Ik ben vroeger wakker dan ik had gehoopt. Het was ook niet erg donker in mijn kamer de afgelopen nacht en de duisternis heb ik toch wel nodig om goed te kunnen slapen. Onwennig kijk ik om me heen door de uitgeleefde hotelkamer. De romantiek en de kleur van de kamer zijn binnen vier en twintig uur verdwenen. Het is geen slechte kamer maar voor dit geld zit je in Thailand in een vier sterren hotel! Niet meer klagen, ik ben in Singapore, niet in Thailand!
Voor vandaag heb ik een waslijst met taken die ik vandaag ook het liefst helemaal zou willen afhandelen. Verschillende taken waarvan de ene belangrijker is dan de andere. Maar toch, ook de onbelangrijkere taken moeten nu eenmaal worden afgehandeld. Lange reizen blijken in de praktijk minder romantisch dan dat je ze voorstelt voor je vertrek. Vooral het gedoe met al die visa voor de verschillende landen is een hoofdpijn dossier. Ben je eindelijk ergens waar je het prima naar je zin hebt en dan moet je tien dagen later een twee daagse busreis gaan maken voor een nieuwe, meestal betaald, stempel in je paspoort. Of je bent een week kwijt in een onaardige stad in afwachting van een stempel voor het volgende land dat je wil bezoeken.
Het zal wel aan mij liggen maar handig is het niet! Soms krijg ik het idee dat deze tweede en derde wereld landen in Azië helemaal niet willen dat je hier op reis bent. Ze willen wel dat je op vakantie komt en twee weken op het strand enkele maandlonen uitgeeft. Het reizen op budget is niet erg gewenst. En dan denk ik weer aan die duizenden ambtenaren die elke avond rijst op tafel zetten omdat ze de hele dag visumaanvragen zitten te controleren en te stempelen.
Het prijspeil in Singapore ligt duidelijk hoger dan in de rest van de landen rond Thailand. Gisterenavond in de bar heb ik dus al besloten om mijn budget een beetje te verruimen maar tegelijkertijd ook een beetje te bezuinigen waar dat mogelijk is. Gisteren, op weg naar de stad, heb ik om de hoek van het hotel een Indiaas restaurant gezien dat een ontbijt buffet aanbied voor S$ 5.-, zeg maar drie euro, dat ontbijt wil ik op deze eerste ochtend in Singapore wel wel proberen.
Onderweg naar het restaurant spook de droom van de afgelopen nacht nog door mijn hoofd. Onneembare hellingen van los heet zand en enorme PVC waterkranen. Mijn hoofd is duidelijk op hol. Er gebeurt teveel of er is teveel gebeurt. Ook het alleen op reis zijn blijkt deze keer moeilijker dan bij andere gelegenheden. Ik heb erg onrustig geslapen. Ook wel een beetje te begrijpen na die halve middag op bed. De “Pattaya Jetlag”, wanneer je in de stad van de zonden de dag voor de nacht hebt verruild, speelt me parten. Te laat naar bed en tot het middaguur slapen in de airconditioning is geen levensstijl voor een gezonde jongeman!
Een half peloton in smetteloos wit geklede Indiase obers, waarschijnlijk op een visum met een werkvergunning, staat me net achter de tweede rij glazen schuifdeuren op te wachten in het lege restaurant. De gedachte achter het goedkope ontbijt is me al snel duidelijk: De huur is betaald, de Indiase werknemers zijn (onder)betaald dus alles wat er in de kassa ligt voordat de avond begint is meegenomen. Bollywood deuntjes vullen de lege ruimte.
Het ontbijt valt me niets tegen en met een verse krant op tafel en een kopje koffie bij de hand zit ik rustig en relaxed te genieten van de ochtend in Little India. De “Chola”, oftewel “Chana Masala”, een kerrie op basis van tomaten met hele kikkererwten gaat er in als zoete koek. Geen Indiaas brood voor mij maar gewoon wittebrood in de geroosterde versie. Gebakken eieren zoveel als ik wil! Maar het belangrijkste is de koffie, die is van een kwaliteit die elke toerist weet te waarderen.
