Gelukkig nieuw jaar!
Het is vandaag Chinees nieuwjaar en dat was vanochtend om zeven uur al goed te merken. Nog voordat ik naar beneden ga om een pot koffie te zetten kijk ik al naar een handvol Chinezen die in de steeg voor ons hotel nep geld van de Hell Bank staan te verbranden zodat hun voorouders in de hemel niet zonder cash zouden komen te zitten. De wat kleinere goud- en zilverstaven worden ook met plezier door de dansende vlammen opgevreten. Na het ontbijt is het plan voor vandaag eenvoudig. We gaan een stukje langs de stadsmuur van het “Rattanakosin eiland” lopen. Dan pakken we de ondergrondse tot aan de rand van China-Town om dan langzaam door China-Town, en via de “Pak Khlong Talat bloemenmarkt” weer richting ons hotel te gaan.
Het is heerlijk weer en opvallend rustig in het altijd drukke Bangkok. Het alweer snel duidelijk hoeveel Chinees bloed er door de Thaise aderen vloeit. Ook bij ons hotel staat een tafel vol met offers voor de voorouders van de eigenaren van ons hotel. Op Ratchadamnoen Avenue, dat letterlijk “Koninklijke Optocht” betekend, is het opvallend stil en het oversteken van de achtbaansweg is veiliger dan ooit.
Met zo weinig mensen op de been val je als toerist nog meer op. De kleine oplichters voor Loha Prasat (Wat Ratchanatdaram Worawihan) zien je van verre aankomen en wij zien ze al in hun handen wrijven in hun gedachte om ons wat geld afhandig te maken. Helaas voor hun gaat dat niet gebeuren! De smoesjes, “alles is gesloten vandaag” en “goedkoop goud en edelstenen kopen” kennen wij al jaren. Ook de “gratis rondrit van een uur in de Tuk-Tuk” klinkt aanlokkelijk maar ook die is een bijzondere vorm van oplichting waar nog steeds opvallend veel toeristen voor vallen. Hebzucht is nu eenmaal een slechte raadgever! Er bestaat niets zoals gratis, en helemaal al niet in Thailand waar elke zonsopkomst opnieuw de start is voor een dag overleven.
Duidelijk teleurgesteld laten we ze achter en we slenteren in alle rust over "Maha Chai Road”. Alle overheidsgebouwen zijn wegens de feestdagen gesloten en de ambtenaren genieten van een van de extreem vele vrije dagen die ze jaarlijks krijgen. De enorme gouden Boeddha beelden staan geduldig in het zonnetje te wachten op de dag dat ze verkocht worden en verhuizen naar een tempel. Ook de gebouwen uit de vorige eeuw die gered zijn van de vooruitgang staan er beter bij nu er bijna geen verkeer voorbij raast. Het is een heerlijke dag in Bangkok. Er reizen elke dag minstens drie miljoen mensen met het openbaar vervoer in Bangkok, en dat is dan ook nog zonder de honderden duizenden passagiers die achter op een motortaxi stappen of een ritje in een van tienduizenden iconische Tuk-Tuks maken. Het is begrijpelijk dat de bussen piepten en kraakten onder de enorme last. Meer en meer bussen zijn er ingezet maar uiteindelijk heeft het aantal bussen dat het verkeer in Bangkok kan verwerken haar grens bereikt.
De moderne skytrain zit nu ook tegen haar grenzen aan en er wordt over gedacht om de frequentie van de treinen te verhogen van 8 à 10 naar 13 à 14 per uur. Dat zal een hele verbetering zijn maar of de treinen leger worden valt te bezien. Maar ook onder de grond wordt er gebouwd aan een metro die de toekomst van van het openbaar vervoer in Bangkok heeft ingeluid. We kijken onze ogen uit in het moderne ondergrondse metrostation van “Sam Yot”. Het moderne Thailand is al veel langer hier, maar hier is een grote stap gezet om aan te sluiten bij steden als Kuala Lumpur en Singapore. Er zijn maar weinig toeristen aan boord van de ondergrondse trein. Tijdens deze rit is er namelijk maar heel weinig te zien behalve tientallen Thais die met hun mobiele telefoon zitten te pielen. Wil je indrukken van Bangkok opdoen dan blijf je boven de grond. Ongeveer anderhalve kilometer verder komen we weer boven de grond bij het oude centraal treinstation van Bangkok. “Hua Lamphong” is statig en duidelijk uit het begin van de vorige eeuw. Het is in 1916 gebouwd en ontworpen door de Italiaanse Architect Mario Tamagno (19 June 1877 – 1941) Vanaf hier is het alleen nog maar de klong (kanaal) oversteken en je staat in het Chinatown van Bangkok. Het is moeilijk voor te stellen dat het meer dan honderd jaar geleden een eigen dorp was onder de rook van Bangkok (Rattanakosin) eiland.
