dinsdag 30 september 2008

Marokko, Ontgiften!

Marrakesh, 30/09/2008

Terug naar huis! Het zit er op! Na een aaneenrijging van tegenslagen als een kralenketting ben ik dan eindelijk op weg naar huis. De sfeer is jullie wel duidelijk, Marokko was een enorme tegenvaller. Om het toch zo goed, en eerlijk, mogelijk te analyseren zal ik bij het begin beginnen.
De vooroordelen die ik had zijn voor de helft uitgekomen. Diefstal, intimidatie en het gevoel van onveiligheid hebben mij de hele reis achtervolgd. Natuurlijk zijn er ook aardige en vriendelijke mensen in Marokko maar dat zijn dan wel meteen de vrouwen en een enkele man. Wat mij nog het meeste is tegengevallen zijn de bezienswaardigheden. Er is in Marokko niet zo heel veel te zien en wat er te zien is is veel van hetzelfde. Misschien heeft de Ramadan er mee te maken gehad maar het tekort aan interessante musea en het verbod om Moskeeën te betreden maakt de overige bezienswaardigheden wel heel erg dun gezaaid. Om eerlijk te zijn mis ik ook mijn lekkere koude biertje ‘s avonds na het douchen en voor het avondeten, 24 dagen zonder het gerstenat is de langste periode die ik mij kan herinneren.
Natuurlijk heeft mijn hardnekkige voedselvergiftiging (tien dagen) en gebrek aan vervoer rond het einde van de Ramadan er ook mee te maken gehad. Eerlijkheidshalve moet ik wel toegeven dat ik het vervoer rond het einde van de Ramadan enorm heb onderschat.
Natuurlijk heb ik ook mooie en onvergetelijke ervaringen. De oude Romeinse nederzetting Volubilis en het kleine stadje in de bergen dat er naast ligt, Moulay Idriss. Achteraf gezien had ik hier een dagje langer moeten blijven maar dat is de koe in de kont kijken als hij al voorbij is. De forten langs de Atlantische kust met hun smalle steegjes en mooi zonsondergangen. Één zaak is wel intrigerend, de deurtjes van de oude stadjes in Marokko, in alle kleuren en maten. Hieronder vind je een aaneenschakeling van foto’s van die mooie deurtjes. Verder eigenlijk weinig. Uiteindelijk kom ik tot de volgende conclusie.

conclusie:


Het land als bestemming:
Is volgens mij persoonlijk een drama. Er is heel weinig te zien en wat je te zien krijgt is veel van hetzelfde. Smalle straatjes gevuld met de bekende toeristen rotzooi, leren tassen, nep juwelen met enorme stenen, grote tapijten en puntschoentjes. Misschien heeft het dorre droge landschap van september en/of de Ramadan ermee te maken maar het lijkt mij onmogelijk dat je hier in maart een mooi en interessant land aantreft.

Het openbaar vervoer:
Het openbaar vervoer is goed, wel aan de prijzige kant maar de gemiddelde snelheid ligt wel rond de 60/70 km/u. De Grand Taxi’s zijn een openbaring maar de Petit Taxi’s zijn moeilijk aan de meter te krijgen.Wat je ook vaak meemaakt als je alleen in de taxi zit is dat er een andere, Marokkaanse, passagier wordt opgepikt die aan het einde van de rit een kleinigheidje in de handen van de taxichauffeur drukt. Aan het einde van de rit moet jij dan wel het gehele bedrag wat op de meter staat afrekenen.

Het eten:
Is me verschrikkelijk tegengevallen. Het lijkt wel of er één menukaart is gedrukt in Rabat en dat die kaart naar elk restaurant in Marokko is gestuurd. Hier heeft de Ramadan zeker geen invloed op want de menukaarten staan buiten in raampjes en op schoolborden. Het menu bestaat overal, waar ik ben geweest en wat ik heb gezien, uit een stuk of drie salades. Vier of vijf Tajines (Aardewerken potten met vlees en groenten er in), dezelfde hoeveelheid gerechten met Couscous en dezelfde vulling als de Tajines. Een paar gril gerechten, kip, rund, geit en lam. De toetjes zijn sinaasappel met kaneel, vers fruit en een paar verschillende ijsjes. Dit wordt dan nog aangevuld met alles wat je in een Italiaans restaurant zou verwachten. Je hoeft dus niet om te komen van de honger maar er zaten wel verschrikkelijk veel witte gezichten bij de McDonalds elke avond.

Het drinken van een biertje:
Een biertje is héél moeilijk te vinden. Zelf heb ik slechts één keer reclame voor Heineken gezien. Dit is dus geen land om ‘s avonds lekker na te genieten met een heerlijk koud biertje. Waarschijnlijk vloeit het in de vijf sterren resorts wel rijkelijk.

Het overnachten:
Ik heb in verschillende hotelletjes geslapen en dat is me meer dan meegevallen. In alle gevallen waren ze schoon en wanneer ik inclusief ontbijt had was het ontbijt altijd goed verzorgd, en wat belangrijker is ook erg lekker.

Wat kost het allemaal?
Marokko is gemiddeld geprijsd. Je kan voor € 35.- p.p.p.d., op basis van twee personen redelijk goed rondreizen. Een mix van dure en goedkope hotels, lokaal en soms bij een goed restaurant gegeten, maar geen biertjes drinken en zonder excursies. Het kan nog wel goedkoper als je afdaalt in het goedkopere segment van hotels dan kan je zelfs voor € 50,- per dag met twee personen door dit schitterende land reizen.

