woensdag 10 september 2008

Marokko, Romeinse ruïnes

Moulay Idriss, 10/09/2008

Ik heb de afgelopen nacht niet al te best geslapen en toen om zes uur de wekker afliep heb ik hem naar zeven uur verzet. Dat extra uurtje maakte veel uit en ik bleef daarna ook nog een half uur naar het plafond staren. De grootste schrik was verdwenen maar het ongemakkelijke gevoel was er nog steeds.
Eenmaal beneden was het ontbijt nog niet geserveerd, het personeel was een beetje veel humeurig en een lachje kon er écht niet van af. Mijn plannen waren nog onzeker. Wat zou ik doen? Zou ik alles van me afzetten en opnieuw de medina van Fes betreden? Zou ik doorreizen naar Meknès waar een kleinere en minder drukke medina was? Ik wist het echt niet! Tijdens het ontbijt raakte ik aan de praat met de mensen aan de tafel naast me en dat gesprek was voldoende om te besluiten om door te reizen. Zakkenrollers hadden hun ook te grazen genomen en een tafeltje verder zat een stel die ook door het dievengilde was behandeld. Ik was aan de ene kant blij dat ik niet het enige slachtoffer was geweest, maar aan de andere kant vond ik het ook rot voor de anderen en jammer dat mijn vooroordelen misschien toch bewaarheid worden. Wat me meer verontruste was dat ik niet kon eten, mijn lichaam zat echt op slot! Na een paar schijfjes stokbrood met boter en smeerkaas gaf ik het op, de slappe koffie smaakte me ook al niet.
Met een kleine taxi, taxi petit, begaf ik me op weg naar de plaats vanwaar de grote taxi’s naar Meknès vertrokken. Binnen tien minuten was ik op weg en ik moet eerlijk bekennen dat het netwerk van de grand taxi’s de eerste dagen een openbaring is geweest. Nog voordat ik in Meknès aankwam had ik mijn plannen alweer aangepast. Ik was nog niet toe aan grote steden en dus koos ik om maar meten door te reizen naar Moulay Idriss. Een klein stadje in de bergen bekend van een Mausoleum en de overblijfselen van een Romeinse stad op een steenworp afstand van de stad. Mijn aansluiting was ook deze keer perfect en het betalen van de twee zitplaatsen voorin maakt het reizen ook zeer aangenaam.
Nog voor half twaalf was ik op de plaats van bestemming en het tweede hotel dat ik zag moest het maar doen voor de nacht, het Maison d'Hote El Kasaba. De vrouw van het kleine hotel was meer dan vriendelijk en binnen vijf minuten had ik een korting afgedwongen, ze viel voor pleidooi van het alleen zijn in een kamer voor drie personen. Voor MaD 200 (€ 18) per nacht inclusief ontbijt is het toch een beetje aan de prijzige kant als je alleen bent, voor twee personen is het echt de moeite waard, € 23,- inclusief ontbijt.
Nu op mijn derde dag, het voelde aan of ik hier al een week was, ging ik op weg naar de eerste bezienswaardigheid van deze reis. Volubilis is het overblijfsel van een oude Romeinse stad. Voordat de Romeinen hier waren was het al een handelspost aan het uiteinde van de bekende wereld voor de Phoeniciërs en Carthagers geweest. De aangename wandeling, bergafwaarts, bracht de rust in me terug en ik kon rustig relativeren wat me gisteren was overkomen. De conclusie na een uur denken was simpel, ik was gewoon op het verkeerde moment een verkeerde straat ingelopen. Was ik tien minuten eerder of later geweest dan was het waarschijnlijk niet gebeurd. Ik moest het nu zo snel mogelijk van me afzetten en doorgaan, en zeker mijn reis niet laten verpesten door een slechte ervaring in het begin. Ik had weer een camera en alhoewel hij niet zo goed was als mijn oude moet ik het er toch mee doen.
Ik was al gewaarschuwd dat er overal legers sjacheraars stonden te wachten om de toeristen lastig te vallen, zo dus ook op de weg die naar Volubilis leid. Mijn afleidingsmanoeuvres van steeds van weghelft te wisselen hielpen niet. Als ik van links naar rechts ging deed de sjacheraar dat ook en vice versa. Daar stond hij dan uiteindelijk voor me met een stuk agaat en een paar fossielen in de hand.
“20 Dirham, 15 Dirham, 10 Dirham”, sprak hij, en ik had nog geen woord tegen hem gezegd.
Duizendmaal nee en duizendmaal dank kon hem niet stoppen om maar door te zeuren. Thee drinken in zijn huis, en het is Ramadan, wat eten bij zijn vriend en meer van die verhalen. Ik moest stoppen bij een souvenirverkoper langs de weg om van hem af te komen. Deze was rustiger maar probeerde toch zijn waren te slijten.
“I have nice old Roman coin”, sprak hij zacht en knipoogde tegelijkertijd.
“You like to see?”, vanuit het donker alsof hij me belangrijke staatsgeheimen probeerde te verkopen.
Vanuit het donker verscheen hij met een klein stukje zwart fluweel waarin drie munten lagen.
“This is the best one, a Roman coin with Alexander the Great”, gniffelde hij terwijl hij naar me opkeek.
Ik keek eens goed naar de munt in het donker en waarschijnlijk was de munt nog niet eens een jaar geleden gegoten.
Punt één was dat Romeinse munten werden geslagen en er was geen slagrand aanwezig.
Punt twee was dat Alexander de Grote een Griek was die een paar honderd jaar eerder had geleefd en de Romeinen waren hier nog niet eens geweest. Ik bedankte hem en wenste hem veel geluk voor de rest van de dag.
Het zicht op Volubilis van een afstand was indrukwekkend en werd beter toen ik langzaam dichterbij kwam. Hier was echt wat gebeurd. De drukte viel mee en ik slenterde alleen over de overblijfselen van de oude stad. Mooie mozaïeken en een paar bewaarde, lees herbouwde, gevels een twee poorten stonden nog overeind. Dit was het echte reizen en ik genoot met volle teugen. Eigenlijk jammer dat ik alleen was want schoonheid is veel mooier als je het met iemand kan delen.

