Gerringong (Gerringong YHA), maandag 13 april 1998
Vandaag gaan we verder richting het zuiden. Ik heb een raar gevoel van binnen. Er is geen haast en er zijn de komende maanden maar twee data wanneer ik werkelijk op tijd op een bepaalde plaats moet zijn. De laatste is het belangrijkste, dat is de datum wanneer ik weer terug naar Nederland vlieg. De andere is de datum dat ik een afspraak in Melbourne heb. Verder probeer ik niet te snel, maar ook niet al te langzaam, een rondje oost-Australië te maken.
Vandaag heb ik mijn eerste reisgenoot, Brian uit Glasgow heeft ervoor gekozen om samen met mij een stukje verder te reizen. Hij wacht beneden in het restaurant op me. Hij slaapt namelijk in een privé jeugdherberg omdat die enkele dollars per nacht goedkoper is. Ieder zijn ding maar een beetje rust, hygiëne en veiligheid heeft een prijs.
Aan de informatiebalie heb ik enkele vertrektijden gekregen en rond de middag vertrekken er twee treinen richting het zuiden. Onze bestemming voor vandaag is Gerringong. De reden daarvoor is simpel. Het is een aardig stuk naar het zuiden, er is een YHA-jeugdherberg en we hebben geen betere opties voorhanden.
Nadat ik alles weer in mijn rugzak heb gepakt en de locker en onder het bed heb gecontroleerd of ik niets ben vergeten ga ik op pad. Man wat weegt die rugzak zwaar! Het is de eerste keer dat ik met zo’n ding onderweg ben en ik realiseer me dat ik nog veel heb te leren over het reizen met een rugzak. In de jeugdherberg zie je rugzakken die de helft kleiner zijn maar ik heb ze ook al veel groter gezien! Er zit dus aardig wat overbodige bagage in.
Zoals afgesproken staat Brian beneden naast de receptie op me te wachten. Er heerst hier een zwaar regime met veel discipline. Geen gast van de jeugdherberg, geen toegang! Veiligheid gaat boven alles! Ongemakkelijk kletsent gaan we richting het station dat naast de jeugdherberg ligt. Kaartjes zijn snel gekocht en voor de kleine vier uur reistijd wordt er nog wat proviand ingeslagen. Hier krijg ik meteen al een vreemd gevoel. Brian vult twee flessen met kraanwater en zijn tas puilt uit met boterhammen.
‘Free breakfast in hostel!’, brabbelt hij verontschuldigend wanneer hij zich betrapt voelt.
Ik haal mijn wenkbrauwen op en koop een grote beker koffie, wat zoete koeken en twee zakjes chips. IJskoude cola heb ik al uit de automaat in de jeugdherberg gehaald, de twee blikken zitten in wollen sokken om zo lang mogelijk koel te blijven.
Zodra de trein zich in beweging heeft gezet, en de skyline van Sydney langzaam uit het zicht verdwijnt, realiseer ik me dat ik voorlopig hier niet meer zal terugkeren. Het treinstel rammelt en schud heen en weer. Het is heel rustig in de trein en ik vraag me af of er hier wel geld wordt verdiend. Hoe groter het land des te moeilijker het openbaar vervoer heb ik wel eens gelezen. Wellicht dat de treinen ’s morgens en ’s avonds tot aan de nok gevuld zijn.
We blijken al snel door onze gespreksstof heen en het grootste gedeelte van de treinreis brengen we door in stilte. Om eerlijk te zijn kan het me weinig schelen. Ik geniet van de stilte en de uitzichten in de trein. Dan weer zie ik de ruige zee op de kust slaan en vervolgens de groene rollende heuvels van New South Wales. In Kiama gaan we over op de bus naar Gerringong. Tot nu toe gaat het allemaal op rolletjes! Maar zodra we uit de bus stappen staan we samen geheel verloren aan de rand van de haast lege snelweg aan de rand van een verlaten dorp. Hier is zo weinig werk dat de jonge mensen allemaal naar de stad zijn vertrokken en alleen de gepensioneerden met weinig wensen zijn achtergebleven.
Met de “Lonely Planet” in de hand gaan we op zoek naar de “Gerringong YHA”. Ook dat is gemakkelijker dan ik had verwacht. Australië is een relatief jong land dus haast alle nederzettingen zijn van de laatste honderdvijftig jaar. Alle wegen en straten liggen loodrecht op elkaar tenzij het landschap dat niet toeliet. Met verbazing kijken we samen naar het grote houten gebouw met het typische dak van een Australisch huis, buiten de steden. Een klein bordje aan het hek met het bekende huisje en boompje geeft aan dat we op het juiste adres zijn.