Kom ik hier nog wel eens terug?
100% zeker niet, het land is enorm tegengevallen en misschien dat je met een georganiseerde rondreis/strandreis plezier kan hebben maar mij heeft het als onafhankelijk solitaire reiziger weinig kwaliteit voor mijn geld gegeven. De twee grootste tegenvallers zijn voor mij persoonlijk.
Het gevoel van onveiligheid, vooral ‘s avonds en het ontbreken van lekker eten.



Dat was Marokko en nu op weg naar mijn volgende bestemming is Azië. Kuala Lumpur voor de MotoGP.

maandag 29 september 2008

Marokko, Elk nadeel heeft zijn voordeel

Marrakesh, 28/09/2008

Na twaalf dagen in een één en een halve ster hotel in Marrakesh ben ik weer bijna de oude. Tijd was er genoeg om een mooie titel voor dit verhaal te bedenken. Aan het einde kwam ik op de proppen met de, volgens het volk van Nederland, mooiste uitspraak van de grootste voetballer die ons kikkerlandje ooit heeft voortgebracht, namelijk Johan Cruyff.
Jaren geleden zijn zijn uitspraken allemaal opgezocht en gedocumenteerd en heeft men de Nederlandse bevolking gevraagd wat zij de mooiste uitspraak vonden.

Dit zijn dus volgens U de vijf mooiste uitspraken van Johan Cruyff:
1. Elk nadeel heeft zijn voordeel
2. Als wij de bal hebben, kunnen zij niet scoren
3. Het geeft niet als de tegenstander doelpunten maakt, zolang jij er maar eentje meer maakt
4. Je snapt het pas als je het begrijpt
5. Italianen kunnen niet van je winnen, maar je kunt wel van ze verliezen

Nu naar de uitleg van de titel!
Ik heb geslapen, gegeten, gelezen, gecomputerd en computerspellen gespeeld. Ik kan met oprechtheid zeggen dat ik me sinds heel lange tijd niet zo uitgerust heb gevoeld, het is gewoonweg heerlijk om weer helemaal uitgerust te zijn en klaar voor mijn volgende twee reizen. Al dat liggen en slapen heeft me ook aan het denken gezet, “zal ik niet eens een beetje rustiger aan gaan doen?” Zei je zelf niet ooit, “het moeilijkste van reizen is het accepteren dat je niet alles van de wereld kan zien?” Inderdaad, ik speel nu met de gedachte om een beetje rustiger aan te gaan doen. Drie à vier reizen per jaar is voldoende en dan heb ik tussendoor voldoende tijd om te rusten en wat veel belangrijker is, om tot rust te komen

Vandaag probeerde ik dus een kaartje te kopen voor de bus die maandag, morgen dus, die om 11:15 naar Ouarzazate vertrekt, omdat het nu tijd wordt om richting Nador te gaan. De slaperige jongen achter het loket zette de computer aan en na een opstart tijd van een minuut of vijf fluisterde hij, “full”. Natuurlijk verwachtte ik wat meer informatie en vroeg naar de andere vertrektijden.
“06:30 full, 17:00 full”, vervolgde hij terwijl hij het slaapzand uit zijn ogen wreef.
Terwijl hij naar mij opkeek vroeg ik hem. “and Tuesday?”
Het toetsenbord ratelde en terwijl het leven in hem terugvloeide zei hij, “06:30 full, 11:15 full, 17:00 full”.
“And wednesday?”, vervolgde ik vol ongeloof.
Opnieuw ratelde het toetsenbord en met een brede glimlach antwoordde hij, “06:30 full, 11:15 full, 17:00 full”.
Ik kon mijn oren niet geloven en vroeg, “Thursday”.
Het bekende ritueel en met een teleurgesteld gezicht zei hij, “06:30 full, 11:15 full, 17:00 four seats empty”.
Verward nam ik de informatie in me op. Wat was dit nu weer? Donderdag was veel te laat om verder te reizen. Ik wilde namelijk zondag op zijn laatst in Nador arriveren. OK, nu was het tijd om spijkers met koppen te slaan! Ik bestookte de medewerker van het CTM busbedrijf met de moeilijkste vraag die hij waarschijnlijk ooit in zijn leven bij het bedrijf had voorgeschoteld gekregen.
“What seat do you have for me on a bus to the north?”
Hij liet de vraag op zich inwerken en krabde eens in zijn dikke zwarte haarbos, hij was nu 100% wakker en kon aan de gang met deze 64.000 Euro vraag :). Aan het geluid van het ratelende toetsenbord kon ik afleiden dat hij flink aan het werk was. Na een minuut of vijf ratelen en met een paar kleine zweetpareltjes op zijn voorhoofd keek hij verlost op. Een smalle glimlach op zijn mond verraadde dat hij deze opdracht niet prettig had gevonden.
“Wednesday 07:00 to Casablanca, two seats” zei hij nors terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd veegde.
Dat was het dus, ik wilde helemaal niet naar Casablanca en om eerlijk te zijn was ik Marokko nu helemaal zat. Ik had het gevoel dat deze reis vanaf het begin een aaneensluiting van tegenslagen was. Terug op de kamer keek ik eerst voor de grap maar eens op de website van een Budget Luchtvaartmaatschappij. Ongeveer € 70,- voor een enkele reis van Marrakesh naar Düsseldorf (Weeze) (NRN), nadat ik een minuut of vijf had nagedacht over mijn situatie en Marokko boekte ik de terugreis.
Dat was het dus! Mijn reis naar Marokko was voor mij afgesloten en ik had weer zekerheid over de komende twee weken. Morgen nog een dagje de stad in en dan zit het er op. Ik hoop dat ik weinig tegenslag heb met de terugreis, maar het zal me niet verbazen als het hier ook weer tegen zit.

