donderdag 11 september 2008

Marokko, de Atlantische kust

Larache, 11/09/2008

Zoveel uur slaap is niet gezond voor een sterke kerel als ik. Om vier uur was ik wakker en in de volgende drie uur van tollen en draaien in mijn bed had ik de vreemdste dromen en visioenen. Mensen waar ik in jaren niet aan had gedacht verschenen levensecht voor mijn ogen in de vreemdste onmogelijke situaties.
Ik zou om half acht klaar zijn voor het ontbijt en toen ik de deur van mijn kamer opende hoorde ik boven al het kletteren van borden en bestek, het zou allemaal wel goed komen. Twéé dienbladen vol werden er voor me neer gezet. De geur van sterke koffie vermengde zich met de geur van mint, van de mint thee. Zoete broodjes, baksels overgoten met honing, een soort zuurdesem brood, het was teveel van het goede. De abrikozenjam geurde me ook tegemoet en smaakte zelfs nog beter. Dit was een ontbijt voor koningen! Nadat ik zoveel als ik kon had gegeten werd het tijd voor een rondleiding door het huis. Er waren nog meer kamers en de kamer op het dak was de beste. Een mooi dakterras met uitzicht op de bergen. Ik kon me alleen niet voorstellen dat je hier langer dan twee nachten zou kunnen blijven. Nadat alles was afgehandeld nam ik afscheid van de zeer aardige gastvrije vrouw en ging op weg naar mijn volgende bestemming. Larache in het noorden en aan de Atlantische kust.
Eerst een Grand taxi naar Meknès, dan een Grand taxi naar Souk Er-Arba-du Rharb, en tenslotte een grand taxi naar Larache. Natuurlijk was ik weer vroeg in de middag op mijn plaats bestemming en het pension dat ik deze keer op het oog had was snel gevonden. De kamer koste een fractie van wat ik voorheen had betaald dus dat viel deze keer ook mee. Helaas wel een gedeelde koude douche aan het einde van de gang. Het duurde niet lang of ik zat in een kleine taxi op weg naar Lixus. Weer een vergane Romeinse nederzetting die misschien niet zo goed bewaard was gebleven als Volubilis maar toch zeker de moeite waard was om zijn goed bewaard gebleven “Garum” fabrieken. Garum is een zeer aromatische vispasta die heel duur was in het keizerrijk. Er moet hier dan ook een heel garnizoen Romeinse soldaten aanwezig zijn geweest om het kostbare spul te bewaken. De zoutpannen onder aan de heuvel zijn dan ook al meer dan tweeduizend jaar in gebruik. Mijn dag zat er alweer op en ik liep de vijf kilometer rustig op mijn gemak terug.
Ik dacht na over wat ik er tot nu toe van vond en wat me het meest was opgevallen. Het is hier best aardig maar als het donker wordt voel ik me toch ongemakkelijk en onveilig. Je komt hier heel weinig rugzakkers tegen. Het is overal waar je komt een enorme rotzooi, het huisvuil wordt gewoon over de muur van het dorp/stad gekieperd. De doordringende stank van urine is overal, mannen pissen gewoon waar ze staan.
Het kleine stadje is vriendelijk maar één vergissing en je staat in een straat vol ongure personen, althans in mijn ogen. Nee, het is geen land waar je gewoon even heerlijk door de stad gaat struinen op zoek naar nieuwe ervaringen, die zijn er hier waarschijnlijk wel maar niet de ervaringen die je op het oog hebt.
Nadat ik de zonsondergang had bekeken ging ik op zoek naar een kom soep, het was koud hier en de meeste gasten zaten binnen aan de warme voedzame vloeistof. Dat was het dus voor vandaag! Na de soep kon ik dus weer naar de kamer. Dit is een goede bestemming voor de Weightwatchers lachte ik in mezelf, bij mij vliegen de kilo’s er af. Om negen uur ging het licht uit en ik probeerde te slapen. Morgen naar Rabat voor een volgend avontuur.
Copyright/Disclaimer