zaterdag 6 maart 2004

Singapore: Regen en vochtigheid

Singapore (Shing Hotel (414), zaterdag 6 maart 2004

Het was iets te gezellig en ik had iets teveel gedronken op de vrijdagavond. De MRT, de metro van Singapore, bracht me naar “Farrer Park MRT station”. Een van de zaken die je vooraf moet weten over de metro in Singapore is dat die voor de werkende mensen van de maatschappij is gebouwd. ’s Avonds na, zeg ongeveer, half twaalf vertrekt de laatste trein en dat is het dan, de volgende ochtend rond vijf uur komt alles weer op gang. Er rijden nog wel nachtbussen maar die vertrektijden midden in de nacht zijn zo onaantrekkelijk dat haast iedereen voor een (gedeelde) taxi kiest.
Op het moment dat ik de gordijnen van mijn kamer open trek sta ik oog in oog met dikke, langzaam naar beneden kruipende, waterdruppels. Het regent! Dat is een van de nadelen van de tropen waar ook veel tropische regenwouden zijn te vinden. Buiten gaat het leven gewoon verder, net als op een zonnige dag in de tropen.
Ik kruip weer onder de dunne deken omdat de koelte van de airconditioning in mijn kamer haast onaangenaam is. Ik kan me niet herinneren dat ik een afstandbediening of een thermostaat aan de muur heb gezien. Waarschijnlijk wordt het klimaatsysteem in het oude gebouw centraal geregeld. En de leeftijd van het systeem heeft ook de kwaliteit en betrouwbaarheid aangetast. Het is voor mij in ieder geval te koud.
Met mijn hoofd op mijn handen en mijn blik op het plafond denk ik na. Over van alles en nog wat. Over Thailand en de twijfels over Thailand die ik nu toch wel heb. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn in het land van de lach. Na drie jaar ben ik nog steeds vrijgezel. En hoewel ik liever wat gezelschap om me heen heb lijkt het in dit geval beter voor me. In Pattaya luister ik elke avond naar de verhalen van de teleurgestelde mannen, over schoonmoeders, buffalo’s, slechte seks, gouden kettingen en huizen in de Isaan. Het lijkt het hoofdonderwerp van alle gesprekken te zijn. Alleen zijn in Thailand is zo slecht nog niet.
Ondanks de oneindig neerdalende regen moet ik toch opstaan om voor elf uur mijn plaatsje in het Indiase restaurant voor mijn ontbijt in te nemen! Om tien voor elf storm ik binnen en het lijkt dat het personeel daar niet zo blij mee is. Eigenlijk ben ik zelf ook niet zo blij meer! Ik kijk eens goed om mij heen en het lijkt dat ik op deze regenachtige zaterdagochtend de eerste klant voor het ontbijt ben. Het eiwit van de gebakken eieren ziet er uit als een buitenaardse kunststof en de dooier als een gesmolten tennisbal. De tomatensaus van de kerrie is ingedikt tot een pasta en de koffie valt onder het chemisch afval. Het is voor mij geen goede start van deze zaterdag!
Ik sla de krant open en probeer me te concentreren op het wereldnieuws. Na enkele slokken is de koffie wel te pruimen. Een half dozijn pikzwarte ogen staart naar mijn met margarine besmeerde geroosterde boterham. Het duurt niet lang en de visuele boodschap lijkt aangekomen! Met een glimlach van oor tot oor onder een gitzwarte snor serveert een kok twee vers gebakken eieren. Daar kan ik wat mee! Om het nog beter te maken wordt er ook nog een pot verse koffie voor me gezet. En dat alleen maar omdat ik de enige klant ben op de regenachtige ochtend in Singapore.
De angst dat ze de laatste klant voor de dagelijkse ontbijt gaan verliezen lijkt diep te zitten. Uit beleefdheid eet ik beide eieren en drink een sloot koffie. Dat zal vandaag wel een paar keer toilet zitten worden! ???? Ik kijk door het enorme raam naar buiten naar de ineengedoken stoet mensen onder de paraplu’s op weg naar god weet waar.
Misschien moet ik ook maar een paraplu kopen? Regen is me Australië ook een keer overkomen. Nadat ik een paraplu had gekocht heb ik de hele reis geen druppel hemelwater meer gezien.