donderdag 25 september 2008

Marokko, terug op de rails

Marrakesh, 24/09/2008

Met frisse moed en een lichte koorts stapte ik de opgewarmde stad binnen, mijn neus vulde zich met de warme geur van verschraalde urine.
“Welkom in Marokko”, dacht ik bij mezelf.
Vandaag moest het er maar van komen want ik heb geen trek om nog een paar dagen in bed te liggen. Een korte lijst van taken zat er in mijn hoofd en de eerste was simpel genoeg. Het uitzoeken wat de vertrektijden zijn van de bus naar Ouarzazate en vanwaar de bussen vertrekken. Het was al moeilijk genoeg om het kantoor van de CTM te vinden in deze nieuwe wijk van Marrakesh waar alle gebouwen in de kleur van terracotta zijn geschilderd. Het logo was voor een deel van een seconde op mijn netvlies en dat kwam me bekend voor, het Arabisch kon ik natuurlijk niet lezen. De bus vertrekt om 07:30, 11:15 en 17:00, dat viel mee en de bus van 11:15 zou het wel doen voor me. Voor een moment twijfelde ik of ik een kaartje zou kopen voor de bus van morgen en mijn vraag aangaande bezetting werd met voorzichtigheid en fluisterend beantwoord.
“Every bus very full, many people want to go to Ouarzazate”, knipoogde hij.
“No problem, I will take a bus from the main busstation”, lachte ik hem toe.
Ik hoorde het klikkende geluid van het toetsenbord van zijn computer en nog voordat ik buiten was riep hij me terug. Met een geruststellend gezicht vertelde hij dat er voor morgen nog plaats genoeg was. Er waren waarschijnlijk plaatsen geannuleerd waar hij niets van wist.
“Ja ja”, lachte ik in mijzelf, “waar heb ik dit eerder gehoord?”
Één opdracht was met succes uitgevoerd en nu op weg naar de tweede! Eens kijken of ze iets weten over het bevestigen van mijn vlucht terug naar Nederland.
Dat werd dus een heel ander verhaal! Bij “Royal Air Maroc” wilden ze me niet helpen ondanks dat “Atlas Blue” een dochtermaatschappij is. Bij een reisbureau waarnaar ik werd verwezen kreeg in maar één oplossing voorgeschoteld. Ga maar naar de luchthaven!
“Are they open?”, vroeg ik.
“I don’t know”, was het antwoord.
“Can you make a phonecall for me?”, vroeg ik beleefd.
“I don’t know”, was opnieuw het antwoord.
Steeds als er een nieuwe medewerker van het reisbureau arriveerde moest ik mijn hele verhaal opnieuw vertellen. Een snelle glimlach en weg waren ze weer. Na vijfenveertig minuten als een leraar Engels te hebben fungeert gaf ik het maar op en maakte aanstalten om weg te gaan. Nu kwamen er drie tegelijk in actie en ik moet eerlijk toegeven dat ik zag dat het meisje een heerlijk lichaam heeft toen ze naar het kopieerapparaat liep met mijn e-Ticket. Een telefoonnummer werd op mijn ticket geschreven en ik moest van de week maar even bellen.
“Thank you very much”, zei ik nederig en ik was klaar voor vandaag, ik kon het oude centrum van Marrakesh gaan ontdekken.
Het duurde echter niet lang en ik voelde me weer volledig ontspoord. Mijn knieën en andere gewrichten deden pijn. Het water gutste uit mijn lichaam en ik had moeite om mijn lichaamsvloeistoffen aan te vullen. Toch zette ik door want ik wilde vandaag wat van Marrakesh zien.
Na een wandeling van ruim negen kilometer had ik drie foto's geschoten! Jullie begrijpen al wat er aan de hand was? Vandaag was een korte film van wat ik tot nu toe in Marokko had gezien. Het was allemaal weer veel van hetzelfde. Na ruim drie uur viel ik doodvermoeid op mijn bed en dacht na over de komende twee weken. Één ding staat als een paal boven water, ik ga eerst uitzieken en daarna zie ik wel welke richting ik op ga. Ik wil tenslotte fit zijn voor mijn reis naar Taiwan. Vorig jaar heb ik ook een reis naar Laos moeten afzeggen wegens de griep. Voor nu blijf ik dus een paar dagen op de plaats met goed eten en paracetamol tegen de griep.

Dat is nu echt “Travels and Troubles”.

