Sydney (Sydney Central YHA), zondag 12 april 1998
En dan wordt je wakker in Sydney! Mijn maag knort en ik heb zin in koffie. Het is iets over acht uur en mijn drie kamergenoten zijn al verdwenen. Het zal niet zo lang duren voordat ik ook ben verdwenen om te ontbijten en de stad te gaan verkennen.
In de gezamenlijke badruimtes is het spitsuur! Ruisende waterstralen, een gemengde geur van pepermunt en shampoo, stille en luidruchtige mensen, een mengeling die ik hoogstwaarschijnlijk wel vaker zal tegenkomen de komende maanden. Ik ben in ieder geval zo klaar met het maken van mijn toilet!
Vijf verdiepingen lager is het in de enorme eetruimte op de begane grond nog drukker dan in de badruimtes. Koffie en thee zijn gratis en de kleine ontbijtjes kosten minder dan buiten de jeugdherberg in de vele cafeetjes en eethuisjes rond de jeugdherberg. Binnen een minuut heb ik al gezien dat het vinden van een zitplaats in het restaurant het grootste probleem is. Dat wordt dus buiten de deur eten, het zal vandaag sowieso geen goedkope dag worden.
Om de hoek bij een “Subway”, een gezond fastfood restaurant, koop ik een broodje met een enorme beker koffie. Het 12” (30cm) broodje met “Chicken Teriyaki” is in de aanbieding en de foto ziet het er zeer appetijtelijk uit. Op een kruk aan het raam zie ik het verkeer voorbij kruipen en mensen naar hun werk haasten. Op reis zijn heeft dan ook zijn voordelen. Een paar maanden zonder werk is gelukkig geen probleem.
Op weg naar de natuurlijke haven van Sydney kijk ik over mijn schouder naar het “Sydney Central YHA”. Zonder de jeugdherbergen zou het onmogelijk te zijn om deze reis te maken. Hotelkamers kosten zo maar fl 150,- per nacht in Australië en dan moet je toch wel een aanzienlijk budget hebben!
Een stukje verder passeer ik de “Sydney Tower” en op dat moment realiseer ik me dat het wel droog is maar dat er ook wel regen in de lucht zit. Ik kan daar niet sacherijnig van worden. De onverwachte aankoop van een paraplu zal pas worden gedaan wanneer het ècht noodzakelijk is. En zo te zien gebeurt dat vaak want om de twintig meter worden er goedkope Chinese paraplus aangeboden.
Hoewel ik de vuistdikke “Lonely Planet”, de reisbijbel door reizigers, voor reizigers, heb doorgeworsteld heb ik geen enkel idee wat ik vandaag ga doen. Als eerste kies ik voor de rondvaart door de natuurlijke haven van Sydney. Zij is tenslotte de reden dat James Cook hier een nederzetting stichtte. De rest is geschiedenis.
De prijs voor de rondvaart, ongeveer fl 20,-, doet me wel een beetje pijn. Ik ben net op pad en ⅓ van mijn dagbudget is al verdwenen. Ik heb nog een maand om daar over na te denken en om eerlijk te zijn heb ik al een mogelijke oplossing in gedachten.
Aan boord, op het water, is het nog fris maar het weer klaart op en er zijn al blauwe plekken te zien in het wolkendek. Australisch weer is vreemd maar lekker, relatief koude nachten worden afgewisseld met relatief warme dagen. Het is eigenlijk het perfecte weer!
Het in 1973 geopende “Sydney Opera House” behoeft geen introductie. Het iconische gebouw is met haar parelwitte daken net zo herkenbaar als de “toren van Pisa” en “het Vrijheidsbeeld” in New York. Ik ben onder de indruk en om eerlijk te zijn ben ik er ook een beetje stil van de majestueuze vertoning. Het is alleen jammer dat het overlijden van mijn grootmoeder de reden is van mijn bezoek aan Australië. Ik had het al veel eerder moeten bezoeken. Maar ja, er zijn altijd andere prioriteiten om mijn geld aan te besteden.
