woensdag 9 oktober 2013

Thailand: Het noodlot slaat toe

Pattaya (Almost Free Hotel (101)

Veel slaap hebben we niet gehad wanneer de stewardess ons wekt voor een chocolade muffin, de apple is op en ik hou niet van cranberry's, en een beker lauwe sterke koffie. Een ontbijt had ik nu wel op prijs gesteld maar dat gaat helaas niet wanneer de vliegtijd zo rond de zes uur is, dan is een maaltijd per vlucht wel voldoende. Ik schuif het luik in het raam omhoog en staar in het donker, de horizon, die alleen wordt opgelicht door de verlichte en licht gebogen vleugeltip van de Airbus 330-200.
Voor een moment kruisen de problemen, die ik hoofdzakelijk in Nederland heb achter gelaten, mijn gedachten. Ik probeer er zo min mogelijk tegen te vechten, en aandacht te geven, zodat ze weer net zo snel uit mijn gedachten zijn verdwenen als ze zijn opgekomen. Door een klein raam aan de andere kant van het vliegtuig zie ik de horizon verkleuren als teken dat de zon op weg naar zijn zenit is.
Tien minuten later kijk ik voor een moment naar het rustige grijze water van de Perzische golf. Een strook zoutwater omringt door woestijnen. Een paar honderd miljoen jaar geleden was dit een enorm oerwoud waar planten welig tierden. Het is moeilijk om je dat voor te stellen wanneer je die  dode woestenij met 800 Km/u onder je ziet doorglijden.
Maar we weten allemaal dat hier het zwarte goud omhoog wordt gepompt en dat zwarte goud heeft rijkdom gebracht aan de nomadische volken die hier decennia hun geld verdienden met de handel in zijde, specerijen en andere exotische producten. Maar het grote geld heeft ze niet het geluk gebracht wat wij denken! Rijkdom brengt bijna nooit geluk, het brengt ook afgunst met zich mee en er zijn er ook veel die van de kruimels van de taart moeten leven. Een kleine groep moslims die behoren tot de sjiitische tak van de islam zijn de overheersers over de soennieten die het een stuk minder hebben. Al die rijkdom die wordt belichaamd door glimmende glazen wolkenkrabbers, dure automobielen en dikke buiken kan niet verhullen dat er duidelijk iets mis is in deze maatschappij.

Direct na de landing in deze enorme zandbak moeten het nagelnieuwe vliegtuig via de trap verlaten. De warme droge woestijnlucht sluit zich als een strakke elektrische deken om je heen en de eerste zweetdruppels verschijnen op mijn voorhoofd. Etihad Airways is sneller gegroeid dan het vliegveld van Abu Dhabi. Enorme bussen, met wel honderd passagiers en hun handbagage aan boord, vervoeren ons naar de hoofdterminal waar het een drukte van jewelste is. Nee, dit is niet de moderne oosterse reiswereld die ik had verwacht hier aan te treffen!

Bij de eerste de beste vrije zitplaats vallen we neer en dat blijkt ook nog eens naast de McDonald’s te zijn. Sterker nog, de tafels en stoelen maken een onderdeel uit van de McDonald’s. Ik mag dan ook op zijn tijd wel een hamburgertje waarderen maar die Arabieren zijn er helemaal verzot op! Helaas is het bij het bestellen wel een tegenvaller. De bekende ontbijt artikelen, zoals het heerlijke broodje ei, staan hier niet op het menu dus moet ik tegen onze zin in een hamburger met een enorme patat bestellen.

