vrijdag 10 november 2023
Thailand: Cultuur snuiven
Ayutthaya (Baan Are Gong Riverside Homestay) 610), vrijdag 10 november 2023
Ik kan er in ieder geval heel duidelijk over zijn dat een ruime week in Thailand wel heel kort is om het een en ander aan een vriend die Thailand voor het eerst bezoekt te laten zien. Er zijn natuurlijk Pattaya en Bangkok, maar mocht je nog wat van het echte Thailand, de geschiedenis en cultuur, opsnuiven dan is Ayuthaya ongetwijfeld de beste oplossing. De oude stad met zeer vereerde eeuwenoude ruïnes van tempels en ook levende tempels ligt tenslotte maar een kleine negentig kilometer ten noorden van Bangkok.
Ayuthaya is gesticht rond 1350 als hoofdstad van het Koninkrijk Ayuthaya door de Siamese koning U Thong, werd over een periode van ca. 400 jaar door 33 koningen opgebouwd. In 1767 werd de stad door het Birmese leger verwoest.
De stad ligt aan de samenvloeiing van drie rivieren: de Chao Phraya, de Pa Sak (of Nam Pasak) en de Lopburi. Door het graven van een aanvullend kanaal werd de stad volledig door waterwegen omringd. Vele Europese naties, waaronder de Nederlandse V.O.C., hadden in deze eens welvarende stad handelsposten.
Eeuwenoude tempels en paleizen liggen verspreid in de omgeving van Ayuthaya. Een van de meest belangrijke is de Wat Phra Si Sanphet. Deze koninklijke tempel, gebouwd in 1448 en twee keer gerestaureerd, stond binnen de muren van het oude Koninklijk Paleis. De tempel wordt bewaakt door drie chedis. Van het koninklijk paleis zelf is niets meer over.
Het is dus een eeuwenoud stukje Thailand waar we vandaag doorheen gaan dwalen. De waterkoker is al vroeg aangezet en om iets over zes ben ik al druk in de weer om zelf verse koffie te zetten. Een verandering in mijn reisgedrag waar ik elke dag plezier van heb. Gewoon verse koffie gezet met gemalen koffie uit Nederland.
Ik geniet van het geurige bakkie leut terwijl ik aantekeningen op mijn MacBook Air maak en de de foto’s van gisteren voor de eerste schifting doorneem. Een bootje met een lange slag dieselmotor kruipt over de rivier voorbij. Ik groet de kapitein die met een brede glimlach mij ook groet. Twee mensen uit totaal verschillende werelden die elkaar in de koelte van de ochtend begroeten en al druk zijn. Dit is het Thailand van de vriendelijke glimlach en niet het Thailand van de inhalige grijns die tegenwoordig in de toeristen gebieden woont.
Het is wat verder lopen naar de 7-11 dan ik gewend ben maar ook in Ayuthaya zijn de tosti’s ham/kaas, de hard gekookte eieren en de dubbele varkensburger troef voor het ontbijt. Lyka is ook mooi op tijd en Danny gaat voor zijn gebruikelijke ontbijt van een zuiveldrankje. In mijn achterhoofd speelt nog steeds het onverwachte spijsverteringsprobleem van gisterenochtend. Zal ik er wat van zeggen? Of is zelf ondervinden beter?
Na een tweede beker koffie is de tijd aangebroken om te gaan zwerven in de oude stad op het eiland Ayuthaya. Een stuk van het water rond de stad is eigenlijk een kanaal dat gegraven is door? Jullie begrijpen het al, de Nederlandse handelaren die in Ayuthaya verbleven. Voor vijf baht per persoon worden we met het pontje naar de overkant van de rivier gebracht. Ik weet gelukkig nog dat we jaren geleden maar een baht betaalden voor de overtocht. Toen zat het bootje bijna elke oversteek vol en moest je vaak een kwartier wachten voordat je kon overvaren.