De speaker schalt in een plat Australisch accent de kennis over de haven. Elke rots, elk eilandje, elk oud gebouw en haast elk aan het water grenzende gebied heeft een geschiedenis waar je nekharen recht van overeind gaan staan. Want geloof het of niet, de geschiedenis van Australië is er niet een om over op te scheppen. Gedwongen deportaties, moord en uitbuiting, en heel veel bloed, zweet en tranen heeft dit enorme (ei)land gevormd tot wat het vandaag de dag is.
De “Sydney Harbour Bridge” is het ondergewaarde zusje van het “Sydney Opera House” over het water. Daarom nog maar even een foto van de drie iconen van “Sydney Harbour”, ook een veerboot waarvan er elk moment van de dag zeker zeven op het water te zien zijn. Zij zijn de belangrijkste verbinding tussen de noordelijke en zuidelijke oevers van de haven.
Tijdens de boottocht heb ik alvast de andere helft van mijn broodje opgegeten. De rondvaart duurt langer dan ik had verwacht. Het is ook veel leuker en interessanter dan verwacht maar ik wel mis is wat gezelschap. Mijn gedachten dwalen af terwijl ik naar de horizon over de haast gladde ze staar. Daar ligt Nieuw-Zeeland, dat zou ik ook graag een keer gaan bezoeken! Misschien iets voor later?
Bij terugkomst aan de pier van “Circular Quay” is het merendeel van de wolken al opgelost en het belooft dus een mooie dag te worden. En dan koffie! Een vreemde cultuur rolt me tegemoet. Australië is zonder twijfel Brits, en dan wel Brits van jaren geleden. Niet dat ze hier achterlopen maar de sociale gebruiken doen me wel denken aan twintig jaar geleden. Alles is veel gemoedelijker en de mensen zijn heel beleefd. Aan de andere kant lijkt het heel veel op het Amerika dat ik ken van de TV, zowel series als actualiteiten. De straten zijn er uitzonderlijk breed en schoon. Overal is koffie en thee te verkrijgen maar de manier waarop is voor mij wel een beetje vreemd.
Koffie is als een fastfood artikel, snel bestellen, inschenken en afrekenen en dan weer snel weg. Het is moeilijk om een plekje te vinden waar je rustig van je koffie uit een porseleinen of aardewerk kopje kan genieten. Papieren bekers hebben de voorkeur. Ook komt de koffie in verschillende maatbekers die niet altijd voor toeristen even overzichtelijk zijn. Hoewel Australië officieel de metrische maatvoering hanteert kom je overal nog de oude imperial maatvoering tegen. De ouderen in de samenleving praten nog steeds in mijlen en “fluid ounces”.
Ik gok op een beker van “12 fl oz” en dat zou voldoende moeten zijn om mijn cafeïne drang weer te bevredigen! Op een bankje in de zon aan de haven van Sydney geniet ik van het tafereel dat me wordt aangeboden.
Ondertussen heb ik een gratis plattegrond van het centrum van Sydney opgepikt bij een van de tientallen toeristenbureautjes die je van alles en nog wat aanbieden om de dag in deze wereldstad door te komen. Achter “Circular Quay” ligt het “Royal Botanic Gardens”, een enorm park met daarin ook het “Government House”. Sydney is, tot tegenstelling van wat de meeste mensen denken, nooit de hoofdstad van Australië geweest. Dat er een “Government House” staat heeft te maken dat er in het begin alleen een gebied aan de zuidoost kust de naam “New South Wales” met Sydney als hoofdstad. De botanische tuinen zijn interessant maar ik kan moeilijk mijn foto’s gaan verspillen aan vreemde planten en bomen uit “de stille zuidzee”!
Ik zwerf door de straten van Sydney zonder een doel. En zo kom ik in de oude beruchte buurt terecht die “The Rocks” heet. Een historische en toeristische mengelmoes op de zuidelijke oever van de haven. Een schitterende omgeving die er honderd jaar geleden er wel heel bijzonder moet hebben uitgezien. Ook ontdek ik het “Mercantile Hotel” zodat ik vanavond in ieder geval niet meer hoef te zoeken.
