dinsdag 20 oktober 2015

Thailand: Naar de Filippijnen

In het vliegtuig (16E)

Opgelucht wordt ik wakker op deze vertrekdag. Een week in Pattaya zit er al weer op en om eerlijk te zijn is het ook meer dan genoeg! We moeten om half zeven vanavond bij de “Boxing Roo” klaarstaan dus we hebben de hele dag om de drie koffers en twee rugzakken in te pakken.

Met nog enige verbazing denk ik aan het diner van gisteren. Mijn vrouw keurde mijn idee om maar een keer Thais te eten goed. Hoewel het niet goedkoop was was het toch een succes. Heerlijk om weer eens een perfecte rode Thaise kerrie, Laab moo en Pad Thai te eten.
Met zelfs een hele dag om alles in gereedheid te brengen voel ik toch enige stres. Ik kijk nog eens naar het doorzichtige plastic tasje met tien zakjes Conimex Nasi kruiden. Een verzoek op de valreep van een vriend in Pattaya. Eigenlijk neem ik nooit voor anderen spullen mee op een uitzondering na. De andere uitzondering ligt nu al week naast mijn rugzak! Ik heb, op een kort facebook bericht na, de hele week niets van hem gehoord. Het zal wel niet belangrijk zijn geweest denk ik. Mijn schoonmoeder kan ze ook wel gebruiken voor de Nasi Goreng. Een stukje Nederlandse Indonesische keuken op het platteland van de Filippijnen.