We kloppen op de deur en we bellen aan maar er is geen enkele beweging binnen de jeugdherberg te bekennen. Verbaasd als we zijn probeer ik uiteindelijk maar of de deur misschien niet op slot is. En ja, de deur is gewoon open en verbaasd slepen we onze rugzakken naar binnen.
Na een kleine hal komen we in een grote kamer die hoogstwaarschijnlijk de gemeenschappelijke ruimte is. Brian vult direct weer zijn waterflessen en valt neer op een plastic keukenstoel. Ik heb geen zin om te wachten dus ga ik op onderzoek uit. De slaapkamers met de stapelbedden zijn snel gevonden. Er is in geen enkele slaapkamer een spoor van bewoning te vinden! Al snel begrijp ik dat de eigenaar van dit onverkoopbare huis er uit nood maar een jeugdherberg van heeft gemaakt. Hij zal straks wel langskomen om het een en ander te regelen. Wachten heeft dus geen zin! We zetten onze spullen in een lege slaapkamer en gaan op onderzoek uit in het verlaten Gerringong.
Het plattegrondje van Gerringong in de LP geeft enige houvast maar het blijkt ook hopeloos veroudert. We slenteren doelloos rond en af en toe volgen we een van de bekende bruine borden richting toeristische bezienswaardigheden. Omdat Australië nog zo’n relatief jong land is zijn het in 99% van de gevallen natuurverschijnsels of rotsformaties.
Op de terugweg lopen we tegen een kleine supermarkt aan die zijn assortiment de afgelopen jaren tot een absoluut minimum heeft zien krimpen. De verse groenten en fruit zien er niet uit. De schappen zijn gevuld met eindeloze rijen blikken en potten maar gelukkig is de vriezer redelijk goed gevuld. We moeten vanavond eten dus probeer is voorzichtig Brian te polsen of hij wellicht geïnteresseerd is om samen eten te kopen en de kosten voor de avondmaaltijd te delen.
Nou, dat gaat hem dus niet worden! Hij heeft nog wat van zijn gratis brood in zijn rugzak en hij is niet zo van groente en/of ander gezond voedsel. Nu ben ik wel bekend met de vreemde eetgewoontes van de Schotten maar Brian is een speciaal geval op zichzelf!
Ik koop voorzichtig voor twee dagen in want we zijn van plan om hier twee nachten door te brengen. Die gedachte laat me huiveren. Voor mijn gevoel hebben we het hele dorp al gezien en hoe moet ik in hemelsnaam morgen de hele dag met Brian door zien te komen.
Bij terugkomst worden we opgevangen door de manager van de jeugdherberg. Onze inschattingen waren goed! We zijn vanavond de enige twee gasten. Voor morgen staat er een reservering voor een gezin maar het komt vaak genoeg voor dat die gewoon niet komen opdagen. Het eigen boekingssysteem van de “YHA Australia” is niet helemaal waterdicht. Twee nachten dus en of hij misschien naar “Bateman’s Bay” kan bellen om onze boeking door te geven. Het is allemaal ‘No Problem’ en tijdens het bellen op de vraag ‘How many nights?’ Antwoord ik zonder na te denken ‘vier’. Brian kijkt me vreemd aan maar houdt wijselijk zijn mond.
Zodra de duisternis valt bak ik al mijn verse ontdooide saucijzen. Brian zit aan zijn oude boterhammen met zoete pindakaas. Hij hoeft niet bij zijn avondmaaltijd te drinken want de geur van de gebakken worsten laat hem het water in de mond lopen. Ik hoop niet dat vraagt om een gratis worst! Want met zulke mensen heb ik in Katoomba al kennis gemaakt. Een nog duurder dan in Katoomba six-pack “Victoria Bitter” bier, oftewel liefkozend door de Australiërs Vee-Bee genoemd, maakt de avond nog wat dragelijk.
Omdat het kan slaapt Brian alleen in een andere kamer. Waarom is mij een raadsel, waarom twee kamers gebruiken de aardige manager meer werk bezorgen? Ik haal mijn wenkbrauwen op en realiseer me dat ik wel met een heel vreemde vogel onderweg ben. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we weer uit elkaar gaan.
Nog een paar bladzijden lezen en dan slapen. Weer een vreemde slaapplaats met vreemde geluiden, vreemde geuren en vreemde lichten. Ik probeer niet te denken aan de giftige spinnen en slangen die hier in grote variëteit voorkomen.