Terug in het hostel ga ik maar eens op onderzoek uit wat er in zo’n enorme jeugdherberg allemaal te doen is. Tot mijn grote verbazing ontdek ik een houten Zweedse sauna op het dakterras. Een snelle blik door het kleine raampje leert me dat de sauna helemaal leeg is. Nou, daar hoef ik niet lang over na te denken.
Gekleed in mijn handdoek, met nog wel mijn zwembroek eronder, loop ik over de trap naar boven. Eenmaal in het snikhete hokje gaat alles uit en gooi ik een flinke scheut water vermengt met eucalyptusolie over de hete stenen. Mijn sinussen en zweetporiën openen zich en mijn lichaam gaat over in een andere staat.
Af en toe zie ik wel mensen naar binnen kijken door het kleine raampje maar er komt niemand naar binnen. Even de zwembroek aan en dan dompelen in het wisselbad van ijskoud water en warm water op lichaamstemperatuur. Niets aan de hand zou je zeggen?
Ik herhaal mijn eerste handelingen en niet lang daarna klopt er een man op het raampje en maakt met zijn wijsvinger het krullende gebaar dat ik naar buiten moet komen. Verbaasd sla ik de handdoek om mijn middel en volg zijn aanwijzingen op.
Voor de sauna krijg ik een hele preek over de sauna gewoontes in Australië en verbaasd vertel ik hem dat het in Europa heel normaal is om naakt in de sauna te zitten. Nou, hij moet er om lachen maar in Australië is het normaal dat je je zwembroek aanhoud. Ook goed! Ik trek mijn zwembroek aan en zonder verdere problemen neem ik weer plaats in de sauna.
Binnen een minuut stroomt er een groep Japanse dames binnen die duidelijk groter is dan de capaciteit van het kleine houten hokje. Ik heb nergens gelezen dat je je zwembroek aan moet hebben in de sauna maar ik heb naast de deur wel gelezen wat de maximum capaciteit is van de sauna. Wellicht dat de Japanse dames dat niet kunnen lezen, het is tenslotte in het engels.
De groep giechelt zonder ophouden en fluistert in het Japans. Het duurt niet al te lang voordat ik in de gaten heb dat ik hun gespreksonderwerp ben. Ik heb weinig kaas gegeten van de Japanse cultuur maar ik weet wel dat de sociale verhoudingen tussen mannen en vrouwen heel anders zijn dan die in de westerse wereld. Vooral mijn lichaamshaar schijnt het belangrijkste onderwerp te zijn van hun gesprek. Ik kijk op mijn horloge en mijn tijd zit er op. Nog even dompelen in de wisselbaden en dan voorbereiden op het afscheid.
Onderweg naar de bar eet ik nog een pizza punt, erg goedkoop aan het einde van de werkdag, en iets vroeger dan verwacht stap ik dan de bar van het “Mercantile Hotel” binnen. De eerste gasten zijn er al en iedereen, met uitzondering van mezelf, heeft weer aanhang meegebracht. Een vreemd gevoel bekruipt me! Ik weet dat ik door de depressies niet altijd het zonnetje in huis ben maar ik ben toch zeker ook niet een sociale mislukkeling?
Het duurt niet al te lang om deze gedachten kwijt te raken. Een bandje speelt in een achterzaaltje vrolijke deuntjes. We verspreiden ons door het hele hotel en na een heel gezellige avond wordt het afscheid nemen steeds moeilijker.
Misschien zien we elkaar wel weer onderweg?
Hoe klein die kans ook is die paar woorden geven ons het gevoel van verbondenheid in dit enorme land. Op de terugweg naar de jeugdherberg laat ik de dagen die achter me liggen de revue passeren. Het was een prima start en als het zo blijft heb ik een fantastische reis door Australië voor de boeg.
