Mersing (Embassy Hotel (C8), maandag 15 maart 2004
Het is geen wonder dat ik op deze maandagochtend pas om tien uur uit mijn bed kom. Na de gezellige zondagavond is mijn hoofd hol en de geluiden rollen galmend door mijn lege schedel. Mijn darmen gaan tekeer als een oude versnellingsbak en ik zweet al voordat ik wat het ondernomen. Heb ik toch weer een paar flessen bier teveel gedronken. Ik roep al tijden dat ik moet gaan minderen maar het komt er nooit van. Het is gewoon altijd te gezellig wanneer je op reis bent.
Na een voorzichtig bakje oploskoffie loop ik naar de bakker om toch maar wat van die zoete broodjes te proberen. Elke ochtend een broodje vette gefrituurde kip met friet is ook geen aantrekkelijke gedachte. Een zakje van zes zachte half zoete witte bolletjes kost me 35 eurocent. "Dat zal ondertussen in Nederland wel wat meer kosten”, denk ik bij mezelf.
Gisteren tijdens de lunch heb ik gebakken eieren gezien. Twee broodjes gebakken ei, met veel zout want dat is belangrijk in de tropen, is dan ook mijn ontbijt voor vandaag. Een banaan en een Diet Coke maken mijn ontbijt bij “H & H Kitchen” compleet. Na een kopje Maleisische koffie voel ik me weer goed en vind het geen slecht idee om te kijken of ik misschien vandaag ook nog naar het eiland kan. Een paar uur lekker lui op een schommelende boot hangen lijkt mij een goed idee om de maandagmiddag mee door te brengen.
Speedboten liggen er voldoende op passagiers te wachten, maar dat is niet wat ik zoek, ik wil met de “Slowboot” naar Pulau Tioman. Eenmaal een beschikbare veerdienst gevonden koop ik de twee kaartjes die samen het retourtje naar Pilau Tioman vormen. Naarmate de vertrektijd nadert worden de wachtende medepassagiers steeds ongeduldiger. Zij moeten waarschijnlijk nog wennen aan het Aziatische temp? Een verdwaalde zenuwpees gaat naar het loket en vraagt met een te luide stem wanneer die boot nu eindelijk eens vertrekt. Welke boot? Er is nog geen boot te zien!
Ik heb gisteren al gezien dat de langzame veerboot een uur later vertrok in verband met de waterstand. Laag water dus! Ik volg geïnteresseerd wat er allemaal gaat komen. Het doet de man van de veerdienst absoluut niets dat hij door wel tien man tegelijk met een verheven stem word aangesproken en tot uitleg word gesommeerd.
‘Boat come in ten minutes, sure’, zegt hij met een grote rustgevende glimlach op zijn gezicht.
Tien minuten later speelt hetzelfde tafereel zich nogmaals af. En nog een keer, en nog een keer. Tot uiteindelijk in de verte, langzaam, de contouren van een grotere boot zichtbaar word.
Opgelucht, en in een recordtijd, gaat iedereen aan boord en kan de boottocht beginnen. Dus niet, eerst moest er nog dieselolie worden ingenomen. Één uur en dertig minuten later word er eindelijk aan de overtocht begonnen. Mij heeft het op geen enkele manier geschaad. Heerlijk heen en weer wiegend, op een schaduwrijke plaats aan het buitendek, heb ik de hele voorstelling bekeken. Ik hou van die boottochten. Lekker niets doen, een beetje kletsen en wat om je heen kijken. Het klotsende zeewater tegen de romp werkt erg rustgevend.
Langzaam word een eiland groter aan de horizon. Enkele passagiers, waaronder ik zelf, denken dat we er al zijn. Dus niet! We varen verder richting een puntje aan de horizon. “Land in zicht!”, schreeuw ik in mijn gedachten en neem nog maar een slokje van mijn flesje, langzaam warmer wordende, drinkwater.
Het moet echt een mooi eiland zijn geweest voordat het massatoerisme hier neerstreek! Ondanks de enkele enorme resorts, en ook de kleinere lijkt het me een prima plaats om een paar dagen te luieren. "De volgende keer", beloof ik mezelf.
Ik begin mij nu wel zorgen te maken. Het is al half vier en we zijn nog geen enkele keer gestopt om passagiers van de boot te laten. Om vier uur gaat mijn speedboot terug naar Mersing, vanaf de andere kant van het eiland wel te verstaan. Dan moet dat afmonsteren van de passagiers wel heel erg snel gaan!
Om kwart voor vier verlaten de eerste passagiers de veerboot. Zij stappen over op een paar kleinere bootjes die al liggen te wachten. Dat lijkt me aanzienlijk sneller te gaan dan aanleggen aan de gammele steiger. Aan een voorbij lopend bemanningslid merk ik op dat ik met de speedboot mee terug naar het vaste land zou gaan. Verbaasd kijkt hij me aan en loopt verder.