Wat je absoluut niet mag missen in Thailand is een bezoek aan een “natte markt” vroeg in de ochtend! De vaders en moeders, vaak omringt door hun kroost, trekken er al vroeg op uit om de verse groenten en vlees, aangevoerd uit de omgeving, in te kopen voor het ontbijt, de lunch en misschien ook wel het avondeten. Een schichtige kat hangt rond bij een visverkoper en wacht zijn kans af om een stuk vis te stelen.
Oude kranten en dunne plastic tasjes in overvloed gevuld met verse groenten die in het westen geheel onbekend zijn. De echte reden waarom we hier zijn is “de geur van de dood”! Deze geur is niet te beschrijven, ze is smerig, duister en levendig tegelijk. Je moet de dood op een Aziatische natte markt minstens een keer in je leven geroken hebben!
Een vrouw, gezeteld op een mat op de grond, grijpt een levende vis, een meerval, uit een grote plastic teil, overspannen met een net om het ontsnappen van de vis, en het stelen door de katten tegen te gaan. Ze legt hem behendig op een houten blok. Eerst een klap met het heft van het mes om het leven uit de vis te slaan. Direct na het gekraak van de visschedel loopt het bloed uit de baardige mond.Dan met een snelle beweging van haar hand en het mes wordt de kop van het lichaam gescheiden. Binnen enkele seconden liggen er enkele moten of filets van de “Pla Duk” zoals ze in Thailand heten. De klant knikt tevreden naar de verkoopster en rekent de vis af die in een dichtgeknoopt plastic zakje is verdwenen. Een kat rent snel weg met de ingewanden die niet bruikbaar zijn.
Foto’s maken op het platteland is toegestaan maar ongevraagd foto’s maken van mensen wordt vaak niet op prijs gesteld. Deze eenvoudige mensen, die leven in harmonie met de natuur, denken dat je met elk beeld dat je van ze neemt iets van hun geest steelt. Je neemt iets van ze weg dat ze niet meer kunnen vervangen of aanvullen. Een moment in de tijd dat nooit meer terug komt.
Natuurlijk zijn er ook veel herkenbare zaken zoals gestoomde eenden en gerookte varkenskoppen. Eenden en varkens zijn er in overvloed in Thailand. En alleen maar voor consumptie van hun vlees.
De oude conservering technieken zoals het zouten en drogen worden overal in Azië nog op grote schaal toegepast. Zout en de zon zijn goedkoop en niet chemisch. De waar van deze verkoopster van gedroogde en gezouten zeedieren verspreid een sterke geur waar menig westerse toerist misselijk van wordt.
Zelf kijk ik na al die jaren in Zuidoost-Azië heel anders tegen deze etenswaren aan. Ze zijn een onmisbaar ingrediënt geworden van onze dagelijkse maaltijden! Er is maar heel weinig van nodig om een smaak over te brengen in het land dat geen vast tafelzout kent. Het is hier gewoon te vochtig om een potje zout op tafel te hebben. Dus heeft de overal verkrijgbare vissaus het zout overgenomen.
We verlaten de markt op een voor ons bekende plaats en komen op de brede straat waar Hennie Loch en ik drie en twintig jaar geleden al het Thaise nieuwjaar, “Songkran”, vierden. Van alle kanten komen er herinneringen op me af. Het “Ayothaya Hotel” heeft de Covid-19 pandemie overleeft maar ziet er toch verlaten uit. De bussen met toeristen zullen in de toekomst wel weer komen.
Ik kan het niet laten om rechtsaf te slaan en nog een keer te gaan kijken in de “Backpackers Lane” van Ayuthaya. “Naresaun Soi 2” was is een ver verleden een van de drukste straten van Ayuthaya. Hier liepen de rugzakartiesten schouder aan schouder op zoek naar (mini)bussen die ze over heel Thailand met haar toeristische attracties verspreidde. Nu is het hier leeg en stil!