En dan wordt je wakker in Sydney! Mijn maag knort en ik heb zin in koffie. Het is iets over acht uur en mijn drie kamergenoten zijn al verdwenen. Het zal niet zo lang duren voordat ik ook ben verdwenen om te ontbijten en de stad te gaan verkennen.
In de gezamenlijke badruimtes is het spitsuur! Ruisende waterstralen, een gemengde geur van pepermunt en shampoo, stille en luidruchtige mensen, een mengeling die ik hoogstwaarschijnlijk wel vaker zal tegenkomen de komende maanden. Ik ben in ieder geval zo klaar met het maken van mijn toilet!
Vijf verdiepingen lager is het in de enorme eetruimte op de begane grond nog drukker dan in de badruimtes. Koffie en thee zijn gratis en de kleine ontbijtjes kosten minder dan buiten de jeugdherberg in de vele cafeetjes en eethuisjes rond de jeugdherberg. Binnen een minuut heb ik al gezien dat het vinden van een zitplaats in het restaurant het grootste probleem is. Dat wordt dus buiten de deur eten, het zal vandaag sowieso geen goedkope dag worden.
Om de hoek bij een “Subway”, een gezond fastfood restaurant, koop ik een broodje met een enorme beker koffie. Het 12” (30cm) broodje met “Chicken Teriyaki” is in de aanbieding en de foto ziet het er zeer appetijtelijk uit. Op een kruk aan het raam zie ik het verkeer voorbij kruipen en mensen naar hun werk haasten. Op reis zijn heeft dan ook zijn voordelen. Een paar maanden zonder werk is gelukkig geen probleem.
Op weg naar de natuurlijke haven van Sydney kijk ik over mijn schouder naar het “Sydney Central YHA”. Zonder de jeugdherbergen zou het onmogelijk te zijn om deze reis te maken. Hotelkamers kosten zo maar fl 150,- per nacht in Australië en dan moet je toch wel een aanzienlijk budget hebben!
Een stukje verder passeer ik de “Sydney Tower” en op dat moment realiseer ik me dat het wel droog is maar dat er ook wel regen in de lucht zit. Ik kan daar niet sacherijnig van worden. De onverwachte aankoop van een paraplu zal pas worden gedaan wanneer het ècht noodzakelijk is. En zo te zien gebeurt dat vaak want om de twintig meter worden er goedkope Chinese paraplus aangeboden.
Hoewel ik de vuistdikke “Lonely Planet”, de reisbijbel door reizigers, voor reizigers, heb doorgeworsteld heb ik geen enkel idee wat ik vandaag ga doen. Als eerste kies ik voor de rondvaart door de natuurlijke haven van Sydney. Zij is tenslotte de reden dat James Cook hier een nederzetting stichtte. De rest is geschiedenis.
De prijs voor de rondvaart, ongeveer fl 20,-, doet me wel een beetje pijn. Ik ben net op pad en ⅓ van mijn dagbudget is al verdwenen. Ik heb nog een maand om daar over na te denken en om eerlijk te zijn heb ik al een mogelijke oplossing in gedachten.
Aan boord, op het water, is het nog fris maar het weer klaart op en er zijn al blauwe plekken te zien in het wolkendek. Australisch weer is vreemd maar lekker, relatief koude nachten worden afgewisseld met relatief warme dagen. Het is eigenlijk het perfecte weer!
Het in 1973 geopende “Sydney Opera House” behoeft geen introductie. Het iconische gebouw is met haar parelwitte daken net zo herkenbaar als de “toren van Pisa” en “het Vrijheidsbeeld” in New York. Ik ben onder de indruk en om eerlijk te zijn ben ik er ook een beetje stil van de majestueuze vertoning. Het is alleen jammer dat het overlijden van mijn grootmoeder de reden is van mijn bezoek aan Australië. Ik had het al veel eerder moeten bezoeken. Maar ja, er zijn altijd andere prioriteiten om mijn geld aan te besteden.
