maandag 21 april 2008

Hong Kong, een dagje op Lantau

Hong Kong, 21/04/2008

Ik had nog maar twee dagen te gaan en nog steeds het gevoel dat ik niets had gezien. Het is en blijft een vreemde plaats dat Hong Kong en helaas heb ik moeten constateren dat het allemaal niet zo leuk is als ik mij herinnerde. De op één na laatste dag zou me naar het Lantau eiland brengen. Het grootste eiland van de voormalige Britse kolonie herbergt de Chek Lap Kok Luchthaven en dat is meestal het enige wat de toeristen van dit eiland zien. Er zouden vandaag flink wat kilometers in de trein worden afgelegd en tussen die twee treinreizen zou ik een flinke wandeling maken.
De start op het eiland was dramatisch! De bewegwijzering is zo slecht dat ik er al een wandeling van bijna vijf kilometer had opzitten toen ik bij de kabelbaan arriveerde. Mijn startpunt was nog geen tweehonderd meter om de hoek van de kabelbaan geweest! Het is niet anders. De rit met de kabelbaan was van ongekende schoonheid en ik dacht voor een moment aan de problemen die zich hier hadden voorgedaan drie weken geleden. Er was iets kapot gegaan en de veiligheidsystemen hadden ingegrepen. Sommige passagiers hadden meer dan twee uur op 50 meter hoogte boven het water in de gondel gebungeld. We klommen en klommen steeds hoger totdat we het wolkendek hadden bereikt.
Vanaf de rand van het Po Lin klooster kon ik de grote bronzen Buddha op de top van de heuvel zien staan. Vlagen laaghangende bewolking schoten langs haar heen en omhulden haar in een waas van mysterie. Het was er ook redelijk koel en na mijn flinke treinreis kon ik wel een kopje koffie gebruiken. Het Po Lin klooster mag dan wel een religieuze plaats zijn, de commercie is hier wel duidelijk doorgedrongen met een Starbucks zij aan zij met de heiligheden. De koffie met een saucijzenbroodje en de stroopwafels gaven een Nederlands tintje aan mijn korte stop.
Ik heb het al eens eerder vermeld en ik doe het nu nog een keer. De bewegwijzering hier in Hong Kong is gewoonweg slecht te noemen. Daar waar ik in Macau blindelings kon vertrouwen op de borden liep ik hier steeds verloren en verkeerd in cirkeltjes. Na drie keer vragen was ik eindelijk op het juiste pad naar beneden. Ik had ervoor gekozen om in plaats van de kabelbaan een wandelpad terug naar Tung Chung te nemen. Dit wandelpad was één lange afdaling naar het treinstation vanwaar ik weer naar Hong Kong eiland zou reizen.
Onderweg twijfelde ik nog wel een paar keer of ik wel op de juiste weg was omdat nu de wegwijzers geheel ontbraken. Toen ik na een tiental minuten het SG Davis YHA passeerde wist ik dat ik op de juiste weg was. Het was erg rustig in het park en de enige twee gezichten die ik tijdens de ruim twee uur durende afdaling tegen kwam waren medewerkers van het Nationale Park. De meeste Chinezen lopen nu eenmaal niet zo graag. Ik passeerde een paar kloosters waar geen levende ziel te bekennen was en enkele watervallen die rustig naar beneden kabbelden. Onderaan de berg stond ik weer aan de rand van de stad en op mijn GPS kon ik zien dat ik hier niet zo heel ver vandaan al had gelopen. En het kwam me ook een beetje bekend voor.
Na de treinreis terug kocht ik een magnetronmaaltijd en vier blikken bier voor de avond. De tijd was vandaag weer snel gegaan en ik had nu nog maar één dag over in Hong Kong. Ik had nog steeds dat vreemde gevoel dat ik niets had gezien in de afgelopen zes dagen. Morgen gaan we weer een lange wandeling maken.
Copyright/Disclaimer