Even een motor uitwisselen!

dinsdag 23 september 2008

Marokko, een terugslag

Marrakesh, 19/09/2008 Beter, maar zeker niet goed voelde ik me toen ik vanochtend opstond. De krampen zijn minder maar de prop is er nog wel. Ontbijt op de kamer was de luxe die de bediening me vandaag gunde. Een heerlijk ontbijt moet is wel eerlijk zeggen. Drie pogingen om te betalen bleven vruchteloos, er is geen klein geld in het land. Alle toeristen lopen met bankbiljetten van 200 Mad uit de ATM en bijna niemand kan hier ook maar van teruggeven. Zelfs 100 Mad is een moeilijk biljet om mee te betalen.
Weer een dag op de kamer die aangenaam werd toen om één uur de regen weer begon neer te dalen op dit droge land.

Marrakesh, 20/09/2008 Het gaat beter en het eten smaakt me uitstekend. De kilo’s vliegen er af! De hele dag lig ik op bed en speel een beetje met de computer, Goddank voor het internet en het luisteren naar de Nederlandse Radio op het internet. Stap voor stap voel ik me beter worden. Alleen de prop wil er maar niet uit dus heb ik nog maar voor twee nachten extra betaald. Laten we hopen dat ik maandag weer op pad kan.


Marrakesh, 21/09/2008 Het herstel gaat vooruit maar wel steeds langzamer. Het eten begint me nu enorm te vervelen, misschien moet ik morgen maar eens wat anders proberen. De prop is weg maar nu laat de viscositeit weer te wensen over. Ik heb nu wel goede hoop dat ik morgen in Marrakesh op pad kan. Het begint me nu wel te vervelen, de hele dag op het bed liggen.


Marrakesh, 22/09/2008 Veel beter voel ik me vandaag en ik heb zelfs een poging gewaagd om een rondje om het hotel te maken. Helaas werd dat voortijdig afgebroken door een signaal om terug naar het toilet te gaan. Alles duid er op dat ik morgen nog steeds niet Marrakesh kan gaan ontdekken en dat op woensdag het rode licht aan is om verder te gaan. Mijn plannen zijn om eerst nog naar het oosten en de zandduinen bezoeken, dan naar het noorden waar op zeven oktober een einde aan deze reis zal komen. Na meer dan een week in bed begint het me wel te vervelen!


Marrakesh, 23/09/2008 Waar ik me gisteren god voelde was het vandaag de omgekeerde wereld. Hevige krampen en geen potvullingen, er komt gewoon niets meer. Een verstopping is soms erger dan de dunne dus twee stimulerende sterke zwarte bakken koffie gingen naar binnen. Binnen een kwartier hadden ze de klus geklaard en ik voelde me weer opgelucht. Niet sterk, maar opgelucht. Voor het avondeten koos ik nu iets anders in de vorm van Couscous met zeven groenten. Helaas voor mij is dit iets heel anders dan ik gewend ben. Met brood en olijven probeerde ik er zoveel mogelijk van naar binnen te werken totdat ik met lange tanden zat te eten. Dat was mijn maaltijd en morgen ga ik op pad wat er ook gebeurd! Ik ben het zat en wil verder. Eventueel met twee antipoeppillen en een rol toiletpapier in mijn broekzak.

zondag 21 september 2008

Marokko, de droom van de gouden bogen


vrijdag 19 september 2008

Nederland, dit zegt het beste hoe ik me voel!

Helaas gaat het in Nederland de verkeerde kant op. Deze cartoon beeld het beste uit hoe ik me voel.



Ons mooie en ooit zo sterke Nederland gaat naar de knoppen?

Bron: De Volkskrant

donderdag 18 september 2008

Marokko, ziek!

Marrakesh, 18/09/2008

Ja, ziek. Gisterenavond lag ik al om half acht op bed. Nadat ik de pot flink had gevuld kwamen de krampen sterker terug dan tevoren. Opgerold van de pijn lag ik in mijn bed en dacht aan de vreselijke soep die ik enkele dagen geleden had gegeten. De koorts kwam op en de koude rillingen liepen over mijn hele lijf. Ik zweette verschrikkelijk en had het zo koud dat ik mijn wollen hemd en mijn fleecetrui moest aantrekken.
Het was een heel onrustige nacht en van slapen kwam pas weer wat toen de zon aan de hemel was verschenen. Gelukkig smaakte het ontbijt me wel en dat terwijl ik nog steeds een beetje koortsig ben. Gelukkig realiseer ik me dat het alweer elf maanden geleden is dat ik ziek was terwijl ik op reis was. Één keer per jaar ziek valt eigenlijk best wel mee en ik maak van deze ziektedag maar de eerste rustdag van mijn reis door Marokko.
Terwijl ik luister naar “Yesterday” van de Beatles op de achtergrond zakt mijn eten langzaam weg in mijn spijsverteringskanaal. Het vreemde is eigenlijk dat ik me ziek voel maar dat mijn eetlust nog steeds aanwezig is. De regen daalt langzaam neer in Marrakesh en ik heb net voor nog een nacht extra betaald. Laten we hopen dat ik morgen beter ben en dat ik dan de stad in kan. Van de trek in de Atlas zal weinig terecht komen als ik me zo slecht voel, misschien ga ik wel meteen verder naar de rode zandduinen van de Sahara.
De lunch van een kippenpoot uit de tajine met veel brood ging er goed in, gelukkig heb ik nog wel trek. Op het moment dat ik de binnenplaats van het hotel binnenstapte begon het te regenen. Gelukkig maar dat deze verloren dagen samenvallen! De rest van de dag laat zich raden, slapen en spelen met de computer. Ik heb gewoon pijn in mijn rug van de krampen in mijn dikke darm. Het is alsof er een prop in zit. Ik kan echt weinig anders doen dan gewoon uitzieken.