Zodra we de brug over zijn zien we de eerste tafels, wat zeg ik, vloerkleden vol met kleurrijke offers voor de voorvaders van de Chinese inwoners van Bangkok. De Chinezen hier hebben nog eigen kranten in het chinees en zijn eigenlijk hybride Thais. Chinezen zijn van oorsprong de handelaren/zakenmensen en de Thai het onuitputtelijke leger arbeiders.
Wanneer we dichterbij het toeristen gebied komen wordt het ook allemaal wat commerciëler. Rood, voor geluk, wordt de kleur die de boventoon voert en goud staat voor rijkdom. Fruit en voedsel zijn alom aanwezig.
Maar ook de Peking eend mag niet worden vergeten! Voor diegene van jullie die het nog nooit hebben geprobeerd: Doen, gewoon doen! Het is een delicatesse! Nu zijn er onder jullie natuurlijk lezers die zich afvragen wat er met al dat eten gebeurt dat een hele dag in de zon en het stof van Bangkok heeft gestaan. Het antwoord ligt voor de hand. De minder bedeelden komen ’s avonds langs en nemen wat ze nodig hebben. Geen stukje meer om zo ook wat voor de anderen achter te laten. Maar ook de vogels, honden en ratten vullen hun magen.
Er lijkt een haar in de boter te zijn gekomen! Terwijl ik langer dan normaal probeer een foto te maken van de tamme kastasjes die worden gepoft loopt Lyka als een blind paard door. Boven een vuur draaien de tamme kastanjes in een pot vol met graniet split. Kleine stukjes natuursteen die de hitte van de gasvlam absorberen en gelijkmatig afgeven aan de tamme kastasjes die ze omhullen. De steentjes zijn na jaren gebruik roetzwart van de verbrande olie die de tamme kastanjes hebben afgegeven. Het stinkt niet echt maar het ruikt sterk en de rook prikkelt de ogen. Snel weg hier! Lyka is in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik stroom stapvoets met de toeristen en feestvierende Chinezen mee in de richting dat Lyka is verdwenen. Het duurt niet lang totdat ik haar op de hoek van een steeg aantref. Zijn het haar nieuwe schoenen die pijn doen?
Geluk bij een ongeluk ontdek ik twee dansende leeuwen die met een groep promotie dames onderweg is. Reclame, folklore en toeristen gaan nu eenmaal goed samen. Ik voelde al dat er wat mis is en de aap komt al snel uit de mouw. Het is nog geen twaalf uur en Lyka heeft al genoeg van al dat wandelen in Chinatown.
Wat kunnen we verder gaan doen vandaag? Ik heb er in ieder geval geen zin in om de hele middag op de hotelkamer te hangen! Lyka oppert dat ze graag die toren wil zien met al die blokjes er uit. Ik denk diep na en denk dat ze de toren bedoelt vlakbij Silom Road. In een Chinees familie huis schiet ik nog wat foto’s en ook de enorme schaal zoet-pittige saus voor op de gefrituurde snacks is een plaatje om te zien. Bangkok op haar schoonst.
We lopen naar de “Ratchawong Pier” waar de veerboten aanmeren die ons naar het begin van Silom Road zullen brengen. Dit is voorgekauwde koek voor mij! Hoe vaak heb ik hier wel niet de boot gepakt of ben ik van de veerboot afgestapt. Ik hou van Bangkok! Lyka slaakt een kreet van geluk. ‘Daar, die daar!’, roept ze en ze wijst over de rivier naar de “King Power Mahanakhon”. Een enkele toerist kijkt om, ik beantwoord hun blikken met een brede glimlach. Met zijn 314 meter is het een herkenbaar gebouw in het silhouette van Bangkok. Zodra we aan het einde van Silom Road komen gaan we kijken of een oude vriend van ons aanwezig is. Dan kunnen we hallo gaan zeggen na zeker twee jaar. Mike, een oude vriend uit de edelstenen wereld die ook Lyka’s trouwring heeft verzorgd, heeft een atelier in de edelstenen buurt en aangezien het bijna lunchtijd is kunnen we misschien met z’n drieën gaan lunchen.
