vrijdag 23 oktober 2015

Filippijnen: Naar de kapper

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Niet elke dag in het dorp is een avontuur. De flessen “Red Horse Beer” van gisteren hebben hun tol geëist! Pas om zeven uur kom ik uit bed. Buiten is het nog windstil. over enkele uren zal waarschijnlijk de wind opsteken en een verfrissende bries brengen die de drukkende tropische warmte naar de bergen wegdrijft. Ik zit met mijn koffie in de deuropening. De mensen bekijken me wel maar groeten niet. Ik begrijp niet waarom. Zijn ze verlegen? Of misschien jaloers?

Ik heb me volgens mij al goed aangepast aan het leven in het dorp. Mijn oude theorie dat tijd van elastiek is klopt als een zwerende vinger. De afgelopen dagen leken oneindig lang. Niets doen en toch druk! Er lijkt geen einde aan de dagen te komen en slapen is het enige dat de dag enigszins versneld.
Mijn schoonmoeder verschijnt en begint een uur of twee later dan normaal aan haar dagelijkse bezigheden. John John is al naar school! De bezem die ze gebruikt bestaat volledig uit zelf bij elkaar gezocht organisch materiaal, nerven van een bepaalde soort palmbladeren. Geen Blokker of Action hier waar je wordt overladen met nutteloze kunststof consumenten artikelen. In het westen kunnen we nog veel van deze arme mensen leren. “Overdaad schaad!” is een waarheid als een koe. Wanneer we de wereld willen redden zullen terug moeten naar de kern van het bestaan en leven in symbiose met de natuur om ons heen.
De bezem ruist zachtjes door het zand en mamsi borstelt de gevallen bladeren bijeen. Het lijkt voor veel westerlingen onnodig omdat het kleine erf voor het huisje morgen toch weer vol ligt. In de tropen hebben de bomen geen herfst die ze verteld om hun bladeren te laten vallen om zich klaar te maken voor de winter. Het vernieuwen van het bladerdek gaat het hele jaar door. Elke nacht laat de boom de, van voedingsstoffen ontdane, bladeren vallen en ontluiken er elders aan de takken verse groene blaadjes. Een oneindige cirkel van dood en nieuw leven.
Bladblazers schieten door mijn hoofd. Wanneer de regering ècht met het milieu bezig was dan zouden ze die onnodige gehoorbeschadigers wel verbieden! Samen met het flessenwater want dat is toch wel grootste milieuvervuiler in Nederland!
De bladeren zijn op een hoopje beland en gaan via een in tweeën geknipt oud vierkant olieblik in een emmer. Vijftien stappen verderop is een brandplaats langs de straat. Een lucifer strijkt over de rode fosfor en even later stijgt een dunne grijze rookpluim kaarsrecht op naar de blauwe hemel.

