vrijdag 21 oktober 2011

Maleisië: Een aangename verrassing

Kuala Lumpur (Corona Inn (120))

Vandaag begon het dus echt. We waren uitgerust van de drukke dagen die achter ons lagen en eindelijk konden we onze pijlen weer richten op Kuala Lumpur met haar toeristische trekpleisters.
Met Herman in onze kielzog gingen we op pad naar één van de meest interessante tempels in Kuala Lumpur. De “Batu Caves” is een Hindu tempel aan de buitenkant van de stad. Natuurlijk is de stad langzaam naar de tempel toegegroeid en tegenwoordig gaat er ook een trein die kant op en dat maakt het bezoeken een stuk aantrekkelijker maar ook meteen minder romantisch. Terwijl de moderne trein door de buitenwijken rijdt denk ik terug aan de gammele bussen gevuld met donkere Indiase mensen met een zo karakteristieke witte of rode vlek op hun voorhoofd. Vaak vergezeld van grote plastic tassen gevuld met exotische groenten en kruidenmengsels.

Hoe vaak ik hier in de afgelopen twaalf jaar ben geweest is niet meer te tellen. Maar het blijft altijd interessant om deze plaats weer te bezoeken. Ook Herman vindt het allemaal erg indrukwekkend en dat maakt mijn dag alweer goed.

Onder aan de 272 treden naar de grote grot haal ik diep adem. Ik heb enkele jaren tegen mezelf gezegd dat ik echt oud ben als ik niet meer in één keer, zonder te rusten, de trap op kan lopen. Het wordt misschien elke keer een beetje moeilijker maar het gaat me steeds gemakkelijker af dan veel van de jongeren die moeizaam omhoog kruipen.

Na een tijdje te hebben rondgekeken dalen we weer af naar de warme vlakte. Het is tijd om wat te drinken en natuurlijk ook wat te eten. Herman prikt al snel een vorkje mee en dat maakt deze trip zo leuk. Een breed aanbod van eten zal tijdens ons verblijf de revue passeren. Een snack in de vorm van een Roti Canai en een lange koffie stilt de grootste trek. Dan gaan we op weg naar de stad waar we een echte Maleisische maaltijd zullen nuttigen.

Yussoof is ook zo’n begrip in Kuala Lumpur! Ik weet niet hoeveel restaurants er precies zijn maar je ziet ze regelmatig vanuit de trein of de bus. Helaas zijn mijn gasten niet onder de indruk. Het eten dat wordt geserveerd is namelijk koud/lauw en dat is vreemd voor velen van ons. Terwijl de één zijn rijst een beetje zit rond te schuiven geniet ik met volle teugen.

Bij het afrekenen kijk ik automatisch op de stapel kranten en vandaag is het wereldnieuws dat de oude Kolonel Ghadaffi na veertig jaar eindelijk zijn Waterloo heeft gevonden. De “Evil Dr. M” (Mahathir, een vorige PM in Maleisië) houdt nu zijn lippen strak op elkaar. Normaal heeft hij wel een woordje klaar als de westerse wereld een broeder Moslimland aanvalt maar nu hult hij zich in stilte.

Het wordt weer tijd om te gaan rusten maar eerst nog een korte stop bij een kleine Chinese tempel. In de warmte van de namiddagzon kijken we hoe de enorme koperen pot ontdaan wordt van de zachte as van de wierook.

Tijdens het rusten gaat plotseling de telefoon en tot mijn grote verbazing, en vreugde, is het mijn vriend KK die een verrassing voor ons in petto heeft. Hij zit beneden op ons te wachten. Snel bel ik met Herman en hij ik ook gereed om op stap te gaan.
Vanachter de ruiten van de gitzwarte Honda Accord rijden we door het donker in Kuala Lumpur. De weg glanst en een breed spoor van rode achterlicht weerspiegeld op het natte wegdek. En dat is natuurlijk heel jammer op een mooi moment als dit. Op een heuvelrug aan grens van de vallei waarin Kuala Lumpur ligt lijkt het alsof de regen afneemt. Maar helaas is het maar voor enkele momenten.
De Penang Char Koay Teow smaakt me uitstekend en net als we met het eten klaar zijn laten ook de Menara KL en de Petronas Towers zich tussen de regenbuien door zien.

Dit is zeker een bijzondere plaats waar we eens heen moeten als het beter weer is! Nog een groepsfoto voordat we huiswaarts gaan.

De regen is gestopt als we weer bij de “Corona Inn” arriveren. We bedanken KK voor de prettige avond en we kijken er al naar uit om zondag met hem naar het Sepang Circuit te gaan voor de MotoGP.
Copyright/Disclaimer