Vandaag gaan we verder richting het zuiden. Ik heb een raar gevoel van binnen. Er is geen haast en er zijn de komende maanden maar twee data wanneer ik werkelijk op tijd op een bepaalde plaats moet zijn. De laatste is het belangrijkste, dat is de datum wanneer ik weer terug naar Nederland vlieg. De andere is de datum dat ik een afspraak in Melbourne heb. Verder probeer ik niet te snel, maar ook niet al te langzaam, een rondje oost-Australië te maken.
Vandaag heb ik mijn eerste reisgenoot, Brian uit Glasgow heeft ervoor gekozen om samen met mij een stukje verder te reizen. Hij wacht beneden in het restaurant op me. Hij slaapt namelijk in een privé jeugdherberg omdat die enkele dollars per nacht goedkoper is. Ieder zijn ding maar een beetje rust, hygiëne en veiligheid heeft een prijs.
Aan de informatiebalie heb ik enkele vertrektijden gekregen en rond de middag vertrekken er twee treinen richting het zuiden. Onze bestemming voor vandaag is Gerringong. De reden daarvoor is simpel. Het is een aardig stuk naar het zuiden, er is een YHA-jeugdherberg en we hebben geen betere opties voorhanden.
Nadat ik alles weer in mijn rugzak heb gepakt en de locker en onder het bed heb gecontroleerd of ik niets ben vergeten ga ik op pad. Man wat weegt die rugzak zwaar! Het is de eerste keer dat ik met zo’n ding onderweg ben en ik realiseer me dat ik nog veel heb te leren over het reizen met een rugzak. In de jeugdherberg zie je rugzakken die de helft kleiner zijn maar ik heb ze ook al veel groter gezien! Er zit dus aardig wat overbodige bagage in.
Zoals afgesproken staat Brian beneden naast de receptie op me te wachten. Er heerst hier een zwaar regime met veel discipline. Geen gast van de jeugdherberg, geen toegang! Veiligheid gaat boven alles! Ongemakkelijk kletsent gaan we richting het station dat naast de jeugdherberg ligt. Kaartjes zijn snel gekocht en voor de kleine vier uur reistijd wordt er nog wat proviand ingeslagen. Hier krijg ik meteen al een vreemd gevoel. Brian vult twee flessen met kraanwater en zijn tas puilt uit met boterhammen.
‘Free breakfast in hostel!’, brabbelt hij verontschuldigend wanneer hij zich betrapt voelt.
Ik haal mijn wenkbrauwen op en koop een grote beker koffie, wat zoete koeken en twee zakjes chips. IJskoude cola heb ik al uit de automaat in de jeugdherberg gehaald, de twee blikken zitten in wollen sokken om zo lang mogelijk koel te blijven.
Zodra de trein zich in beweging heeft gezet, en de skyline van Sydney langzaam uit het zicht verdwijnt, realiseer ik me dat ik voorlopig hier niet meer zal terugkeren. Het treinstel rammelt en schud heen en weer. Het is heel rustig in de trein en ik vraag me af of er hier wel geld wordt verdiend. Hoe groter het land des te moeilijker het openbaar vervoer heb ik wel eens gelezen. Wellicht dat de treinen ’s morgens en ’s avonds tot aan de nok gevuld zijn.
We blijken al snel door onze gespreksstof heen en het grootste gedeelte van de treinreis brengen we door in stilte. Om eerlijk te zijn kan het me weinig schelen. Ik geniet van de stilte en de uitzichten in de trein. Dan weer zie ik de ruige zee op de kust slaan en vervolgens de groene rollende heuvels van New South Wales. In Kiama gaan we over op de bus naar Gerringong. Tot nu toe gaat het allemaal op rolletjes! Maar zodra we uit de bus stappen staan we samen geheel verloren aan de rand van de haast lege snelweg aan de rand van een verlaten dorp. Hier is zo weinig werk dat de jonge mensen allemaal naar de stad zijn vertrokken en alleen de gepensioneerden met weinig wensen zijn achtergebleven.
Met de “Lonely Planet” in de hand gaan we op zoek naar de “Gerringong YHA”. Ook dat is gemakkelijker dan ik had verwacht. Australië is een relatief jong land dus haast alle nederzettingen zijn van de laatste honderdvijftig jaar. Alle wegen en straten liggen loodrecht op elkaar tenzij het landschap dat niet toeliet. Met verbazing kijken we samen naar het grote houten gebouw met het typische dak van een Australisch huis, buiten de steden. Een klein bordje aan het hek met het bekende huisje en boompje geeft aan dat we op het juiste adres zijn.
