woensdag 9 januari 2008

Maleisië, verbaasde gezichten

Kuala Lumpur, 08/01/2008

Na een hele korte slechte nachtrust was ik om kwart voor vijf al wakker. Daar lag ik dan met mijn ogen wijd open en kon niet meer slapen, dan maar opstaan. Wat was de oorzaak van deze slechte nacht? Een mengsel van spanning, angst en gisteren veel te laat opgestaan. Mijn schakelaar stond al vanaf midden december in de stand uitgaan en dat betekend laat naar bed en niet al te vroeg opstaan. Ik ben blij dat die feestdagen nu achter de rug zijn. Een ander, voor mij bekend, probleem is dat ik altijd angst heb om mijn vlucht te missen. Het is bijna een obsessie geworden.
Om tien voor vijf stond ik naast mijn bed. Ik liep de laatste puntjes na en kon niets meer ontdekken dat ik was vergeten. Ik was er klaar voor. Ik kon nog steeds niet begrijpen dat Henk op het laatste moment had afgezegd. Maar ja, het was en bleef zijn eigen beslissing. Hij kon zijn "grasparkieten" niet alleen laten was zijn uitleg. Als ik voor mezelf op pad was gegaan dan had ik een andere bestemming gekozen. Maar ja, dat is allemaal achteraf en verleden tijd.
Mr. No Nob, mijn vaste taxichauffeur, was tien minuten vroeger dan afgesproken en zijn nieuwe Toyota stond fluisterstil met draaiende motor op mij te wachten. Na een laatste inspectie stapte ik in de ijskoude auto en we gingen richting Bangkok. De nieuwe auto snorde over de nieuwe weg, er zijn nu nog maar twee viaducten die niet klaar zijn. De vernieuwde weg verkort de rit met zeker dertig minuten. Zonder enig oponthoud stapte ik om ongeveer half acht de vertrekhal binnen.

“Waar liggen de verantwoordelijkheden voor de medepassagiers van een vliegtuig?”

Ik zal mij nader verklaren. Ik stond nog geen seconde in rij bij balie E08 toen een jonge Indonesische vrouw aan mij vroeg of ik bagage voor haar wilde inchecken. Ik ben niet gek, ieder checkt zijn eigen bagage in! Je weet nooit wat er in zit! Ze liep de passagiers in de andere rij ook af totdat ze eindelijk een slachtoffer had gevonden. Met lede ogen zag ik de camel kleurige nep Burberry tas op de band vallen en in de verte verdwijnen. Met de tweede tas had ze minder succes en helaas moest ze die zelf inchecken. Althans, ze deed een poging om die in te checken.
Hier werd het vreemd!
De vier vrouwen en één man hadden niet de juiste documenten om aan boord van het vliegtuig te mogen. Het oudere Zweedse echtpaar voor mij, die ook alles hadden gadegeslagen, keken mij verbaasd aan en mochten voorgaan omdat de groep in overleg was. Net voordat het mijn beurt was arriveerde er een medewerker van Air-Asia die in het Engels een korte uitleg gaf. De baliemedewerker was het er niet mee eens met het gevolg dat de groep daar nog steeds stond en zich niet kon of mocht inchecken.
Nadat mijn ticket en paspoort waren goedgekeurd en de boardingpas was geprint kreeg ik het hele pakket in mijn handen gedrukt.
“Have a nice trip”, lachte de magere man naar mij.
Ik keek over mijn schouder en de groep was verdwenen. Verdwenen? En ze hadden bagage aan boord! En het waren Indonesiërs! Misschien was ik een beetje te veel achterdochtig maar ik vertrouwde er niets van. Wat moest ik nu doen? Met de Bali bommen in mijn achterhoofd besliste ik uiteindelijk om de beveiliging maar op de hoogte te stellen over wat er was gebeurd. En dat was een heel groot probleem!
Vanaf het begin had ik het idee dat ik niet serieus werd genomen. Medepassagiers die toevallig ook aan de balie stonden om voor teveel bagage bij te betalen vielen mij bij en de veiligheidsdienstmedewerker had geen andere keuze om het te onderzoeken. Gelukkig was het allemaal een storm in een glas water.
Met twijfels en vraagtekens in mijn hoofd liep ik richting de immigratiedienst.
Had ik verkeerd gereageerd?
Had ik mijn mond moeten houden?
Ik denk dat ik het juiste heb gehandeld en ik zou de volgende keer weer zo reageren. Ze maken zich druk om een flesje contactlensvloeistof van 120 ml maar een hele tas kon zo aan boord?

Precies op tijd koos de nieuwe Airbus 320 het luchtruim. Het duurde niet lang en ik zat al te knikkebollen, gevolgd door een hazenslaapje. De vlucht was had een poep en een scheet geduurd toen enkele seconden van heftige turbulentie mij ontwaakte uit mijn slaap. “Dames en heren, wij zullen over enkele ogenblikken landen op het Kuala Lumpur International Airport”, klonk het in het Maleis en Engels terwijl mijn hart in mijn bonkte. Even later raakten de wielen het beton en asfalt van de landingsbaan.
Dat was dat, ik was in ieder geval veilig aangekomen. Terwijl de regen langzaam begon neer te dalen reed de bus weg bij de LCCT op weg naar het “Kuala Lumpur Sentral Stesen”. Er was in de drie maanden sinds ik hier was geweest al weer heel veel veranderd. We reden over een spiksplinternieuwe tolweg recht naar het centrum van Kuala Lumpur. Links en rechts van de weg schoten wolkenkrabbers als paddenstoelen uit de grond. Zelfs midden in het centrum waren nieuwe torens gebouwd die ik me niet kon herinneren. Het is ongelofelijk hoe snel plaatsen kunnen veranderen. Voor een moment gingen mijn gedachten terug naar januari 2001 toen ik hier samen met Kris en Duncan mijn verjaardag vierde. (Kris, je zou het niet meer herkennen)
De warme vochtige middaglucht omarmde mij toen ik de ijzige bus verliet. De regen daalde nog steeds langzaam neer terwijl ik naar de “Monorail” slenterde. Ik dacht na wat ik zou gaan doen zonder Henk. Het programma was op hem geënt. Natuurlijk stond de brug tussen de “Petronas torens” weer op het programma en waarschijnlijk zou ik ook de “Batu Caves” weer voor de zoveelste keer bezoeken. Voor de andere dag in KL zou ik wel wat in de Lonely Planet opzoeken.
In het “Fortuna Hotel” keken verbaasde gezichten mij aan en iedereen wilde, na het gelukkig nieuwjaar wederzijds, weten wat de reden was voor mijn bezoek. Ze begrepen mijn uitleg en snel was ik weer op weg om wat te eten. Ik trok ondertussen krom van de honger. Rijst met bijgerechten in het “Suria KLCC”. Een langzame wandeling door bekende straten en stegen liet me zien dat er overal gewerkt was en dat ze druk bezig waren om KL op te kalefateren. Zelfs het oude “Puduraya Busstation” had een lik verf gekregen.
Het was wel droog geworden maar er dreigde meer regen, ik at snel nog een “Mee Goreng” bij “Yussoof” en was weer op weg naar mijn hotel. Ik was echt kapot van vandaag en niet te vergeten van die slechte korte nacht. Ik keen naar het laatste nieuws op CNN en kroop onder de dekens, half tien. Welterusten.
Copyright/Disclaimer