woensdag 17 september 2008

Marokko, riding on the Marrakesh Express

Marrakesh, 17/09/2008

Een bus vol dagjesmensen vertrok om half tien vanuit Es-Wara (Mogadir) naar de hoofdstad van het zuiden, Marrakesh. De meiden uit Holland hadden me al gewaarschuwd voor wat me hier te wachten stond. Een gewaarschuwd mens telt voor twee tenslotte!
Onderweg zag ik vanuit de bus een heel ander Marokko dan dat ik tot u toe had gezien. Een droog kaal heuvellandschap met heel weinig begroeiing en overal winkeltjes langs de weg met de bekende rotzooi afgewisseld met wegrestaurants waar ik zelfs de eerste Heineken reclame zag. Nou, dit was dan het Marokko van de reisgidsen. De aankomst bij het treinstation van Marrakesh was een chaos van Aziatische proporties. Iedereen duwde en trok aan iedereen en klom over elkaar heen om als eerste bij de bagage te zijn. Met een klein beetje kracht, inzicht en ellebogenwerk had ik als één van de eersten mijn rugzak te pakken en liep langzaam weg. Een handvol taxichauffeurs volgden en begonnen aan mijn rugzak te trekken en dat was het moment om even netjes doch heel dringend aan ze te vragen om op te hoepelen.
Giftig kijkend en met elkaar in het Marokkaans sprekend lieten ze me achter.
“Welkom in Marokko!”, dacht ik bij mezelf.

Het hotel dat ik op het oog had was snel gevonden en de lunch in deze wereldstad was een lust voor het oog en de tong. Was het niet dat na deze, veel te grote, maaltijd mijn darmen weer op hol sloegen. Een flinke potlozing en ik kon bijna niet meer lopen van de krampen en de pijn. Vanaf een klein bankje in de receptie heb ik nog wat voetbal gekeken maar de situatie werd onhoudbaar. Om half acht lag ik onder de dunne dekens. Ik hoop dat het morgen allemaal over is?

Ter informatie:

Dé Marokkaanse taal bestaat niet.
Er zijn:
Het Marokkaanse Arabisch oftewel Darija
Tmazight (Berbers)
Souss (Afstammeling van de berbers)

Maar echte invloedrijke Marokkanen spreken gewoon Frans en rijden rond in grote auto’s, die bij voorkeur uit Duitsland komen.

(Bron: Marokkopagina)

dinsdag 16 september 2008

Marokko, voor het eerst tussen de toeristen

Essaouira, 16/09/2008

Ik had geslapen als een roosje op mijn kleine kamertje op de tweede verdieping. Lekker uitgerust ging ik onder de gloeiend hete straal water, van de gedeelde douche, staan. Mijn darmen voelden nog niet goed aan maar het slechte gevoel zou wel verdwijnen. Althans, dat hoopte ik.
Het ontbijt was een openbaring. Lekkere warme stukjes brood met abrikozenjam en een heerlijk bakje koffie. Abrikozenjam met van die grote stukken fruit er in!
“Flipje uit Tiel in de Betuwe”, dacht ik in mezelf, “toen was geluk nog heel gewoon!”.
De roomboter smaakte zelfs een beetje naar mint. Een exotische en mooie ervaring. Het tweede kopje koffie kostte wel een Euro extra maar wie zeurt daar nu over als een overnachting inclusief ontbijt iets meer dan tien Euro kost.
Nu was ik klaar om deze toeristenplaats te gaan ontdekken. Essaouira (lees: Es-Wara) is een mix van een badplaats en een klein cultureel centrum. Het ligt op elke route van de georganiseerde reis en is een populaire dagbestemming vanuit Marrakesh. Het plaatsje is niet veel groter dan Zaltbommel dus zou ik het gemakkelijk in één dag moeten kunnen ontdekken. Het was iets over negen toen ik de koele ochtendlucht instapte. Een snelle blik om me heen en ik wist meteen dat ik nu in de toeristengebieden was gearriveerd. Gidsen met felgekleurde vlaggetjes op van die uitschuifbare radioantennes die in alle talen van de wereld de toeristen vertelde over wat ze zagen en wat hier in het verleden was gebeurd.
Zelf ging ik tegen de klok in een rondje door de stad maken. En nu kom ik op het punt van mijn eerste echte conclusie: het is allemaal veel van hetzelfde! OK, de Romeinse nederzettingen waren erg interessant maar toen ik eenmaal aan de Atlantische kust de oude ommuurde nederzettingen ging bezoeken was het allemaal lood om oud ijzer. Smalle straatjes, houten doosjes, (namaak?) wollen tapijten, lompe zilveren juwelen met enorme edelstenen en leren tassen en jassen. Klaar, weer een ochtend om. Wat wel fijn was was dat in dit kleine stadje de toeristen ontzien werden voor de ramadan. Restaurants en terrassen waren gewoon open! Het kopje koffie in de niet al te sterke ochtendzon smaakte mij uitstekend en ik genoot van de exotische Afrikaanse wereld om mij heen. De nare bijsmaak van mijn slechte ervaring in Fes was nu bijna verdwenen en ik had mijn vizier op de komende drie weken ingesteld. Het zou allemaal wel beter worden, althans dat hoop ik.
Na de koffie ging ik richting de haven waar me enkele keren de weg werd afgesneden en toegang geweigerd tot openbaar gebied. Vol ongeloof keek ik dan de sacherijnige bebaarde man in een jurk aan. Zij spraken nooit een woord maar zijn blik sprak boekdelen! Ik was geen moslim en dus was ik niets waard, in zijn ogen zelfs minder dan een hond. “Welkom in Marokko!”, dacht ik dan maar bij mezelf en liep lachend verder.
Hij was tenslotte een lelijke sacherijnige man in een wereld waar hij niet gelukkig was en ik ben een knappe jonge vent die de wereld afreist totdat ik er genoeg van heb. De omelet en salade ging er in als koek en voor het eerst kon ik fatsoenlijk lunchen bij een restaurant. De rest van de middag kwam ik niet verder dan een beetje lummelen.
Nog voor dat de zon onderging ging ik naar de stadsmuur om daar wat mooie foto’s van de zonsondergang te schieten.