We kunnen niet alles op en nadat we beiden het toilet hebben bezocht worden we, door een zeer onvriendelijk medewerkster van de gouden bogen, dringend en zeer spoedig de zitplaatsen te verlaten zodat een nieuwe vliegtuiglading passagiers op doorreis zich te goed kunnen doen aan de kartonnen hamburgers in sponzen broodjes. En er zijn ècht geen vrije plaatsen in de terminal te vinden!
Verveeld sjokken we wat rond door de overbevolkte terminal, die vanbinnen op een moskee lijkt, om de tijd te doden. Totdat we eindelijk tot de ontdekking komen, ik moest dat zelf gaan navragen bij een balie bemand door een vrouw in een zwarte jurk en een man met baard in een witte jurk, dat ons vliegtuig naar Bangkok vanaf Terminal 3 vertrekt.
En dan breekt mijn klomp en alles lijkt op zijn plaats te vallen! Terminal 3 is de nieuwste terminal waar ook alles aanwezig is wat je verwacht op een moderne luchthaven aan te treffen, alleen is er nog geen enkele bebaarde in een witte jurk gestoken Arabier op het idee gekomen om enkele bordjes op te hangen die de bezoekers op doorreis er op attent maken dat veel vliegtuigen vanaf die nieuwe Terminal 3 vertrekken.
We vinden een zitplaats in de ruime wachtruimte en mijn gedachten dwalen af. Dat van die witte en zwarte jurken, waarom is dat eigenlijk? Wit is man, is slim en is de baas. Zwart is vrouw, is dom en onderdanig. Waar zouden ze dat vandaan hebben? Zouden onze eerste ontmoetingen met deze volkeren eeuwen geleden ten grondslag liggen aan deze kleur indeling?
Of is het mijn, zo ondertussen door de westerse regeringen geïndoctrineerde, geest die een schuldgevoel oproept over discriminatie en onderdrukking? Sinterklaas en zwarte piet! Ik moet er in mezelf om lachen en ik vindt nog steeds het hele verhaal over discriminatie erg opgeblazen en hypocriet.
Gelukkig schiet de tijd voor ons alweer aardig op zodat we aan boord kunnen van het vliegtuig dat ons naar Bangkok brengt. De Boeing 777-200 is al een oudje en heeft voldoende gebreken. Nee, dit vliegtuig is wel aan vervanging toe! Etihad Airways mag dan wel roepen dat je de jongste vloot ter wereld heeft maar dit is duidelijk een lelijk eendje. Na een uurtje krijgen we onze maaltijd waar we wel aan toe zijn!

De beef Massaman kerrie smaakt me prima, alleen geen wijn deze keer maar een Pepsi Light, en wat is dat een bocht zeg. Ik kan moeilijk geloven dat deze frisdrank nog wordt verkocht in de supermarkt. De uren kruipen langzaam voorbij en ik probeer samen met “commissaris van In” de moorden in het boek “Dood Tij” van Pieter Aspe op te lossen.
De stewardess komt met de immigratiekaarten voor Thailand rond. Lyka slaapt en ik leg mijn ebook neer, en om de tijd wat te doorbreken, ga ze maar invullen. Ik leg de beide paspoorten voor me op het klaptafeltje en tot mijn grote verbazing, als in slow motion, zie ik het paspoort van Lyka uit elkaar vallen. Het is zo onwezenlijk dat ik voor een moment denk dat ik slaap en dit droom!
Maar nee, dit is geen droom! Dit is een ware nachtmerrie! In alle stilte vul ik de immigratiekaarten in en mijn hersenen draaien op volle toeren hoe ik dit moet gaan oplossen, en aan Lyka ga vertellen? Hoe kan ik dit probleem in hemelsnaam oplossen?
Met al mijn reiservaring en duizenden ontmoetingen, met bekenden en vreemden, onderweg heb ik nog nooit een verhaal gehoord over een paspoort dat zomaar uit elkaar is gevallen. Ik pak het belangrijke donkerrode boekje op en bestudeer wat er is misgegaan. Het stiksel is gewoon uit het papier van de rug van de kaft gescheurd! Dat mag toch nooit gebeuren? Aan de buitenkant is het paspoort nog net zo nieuw als drie jaar geleden wanneer Lyka het in Legaspi ging ophalen.