Na twee uur over de ruïnes te hebben rondgezworven begaf ik me op de terugweg. Onderweg kocht ik nog een flesje water en een flesje cola dat ik in één teug naar binnen liet lopen. Ik voelde me een beetje opgelaten toen de acht gitzwarte ogen me aanstaarden. Ach ja, wat kan ik er aan doen? Ik ben nu eenmaal geen moslim en ik verwacht ook niet dat ze hier met kerstmis een kerstboom in huis zetten.
De weg terug was zwaarder omdat ik nu bergopwaarts moest. Het was wel heel mooi hoe ik langzaam Moulay Idriss dichterbij zag komen. Na iets meer als een uur stapte ik het dorp weer binnen. Een snelle blik in de Lonely Planet vertelde me de richting voor het Mausoleum van Moulay Idriss. Op het plein voor de ingang stond alweer een heel leger sjacheraars klaar om me rond te leiden. De prijs werd vastgelegd en voor € 3 liep de oude magere man voor me uit. Zijn zinspelingen in het Spaans en Frans kon ik niet helemaal verstaan maar ze moeten wel grappig zijn geweest want hij moest er zelf steeds hard om lachen. Niet Moslims mogen niet naar binnen in deze heilige gebouwen en het enige wat ons niet moslims rest is een foto van de daken van het mausoleum.
Aan het einde van de middag viel ik neer op een stoel voor een klein winkeltje aan het grote plein van Moulay Idriss. De koude cola smaakte me uitstekend en gaf me weer een beetje energie. De dadels die ik cadeau kreeg van jonge verkoper gaven me nog meer energie en binnen een mum van tijd was ik hersteld van deze inspannende dag. Ik had voor het eerst echt gelopen en er stond twaalf kilometer op de teller. Ondertussen had ik tijdens het uitrusten in de late middagzon mijn plannen voor de komende dagen gemaakt. Morgen ga ik op weg naar Larache, een plaats aan de Atlantische kust in het noorden. Meer overblijfselen van de Romeinen in de buurt van een klein stadje. Ik wil nog even uit de drukte blijven totdat ik me weer 100% voel.
Toen de moskee met een luide schreeuw het groene licht gaf om te eten kleedde ik me snel aan en ging ook op weg naar restaurant wat ik eerder deze middag had gezien. Ik had geen tien minuten later moeten komen want binnen dertig minuten was de hele pan soep verkocht en gelukkig voor mij zaten er nog precies twee kommen soep in de grote pan. Een rond brood en een hardgekookt ei maakte de maaltijd compleet. Vanavond had ik trek als een paard en al het eten vloog naar binnen, ik was er zelf een beetje verbaasd van. Misschien was de schrik verdwenen? Nog een colaatje op het plein en de avond zat er op. Om half negen weer onder de dekens en morgen om zeven uur op. Ja, het is hier een heel andere wereld!
Copyright/Disclaimer