Tijdens mijn verblijf op de muur gebeurden er dingen die ik pas later wil publiceren!




Toen de avond was gevallen ging ik op zoek naar mijn afspraak voor vanavond. Een half uur heb ik rondgelopen om te zien of ik de Hollandse meiden nog zag, helaas moest ik alleen eten die avond. Waarschijnlijk had ze meer last van haar spijsvertering gekregen. De twee gerechten die ik als avondeten had besteld waren echt het uiterste van elkaar. De salade was meer dan goed maar werd gevolgd door een vegetarische tajine waarvoor ik me kapot zou schamen als ik die moest serveren. Stukjes wortel met boontjes en een halve aardappel, en dat voor vier Euro. Jammer dat zo’n mooie dag als vandaag als een nachtkaars moest uitgaan.

Tijdens mijn wandeling terug naar het hotel gebeurden er dingen die ik pas later wil publiceren!

Met piepende darmen viel ik in slaap, steeds denkend aan wat me vandaag allemaal was overkomen. Morgen op weg naar Marrakesh.

maandag 15 september 2008

Marokko, mijn eerste week zit er op

Essaouira, 15/09/2008

Zeven keer op de pot gezeten in minder dan twaalf uur. Welkom in Marokko! Het moet die soep zijn geweest van gisteravond, ik vond hem al een beetje verdacht smaken. Natuurlijk had ik slecht geslapen met de krampen in mijn darmen en ik was ruim voor zeven uur wakker. Het brood bleef bijna onaangeroerd want ik had weinig trek. Ik voelde me niet slecht of zo, ik moest alleen een beetje vaak naar het toilet.
Om kwart voor acht stond ik al voor het gesloten loket van de CTM op het busstation. Er was tijd genoeg en ik had gewoon geen zin om op mijn kamer te blijven liggen. Een beetje rondhangen op zo’n vreemd busstation is veel interessanter! Iets na achten ging het loket open en ik kocht mijn kaartje. Kwart over negen stond er op gedrukt en dat was iets later dan me verteld was.. Het maakte weinig uit want ik was nu eenmaal al hier en ik kon niets anders doen dan wachten. Negen uur, kwart over negen, half tien, kwart voor tien en nog steeds geen bus. Het meisje met het hoofddoekje knikte elke keer geruststellend dat de bus wel zou komen. Dat de bus zou komen wist ik ook wel maar hoe laat was de vraag. Des te later je arriveert des te groter de kans dat de goedkopere hotels vol zijn, zeker als je weet dat er ook elke dag een volksverhuizing vanuit Marrakesh arriveert.
Om iets voor tien reed de melkwitte bus het busstation binnen en enkele passagiers stapten uit. De bus was niet vol zodat ik mijn rugzak naast me neer kon zetten. Een kwartier later waren we op weg voor de reis die volgens het schema vier en een half uur in beslag zou nemen. Mijn darmen begonnen weer op te spelen en met een geknepen bilnaad zat ik op mijn iets te kleine stoel. Gelukkig verdween de druk weer en met een redelijk comfortabel gevoel reden we richting het zuiden. Totdat de chauffeur, tijdens een inhaalmanoeuvre, een kleine pick-up volgeladen met hooi raakte. Meteen ging alles vol op de rem en een emotioneel en vurig gesprek ontstond tussen de twee chauffeurs die meteen hun mobile telefoons tevoorschijn haalden. Na een kort telefoongesprek gingen beide chauffeurs mét hun bijrijders in de schaduw onder een boom naast de weg zitten. De passagiers hadden geen idee wat er nu zou gaan gebeuren. Zou de politie komen? Zou er iemand van de verzekering komen? We hadden geen idee!
Ruim twee en een half uur later stond iedereen plotseling weer op en we gingen verder, onbegrijpend keken we elkaar aan want er was niets gebeurd tussen het ongeluk en nu. Er was niemand komen opdagen en we hadden hier gewoon langs de weg gestaan.
Het was nu al over vijf toen we in Essaouira aankwamen. Dit was toeristengebied! Een grote groep sjacheraars, met hele verzamelingen visitekaartjes van hotels en riad’s, stonden al klaar om ons op te vangen. De meesten liet ik door mijn snelheid al snel achter maar een paar volharde bleven me achtervolgen en probeerden het achtereenvolgend in het Duits, Frans en Engels. Vijf minuten later liep ik alleen en werd aangesproken door een oude vrouw in het zwart. Ze had een goed adres en ik moest haar wel volgen. Helaas lag het te ver uit de richting en smalle donkere straatjes boezemde me angst in, zeker als het avond zou zijn. Uit beleefdheid bekeek ik ook de kamer en verzekerde haar dat het allemaal hartstikke mooi was maar niet wat ik zocht. Ik was op zoek naar Dar Afram, een riad (huis met binnenplaats) gerund door een Australiër dat goede recensies kreeg.
Ze was zo beleefd dat me netjes naar de riad van de Australiër bracht. Maar dit was een enorme tegelslag, de prijs voor een bed op een slaapzaal was hoger dan dat ik tot nu toe voor privé kamers had betaald. Nee, dit was een flop die teerde op de vermelding in de Lonely Planet! Het Hotel Souiri voldeed wel aan mijn verwachtingen. Een kleinkamertje met gedeelde douche maar inclusief ontbijt voor 125 Mad per nacht was een koopje. Twee nachten dus en de receptionist was zo vriendelijk om er ook nog een handdoek bij te doen. Ik zat gebakken!
Tijdens de korte wandeling voor het avondeten voelde ik hoe koud het hier ‘s avonds wordt! Ja, echt koud! Zo koud zelfs dat ik terug naar het hotel ging om mijn broekspijpen aan te ritsen en mijn fleece op te halen, dat voelde al een stuk beter aan.
De receptionist had me een restaurant aanbevolen en dat zou ik dan ook maar meteen de eerste avond bezoeken. Mijn eerste avond met een normale maaltijd. De soep met brood begon me nu wel een een beetje te vervelen. Terwijl ik voor de deur stond te wachten raakte ik in gesprek met twee Hollandse meisjes. Het boterde meteen zo goed dat we, na een klein rondje door het dorp te hebben gelopen, met elkaar aten. Het was een fijne avond met een interessante maaltijd. Zelf bleef ik maar vegetarisch na de potbezoeken van de afgelopen dag.
Na de maaltijd namen we afscheid en spraken voor morgen weer met elkaar af. Ongeveer half acht rond de poort. Nog voordat ik terug in mijn hotel was kwamen de krampen weer terug, het scheelde niet veel of ik had in mijn onderbroek gestempeld. Water en schuim! Welkom in Marokko!
Nu ik terugkijk naar mijn eerste week moet ik zeggen dat het wel allemaal veel van hetzelfde is. Oude stadjes met smalle straatjes, ommuurde markten en mannen die overal pissen waar maar een muur overeind staat. Over het eten kan ik eigenlijk nog niets zeggen want ik heb bijna nog niet gegeten. Van een biertje drinken komt weinig! Ik heb nog geen één reclame voor bier gezien en zeker nog geen plaats waar ze bier verkopen.