Na het ontbijt neem ik uitgebreid afscheid van de obers en de koks en ik vind het best vervelend voor ze dat ik al die tijd de enige bezoeker voor een ontbijt in het restaurant was. Plechtig beloog ik dat ik morgen weer kom ontbijten. Ik hoop in ieder geval voor ze dat het vanavond een stuk drukker is in het restaurant.
Mijn ritje in de ondergrondse van Singapore is op zich al een hele belevenis. Het is de totale belevenis van het moderne Azië. De ene helft van de passagiers zit te slapen en de andere helft zit òf met zijn mobiele telefoon te spelen òf te bellen. De ondergrondse stations zijn overvol met mensen op weg naar hun werk. Het zijn nog net geen Japanse taferelen maar het is wel heel erg druk.
Efficiëntie is overal het doel in Singapore, efficiëntie bespaart kosten en het werkt. Efficiëntie maakt een ieders leven gemakkelijker. Als een leger marcherend in de maat van een stille trom lopen de bataljons passagiers van trein naar trein. Ik ben gefascineerd door dit geheel. Overstappen is geen probleem, overal staat duidelijk aangegeven waar de in wit tl-licht badende gallerijen heen leiden. Er lijkt geen enkele ruimte te zijn voor fouten. "Foutloos” is hier de gedachte, en er is heel goed over nagedacht!
Elk ondergronds station in Singapore is een museum op zich. Beeldende kunst is overal. Beeldende kunst geeft rust. Beeldende kunst dwingt respect af. Beeldende kunst geeft geen ruimte voor vandalisme. Beeldende kunst houdt de publieke ruimtes schoon. Beeldende kunst is voor en van iedereen. Je wandelt er met plezier doorheen.
“Orchard Road” is gewoon een andere buurt in Singapore met enorme shopping centra en kantoren. "Orchard Road” is de P.C. Hooftstraat van Singapore. In deze winkelcentra zijn alle grote modemerken van de wereld vertegenwoordigd. Hier kan ik binnen een uur een modaal inkomen uitgeven en dan ook nog zelf alle tasjes dragen met wat ik gekocht heb!
De manier waarop deze dure grondstukken optimaal worden benut is ook simpel maar doeltreffend. Op de eerste drie of vier verdiepingen zijn er winkels. Dan volgen een aantal verdiepingen met kantoren met soms daarboven dure exclusieve appartementen.
Eenmaal boven de grond kijk in met half dicht geknepen ogen of ik misschien een herkenningspunt zie. Nee dus.
Singapore is een stadstaat die voor je zorgt, die je verzorgt, maar dan moet je je wel aan de regels houden en ook voor je medeburgers in Singapore zorgen. Het is een zeer streng land wanneer het gaat om drugs en andere genotsmiddelen. Een pakje onbelaste sigaretten uit een ander land komt je zo maar op een boete te staan in de richting van een Europees maandsalaris. Aan de andere kant zijn er ook voldoende vrijheden die je leven heel plezierig maken.
Ook het onderhoud van je lichaam en het daarbij behorende gedachte: “iedereen moet gezond leven want anders ben je later een last voor de maatschappij” gedachte wordt je hier vanaf de kleuterschool af aan ingeprent. Voor een voetgangers verkeerslicht zie ik deze boodschap op het asfalt voor het zebrapad staan.
Ik zie gelukkig wel een enorme reclame van een Apple Center. De witte appel, met de hap er uit, op de zwarte achtergrond is nadrukkelijk aanwezig op de gevel van het winkelcentrum. Een bezoek aan een Apple Center staat ook op mijn lijst met opdrachten. Snel naar binnen! Ontsnapt aan de relatief koele ochtendlucht kom ik in een nog koelere omgeving. De glazen schuifdeuren zijn een sluis naar een heel ander , kunstmatig, klimaat en naar een heel andere wereld.
Er is geen levende ziel in het hele gebouw te bekennen. Ik dwaal door lege gangen en over lege gallerijen. Links en rechts achtervolgt door mijn spiegelbeeld. Glazen wanden van de vloer tot aan het plafond met daarachter de luxe koopwaar. De eenzaamheid benauwd me en ik voel me voor een moment in een apocalyptische science fiction film. Alle winkels zijn op dit vroege tijdstip nog gesloten, zo ook het Apple Center. Een schoonmaker in het Sushi restaurant tegenover het Apple Center kan mij melden dat de winkels in dit winkelcentrum om 11 uur openen. Ik heb dus nog tijd genoeg.