We kloppen op de deur en we bellen aan maar er is geen enkele beweging binnen de jeugdherberg te bekennen. Verbaasd als we zijn probeer ik uiteindelijk maar of de deur misschien niet op slot is. En ja, de deur is gewoon open en verbaasd slepen we onze rugzakken naar binnen.
Na een kleine hal komen we in een grote kamer die hoogstwaarschijnlijk de gemeenschappelijke ruimte is. Brian vult direct weer zijn waterflessen en valt neer op een plastic keukenstoel. Ik heb geen zin om te wachten dus ga ik op onderzoek uit. De slaapkamers met de stapelbedden zijn snel gevonden. Er is in geen enkele slaapkamer een spoor van bewoning te vinden! Al snel begrijp ik dat de eigenaar van dit onverkoopbare huis er uit nood maar een jeugdherberg van heeft gemaakt. Hij zal straks wel langskomen om het een en ander te regelen. Wachten heeft dus geen zin! We zetten onze spullen in een lege slaapkamer en gaan op onderzoek uit in het verlaten Gerringong.
Het plattegrondje van Gerringong in de LP geeft enige houvast maar het blijkt ook hopeloos veroudert. We slenteren doelloos rond en af en toe volgen we een van de bekende bruine borden richting toeristische bezienswaardigheden. Omdat Australië nog zo’n relatief jong land is zijn het in 99% van de gevallen natuurverschijnsels of rotsformaties.
Op de terugweg lopen we tegen een kleine supermarkt aan die zijn assortiment de afgelopen jaren tot een absoluut minimum heeft zien krimpen. De verse groenten en fruit zien er niet uit. De schappen zijn gevuld met eindeloze rijen blikken en potten maar gelukkig is de vriezer redelijk goed gevuld. We moeten vanavond eten dus probeer is voorzichtig Brian te polsen of hij wellicht geïnteresseerd is om samen eten te kopen en de kosten voor de avondmaaltijd te delen.
Nou, dat gaat hem dus niet worden! Hij heeft nog wat van zijn gratis brood in zijn rugzak en hij is niet zo van groente en/of ander gezond voedsel. Nu ben ik wel bekend met de vreemde eetgewoontes van de Schotten maar Brian is een speciaal geval op zichzelf!
Ik koop voorzichtig voor twee dagen in want we zijn van plan om hier twee nachten door te brengen. Die gedachte laat me huiveren. Voor mijn gevoel hebben we het hele dorp al gezien en hoe moet ik in hemelsnaam morgen de hele dag met Brian door zien te komen.
Bij terugkomst worden we opgevangen door de manager van de jeugdherberg. Onze inschattingen waren goed! We zijn vanavond de enige twee gasten. Voor morgen staat er een reservering voor een gezin maar het komt vaak genoeg voor dat die gewoon niet komen opdagen. Het eigen boekingssysteem van de “YHA Australia” is niet helemaal waterdicht. Twee nachten dus en of hij misschien naar “Bateman’s Bay” kan bellen om onze boeking door te geven. Het is allemaal ‘No Problem’ en tijdens het bellen op de vraag ‘How many nights?’ Antwoord ik zonder na te denken ‘vier’. Brian kijkt me vreemd aan maar houdt wijselijk zijn mond.
Zodra de duisternis valt bak ik al mijn verse ontdooide saucijzen. Brian zit aan zijn oude boterhammen met zoete pindakaas. Hij hoeft niet bij zijn avondmaaltijd te drinken want de geur van de gebakken worsten laat hem het water in de mond lopen. Ik hoop niet dat vraagt om een gratis worst! Want met zulke mensen heb ik in Katoomba al kennis gemaakt. Een nog duurder dan in Katoomba six-pack “Victoria Bitter” bier, oftewel liefkozend door de Australiërs Vee-Bee genoemd, maakt de avond nog wat dragelijk.
Omdat het kan slaapt Brian alleen in een andere kamer. Waarom is mij een raadsel, waarom twee kamers gebruiken de aardige manager meer werk bezorgen? Ik haal mijn wenkbrauwen op en realiseer me dat ik wel met een heel vreemde vogel onderweg ben. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we weer uit elkaar gaan.
Nog een paar bladzijden lezen en dan slapen. Weer een vreemde slaapplaats met vreemde geluiden, vreemde geuren en vreemde lichten. Ik probeer niet te denken aan de giftige spinnen en slangen die hier in grote variëteit voorkomen.