zondag 14 september 2008

Marokko, Casablanca, vergeet het maar!

El-Jadida, 14/09/2008

Zeven uur kan een beetje vroeg zijn als je pas om kwart voor tien met de trein mee wil. Maar voor mij was het een ideale tijd. Rustig inpakken, wat eten en helaas was de open draadloze verbinding “linksys” verdwenen. Dat betekende dat ik dus niet mijn verhalen kon opladen en dat jullie dus een beetje langer hebben moeten wachten. Er moesten knopen worden doorgehakt en mijn volgende bestemming werd El-Jadida. De verhalen die ik gisteren over Casablanca had gehoord en een laatste blik in de Lonely Planet hadden mij doen besluiten om maar door te reizen. Misschien komt deze gewonnen dag later nog een keer goed van pas. Casablanca heeft pas sinds 1993 een echte attractie en dat is dan ook meteen de enige, als ik het nachtleven niet meetel. Een moskee met de mooie naam Hassan II, genoemd naar de vader van de huidige koning (geloof ik). Het is de op drie na grootste moskee in de wereld en kan plaats bieden aan 125.000 gelovigen tegelijk voor het gebed. Vraag me niet waar ze de Mercedesbusjes moeten parkeren want dat staat nergens vermeld. De moskee is voorzien van de laatste technische snufjes en heeft zelfs een glazen vloer waardoor je de golven van de Atlantische oceaan op de rotsen kapot kan zien slaan. Het is waarschijnlijk de enige moskee in de wereld die open is voor niet moslims. Hier hangt wel een prijskaartje aan van € 12,- voor de ongelovigen van de wereld die als tegendienst een rondleiding van een klein uur krijgen. Jullie begrijpen dat ik weinig trek heb om hier een dag aan op te offeren en dat ik meteen maar door ga naar El-Jadida.
De treinen zijn goed en gaan op tijd, én ik had geluk want er was een trein om negen uur en dat scheelde me al een uur in het vertrek en aankomst. De prijs voor het kaartje, 62 Mad, viel me ook 100% procent mee en zo had ik bijna van al het gemotoriseerde vervoer in Marokko gebruik gemaakt. Nu nog de ezels en de kamelen dan is de cirkel rond. Onderweg moest er wel worden overgestapt, het spoorwegnetwerk is opgedeeld in sectoren en die hebben allemaal hun eigen treinen in hun eigen kleuren en verantwoordelijkheden. Even buiten Casablanca verloor de trein zonder een duidelijke reden snelheid en ging terug tot bijna stapvoets. Er was een ongeluk gebeurd en er lag een dood kind naast de spoorbaan, waarschijnlijk aangereden door een trein. Mijn hart sloeg over toen ik dat kleine manneke daar zag liggen en realiseerde me meteen dat een gestolen camera niet in verhouding staat tot het leed wat een dood kind veroorzaakt. De trein versnelde weer en met het doorzichtige beeld van de kleine jongen zag ik het dorre landschap van midden Marokko voorbij razen.
“Waarom liggen de meeste treinstations altijd zover buiten de stad?”, vroeg ik mezelf af.
Volgens mijn planning zou ik binnen veertig minuten bij het Hotel Royal staan. De plaatselijke jeugd had een bord met de richting van het hotel verdraaid en zo kwam ik pas na een uur en een flinke omweg aan bij het hotel dat wegens de ramadan een maand was gesloten. Gelukkig passeerde ik onderweg wel het busstation en ik heb meteen maar uitgezocht hoe laat de bus morgen naar Essaouira (spreek uit als Es-Wara) vertrekt. Negen uur precies en een kaartje kost 100 Mad.
Het hotel dat mijn tweede optie was lag in de verkeerde richting en zo koos ik voor een tussenoplossing. Volgens de LP was het Hotel de la Plage geen beste keus maar na de inspectie van de kamer was het een koopje voor de negen Euro per nacht. Het was tenslotte maar voor één nacht want morgen in Essaouira blijf ik wel twee nachten. Ik moet wassen en een dagje rustig aan doen.