“Orchard Road” is ook de buurt waar zich veel ambassades bevinden. “Orchard Road” is een merknaam met een zeer exclusieve uitstraling. De Thaise ambassade is ook snel gevonden. In het aankondigingen kastje naar de gesloten poort hangt een duidelijke boodschap:
5 maart 2004
De ambassade is gesloten wegens
Makkha Buddha Day.
Makkha Buddha Day.
Dat was dus de tweede opdracht die ik al had vervuld. Vandaag geen extra informatie over mijn O-visum. Ik heb genoeg tijd te doden voordat het Apple center open gaat en ik heb best zin in een lekker bakkie koffie.
Als er één ding is waar de grote Aziatische wereldsteden zeker geen tekort aan hebben dan is dat fastfood restaurants. Koffie bij McDonalds! Nee, geen burgers, gewoon een dampende beker koffie. Even later zit ik aan een counter met uitzicht op de kruising van Orchard en Scotts/Paterson road. Een fascinerende stroom mensen en in mindere mate voertuigen trekt aan me voorbij. Ik blader wat door mijn Lonely Planet en moet wel lachen wanneer ik lees dat het de uitgave uit 1996 blijkt te zijn. Nee, ik doe mezelf hier geen plezier mee! Voordat ik naar het Apple Center ga bezoek ik eerst de boekenwinkel in “Wheelock Place” en doe mezelf de 2004 editie van Maleisië en Singapore cadeau. Zo, dat zal de rest van deze reis een stuk gemakkelijker maken.
In het Apple Centre koop ik enkele accessoires voor mijn I-pod en vraag om wat informatie over de belachelijk dure maar wel heel mooie Apple laptops. De winkelbedienden zijn meer dan vriendelijk. Dit lijkt de regel te zijn in de Apple wereld. Alles wordt me met veel geduld tot in de kleinste details uitgelegd. Helaas ben ik nog niet toe aan zo’n vlaggeschip van de draagbare computer wereld.
Nu nog de derde opdracht voor vandaag, inloggen met mijn laptop en controleren of er belangrijke faxen en/of emails zijn. Het nieuwe reizen bevalt me prima, telefoneren is bijna niet meer nodig. Haast alle informatie gaat geknipt in enen en nullen over het wereld wijde web. In de toekomst kan het alleen maar mooier en beter worden.
Ik heb recht tegenover de Thaise ambassade een internetcafé op de eerste verdieping eenshopping mall gezien. Ik zoek een plaatsje in het donker tussen de computerspelletjes spelende jeugd van Singapore. Ik kijk mijn ogen uit! Koptelefoons, inclusief microfoons, verbinden de leden van de verschillende teams met elkaar. Internet gaat hier per uur, drie euro voor het eerste uur en een euro voor elk volgend uur! Daar kan ik niet wakker van liggen. Ik moet contact met thuis maken.
Inloggen is absoluut geen probleem. Wifi of kabel, het is maar wat je prefereert. Dat is ook meteen het bewijs dat het internet in Thailand nog maar in de kinderschoenen staat. Ik heb zelfs nog wat meer geluk. De eigenaar van het internetcafé lost het netwerk probleem op mijn computer voor me op. Ik worstel al weken met het probleem dat ik zeer moeilijk kan inloggen en dat er (enkele) tegenstrijdigheden in het netwerk protocol zitten, en tot nu toe heeft niemand in Thailand me kunnen helpen. Ik kijk mee over zijn schouder en probeer zijn dansende vingers op mijn toetsenbord bij te houden. Tevergeefs, kennis is macht en de kennis op dit gebied is onmisbaar in de toekomst. Het hele internet staat nog maar in de kinderschoenen en ik heb nu al moeite om het allemaal bij te houden. Ook hier begint mijn leeftijd te tellen! De email en faxen bevatten geen alarmerende berichten dus ik kan het weekend ontspannen beginnen.
