donderdag 5 juli 2007

Sarawak, Een dagje Kuching

Kuching, 05/07/2007

De eerste dag op het eiland was een goede. De wekker liep precies om 07:00:00 af en om 07:00:05 drukte ik hem uit. Om 07:00:10 draaiden wij ons, zonder allebei een woord gezegd te hebben, weer om. De eerste dag werd er dus uitgeslapen. We waren gewoon moe.
Het overprijsde ontbijt namen we in het hotel en met een paar uur vertraging liepen we de stad in. Er was een klein misverstand tussen ons beide geweest. Ik had uit Tett zijn verhalen begrepen dat hij zich goed verdiept had in onze bestemming. Tett had begrepen uit mijn verhalen dat we de reis van “Koning Aap” zouden volgen. Het resultaat was dat we samen in Kuching stonden zonder ook maar een idee wat er allemaal te doen en te zien was. Natuurlijk zouden we er wel uitkomen maar het was nu gewoon improviseren.
Een beetje rondlopen en informatie opdoen, nog wat boodschappen halen en een museum bezoeken. Het zou allemaal wel lukken. De informatie die we van een reisbureau langs de weg hadden gekregen werd getoetst aan andere ervaringen en bij het plaatselijke Toeristen Informatiepunt. Hier staken we veel op. De dagtrip die ons was aangeboden voor RM 180 p/p konden we zelf gemakkelijk voor RM 64 p/p doen en de dagtochten naar de “longhouses” waren zo beknopt dat het eigenlijk weggegooid geld was. Volgens de medewerker van de TI, die zelf van een stam was, was het veel slimmer om later vanuit Miri een langere tocht te ondernemen. Na wat heen en weer gepraat kozen Tett en ik voor die optie. Ook de bustocht naar de volgende stad werd omgezet in een boottocht.
Het eerste doel in de ochtend was de lokale markt. Hier is altijd wel wat te zien en te beleven. Mijn vele zwerven op deze belangrijke plaats maakt het wel dat ik weinig nieuwe zaken zie. Één of twee nieuwe en onbekende zaken is nu al een goede score. Maar toch, de sfeer en de vriendelijke mensen maakt het altijd een leuk uitstapje. Na de markt doken we de koelte van een museum in. Het “Sarawak Textiel Museum”. Een niet te groot museum met een leuke collectie traditionele kleding. Gratis, dus zeer geschikt voor Nederlanders. Als je ooit hier terecht komt, je hoeft er niet voor om te rijden, maar als je ervoor staat loop dan maar naar binnen. Het is wel interessant om te zien.
Ik heb geen idee waar die trek de hele tijd vandaan komt. Maar om één uur schreeuwde mijn maag alweer om eten. We liepen in “Jalan India” dus de geur van kerries hing in de lucht. Het was Tett zijn eerste kennismaking met de Indiase keuken, wel op zijn Maleis. De “Bryani rijst” met kip smaakte uitstekend, de komkommer in zoete chilisaus was voor Tett wat te pittig.
Na een snelle blik in de LP kwamen we er achter dat het echte “Sarawak museum” een stuk verder weg was. We gingen dus op weg naar het grote museum. Helaas werden niet al te veel later overvallen door een onvervalste tropische onweersbui. De regen kwam met bakken tegelijk uit de hemel en toen de marktkooplui de zeilen voor de kramen gingen binden wisten we dat het ergste nog moest komen. En inderdaad, er werd een extra kraan door Pluvius geopend. De goten liepen over en lokale leven kwam tot een gehele stilstand. Iedereen schuilde of zocht een café voor een kopje koffie. Daar zaten we dan te wachten totdat het weer droog werd.
Helaas duurde de bui zolang dat de middag al half voorbij was en dat wij het museum moesten overslaan. Er moest namelijk nog boodschappen worden gedaan. Contactlensvloeistof en tandpasta. Op zich gemakkelijke artikelen maar hier ligt het toch wat anders. We probeerden wat winkels in de buurt maar uiteindelijk liepen we toch richting de grotere winkelcentra. Daar zouden we vast een drogist kunnen vinden. Na twee drogisterijen vond ik gelukkig mijn vloeistof bij een opticien. De tandpasta was veel gemakkelijker.
Het luie zweet had ook nog een afstraffing nodig of met andere woorden, we moesten nog wat trainen voor de wandelingen die nog zouden komen. We waren dan ook niet langer dan tien minuten op de kamer en we waren alweer op weg om een stuk te gaan lopen. Gewoon in het wilde weg. Zo kwamen we bij een Chinees centrum met een sportveld waar ook eettentjes waren. Ik kon de verleiding niet weerstaan en bestelde een bami met varkensvlees en viscake. Tett ging aan de Maleisische koffie, met zoete melk. Voor een persoon die geen suiker gewend is dit toch wel teveel. Mijn bami was ook zo verdwenen en na een “Good Luck” als groet verlieten we het sportcentrum.
Het centrum van “Kuching” is niet zo moeilijk om in te navigeren. Alle wegen leiden naar de rivier en daar eenmaal aangekomen loop je naar de “Tua Pek Kong tempel”.
We waren het allebei eens met elkaar dat het weer tijd werd voor een koud biertje. Tettje is normaal geen biermens maar met mij op pad vindt hij het wel gezellig. Het wordt niet te laat vanavond want morgen moeten we de bus van acht uur hebben om naar het “Taman Negara Bako” te gaan voor de eerste test van de fitheid van de jongens. Welterusten.
Copyright/Disclaimer