De speaker schalt in een plat Australisch accent de kennis over de haven. Elke rots, elk eilandje, elk oud gebouw en haast elk aan het water grenzende gebied heeft een geschiedenis waar je nekharen recht van overeind gaan staan. Want geloof het of niet, de geschiedenis van Australië is er niet een om over op te scheppen. Gedwongen deportaties, moord en uitbuiting, en heel veel bloed, zweet en tranen heeft dit enorme (ei)land gevormd tot wat het vandaag de dag is.
De “Sydney Harbour Bridge” is het ondergewaarde zusje van het “Sydney Opera House” over het water. Daarom nog maar even een foto van de drie iconen van “Sydney Harbour”, ook een veerboot waarvan er elk moment van de dag zeker zeven op het water te zien zijn. Zij zijn de belangrijkste verbinding tussen de noordelijke en zuidelijke oevers van de haven.
Tijdens de boottocht heb ik alvast de andere helft van mijn broodje opgegeten. De rondvaart duurt langer dan ik had verwacht. Het is ook veel leuker en interessanter dan verwacht maar ik wel mis is wat gezelschap. Mijn gedachten dwalen af terwijl ik naar de horizon over de haast gladde ze staar. Daar ligt Nieuw-Zeeland, dat zou ik ook graag een keer gaan bezoeken! Misschien iets voor later?
Bij terugkomst aan de pier van “Circular Quay” is het merendeel van de wolken al opgelost en het belooft dus een mooie dag te worden. En dan koffie! Een vreemde cultuur rolt me tegemoet. Australië is zonder twijfel Brits, en dan wel Brits van jaren geleden. Niet dat ze hier achterlopen maar de sociale gebruiken doen me wel denken aan twintig jaar geleden. Alles is veel gemoedelijker en de mensen zijn heel beleefd. Aan de andere kant lijkt het heel veel op het Amerika dat ik ken van de TV, zowel series als actualiteiten. De straten zijn er uitzonderlijk breed en schoon. Overal is koffie en thee te verkrijgen maar de manier waarop is voor mij wel een beetje vreemd.
Koffie is als een fastfood artikel, snel bestellen, inschenken en afrekenen en dan weer snel weg. Het is moeilijk om een plekje te vinden waar je rustig van je koffie uit een porseleinen of aardewerk kopje kan genieten. Papieren bekers hebben de voorkeur. Ook komt de koffie in verschillende maatbekers die niet altijd voor toeristen even overzichtelijk zijn. Hoewel Australië officieel de metrische maatvoering hanteert kom je overal nog de oude imperial maatvoering tegen. De ouderen in de samenleving praten nog steeds in mijlen en “fluid ounces”.
Ik gok op een beker van “12 fl oz” en dat zou voldoende moeten zijn om mijn cafeïne drang weer te bevredigen! Op een bankje in de zon aan de haven van Sydney geniet ik van het tafereel dat me wordt aangeboden.
Ondertussen heb ik een gratis plattegrond van het centrum van Sydney opgepikt bij een van de tientallen toeristenbureautjes die je van alles en nog wat aanbieden om de dag in deze wereldstad door te komen. Achter “Circular Quay” ligt het “Royal Botanic Gardens”, een enorm park met daarin ook het “Government House”. Sydney is, tot tegenstelling van wat de meeste mensen denken, nooit de hoofdstad van Australië geweest. Dat er een “Government House” staat heeft te maken dat er in het begin alleen een gebied aan de zuidoost kust de naam “New South Wales” met Sydney als hoofdstad. De botanische tuinen zijn interessant maar ik kan moeilijk mijn foto’s gaan verspillen aan vreemde planten en bomen uit “de stille zuidzee”!
Ik zwerf door de straten van Sydney zonder een doel. En zo kom ik in de oude beruchte buurt terecht die “The Rocks” heet. Een historische en toeristische mengelmoes op de zuidelijke oever van de haven. Een schitterende omgeving die er honderd jaar geleden er wel heel bijzonder moet hebben uitgezien. Ook ontdek ik het “Mercantile Hotel” zodat ik vanavond in ieder geval niet meer hoef te zoeken.