Terug op de kamer valt er niets anders te doen dan spelen op de Acer laptop en wat verhalen te schrijven en foto’s te bewerken. En laat ik dan ook nog eens geluk hebben! Bij de eerste speurtocht in het radio spectrum vind ik een open netwerk waar ook nog eens een internet verbinding open staat. Dat is erg ontspannend voor de rest van de middag, of in ieder geval totdat de regen is gestopt. Ik ben hier tenslotte niet om de hele dag op bed te liggen.
Aan het einde van de middag stopt de regen en wordt het tijd om de stad in te gaan. Na een snelle douche steek ik me in de kleren en ga op pad. Bij de receptie wordt ik geroepen door een vadsige chinees met dikke brillenglazen. Hij kijkt naar het kamernummer op mijn sleutelhanger waarna hij een blik werpt in het dikke boek voor hem.
‘Fifty five dollar?’, lispelt hij.
Geen probleem, betalen moet ik toch en wanneer ik per dag betaal kan ik mijn budget beter in de gaten houden! In dit hotel wordt sowieso elke dag betaald, en meestal per uur, dat is me meteen duidelijk wanneer een oudere man met een jongere vrouw recht voor me de lift uit stapt. Die gaan de massage op een hotelkamer afmaken!
Popiah
Ik grijp een popiah als snack om de ergste trek te stillen. Hoe eenvoudig deze verse loempia dan ook mag zijn, deze popiah wordt niet gefrituurd, de explosie van smaken in je mond is er niet minder om. Het begint met een loempiavel, daar gaat een streek zoete zwarte saus overeen. Witte kool, taugé en wat andere groenten, naar wens uit wat uitgebakken vet spek, kaantjes, en nog meer saus en naar smaak chilisaus of sambal. Voor minder dan een euro is er al een bodem voor vanavond gelegd!
Singapore Merlion
Deze keer blijf ik wat langer in de ondergrondse trein zitten en ik kies ervoor om uit te stappen op het “Raffles Place MRT station”. Zodra ik boven de grond kom ben ik alweer verdwaald. Elk metro station heeft drie of meer uitgangen. Het blijft dus een beetje zoeken en gokken waar je weer boven de grond komt. De plattegrond van het metrostation is duidelijk genoeg om me naar de oevers van de “Marina Bay” te brengen.
Na een korte wandeling realiseer je je hoeveel planning er in deze stad zit. Het ene gebouw is nog meer architectonisch doordacht dan het andere. Zeker op deze foto is het ronde dak van “de Durian”, Esplanade - Theatres on the Bay, heel bijzonder om te zien.
Singapore Merlion

Maar ook “de Merlion”, de officiële mascotte van Singapore, een vis met een leeuwenhoofd is in zijn nieuwe verschijning heel bijzonder om te zien! Zeker met op de achtergrond de hoge gebouwen van het financiële district en het oude postkantoor, tegenwoordig het “Fullerton Hotel Singapore”, op de achtergrond.
Esplanade Bridge
Het is verfrissend om te zien dat de regen veel van de weinige toeristen binnen heeft gehouden. Singapore is nog steeds een stad waar je overstapt op een vliegtuig op weg naar Australië en Nieuw Zeeland. De meeste reizigers zullen nooit weten wat ze hebben gemist! De “Esplane brug” over de Singapore rivier is ook vanaf de onderkant heel bijzonder.
Cricket op zaterdagmiddag
Dat Singapore een oude engelse kolonie is wordt meteen duidelijk wanneer je op zaterdag over het enorme groene grasveld midden in het centrum loopt. Het clubhuis van de “Singapore Cricket Club” is dan ook een architectonisch pareltje dat tot in de puntjes wordt onderhouden. Oude en jonge mannen gekleed in smetteloos wit spelen een partijtje Cricket.
Singapore Financial District
Vanaf “het Padang”, zoals het grote grasveld officieel heet, heb je ook een schitterend zicht op de kantoor torens van het “Financial District”. Singapore is het economische wonder van zuid-oost Azië. Veertig jaar dezelfde politieke leider heeft het modderige eiland, zonder enige grondstoffen in de bodem, getransformeerd in een moderne sociale stadstaat met een bloeiende economie. Het is de perfecte mix van economisch inzicht, geloofsovertuigingen en sociale achtergronden. Conflicten op basis van die laatste twee worden niet getolereerd en streng bestraft. Persoonlijk zou ik hier wel kunnen wonen, helaas worden buitenlanders niet toegelaten en in slechts een enkel uitzonderlijk geval kan een persoon de Singaporese nationaliteit krijgen wanneer hij niet in òf uit Singaporese ouders is geboren.