Onze laatste lunch is weer bij Big C want er staat nog voldoende geld op de restaurantpas. Yakisoba en Gyoza, niet van de hoogste kwaliteit maar toch wel te pruimen. Soms moet je gewoonweg wat te klagen hebben om de lat weer wat lager te leggen!
Het was ons gisterenmiddag niet gelukt om enkele films van de ene harde schijf naar de andere te brengen. Mac en Windows maken nog steeds ruzie met elkaar en dat geld voor soft- en hardware. Er moet een systeem voor de harddisk zijn dat beide rivaliserende systemen kunnen lezen. Moet ik me maar eens in verdiepen wanneer ik weer in Nederland ben. Ik realiseer me dat ik toch niet zoveel USB-sticks nodig heb en dus heb ik maar voor Jan een 64Gb gevuld. Laat ik die stick nu precies even gaan afgeven bij de apotheek en van de gelegenheid gebruik maken om een samen een afscheidsbiertje te drinken.
Precies op tijd ben ik op de kamer om als een razende Roeland te gaan pakken. Ingewikkeld kan het niet zijn want de spullen van het hotel en onze spullen zijn streng gescheiden. Plastic tasje na plastic zakje verdwijnen in de koffers en rugzakken. De kaas en chocolade zijn uit de koelkast direct in de koffers verdwenen die op hun beurt direct worden omwikkeld met vershoudfolie en plakband. Het is een operatie met militaire precisie die alleen wordt onderbroken wanneer mijn vrouw toegeeft aan haar internetverslaving.
Twee minuten te laat verschijnen we in de “Boxing Roo” en de chauffeur is al naar ons op zoek. Wat heeft die man een verschrikkelijke haast! Hij is ècht hyper! Ik heb in Thailand al heel wat zenuwlijders meegemaakt maar hij slaat alles. En waarom? Zijn werktijden staan vast en de bus naar de luchthaven vertrekt pas over een half uur? Het zal wel in de genen van het beestje zijn vastgelegd.
In het donker rollen we over de motorway richting Suvarnabhumi International Airport. Lyka speelt met haar telefoon en ik neem een slokje van mijn nu al lauwe Coke Zero. In mijn gedachten probeer ik de donkere omgeving van jaren geleden voor mijn ogen te halen. Wat is Thailand toch snel verandert. Niet alleen is er veel gebouwd maar zeker rond de toeristengebieden heeft de vriendelijkheid plaats gemaakt voor hebberigheid en haast. En nu ook de crisis hier heeft huisgehouden wordt het steeds slechter. De door Thaksin Shinawatra met open armen binnengehaalde Russen zijn al weer verdwenen. Tot grote tevredenheid van alle andere toeristen! De roebel heeft flink verloren, voor een Rus is het hier nu vier keer, ja ongelofelijk maar waar, vier keer zo duur als enkele jaren geleden.
De vriendelijkheid heerst gelukkig nog wel in de buitengebieden die we aan het einde van deze reis nog hopen te bezoeken. Daar kabbelt de tijd en het leven nog rustig langs de bamboe huisjes aan zandwegen temidden van rijstvelden. Ik voel me bevoorrecht dat ik dit allemaal heb mogen aanschouwen en ervaren. En nu mijn AOW gerechtigde leeftijd met rappe schreden dichterbij komt besef ik ook dat het niet lang meer zal duren voordat ik in zo’n heerlijk rustig buitengebied in Azië veel tijd zal kunnen doorbrengen. Omringt door vrienden, lekker eten en ijskoude biertjes.
De incheckbalies zijn nog niet open dus zit er niets anders op dan snel wat eten en drinken bij de “Family Mart” aan de noordzijde van de luchthaven. Een smakeloze vegetarische magnetron bami wordt weggespoeld met het laatste restje lauwe Coke Zero.
Op de laatste zitting van onze bank neemt een wat zenuwachtige man, hij loenst ook een beetje, plaats die schichtig om zich heen kijkt terwijl hij steeds in de microfoon die geïntegreerd zit in de kabel van zijn oordopjes spreekt. De grote zwarte rolkoffer is er een van dertien in een dozijn. Geen enkel opvallend kenmerk! Geen sticker, geen streepje, geen label of veiligheidsriem. De koffer is zo onopvallend dat hij gewoon opvalt. De man bespeurt mijn interesse in zijn persoon en zijn koffer, er is een moment oogcontact en de man lijkt steeds zenuwachtiger te worden.
Zodra hij de koffer op de hoek van de zitbank achterlaat en wegloopt is het voor ons tijd om ook te verkassen! Na een meter of twintig kijkt de man achterom en ziet ons opstaan en aanstalten maken om te vertrekken. Hij draait zich om en loopt terug naar zijn koffer. In het moment van passeren is er opnieuw oogcontact en nu bespeur ik enige verontschuldiging.
De waarschuwingen die ik wel duizend keer heb gezien in de ondergrondse van Singapore over koffers, rugzakken en terroristen zitten in mijn systeem gebakken. Voorzichtigheid is altijd geboden, hoe klein de kans ook is. Vlakbij de lokatie zijn de incheckbalies van El-Al (Israel Airlines) en die man kan ook een beveiliger van de Mossad zijn geweest. Maar een mens kan niet voorzichtig genoeg zijn?
Bij het inchecken komt er toch nog een hobbel op ons pad.
‘Heeft u een visum voor de Filippijnen?’, vraagt het meisje.
‘Nee, bij aankomst vraag ik om een “Balikbayan visum” voor een jaar omdat wij getrouwd zijn. De benodigde papieren zitten in mijn rugzak’, antwoord ik beleefd.
‘Maar heeft u een visum voor de Filippijnen?’, vraagt het meisje nog een keer.
Ik ben verbaasd en leg haar nog een keer, nu wat langzamer en duidelijker, uit wat de bedoeling is en hoe ik aan mijn visum zal komen. Ze lijkt niet erg overtuigt en grijpt de hoorn van de telefoon. Voordat ze een nummer intoetst, waarschijnlijk om assistentie te vragen, waagt ze nog een poging.
‘Wanneer verlaat u weer de Filippijnen?’, vraagt ze vriendelijk en zichtbaar onzeker.
‘U heeft toch mijn ticket?’
‘Nee!’, glimlacht ze, ‘Dat heb ik terug gegeven aan uw vrouw.’
Mijn blik gaat van haar naar mijn vrouw en Lyka kijkt me verbaasd aan: ‘Wat is er kul?’
‘Heb jij het ticket?’
‘Ja!’, is het antwoord terwijl ze het weer uit haar rugzak haalt.
Bij het zien van het ticket is het probleem opgelost! Het zit namelijk zo. Je mag alleen de Filippijnen betreden wanneer je een uitreisticket hebt. M.a.w., je kan gemakkelijk een ticket kopen wanneer je weet wanneer je weer wil vertrekken maar daar gaat de Filippijnse immigratie niet mee akkoord. Je dient ten alle tijde een uitreisticket te kunnen overleggen.
Snel verder door de veiligheidscontrole en immigratiedienst. Bam! Nog een uur te gaan en dan zitten we in het vliegtuig op weg naar de Filippijnen. Een koffie en chocolademelk bij mijn favoriete koffietentje, even bijkomen, er kan nu weinig meer misgaan.
De Airbus A320 is net als alle andere toestellen die uit Toulouse komen, goed, goedkoop en betrouwbaar. Ik moet nog steeds wennen aan de kleurstelling van de uniformen aan boord. Dat beige van Cebu Pacific vindt ik maar niets, het is natuurijk persoonlijk.

Binnen tien minuten wordt de op voorhand bestelde maaltijd, ik wist niet eens meer dat ik die had besteld, op het kleine opklaptafeltje gezet en om de klagers over het vliegtuigeten bij te vallen: ’Het was dus niet te pruimen!’ “Chicken Inasal” zoals het product heet is een juiste afspiegeling van de Filippijnse keuken. Of die überhaupt wel bestaat kunnen we over twisten maar stel jezelf maar eens deze vraag: Wanneer heb ik voor de laatste keer een Filippijns restaurant gezien? Of nog beter: Heb ik ooit wel eens in een Filippijns restaurant gegeten?
Zodra de resten van de maaltijd en de lege flesjes zijn opgehaald gaat het licht uit in de cabine en kunnen we nog wat slaap pakken. Een paar uurtjes zou voldoende moeten zijn om morgen door te komen.
Copyright/Disclaimer