Singapore (Shing Hotel (414), vrijdag 12 maart 2004
Vrijdag, vandaag is het ècht mijn laatste dag in Singapore! Ondanks dezelfde routine als in de afgelopen dagen lijkt het nu echt dat de moesson voorbij is getrokken en het droge seizoen is aangebroken. Het ziet er zelfs vreemd uit wanneer ik de gordijnen open en de strepen van de dikke regendruppels niet zitten waar ze horen te zitten. Een waterig zonnetje probeert door het dikke laaghangende wolkendek heen te dringen.
Een glimlach vestigt zich om mijn mond en ik heb er vandaag zin in! Dit is het moment waar ik op heb gewacht! Mijn depressieve gevoelens zijn samen met de regen verdwenen. Nu weet ik het zeker, dit is mijn laatste dag in Singapore, morgen trek ik het Maleisische schiereiland in.
Nu ik weet dat dit echt mijn laatste ochtend is loop ik fluitend met de krant onder mijn arm naar het Indiase restaurant om de hoek van het hotel voor het ontbijt. Zij zijn net zo verbaasd als ik wanneer ik de donkere koele geairconditioneerde ruimte binnenstap. Mijn ogen wennen langzaam aan het schemer en er verschijnen steeds meer mensen in vreemde kleurige kleding op mijn netvlies. Het restaurant zit haast helemaal vol! Met een opgedrongen vriendelijkheid wordt ik door een ober aan een arm naar een lege tafel aan het raam geleid, zo ver mogelijk bij de andere gasten vandaan.
Een kan koffie verschijnt op tafel en de breed lachende ober vraagt of ik het ontbijtbuffet wil gebruiken. Een vreemde vraag! Maar ja, ik bevestig zijn vraag dat ik gebruik van het ontbijtbuffet wil maken. Nadat hij enkele onleesbare tekens op een papiertje heeft geschreven en dat papiertje onder een vaasje met plastic bloemen heeft geplaatst maak ik aanstalten om op te staan. Zijn grote zware hand op mijn schouder voorkomt dat ik op kan staan, begeleid door een brede glimlach die zijn fantastische gebit toont.
Vandaag wordt ik, waarschijnlijk door de drukte in het restaurant, bedient door een ober in smetteloos wit. Een snelle blik op het papiertje verteld me dat de prijs voor het ontbijtbuffet nog steeds S$ 5,- is en dat bevalt me wel. De gebakken eieren zijn nu wel vers en ook de kikkererwten in de tomaten-kerriesaus smaken me beter dan eerder deze week. Twee geroosterde boterhammen maken het ontbijt compleet.
Ik ben nog niet op pagina drie van “The Straits Times” wanneer een vreemde geur mijn neus prikkelt. Ik weet dat mijn kleren niet schoon meer zijn maar dat mijn deodorant niet meer werkt baart me meer zorgen. Voorzichtig en onopvallend til ik mijn rechter- en linkerarm op om onder mijn oksels te ruiken. Hmmm, ik ruik wel wat maar ik ben het zeker niet. Ik kijk eens goed om me heen om te zien waar de okselgeur vandaan kan komen.
Dan valt het kwartje! Het gemengde gezelschap aan de andere tafels verspreid de kenmerkende geur waar India en de buurlanden bekend om staan. Met elke hap van mijn geroosterde brood wordt het moeilijker om deze door te slikken. Ik beng bang dat ik de borden op deze laatste ochtend niet leeg krijg.
Na het ontbijt ga ik, via een korte stop op mijn hotelkamer, richting “Sun Tech City” waar een enorme computerbeurs wordt gehouden. Singapore is het toppunt van de consumenten elektronica en met name alles wat met computers te maken heeft.
Voordat ik te voet bij “Sun Tech City” arriveer passeer ik eerst nog enkele fantastische architectonische juweeltjes. Oude en nieuwe gebouwen leven zij aan zij in het mooie Singapore!
In het enorme internationale beurs- en congresgebouw kijk ik mijn ogen uit! Hier zie je computers en randapparatuur die je pas over twee jaar in Nederland in de winkel kan vinden. Daartegenover staan ook de prijzen, hoge prijzen, zelfs voor een land als Singapore. Ik heb mijn nieuwe laptop gezien en wat belangrijker is, ik heb de scanner gevonden waar ik al langer naar op zoek was. Nergens te krijgen en ineens loop ik er tegen aan.
Vanaf “Sun Tech City” loop ik helemaal ondergronds naar de rand van het centrum. Ondergronds is het koel, veilig en schoon. Ik kijk mijn ogen uit! Groepjes vrienden en vriendinnen zitten hier te praten, met elkaar dansen, op niet te luide muziek, of gewoon te picknicken. Een goede opvoeding begint jong, en daar ontbreekt het in Singapore niet aan.
Eenmaal weer in de buitenlucht begin ik afscheid te nemen van Singapore, “the Durian” is en blijft een verbluffend gebouw, zeker in de avond!
Na het afscheid van de Merlion ga ik richting de Quay's voor een laatste cider. Ik heb vanmiddag erg laat geluncht en geen trek in de avondmaaltijd. Na in mijn eentje een paar cider’s te hebben gedronken in de "Penny Black" pub besluit ik dat het tijd is om te gaan slapen. Om de hoek, op weg naar de ondergrondse, verwen ik mijzelf met een Big Mac en ik heb zelfs echte mayonaise bij mijn patat.
Morgen moet het dan echt gaan gebeuren! Ik ga verder naar het noorden!