Mike is verrukt om ons weer te zien en op zijn advies bezoeken een foodcourt waar alleen de lokalen hun magen komen vullen. Voor een heel klein prijsje neem ik een bord vol met “seafood noodles”. We hebben elkaar na al die jaren voldoende te vertellen maar we moeten toch ook weer op tijd richting ons hotel. Afscheid nemen doet altijd een beetje pijn maar de wetenschap dat we elkaar volgend jaar wel weer gaan zien laat de pijn snel verdwijnen. Tot ziens en tot de volgende keer Mike!
De “King Power Mahanakhon” toren is zeker heel indrukwekkend vanuit de smalle
soi die ons vanaf Silom Road in haar richting leid. Het is ons niet helemaal
duidelijk waar de ingang van de uit beton en glas opgetrokken kolos is omdat
de omgeving van de wolkenkrabber nog volop in ontwikkeling is. De omgeving is
een grote bouwput!
Het moet toch gek zijn dat deze kolos geen observatie dek heeft? Ik heb er in
ieder geval nog nooit over gehoord. Een snelle vraag in mijn kolen Thais aan
een half slapende bewaker geeft geen enkele aanwijzing waar we zouden moeten
zijn. Het loopt al tegen drie uur en dan gaan we toch wel richting ons hotel
voordat de spits in het openbaar vervoer begint. Ik begin vermoeid te raken en
krijg langzaam trek in een koud biertje.
Ik kijk goed om me heen en zie dat er nog een van de oude Hokkien begraafplaatsen niet geruimd is. Twintig jaar geleden kwamen Kris en ik hier al foto’s maken. Ik herinner me half open graven waar je de beenderen nog in een half vergane houten kist kon zien liggen! Daar is niets engs aan want deze Chinezen hebben zelfs een feestdag waarop ze naar de graven van hun voorouders gaan om de beenderen schoon te maken en ze weer netjes op een stapeltje terug te leggen.
Vandaag te dag zijn de meeste van de begraafplaatsen in de omgeving geruimd. De prijzen van bouwgrond rijzen hier de pan uit en ook de vroomste Chinees buigt op een bepaald moment voor het geld. Volgend jaar kunnen deze graven zo maar verdwenen zijn. Verhuisd naar andere Chinese begraafplaatsen ver buiten Bangkok. De verbinding met de voorouders blijft nu eenmaal groot, ook bij de jongere moderne bevolking. Bij het skytrain station “Chong Nonsi” staan we weer oog in oog met de “King Power Mahanakhon” toren. De aantrekkingskracht van het moderne gebouw is zo groot dat we haar roep niet kunnen weerstaan. Op het plein voor de vermoedelijke ingang staan hele hordes Chinese toeristen te wachten die met supersnelle liften naar het observatie dek moeten worden gebracht. Voor een moment is er twijfel! Zullen wij ook? Ik kijk op mijn horloge en de tijd begint te dringen. Voor een moment spiek ik op een toegangsbewijs dat een Chinees in zijn hand heeft. 530 baht (€ 15,-) per persoon is me net iets teveel om te gaan haasten en samen met deze kudde Chinezen te worstelen om een plaatsje voor een goed uitzicht over Bangkok. Een stukje skytrain, een stukje wandelen en een ritje met de boot over de klong en we staan weer bij de veerbootpier “Phanfa Bridge”. Bijna anderhalf uur later vallen we uitgeput op bed terwijl de airconditioning de temperatuur in de kamer langzaam naar 27 graden brengt. Na een minuut of tien hijs ik me met moeite van het matras omhoog en begin aan de foto’s die nog op mijn SD-kaartje in de Nikon D600 staan. De eerste indrukken zijn goed. Met een ijskoude Leo bier binnen handbereik begin ik te schrijven maar al na enkele zinnen stokken mijn gedachten door de vermoeidheid. Dan maar foto’s bekijken en de eerste bewerkingen doorvoeren. Ook dit stokt al na een tiental foto’s. Ik ben gewoon te moe na zo’n lange dag Bangkok. Ik neem plaats op het balkon en ga lekker ontspannend naar wat muziek luisteren en aan een biertje nippen. Onder me smeulen de laatste vuurtjes in gegalvaniseerde ketels. Het geld en goud zijn verbrand. Ik moet in mezelf lachen om de indrukken die ik nog niet had verwerkt. Ergens in Chinatown zag ik papieren BMW’s en Mercedessen die konden worden verbrand. Ook platte Tv’s lagen te wachten om door het vuur te worden verslonden. Maar de kartonnen mobiele telefoons? Ik vraag me af of de voorouders weten wat ze met die apparaten moeten doen!