Terug in het hostel ga ik maar eens op onderzoek uit wat er in zo’n enorme jeugdherberg allemaal te doen is. Tot mijn grote verbazing ontdek ik een houten Zweedse sauna op het dakterras. Een snelle blik door het kleine raampje leert me dat de sauna helemaal leeg is. Nou, daar hoef ik niet lang over na te denken.
Gekleed in mijn handdoek, met nog wel mijn zwembroek eronder, loop ik over de trap naar boven. Eenmaal in het snikhete hokje gaat alles uit en gooi ik een flinke scheut water vermengt met eucalyptusolie over de hete stenen. Mijn sinussen en zweetporiën openen zich en mijn lichaam gaat over in een andere staat.
Af en toe zie ik wel mensen naar binnen kijken door het kleine raampje maar er komt niemand naar binnen. Even de zwembroek aan en dan dompelen in het wisselbad van ijskoud water en warm water op lichaamstemperatuur. Niets aan de hand zou je zeggen?
Ik herhaal mijn eerste handelingen en niet lang daarna klopt er een man op het raampje en maakt met zijn wijsvinger het krullende gebaar dat ik naar buiten moet komen. Verbaasd sla ik de handdoek om mijn middel en volg zijn aanwijzingen op.
Voor de sauna krijg ik een hele preek over de sauna gewoontes in Australië en verbaasd vertel ik hem dat het in Europa heel normaal is om naakt in de sauna te zitten. Nou, hij moet er om lachen maar in Australië is het normaal dat je je zwembroek aanhoud. Ook goed! Ik trek mijn zwembroek aan en zonder verdere problemen neem ik weer plaats in de sauna.
Binnen een minuut stroomt er een groep Japanse dames binnen die duidelijk groter is dan de capaciteit van het kleine houten hokje. Ik heb nergens gelezen dat je je zwembroek aan moet hebben in de sauna maar ik heb naast de deur wel gelezen wat de maximum capaciteit is van de sauna. Wellicht dat de Japanse dames dat niet kunnen lezen, het is tenslotte in het engels.
De groep giechelt zonder ophouden en fluistert in het Japans. Het duurt niet al te lang voordat ik in de gaten heb dat ik hun gespreksonderwerp ben. Ik heb weinig kaas gegeten van de Japanse cultuur maar ik weet wel dat de sociale verhoudingen tussen mannen en vrouwen heel anders zijn dan die in de westerse wereld. Vooral mijn lichaamshaar schijnt het belangrijkste onderwerp te zijn van hun gesprek. Ik kijk op mijn horloge en mijn tijd zit er op. Nog even dompelen in de wisselbaden en dan voorbereiden op het afscheid.
Onderweg naar de bar eet ik nog een pizza punt, erg goedkoop aan het einde van de werkdag, en iets vroeger dan verwacht stap ik dan de bar van het “Mercantile Hotel” binnen. De eerste gasten zijn er al en iedereen, met uitzondering van mezelf, heeft weer aanhang meegebracht. Een vreemd gevoel bekruipt me! Ik weet dat ik door de depressies niet altijd het zonnetje in huis ben maar ik ben toch zeker ook niet een sociale mislukkeling?
Het duurt niet al te lang om deze gedachten kwijt te raken. Een bandje speelt in een achterzaaltje vrolijke deuntjes. We verspreiden ons door het hele hotel en na een heel gezellige avond wordt het afscheid nemen steeds moeilijker.
Misschien zien we elkaar wel weer onderweg?
Hoe klein die kans ook is die paar woorden geven ons het gevoel van verbondenheid in dit enorme land. Op de terugweg naar de jeugdherberg laat ik de dagen die achter me liggen de revue passeren. Het was een prima start en als het zo blijft heb ik een fantastische reis door Australië voor de boeg.