Ubon Ratchathani (Padaeng Mansion)
Om zeven uur stond ik naast mijn bed en voor het eerst deze vakantie ging ook meteen de TV aan. Het wereldnieuws op CNN bracht de gebruikelijke rampen en oorlogen. Als je zo onderweg bent met de motor vergeet je de tijd en het lijkt ook dat de tijd stil staat. Er is voor even geen buitenwereld vol onnodige consumptieve verleidingen. Het is puur en zonder zorgen.
We zouden eerst op de motor een paar tempels aan de buitenkant van de stad bezoeken en daarna de laatste tempels rond ons hotel te voet doen. De stoffige en drukke stad was een heel ander beeld dan dat we de laatste dagen hadden gezien. Maar hier kwamen we voor! Het “Ubon Ratchatani Wax Festival”. In de tempels worden praalwagens gebouwd uit kaarsvet. Niet van dat goedkope spul zoals in de waxine lichtjes van de Blokker maar echte bijenwas! Dat spul is ook bij temperaturen van rond de veertig graden Celsius nog zo hard als een steen.
Ook hier geld dat de foto’s het verhaal moeten doen.
Wat Nong Plapak
Wat Phrathat Nong Bua
Wat Tha Wang Hin
En man, wat is het heet hier in die uithoek van Thailand. Je hoort vaak, sterk overdreven, verhalen over temperaturen van over de veertig graden maar het is moeilijk voor te stellen hoe heet dat is bij een luchtvochtigheid van bijna 98%. Ik voelde me langzaam afglijden en ook een korte verkoeling in een 7-11 kon het ongemakkelijke gevoel niet bij me wegnemen. Jack begreep het allemaal en na drie tempels gingen we richting hotel om in de koelte van de hotelkamer de hete middagzon te vergeten.
Aan het einde van de middag liepen we er nog even uit maar we konden geen praalwagens meer vinden. In een park was er een festival aan de gang waar we nog even op de rand van een stoep neervielen om de voorbij lopende massa te observeren. Maar het leek wel of wij de attractie van de dag waren.
De hitte van vanochtend was me teveel geweest en ik had eigenlijk helemaal geen zin in eten. Met de gedachte van gisteren in mijn achterhoofd dwong ik mezelf om toch maar wat te eten!
‘Je moet nu eenmaal eten!’
Met lange tanden gingen de stukjes kip en groente naar binnen, samen met een flesje water want ik had echt geen trek in een koud biertje.
Morgen beginnen we aan de terugtocht!