zaterdag 4 april 1998

Australië: En daar is de familie

Long Jetty

Long Jetty NSW (Thuis bij Betty en Casey), zaterdag 4 april 1998 

Je zal het bijna niet geloven maar de familie zou vandaag bijna 600 kilometer rijden om mij te begroeten. Denk daar eens goed over na? Een stukje verder dan Parijs om hallo tegen iemand te zeggen die je je haast niet kan herinneren. Het is een vreemde wereld en opnieuw wordt me duidelijk hoe uitgestrekt dit land is! De pionierscode is in in Australië sterker dan ik ooit had kunnen denken.
Mijn eerste kennismaking met de jetlag is meteen een goede. Ik heb wel geslapen maar de hele wereld om me heen voelt vreemd aan. Mijn geest zegt dat het dag is maar mijn lichaam denkt dat het nacht is. Na het ontbijt zit de dag er al bijna op, er is geen programma behalve wat rusten en eten. Ik voel me al een beetje verveeld want om eerlijk te zijn hebben we alles al gezegd wat er gezegd kan worden.
De familie uit Sydney en Bemboka arriveert in de ochtend en iedereen is blij om de rest van de familie weer te zien. Ik vindt het een beetje vreemd en gênant dat de aankomst van mijn persoon in Australië het middelpunt èn de reden is voor een familiebijeenkomst.

Na het eten vraag ik aan Kees en Peter of we misschien wat kunnen gaan wandelen. Ik ben hier tenslotte om wat te zien. Bier drinken kan tenslotte vanmiddag nog wel. Tijdens de wandeling val ik van de ene verbazing in de andere. Het is hier echt mooi, heel mooi! Maar waar zijn de mensen? De straten zijn verlaten als na een aanval met kernwapens. Er is echt niemand te zien op straat! Kees verteld me dat alle mensen achter hun huis en achter hoge schuttingen in hun tuin weggescholen zitten. Een vreemde gedachte voor een sociaal beest uit Nederland. In de supermarkt pikken we snel nog wat laatste boodschappen op voor het eten van vanavond. Ook in deze enorme winkel is het heel anders dan in Nederland. Wat je meteen opvalt zijn de enorme verpakkingen! 3½ liter melk in een plastic fles. Dozen met van alles en nog wat in het formaat “weeshuis”!
Peter roept me en verbaasd ga ik kijken wat er aan de hand is. Hij wijst tussen twee rekken door naar een spin die daar zijn web heeft gesponnen.
‘Redback spider’, zegt hij fluisterend. ‘Een van de meest giftige spinnen in de wereld’
Ik kijk nog een keer goed en prent het kleine insect goed in mijn geheugen. Ik weet in ieder geval dat ik contact met die beestjes de komende drie maanden moet zien te vermijden.

Langs de zee zoeken we een bankje om even in de zon te genieten van wat Australië te bieden heeft. Wat me direct opvalt wanneer we zijn gaan zitten zijn de eindeloze stroom verbodsborden langs de wegen en paden. Je mag dit niet, je mag dat niet, en alles met boetes waar je in Nederland maanden voor moet werken. Ik vraag me af wat hier nog wel mag!
Na het uitbundige avondeten drinken we nog wat, ondanks de hoge bierprijzen wordt er stevig door de mannen gedronken, maar niet voor al te lang. Ik heb het excuus dat ik nog moe van de reis ben en ga niet al te laat naar bed. Morgen staan we vroeg op om naar de “Sydney Royal Easter Show” te gaan. Peter en Johanna hebben me uitgenodigd, de kinderen gaan vanzelfsprekend ook mee. Dus morgen is eigenlijk mijn eerste echte dag in Australië.
Copyright/Disclaimer