Deze verandering is al voor Covid-19 begonnen. De nieuwe generatie jonge toeristen willen steeds meer luxe en zijn ook bereid om veel meer voor die luxe te betalen. Er zijn er nog wel een handje vol die maanden op reis gaan op een strak budget maar de meesten houden het op enkele weken met dezelfde budgetten. Rugzakken met wieltjes is de nieuwe standaard.
Aan het einde van de brede, met betonnen shophouses omlijstte, straat komen we bij de eerste ruïnes waar Ayuthaya bekend om is en die ook op de UNESCO werelderfgoed staan. Ik staar eens goed in het niets en mijn inbeeldingsvermogen draait op volle toeren. In vervlogen tijden stonden hier kleine huisjes van bamboe en hout, alleen de heilige tempels en hun bijgebouwen waren van baksteen. En wie hebben die bakstenen hoogstwaarschijnlijk in ZO-Azië geïntroduceerd? Juist, de brave Nederlandse handelaren.
Over de tempels in Thailand kunnen we kort zijn! Het is niet iedereen zijn ding. De kudde’s toeristen die een georganiseerde rondreis door Thailand maken zijn de tempels, omringt door markten met prullaria, vaak al na enkele dagen helemaal zat.
‘Wanneer je een tempel hebt gezien heb je ze allemaal gezien!’, hoor je vaak wanneer je je anoniem onder de Nederlandse rondreizigers mengt.
Ik zeg het graag wat genuanceerder: ‘Cultuur, en vooral de oude ruïnes van tempels en paleizen, is niet voor iedereen weggelegd.’
Toch zijn de ruïnes van Ayuthaya en Sukhothai historisch van groot belang voor het oorspronkelijke koninkrijk Siam en het latere Thailand. We slenteren rustig verder door de enorme parken die geconserveerd zijn rond de belangrijkste ruïnes. Het is drukkend warm maar voor mij persoonlijk in ieder geval niet onaangenaam warm. Ik weet niet of ik dat kan zeggen van mijn reisgenoten. Danny lijkt de warmte, in ieder geval vandaag, ook goed te verdragen.
Een stukje verder passeren we de “Olifanten Kraal van Ayuthaya”. Ik moet gelijk lachen om de toetsenbord ridders van de “Partij voor de Dieren” die zich onder andere verzetten tegen het uitbuiten en mishandelen van dieren over de hele wereld. Het ziet er voor mij in ieder geval niet uit als dierenmishandeling.
De olifanten die ik in de oerwouden op de afgelegen berghellingen in Noord-Thailand heb zien werken om boomstammen over de steile hellingen van hot naar her te slepen, dat werken lijkt meer op dierenmishandeling dan dit kleurrijke tafereel.
Ik kan het niet laten en maak een foto van dit heerlijke vakantietafereel. In plaats van dierenmishandeling zie ik hier twee toeristen die genieten van een ritje op een olifant. Ik zie een olifant menner die waarschijnlijk al tientallen jaren voor “zijn olifant” zorgt. Vaak krijgt een jonge olifant een vaste verzorger die zijn hele leven bij hem blijft. Het vertrouwen tussen beide is groot. Ze zorgen voor elkaar inclusief de dagelijkse maaltijden. Huisdieren die gevangen worden gehouden in Nederlandse huizen en enkele keren per dag aan een lijn door hun bazen worden uitgelaten zijn er veelal slechter aan toe!
Het is een hartverwarmend tafereel dat niet bij dierenmishandeling in de buurt komt! Hier staan de dikhuiden te wachten op de lunch van sappige stelen suikerriet!
Op weg naar “Wat Lokkayasutha” raak ik de weg kwijt en zijn we zelfs een beetje verdwaald. Het is alweer zo lang geleden dat ik hier was. Ook veranderd de omgeving steeds en worden de oude houten huisjes vervangen door moderne betonnen gebouwen. Toch zou mijn Garmin GPS beter moeten weten! Helaas is de kaart in 2011 voor de laatste keer vernieuwd, dus moet de mobiele telefoon extra hulp bieden.