Lyka is blij met haar schoenen die vandaag de test met vlag en wimpel hebben doorstaan. Ik ben blij dat Lyka blij is en we gaan eten bij ons vaste adres. Gebakken rijst met kip en een vreemde versie van Pad Prapow Gai omdat enkele ingrediënten niet meer op voorraad zijn. Ook het Leo bier is op dus kiezen we voor een van de andere populaire bieren van Thailand, het Chang bier. Het eten smaakt ons goed zoals gewoonlijk. Morgen is het zaterdag dus gaan we een klassieker doen!
Het was een heerlijke dag vandaag en dan is het ook nog eens vrijdag. Het is weekend dus gaan we bij wijze van uitzondering ook nog een paar biertjes drinken en mensen kijken vanaf een van de honderden terrassen in de omgeving van Khao San Road.
Ik kijk goed om me heen en zie dat er nog een van de oude Hokkien begraafplaatsen niet geruimd is. Twintig jaar geleden kwamen Kris en ik hier al foto’s maken. Ik herinner me half open graven waar je de beenderen nog in een half vergane houten kist kon zien liggen! Daar is niets engs aan want deze Chinezen hebben zelfs een feestdag waarop ze naar de graven van hun voorouders gaan om de beenderen schoon te maken en ze weer netjes op een stapeltje terug te leggen.
Vandaag te dag zijn de meeste van de begraafplaatsen in de omgeving geruimd. De prijzen van bouwgrond rijzen hier de pan uit en ook de vroomste Chinees buigt op een bepaald moment voor het geld. Volgend jaar kunnen deze graven zo maar verdwenen zijn. Verhuisd naar andere Chinese begraafplaatsen ver buiten Bangkok. De verbinding met de voorouders blijft nu eenmaal groot, ook bij de jongere moderne bevolking. Bij het skytrain station “Chong Nonsi” staan we weer oog in oog met de “King Power Mahanakhon” toren. De aantrekkingskracht van het moderne gebouw is zo groot dat we haar roep niet kunnen weerstaan. Op het plein voor de vermoedelijke ingang staan hele hordes Chinese toeristen te wachten die met supersnelle liften naar het observatie dek moeten worden gebracht. Voor een moment is er twijfel! Zullen wij ook? Ik kijk op mijn horloge en de tijd begint te dringen. Voor een moment spiek ik op een toegangsbewijs dat een Chinees in zijn hand heeft. 530 baht (€ 15,-) per persoon is me net iets teveel om te gaan haasten en samen met deze kudde Chinezen te worstelen om een plaatsje voor een goed uitzicht over Bangkok. Een stukje skytrain, een stukje wandelen en een ritje met de boot over de klong en we staan weer bij de veerbootpier “Phanfa Bridge”. Bijna anderhalf uur later vallen we uitgeput op bed terwijl de airconditioning de temperatuur in de kamer langzaam naar 27 graden brengt. Na een minuut of tien hijs ik me met moeite van het matras omhoog en begin aan de foto’s die nog op mijn SD-kaartje in de Nikon D600 staan. De eerste indrukken zijn goed. Met een ijskoude Leo bier binnen handbereik begin ik te schrijven maar al na enkele zinnen stokken mijn gedachten door de vermoeidheid. Dan maar foto’s bekijken en de eerste bewerkingen doorvoeren. Ook dit stokt al na een tiental foto’s. Ik ben gewoon te moe na zo’n lange dag Bangkok. Ik neem plaats op het balkon en ga lekker ontspannend naar wat muziek luisteren en aan een biertje nippen. Onder me smeulen de laatste vuurtjes in gegalvaniseerde ketels. Het geld en goud zijn verbrand. Ik moet in mezelf lachen om de indrukken die ik nog niet had verwerkt. Ergens in Chinatown zag ik papieren BMW’s en Mercedessen die konden worden verbrand. Ook platte Tv’s lagen te wachten om door het vuur te worden verslonden. Maar de kartonnen mobiele telefoons? Ik vraag me af of de voorouders weten wat ze met die apparaten moeten doen!
Lyka is blij met haar schoenen die vandaag de test met vlag en wimpel hebben doorstaan. Ik ben blij dat Lyka blij is en we gaan eten bij ons vaste adres. Gebakken rijst met kip en een vreemde versie van Pad Prapow Gai omdat enkele ingrediënten niet meer op voorraad zijn. Ook het Leo bier is op dus kiezen we voor een van de andere populaire bieren van Thailand, het Chang bier. Het eten smaakt ons goed zoals gewoonlijk. Morgen is het zaterdag dus gaan we een klassieker doen!
Het was een heerlijke dag vandaag en dan is het ook nog eens vrijdag. Het is weekend dus gaan we bij wijze van uitzondering ook nog een paar biertjes drinken en mensen kijken vanaf een van de honderden terrassen in de omgeving van Khao San Road.