Een tweede mok koffie pruttelt in de espresso maker op het gas. HEMA koffiepads in een espresso maker van de Xenos op het Filippijnse platteland. Ik besef terdege dat ik ook verpest ben door de westerse maatschappij en aan de gemakken verslaafd ben. Is het het gemak? Het gebrek aan tijd? Of een verslaving aangeleerd door een op hol geslagen consumptie maatschappij?
Het tweede e-boek van deze reis komt aan een einde. Het voelt alsof we hier al weken zijn terwijl de datum op mijn horloge zegt dat dit pas de tweede dag is. “13” van Pieter Aspe is tot nu toe zeker zijn beste boek. Een goed en ingewikkeld verhaal dat tot het laatste moment spannend blijft! “Zuidas” van Patty Stenger is het volgende boek, een verhaal over de drugsbaronnen die enorme hoeveelheden zwart geld wit wassen met onroerend goed. Een verhaal over het verval in onze samenleving. Het begin is veelbelovend!
Twee jeepney’s, waarvan de achterste “Daddy Cool” is gedoopt, rijden met hun donkere motorgeluid langs ons huis het dorp in. Dan moet er wat te doen zijn want Jeepney’s komen hier nooit. Ik kijk over mijn schouder en mamsi kijkt een beetje bedroeft. Het is bijna de afgesproken tijd om naar de kapper te gaan dus kleedt ik me verbaasd aan en breng alles in gereedheid om op pad te gaan.
Zodra ik aanstalten maak om naar buiten te stappen grijpt een rimpelige vrouwenhand mijn schouder en trekt me terug naar binnen. Verbaasd kijk ik om en wordt gepasseerd door mamsi die de deur sluit, haar hoofd draait schuin omhoog naar het niet bestaande plafond lijkt om een vreemd geluid op te vangen. In de verte hoor je de twee jeepney’s aankomen maar deze keer omgeven door muziek.
Mamsi kijkt me bedroeft aan en zegt: ‘begrafenis, een nicht van mijn wijlen man.’ Familiebanden zijn in de Filippijnen veel sterker dan in het westen maar zeker niet onbreekbaar. Er is wat gebeurt in het verleden en dat valt niet meer te lijmen.  Terwijl een tot lijkwagen omgebouwde vrachtwagen, met de kist zichtbaar achter glas, langzaam voorbij rolt klinkt er uit grote luidsprekers: “Dancing with my father again.” Zeg maar het “Waarheen, waarom?” van de Filippijnen, het wordt haast bij elke begrafenis gespeeld. De vader is hier de belangrijkste persoon.Of het nu om de vader in de hemel, de vader in de kerk of de vader in huis gaat.
Dan is het eindelijk tijd om naar de kapper te gaan. Samen met mijn schoonmoeder zijn we een vreemde verschijning. Zover bekend is er maar een andere buitenlander in het dorp. Een Oostenrijker met een enorme villa aan de andere kant van het dorp. Aan zulke mensen heb ik voorlopig geen behoefte, laat mij maar gewoon lokaal doen. Na een flink stuk over een smal betonnen pad komen we bij “Roger de kapper”.
Mijmerend over 45 jaar geleden! Hans de kapper (Hans van de Wetering) was de man die bij onze familie elke maand alle kinderen op een woensdagmiddag of zaterdagochtend knipte, steeds bij een ander thuis. Daar zaten we dan, een schaars gemeubileerde keuken of woonkamer met minimaal een kind of tien en we hadden allemaal een kwartje, vijfentwintig guldencenten, in de hand. Besef van geld hadden we als kinderen nog niet, behalve bij de sigaretten/snoep winkel van “Statie van Diggelen” of de “frietzaak van Jan van Santen” maar logistiek was het wel. Er hoefde maar een keuken te worden ontdaan van een enorme berg haar en Hans zat niet de hele middag op de fiets.
Bij Roger aangekomen moeten we wachten aan het bamboe hek terwijl twee valse honden onafgebroken naar ons staan te blaffen. Een jong meisje komt uit het half uit grijze betonstenen en half uit bamboe opgetrokken huis tevoorschijn. Uit het gesprek tussen haar en mamsi kan ik opmaken dat het hele gezin ligt te slapen. Als een toeschouwer van een tenniswedstrijd gaat mijn hoofd heen en weer tijdens het gesprek tussen de twee vrouwen. Mijn conclusie blijkt de juiste! Voor 50 peso wil Roger wel uit bed komen. Niet veel later zit ik op een tot kappersstoel omgedoopte oude gedroogde boomstronk met een plank als zitting. In een spiegel, met meer barsten dan het Holocaust momument van Jan Wolkers, zie ik mezelf met een lange wilde witte haardos zoals ik lang niet heb gedragen.
‘Soldier cut?’, vraagt hij slaperig.
‘No, officer cut!’, antwoord ik en het ijs lijkt gebroken, hij kan er om lachen. Even later wordt ik geschoren/geplukt door een tondeuse die het einde van de Vietnamoorlog nog heeft meegemaakt. Een onduidelijke lotion gaat langs mijn oren en een scheermes komt tevoorschijn! Alarm! Alarm! Een scheermesje voor de hele bevolking van San Antonio? En dan ben ik aan de beurt? Trots haalt mamsi een nieuw scheermesje, kosten tien eurocent, tevoorschijn om een eventuele besmetting met Hepatitus A/B/C en god weet wat nog meer te voorkomen! Voor dat geld moet je gewoon voorzichtig met je gezondheid zijn!
Roger is blij met de bonus van de dag en maakt zijn werk af. Ik weet nog steeds niet of ik blij moet zijn met mijn coupe maar alle anderen lijken blij dus laat ik maar voor wat het is en overhandig hem de 50 peso, een euro!
‘See you next month!’
Hij kijkt me verrukt aan en wenst me een prettige dag verder. Het is tijd voor de lunch en ik heb er al een heel avontuur opzitten.

De lunch is simpel maar voedzaam. Over het algemeen genomen geniet ik van de maaltijden die me worden voorgezet.

En zo kabbelt de dag weer verder. Ik besef me dat het zaterdagmiddag is en neem een biertje terwijl ik met mijn verhalen en foto’s bezig ben. Ik maak me niet druk en ik heb het hier prima naar mijn zin.
Copyright/Disclaimer