Het is nog redelijk vroeg in de ochtend maar op dit moment stijgt de temperatuur met een sneltreinvaart. Ik merk dat mijn medereizigers langzaam genoeg van de warmte en de tempels beginnen te krijgen. Dat is het moment om er een eind aan te breien en de koelte van je (hotel)kamer op te zoeken. Zeker in de eerste dagen is het slim om in de middag een korte siësta te houden in de tropen.
Na een kort overleg zijn we het er snel over eens dat we terug naar het hotel gaan. Maar eerst nog een doerian ijsje kopen! We slenteren we richting het pontje dat ons weer naar de overkant van de rivier gaat brengen. In de warmte lijkt de terugweg verder dan de heenweg en de goede moraal ebt langzaam weg. Niet voor mij, want ik ben op het platte land van Thailand zo in mijn element.
Voordat Danny en Lyka naar de kamer gaan besluiten we om eerst nog maar wat te eten. Het “Nong Nine Restaurant” op de hoek van de soi tegenover het treinstation heeft een goede menukaart en de prijzen zijn ook nog meer dan eerlijk. Mijn varkensvlees met knoflook en een gebakken ei voor twee euro gaat erin als koek. Weggespoeld met een flesje bubbelend sodawater. Alles wijst erop dat deze eerste dag in Ayuthaya tot een vroeg einde is gekomen.
Vanaf de veranda op de eerste verdieping bedenk ik wat ik nog kan doen. Achter mij en onder mij liggen mijn reisgenoten te snurken of uit te rusten. Een kijkje op het kleine station van Ayuthaya is altijd interessant. Mensen kijken en een bakkie koffie drinken verveelt eigenlijk nooit. Zodra ik in de vertrekhal kom zie ik deze hilarische Thaise tegenstrijdigheid! Lachen toch?
Ik het restaurant van het hotel, dat tegenwoordig geen voedsel meer serveert, vindt ik de geestelijke rust op een houten bankje met uitzicht op de rivier waar ik behoefte aan heb. Mijn gedachten worden geordend en oplossingen worden gevonden voor de problemen die ver weg in Nederland zijn ontstaan. Ik zal jullie er niet mee vervelen maar het is wel te merken dat er onder mijn hoofdhuid wat broeit.
Dan maar een vroeg biertje, tegelijk met een flesje sodawater om het toch nog wat te verdunnen. Ik kan mezelf prima vermaken zonder dat ik mensen om mij heen heb. Ik probeer de toekomst te plannen en denk terug aan wat ik misschien in het verleden verkeerd heb gedaan. Muziek klinkt in mijn oren en de ijskoude Beer Chang smaakt bitter en zoet tegelijk.
Iets na vier uur voegt Danny zich bij mij en hij ziet er alweer beter uit dan vanochtend. We keuvelen over de komende dagen en genieten van het ijskoude bier aan de rivier. We zijn het er ook helemaal over eens dat dit een fantastische locatie is en het hotel goed genoeg voor een paar nachten. Nog een biertje wanneer Lyka zich bij ons voegt en dan wordt het tijd voor de volgende fantastische Thaise maaltijd.
Lyka gaat helemaal voor de zoetzure soep met garnalen, de gewaardeerde en geroemde “Tom Yam Kung”. Ik heb het pittige gerecht niet zo hoog op mijn lijst staan en ook Danny gaat weer voor de “Pad Krapow Moo”, deze keer met een omelet in plaats van een gebakken ei. We blussen de pittige gerechten met voldoende bier en zoeken al vroeg onze kooien op. We weten nog niet wat we morgen gaan doen, dat bespreken we morgen tijdens het ontbijt of daarna.
Meer verhalen over:
2023 Thailand,
Thailand