Ondertussen is Lyka wakker geworden en kijkt met grote ogen naar haar kapotte paspoort en giet een vloed van beschuldigingen over me heen die zeker niet op zijn plaats, maar wel begrijpelijk, is. Ik probeer haar te bedaren en uit te leggen wat er is gebeurt. Door de herrie die we maken is hele omgeving ondertussen bekend met wat er is gebeurt. En dat is nu echt het laatste wat ik nodig heb. Nadat Lyka tot rust is gekomen loop ik door mijn mogelijkheden en om eerlijk te zijn zijn dat er niet veel. Gewoon wachten totdat we in Bangkok zijn en bij de immigratie uitleggen wat er is gebeurt. De laatste twee uurvan de vlucht naar Bangkok brengen we in stilte door. Lyka werpt af en toe een boze beschuldigende blik in mijn richting die ik met een verlegen glimlach probeer te pareren.
Het is druk bij de immigratie op Suvarnabhumi Airport in Bangkok, maar dat zijn we zo ondertussen wel gewend. Als kuddedieren schuifelen we in de haast eindeloze rij totdat die wordt opgesplitst voor de balies van de immigratie ambtenaren. Met elke stap loopt de bloeddruk in mijn lichaam op totdat ik de zuurstofrijke vloeistof door de aderen op mijn slapen naar de uithoeken van mijn lichaam voel kloppen.
Ik probeer de behulpzaamheid aan de gezichten van de strenge Thaise ambtenaren af te lezen en vraag me af of ik niet beter voor een vrouw dan voor een man kan kiezen. Maar zover komt het niet eens. Een kleine man met een dunne snor op zijn bovenlip zet ons in een rij en daar moeten we het dan voor deze keer mee doen.
De zenuwen gieren door mijn keel wanneer we aan de beurt zijn en Lyka heeft tranen in de ogen. De ambtenaar is zeer verbaasd wanneer het paspoort zo maar in zijn handen uit elkaar valt. Hij kijkt vol ongeloof ombeurten naar het reisdocument en naar ons. Ik lach schaapachtig en verontschuldigend terug terwijl bij Lyka de eerste tranen opwellen. Ik denk dat de boodschap is aangekomen.
Een langzaam krommende wijsvinger gebaard dat we mee moeten komen naar zijn baas en die zal over ons lot beslissen. Lyka hangt me aan bij de arm en loopt zachtjes huilend met me mee. Ik weet niet of ik medelijden met haar of met ons beiden moet hebben. Zijn baas blijkt even weg te zijn en tweede in rang is een jonge vrouw die wel begrip voor de situatie heeft en Lyka meteen probeert te troosten. Vrouwen onder elkaar! Mijn angst verandert in hoop. ‘Blijven huilen’, zeg ik zachtjes in mezelf terwijl ik haar zo goed mogelijk in het engels en op een vriendelijke zachte toon uitleg wat er is gebeurt terwijl ze Lyka nog steeds troost.
Het is voor ons beiden een zeer ongemakkelijke situatie! Ze legt ons in prima engels uit wat ze eigenlijk volgens de regels zou moeten doen. Dat is namelijk; Lyka direct terug sturen naar de luchthaven van herkomst, Abu Dhabi dus, en van daar zou ze dan meteen weer terug worden gestuurd naar Amsterdam. Vanzelfsprekend zou ik haar niet alleen laten gaan. En alleen god weet wat dat allemaal zou gaan kosten en of we deze winter nog wel naar Azië op vakantie zouden kunnen! Gelukkig heeft ze medelijden met ons en wrijft ze zich over haar hart en is van plan om ons toe te laten. Zelf wordt ik vooruit gestuurd naar de immigratiebeambte en even later komt Lyka samen met de vrouw en een gestempeld paspoort op me af.
Ik bedank daar op de Thaise manier met de handen op elkaar voor mijn gezicht een maak een diepe buiging en toon zo het respect dat ik voor haar heb. Voor een laatste keer verteld de vrouw dat we nooit moeten zeggen dat we met een kapot paspoort in Thailand zijn toegelaten! Het zit tegen, maar we zijn in ieder geval in Thailand en het had veel slechter kunnen aflopen.
In de taxi denk ik, onder het genot van een grote fles Leo bier om de zenuwen in bedwang te houden, na over wat we morgen moeten gaan doen. We hebben geen tijd om naar de ambassade in Bangkok te gaan dus Lyka moet maar proberen naar Manila met een kapot paspoort te vliegen. Dat is echt de enige mogelijkheid die we nu hebben. Wanneer Lyla de vlucht mist of niet wordt toegelaten aan boord is lood om oud ijzer, het ticket zijn we kwijt. M.a.w. het is de gok om naar de ambassade in Bangkok te gaan niet waard!
Mr. Nob, onze vaste en betrouwbare taxichauffeur (+66 86098 9152 voor BKK naar Pattaya), heeft een goedkoop hotel voor ons geregeld dat luistert naar de vreemde naam, “Almost Free Hotel”. Ik heb al heel wat vreemde en fantasierijke namen gezien in Thailand maar deze komt zeker in de top tien binnen! Ik weet ongeveer wel waar we zijn en het is niet al te ver van de “Boxing Roo”. De kamer ziet er prima en schoon uit en de prijs is ook oké, het is tenslotte maar voor twee nachten.
Ik neem nog een laatste biertje en we hoeven echt niet tegen de slaap te vechten, erger nog, we moeten vechten om de slaap te pakken na deze opwindende gebeurtenissen van vandaag. We liggen in elkaars armen te brainstormen wat er morgen allemaal kan misgaan en gebeuren, maar daar willen we niet aan denken. Morgen is morgen nu eerst proberen te slapen slapen!
Copyright/Disclaimer