Om vijf voor vier verlaten er weer enkele passagiers de boot en ik begin hem nu wel te knijpen. Ik heb weinig trek om op het eiland een nacht zonder enige vorm van bagage door te brengen. Ik spreek hetzelfde bemanningslid weer aan en hij verzekerd mij dat alles onder controle is. Ja ja, dat zal wel! Ondertussen varen we rustig door het heldere smaragd groene water. Vijf over vier!! Ik heb het niet meer en ga naar de brug. Ik heb de deur nog niet opengeschoven of de kapitein zegt in perfect Engels dat hij via de marifoon de speedboot heeft gemeld om op mij te wachten. Ik slaak een zucht van verlichting wanneer ik de wachtende speedboot zie liggen.
Er zijn een paar blanken aan boord die niet kunnen lachen wanneer ik aan boord van de speedboot kom. Zij hebben tenslotte 25 minuten op mij moeten wachten. Met zure gezichten vol onbegrip kijken ze mij aan. Ik lach schuchter en ga achterin zitten. En dan wordt het allemaal nog genanter. De speedboot gaat precies dezelfde route terug en stopt bijna op dezelfde plaatsen om een paar passagiers op te pikken. Deze mensen hebben dus onnodig een half uur op mij moeten wachten! Hé, wacht eens even? Waarom heeft die slimme kapitein mij niet op de eerste pier afgezet? Het is van hem niet slim geweest om mij helemaal mee te nemen naar het einde van zijn route.
Iedereen is aan boort en de oversteek naar het schiereiland kan beginnen! Oordoppen in en genieten. Het gehuil van de 600 paarden deert mij niets terwijl de andere passagiers zo ver mogelijk wegkruipen van de huilende 18 cilinders tweetakt die met plezier enorme hoeveelheden benzine verbranden. Er is helaas geen schaduw aan boord van de speedboot en de namiddagzon maakt me loom.
Ik voel me nu een stuk rustiger en langzaam vallen mijn ogen dicht. De warme zon, het schommelen van de boot op de golven en het monotone gezoem van de motoren wiegen mij langzaam in slaap. Ik schrik wakker wanneer de boot abrupt snelheid verminderd. We varen langzaam de rivier op. De schemer is in aantocht en dat gaat snel zo dicht bij de evenaar.
Er is geen hartelijk afscheid van mijn medepassagiers aan de pier. Enkele hebben hun aansluitende bus naar KL of Singapore gemist en om de een of andere onduidelijke reden geven ze mij daar de schuld van. Het deert me weinig. Ik slenter richting mijn hotel terwijl de met zware rugzakken behangen gefrustreerde medepassagiers voorbij snellen om een bed voor nacht veilig te stellen. Ik heb een bed dus ik heb geen haast, ik heb enkel trek in een koud biertje om een heerlijk einde aan deze mooie dag te maken.
Het restaurant onder het hotel is op maandagen gesloten en ik ben genoodzaakt om ergens anders te eten. Waarom niet bij “H & H Kitchen”? Buiten voor het hotel staan enkele blanken versuft om zich heen te kijken op zoek naar een restaurant. Ook zij zijn verrast door het bordje “GESLOTEN” op het rolluik van het restaurant. Onder normale omstandigheden zou ik ze hebben geadviseerd waar ze wat zouden kunnen eten. Sinds die onvriendelijke blikken eerder op de dag laat ik ze maar zwemmen in hun onzekerheid en onwetendheid.
De eigenaar van “H & H Kitchen” staat al te zwaaien zodra ik op de eerste trede stap naar het restaurant. Ik neem een blikje frisdrank uit de grote koelkast en zoek een plaatsje in het half gevulde restaurant.
‘Nasi?’
‘Eh, ja graag, maar niet zoveel’,antwoord ik.
Ik wijs wat gerechten aan in de vitrine die schepje voor schepje rond de witte rijst op mijn bord worden gelegd. Dat ziet er weer heerlijk uit. Ik leeg mijn bordje en eet de gebruikelijke banaan als toetje. Het afrekenen is ook een waar genoegen. Elke keer wanneer ik hier weer terug kom voor een maaltijd krijg ik meer korting.
De vele westerlingen die mij tijdens hun passeren zien zitten in het restaurant lijken op één of andere manier gerustgesteld en nemen ook plaats. Enkele herkennen me en proberen oogcontact te maken. Misschien hebben ze nu in de gaten dat ik helemaal niets te maken had met de vertraging vanmiddag. Het restaurant loopt langzaam vol terwijl de vitrine langzaam leger wordt! Meer business voor mijn vrienden dus. En dat wordt beloond! Mijn laatste maaltijd kost me iets meer dan een euro. Misschien heeft het iets te maken met de broodjes die ik na het ontbijt achterlaat voor de eigenaar. Ik hou het droog op deze avond! In het islamitische restaurant wordt er absoluut geen alcohol geschonken en in het gesloten restaurant onder het hotel kan ik ook niet terecht! Dus na een lekker kopje thee en een half uurtje lezen doe ik het licht uit.