Marrakesh, 17/09/2008
Een bus vol dagjesmensen vertrok om half tien vanuit Es-Wara (Mogadir) naar de hoofdstad van het zuiden, Marrakesh. De meiden uit Holland hadden me al gewaarschuwd voor wat me hier te wachten stond. Een gewaarschuwd mens telt voor twee tenslotte!
Onderweg zag ik vanuit de bus een heel ander Marokko dan dat ik tot u toe had gezien. Een droog kaal heuvellandschap met heel weinig begroeiing en overal winkeltjes langs de weg met de bekende rotzooi afgewisseld met wegrestaurants waar ik zelfs de eerste Heineken reclame zag. Nou, dit was dan het Marokko van de reisgidsen. De aankomst bij het treinstation van Marrakesh was een chaos van Aziatische proporties. Iedereen duwde en trok aan iedereen en klom over elkaar heen om als eerste bij de bagage te zijn. Met een klein beetje kracht, inzicht en ellebogenwerk had ik als één van de eersten mijn rugzak te pakken en liep langzaam weg. Een handvol taxichauffeurs volgden en begonnen aan mijn rugzak te trekken en dat was het moment om even netjes doch heel dringend aan ze te vragen om op te hoepelen.
Giftig kijkend en met elkaar in het Marokkaans sprekend lieten ze me achter.
“Welkom in Marokko!”, dacht ik bij mezelf.
Het hotel dat ik op het oog had was snel gevonden en de lunch in deze wereldstad was een lust voor het oog en de tong. Was het niet dat na deze, veel te grote, maaltijd mijn darmen weer op hol sloegen. Een flinke potlozing en ik kon bijna niet meer lopen van de krampen en de pijn. Vanaf een klein bankje in de receptie heb ik nog wat voetbal gekeken maar de situatie werd onhoudbaar. Om half acht lag ik onder de dunne dekens. Ik hoop dat het morgen allemaal over is?
Ter informatie:
Dé Marokkaanse taal bestaat niet.
Er zijn:
Het Marokkaanse Arabisch oftewel Darija
Tmazight (Berbers)
Souss (Afstammeling van de berbers)
Maar echte invloedrijke Marokkanen spreken gewoon Frans en rijden rond in grote auto’s, die bij voorkeur uit Duitsland komen.
(Bron: Marokkopagina)