate ik dichter bij de grens kwam werd het ook drukker en er kwamen meer winkels met elektronica. Telefoons en MP3 spelers lagen meter na meter in de etalages van de winkels die ik passeerde. En daar was de oude poort! Achter de Barrier Gate was een enorm complex gebouwd dat als doorvoerhaven tussen de communistische volksrepubliek en Macau diende. Niet elke Chinees mag zomaar naar Macau of Hong Kong!
Ik sloeg the Pearl over en ging meteen op weg naar het Mong Há Fort. De parel ga ik morgen doen en het fort had ik beter ook over kunnen slaan. Het enige wat in mijn herinnering blijft hangen van het fort is de indringende urinegeur, achtergelaten door de bezoekers die de openbare toiletten niet konden vinden.
Er stond nog een laatste tempel op het programma en deze bleek meteen het hoogtepunt van de dag te zijn. Dat moest ook wel want touringcar na touringcar arriveerde met buitenlandse toeristen die niet alleen de casino’s wilden bezoeken. De Kun Iam Tong tempel bestaat al sinds de 13e eeuw maar de huidige gebouwen zijn uit 1627. Er zijn veel kamers die allemaal voor een speciale reden zijn ingericht om te aanbidden. Kamers met verschillende goden en ook weer kamers waar men de geesten van de voorouders aanbid en offers brengt. Het was ook hier waar één van de eerste Chinees-Amerikaanse verdragen werd getekend. Het was met zekerheid de mooiste en meest indrukwekkende tempel die ik vandaag had bezocht.
Mijn dag zat er op en ik was aan een kopje koffie toe, natuurlijk was er niets anders te vinden dan de McDonalds maar deze keer met een uitzicht op een uitgang van een markt. Terwijl ik van mijn bakkie genoot bestudeerde ik de mengelmoes van marktgangers die huiswaarts keerden met de tassen vol met boodschappen. Ik mag dat wel van de Chinezen, ze geven weinig om uiterlijk vertoon maar eten en drinken altijd uitbundig.
Van mijn vorige bezoek aan Macau, negen jaar geleden, kon ik me ook nog herinneren dat ik op het St. Michael Cemetary was geweest. Negen jaar gelden alweer! De romantiek van camera’s met echte negatieffilm, veel minder wolkenkrabbers. Maar nog wel de graven rij aan rij op de oude begraafplaats. Mooie oude overdreven grafornamenten in wit marmer. Terwijl ik hier rondliep zag ik wat rituelen die normaal gesproken bij de Boeddhistische of Taoïstische Chinezen thuishoren. Het geven van offers en wierrook is bij de katholieken toch geheel onbekend, misschien wat bloemen maar daar blijft het dan toch bij? Nee, hier zat een heel gezin met wierrook, kaarsjes en Hellbank geld rond het graf. De man begon na de gebeden het geld te verbranden en de vrouwen staken de kaarsen en de wierrook aan. Een mix van verschillende werelden, de paus zou er waarschijnlijk niet van kunnen slapen als hij het wist.



Weer een hele mooie dag ten einde en ik moet eerlijk zijn dat Macau een heel interessante en betaalbare plaats is. Het eten moet even worden ontdekt maar voor de rest is het zeker de moeite waard voor een paar dagen.
Zaterdagavond is een heel drukke avond in Macau, de prijzen van de kamers gaan gemiddeld met 10 euro omhoog en in de stad is het een drukte van jewelste. Zelf had ik weinig trek om wéér naar de casino’s te gaan dus verder als uit eten gaan zou het voor mij niet komen. Twee flessen ijskoud bier kocht ik in de supermarkt voor de superprijs van € 0,82, voor twee flessen! Ze smaakten uitstekend en bezorgden me een flinke trek. Even internetten en toen voor de tweede keer naar het Lan Hau Van restaurant. Het was me de vorige keer prima bevallen en er stonden nog wel één of twee gerechten op het menu die ik wilde proberen. De gebakken mie met rundvlees in zwarte pepersaus was een plaatje om te zien en ze smaakte zelfs beter. De fles bier sloeg ik af omdat ik er al twee op had.
Half tien en op weg naar het hotel werd ik enkele malen, zoals verwacht, overvallen door prostituees die stonden opgesteld in donkere hoeken en portieken langs de Av. Almeida Ribeiro (San Ma Lo). Ik had ze al gezien vanuit alle uithoeken van Azië, de Philipijnen, Uzbekistan en transseksuelen en meisjes uit Thailand. Chinezen waren er ook genoeg maar die vallen nu eenmaal niet op tussen de Chinezen. “Sex te koop” was het motto op de zaterdagavond. Vriendelijk sloeg ik alle avances af en speelde nog even met het idee om een fles bier voor op de kamer te kopen. Toch liet ik het bij de twee flessen van eerder op de dag. Morgen een rustig dagje wandelen?

Vandaag heb ik bezocht
1. St. Anthony’s Church
2. Protestant Cemetary
3. Fire Services Museum
4. de Red Market
5. Lin Fung Tempel
6. Barrier Gate
7. het Mong Há Fort
8. de Kun Iam Tong tempel
9. het St. Michael Cemetary
Copyright/Disclaimer