Raffles Hotel
Ik slenter langs de brede straten en boulevards. Op “Beach Rd.”, de naam zegt het al, passeer ik een ander icoon van Singapore. Het “Raffles Hotel” is een begrip over de hele wereld. Elke grote naam op welk terrein dan ook heeft tijdens zijn verblijf in Singapore hier geslapen. Voor de prijs per nacht in dit hotel ben ik zelf minimaal een week onder de pannen.
Toeristen, in de hoop een bekend persoon tegen het lijf te lopen, komen absoluut niet verder dan de bar waar ze steevast een “Singapore Sling”, een cocktail op basis van gin en ananassap die hier door Ngiam Tong Boon, een Hainanese barkeeper in de “Long Bar van het Raffles Hotel” rond 1914 is bedacht, bestellen.
Vreemde menukaartVreemde menukaart
Gezien de prijzen in het “Raffles Hotel” sla ik voor deze keer de “Singapore Sling” maar over en ga op zoek naar een heerlijke Chinese maaltijd voor hetzelfde geld. Bij het eerste de beste overvolle Chinese eethuis bestudeer ik de twee menukaarten die op de gevel zijn aangebracht. Vooral de “levende dronken kikker in een kleipot” springt in het oog. Die sla ik voor deze keer maar over en ik kies voor de “Black Papper Chicken in Hot Plate”. Taalfouten zijn nog steeds heel gewoon en geven ook een beetje charme aan het bestelde gerecht.
Groene en zwarte thee wordt gratis geserveerd bij het eten, jasmijn thee kost weinig maar wordt wel op je rekening bijgeschreven, en ik geniet van het gerecht dat voor me staat. Een kippenpoot, inclusief de botten, is in stukken gehakt en met een combinatie van stukken verschillende kleuren paprika en ui gebakken. Het wordt geserveerd op een gloeiend hete gietijzeren ovale plaat overgoten met een zwarte pepersaus. Zoiets heb ik in Nederland nog nooit gezien! Mijn rijstkom en “hot plate” gaan helemaal leeg. Voldaan en een beetje vermoeid zit ik een beetje om me heen te kijken. Singapore! Singapore? Wordt er thuis dan door helemaal niemand gekookt?
Hoewel de duisternis al invalt besluit ik om eerst nog maar even terug te gaan naar mijn hotel. Het is nog te vroeg om nu al bier te gaan drinken. De wacht achter de receptie is gewisseld en de chinees die ik nu aantref is een handelaar van nature. Binnen zestig seconden krijg ik zoveel verschillende goederen aangeboden dat “de Wehkamp” er jaloers op zou worden. Zodra hij zich realiseert dat deze blonde Hollander geen interesse heeft verdiept hij zich weer in het magazine dat voor hem ligt. Chinese meisjes in bikini’s en badpakken met bovengemiddelde borstomvang.
Singapore by night
En dan schrik ik plotseling wakker!
Vermoeidheid in combinatie met een goede maaltijd en ontspanning hebben me in slaap gesust. Nu is het wel de juiste tijd om op deze zaterdagavond in Singapore uit te gaan en een biertje te drinken. Hoewel de enorme lichtreclame van de ondergrondse lonkt kies ik ervoor om weer terug te lopen naar het centrum. Ik wandel nu eenmaal graag. Je ziet veel nieuwe dingen onderweg en in een moderne veilige stad als Singapore is het nu eenmaal heerlijk wandelen.
Deze keer laat ik Little India voor wat het is en kies voor een andere route via de Jalan Besar, de kleine straat, en Victoria/Hill street. Een heerlijke wandeling met mooie beelden in een verlichte stad.
Raffles Landing SiteBoat Quay
Voordat ik me in het nachtleven stort maak ik nog een wandeling langs de “Singapore River”, het maakt niet uit hoe vaak je hier bent geweest, het blijft altijd fascinerend en mooi om langs het water te lopen en naar de weerspiegelingen van de lichtjes op het water te kijken. Aan de overkant van de rivier is het uitgaansleven!
The Penny Black
Mijn voorkeur gaat uit naar “the Penny Black”, een heerlijke bar met het gevoel van een oude engelse pub. Alles is namaak maar de sfeer is goed, het bier is koud en de prijzen zijn acceptabel. Het is er niet goedkoop, het is geen Thailand! Maar toch, een verblijf in Singapore is niet compleet zonder een paar biertjes aan de Quay’s!
Copyright/Disclaimer