zaterdag 30 augustus 2025

Maleisië: Saba, Voor hen die vielen

Opdat wij nooit vergeten, Sandakan Memorial Park

Sandakan (Hotel City View), woensdag 18 juli 2007

We blijven nog twee dagen in Sandakan en dan gaan we op weg naar een jungle kamp dat we gisteren hebben geboekt en betaald. De jungle tour klinkt ons als muziek in de oren en het ziet er op papier ook allemaal goed uit. Op onze eerste dag in Sandakan gaan we een overblijfsel uit de tweede wereld oorlog bezoeken. De hele wereld is bekend met de “Brug over de rivier de Kwai” maar weinig mensen weten over de misdaden die gepleegd op de krijgsgevangen in Sandakan.
De bussen in Sandakan moeten de gemakkelijkste van de wereld zijn. Ze hebben geen nummers maar geven aan tot hoe ver ze over de hoofdweg uit de stad rijden. Het “Sandakan Memorial Park” ligt ongeveer op twaalf kilometer buiten de stad, dus elke bus die naar Batu 8 (acht Engelse mijlen) of hoger gaat komt er langs. We nemen een bus voor de enorme “Giant” supermarkt aan de haven en zijn al snel op weg naar onze bestemming voor vandaag. De bus stopt bijna overal en wordt ook op de meest vreemde plaatsen aangehouden door vlaggende passagiers. Het duurt dan ook bijna een uur voordat we die twaalf kilometer hebben afgelegd.
Tettje bij de ingang van het Sandakan Memorial ParkMonument Sandakan Memorial ParkMonument Sandakan Memorial Park Het park ligt langs de hoofdweg en is goed aangegeven, dus is het niet zo moelijk te vinden. Het is een klein park met een klein houten paviljoen dat het onwaarschijnlijke verhaal verteld over de “Sandakan Dodenmarsen”.

Tijdens 1942-1945 werden soldaten, hoofdzakelijk Australiërs en Britten, vanuit Singapore door de Japanners naar Sandakan verscheept. Ze moesten hier werken aan de aanleg voor een landingsbaan voor vliegtuigen. Het doel was om hier een bevoorradingsbasis en tankstation te bouwen voor de Japanse luchtmacht. Deze dwangarbeid was tegen de “Geneefse Conventies” in.
Daar staat in beschreven dat krijgsgevangenen niet mogen worden ingezet voor militaire doelen. Japan heeft zich nooit aan de conventie gehouden, ondanks dat ze de “Geneefse Conventies” had ondertekend. Japan hield steeds vol dat ze de “Geneefse Conventies” nooit hebben geratificeerd. Dat klinkt oneerlijk en dat is het ook. Veel geallieerde soldaten hebben hun leven verloren onder het brute gezag van de Japanse kampcommandanten

De stoomketelDe stoomketel Wat er overblijft na ruim zestig jaar in de jungle is van metaal. De natuur in de jungle is onverbiddelijk voor alles wat gebouwd is van natuurlijke bouwstoffen. Insecten en schimmels vreten alles op in de vochtige klimaat. De overblijfselen van de stoomketel die voor de elektriciteit in het gevangenkamp zorgde zijn niet echt spectaculair maar laten toch een indruk achter.
Tekening van het Sandakan POW kamp Een tekening van een verzameling houten hutten in het gevangenenkamp kan de slechte omstandigheden waarin de krijgsgevangenen lange dage moesten werken niet vertellen.
Oude graafmachine Er werd begonnen met de aanleg van de landingsbaan en de soldaten probeerden de werkzaamheden zoveel mogelijk te saboteren. Zo hebben ze verschillende bulldozers laten wegzakken in de verraderlijke zachte jungle bodem en onontplofte bommen alsnog gecontroleerd laten ontploffen.
De regelmatige bombardementen van de geallieerden op de bouwplaats gooiden het schema steeds verder terug. Net als aan de “Burma spoorlijn” leefden de gevangenen onder erbarmelijke omstandigheden. Te weinig eten en werkdagen van wel 14 uur. Het drama van de doodmarsen begon toen de Japanners steeds verder achterop schema kwamen en uiteindelijk het plan voor een landingsbaan maar opgaven.

In plaats van elders te werk te stellen of terug te sturen naar Singapore werden ze op mars gezet naar het 260 kilometer verderop in de bergen gelegen Ranau, dit allemaal op blote voeten en zonder kleding. De meeste alleen gekleed in een lendendoek. De zieke gevangenen gingen het laatst. Bij het begin van 1945 waren er een kleine 2500 krijgsgevangen aanwezig in het kamp in Sandakan.
Ongeveer 2/3 hiervan waren Australiërs. Ze werden in drie verschillen marsen op weg naar Ranau gezet. Iedere deelnemer wist dat als je eenmaal stopte dan stopte je voorgoed. Van de ongeveer 2500 zouden er uiteindelijk 6 terugkeren naar huis om de verhalen over deze gruweldaden te vertellen.

Waarom waren de Japanners zo wreed tegen de geallieerde krijgsgevangen?

In de ogen van de Japanners waren krijgsgevangen lafaards. De Japanse soldaten verkozen bijna altijd de heldendood, de zelfmoord genaamd “Seppuku” of “Harakiri”, voor het krijgsgevangenschap.
Krijgsgevangenen waren dus de laagst geplaatste levende mensen in de ogen van een vrome Japanner. Dat ze de heldendood niet hebben kunnen kiezen boven het krijgsgevangenschap maakt dat ze hun leven niet waard zijn.
Opdat wij nooit vergeten, Sandakan Memorial Park Het is een plaats die toch wel enige indruk op je maakt en die je zeker moet bezoeken als je de kans krijgt. Deze wreedheden van een oorlog mogen nooit worden vergeten en op de volgende generaties worden doorgegeven. Een oorlog kent alleen maar verliezers.
Tettje aan het werk Na het bezoek aan het park is het al bijna twaalf en we gaan weer richting Bandar Sandakan, zeg maar de stad. Tijdens het wachten op de bus neemt Tettje nog even het werk van een gemeentewerker over. Dit onder het toeziend oog van een verbaasde Maleisische schooljongen.
Sandakan, een regenboog Je moet toch wat doen om de dag vol te maken en nu heeft Tettje ook plezier in het wandelen gekregen. Hij is twaalf dagen geleden gestopt met roken en heeft nog steeds geen sigaret aangeraakt. We komen uit bij een klein park aan de oevers van de baai die Sandakan erg uniek maakt. We vullen de middag met een drie uur slenteren, inclusief de lunch bij een KFC in de Giant supermarkt, door de relatief nieuwe stad.
Sandakan, een verlaten stadSandakan, een troosteloze stadSandakan, eten langs de straat Het wandelen door de lege lelijke nieuwe stad gaat erg goed, Tettje heeft er een mooi tempo in en de korte zware tropische regenbui deert ons niet. De lunch bij de KFC was echt minder, nu weet ik 99,99 % zeker dat ik daar nooit meer zal eten.
Een ander probleem is dat dat er hier in Sandakan veel minder Maleisische eethuisjes te vinden zijn dan elders in dit enorme land! De “Pasar Malam” onderweg ziet er ook niet erg aantrekkelijk uit!
Bij aankomst in het hotel gaan we eerst nog wat brood en beleg kopen in een kleine supermarkt. We hebben een koelkast en eten ons ontbijt met een kop koffie op de kamer. We doen vanavond rustig aan want morgen moeten we vroeg op. We gaan naar het laatste onderdeel van onze oorspronkelijke lijst. Het “Sepilok Rehalitation Centre” voor de “Orang-oetangs".
Copyright/Disclaimer