Het is nog geen half één en ik ben klaar met alle taken die ik voor vandaag had gepland. Ik ga snel op weg naar mijn hotel om mijn laptop terug te brengen en mijzelf klaar te maken voor de eerste middag en avond in Singapore. De ochtend is in ieder geval een vruchtbare geweest. Onderweg in de MRT besluit ik om al bij het station “Little India” uit te stappen. Ik hou nu eenmaal van wandelen en de wereld boven de grond is ontelbare keren interessanter dan de wereld in de ondergrondse MRT.
“Little India”, rond Serangoon Road, is een explosie van cultuur, kleuren en geuren brengen je naar een heel andere wereld!
De geuren worden sterker, de rook van de wierook worstelt zich een weg naar buiten bij de “Sri Srinivasa Perumal Tempel” en voordat ik het zelf in de gaten heb sta ik naast een molen waar de verschillende specerijen voor de Indiase kerries en andere gerechten worden gemalen. De twee mannen die de machines bedienen kijken me vreemd aan. Zij zijn namelijk geen toeristen attractie, nou, voor mij wel, dit is namelijk de cultuur waarna ik altijd op zoek ben.
Omhoog kijken kan op heel belonend zijn! Gelukkig heeft de regering van Singapore al jaren geleden beslist dat niet zo maar alles kan worden plat gewalst om plaats te maken voor betonnen blokkendozen. De gevels van de oude Chinese Shophouses zijn dan ook pareltjes om naar te kijken! Ook het contrast tussen nieuw en oud zet je aan het denken. Singapore is een mooie stad om te bezoeken, al is het maar een keer in je leven.
Nadat ik een eenvoudige Chinese maaltijd, bestaande uit rijst met groenten en een gerecht van varkensvlees in sojasaus, heb genuttigd in het restaurant onder mijn hotel ga ik op weg naar de EXPO, zeg maar de RAI van Singapore. Ik heb in de metro een reclame gezien over een expositie van ontlede mensen. Ja, ontlede mensen, èchte lichamen die op een of andere manier ontleed en met plastic geïmpregneerd zijn. Ik weet eigenlijk niet goed wat ik ervan moet denken maar mijn nieuwsgierigheid wint van mijn afschuw. Schoorvoetend ga ik de ontvangsthal binnen. Mijn eerste ontmoeting met foto's over te tentoonstelling blijkt niet eng. Ik besluit dan ook om naar binnen te gaan.
Eenmaal binnen ben ik enorm gefascineerd door wat ik allemaal zie. Ja, het zijn mensen, èchte mensen! Maar ook hele paarden en zelfs een koe staan tentoongesteld op een manier waarvan mijn oude biologie onderwijzers helemaal gek van blijdschap zouden worden. Gelukkig heb ik altijd goed opgelet in de klas, veel van de tentoongestelde onderdelen herken ik direct. Door de manier waarop de tentoonstelling is opgezet hebben ze ook wat van hun menselijkheid verloren. Het is heel moeilijk uit te leggen. Het is in ieder geval niet eng. www.bodyworlds.com mocht je geïnteresseerd zijn.
Later in de middag op de terugweg naar mijn hotel weet ik niet wat ik hoor in de metro. Het is een concert van beltonen. Alsof het NOKIA filharmonisch orkest in de trein optreed, een onafgebroken stroom van beltonen. Het kunnen er wel duizend verschillende zijn geweest. Een paar stations vroeger dan gepland ben ik maar weer eens uitgestapt om eens lekker door de stad te kunnen slenteren. In alle Aziatische steden is altijd wel wat nieuws te ontdekken. In “Bugis” weet ik ook weer waar ik me bevind en ik ben écht blij. Singapore was een juiste goede keuze om een visa run te doen.
Na een korte rust op bed en een lichte Indiase maaltijd ga ik te voet richting de Singapore rivier. Het middelpunt waar de velen toeristen samen komen. Die vrijdagavond ga ik op pad door het zwoele Singapore. Ik slenter door Chinatown en drink een paar cider in een Engelse pub, de "Penny Black" genaamd. Onderweg nuttig ik de ene na de andere heerlijke snack. Eigenlijk doe ik gewoon niets, alleen wat rondhangen. Genieten van Singapore.