In El-Jadida is de grootste trekpleister de “Portugese Stad”, een oud fort aan de zee dat jaren vergeten was en nu op de Unesco werelderfgoedlijst staat. En het is inderdaad de moeite waard. Natuurlijk is het een beetje veranderd in de loop der jaren maar binnen de muren is het een magische wereld. Het Citerne Portugaise is een vreemde plaats onder een gebouw waar een eenzame straal licht de kerker verlicht. Het dunnen laagje water op de vloer werkt als een spiegel waarin de slanke steunpilaren weerspiegelen. Een plaats om niet te vergeten. Verder dan een beetje door de oude stad en over de muren van de burcht te slenteren is er niet te doen. Mijn middag zat er dus al redelijk vroeg op en dat was maar goed ook, nog voordat ik de oude stad verliet sloeg de diarree toe. Ik ben niet ziek, ik voel me uitstekend, maar het onregelmatig, weinig en slecht eten eist zijn tol. In het hotel aangekomen sloegen mijn darmen weer op hol. Het wordt toch weer soep met brood vanavond om de doodeenvoudige reden dat er niet veel anders te krijgen is.

zaterdag 13 september 2008

Marokko, een dagje op pad in Rabat

Rabat, 13/09/2008

Voor de eerste keer tijdens mijn reis in Marokko bleef ik langer dan één nacht op dezelfde plaats. Rabat is een grote stad en het is één van de weinige steden in Marokko waar echt wat te zien is. Wat belangrijker was: Ik voelde me na deze nacht weer 99%. De angst was grotendeels verdwenen en na mijn ontbijt van een weer een droog taai broodje rijkelijk besmeerd met smeerkaas voelde ik me sterk. Ik miste mijn koffiemakertje nog steeds ‘s ochtends! Jammer dat Tettje er niet is.
Vol goede moed stapte ik de ochtendkoelte in en dat terwijl de zon al redelijk hoog aan de hemel stond. Vandaag zou ik de meeste hoogtepunten van Rabat gaan bezoeken en het toeval wilde dat deze mooi in een cirkel rond de oude én nieuwe stad lagen. Mijn hotel lag naast de oude Medina en binnen enkele minuten stapte ik door de smalle straatjes. Ik keek wel wat meer over mijn schouder dan ik gewend ben en hield wat vaker een hand op mijn cameratasje, maar alles was steeds rustig achter me. De Atlantische kust is hier prachtig, hoge golven breken met veel kracht op de rotsen van zandsteen. Voor me doemde de Kasbah de Oudaias op. Hoge rode muren met een schitterende poort uit 1195 A.D., hier was ik voor gekomen en ik genoot met volle teugen van de kleine straatjes en poortjes. Ja, Marokko heeft van die prachtig geschilderde houten poortjes die één voor één allemaal fotogeniek zijn. Door het doolhof van smalle straatjes dwalend kwam ik terecht in een tapijtweverij, een handjevol oude vrouwen zaten netjes naast elkaar wollen tapijten te weven € 100,- per m2. De prijzen gaan hier ook omhoog!
Met rust van geest liep ik weer de Medina van Rabat binnen en probeerde zo goed mogelijk de verkopers van tapijten, leer, aardewerk en meer van die toeristenrotzooi te ontwijken.
“Good price” en “Very cheap”, kreeg ik steeds te horen.
Het maakte me weinig uit want voor mij is de tijd van souvenirs kopen allang voorbij.
Bij aankomt aan de Tour de Hassan moest ik toch wel even met mijn ogen knipperen. Het was inderdaad een flinke puist van rode steen die daar 44 meter de lucht in toornde. Men was met de bouw aangevangen in 1195 A.D., de sultan die de opdracht had gegeven stierf vier jaar later. De toren is dus nooit afgebouwd en had uiteindelijk 66 meter hoog moeten worden. De hoogste toren in de wereld van de Islam. Deze toren deed zeker niet onder voor de toren in mijn eigen woonplaats, De St. Maarten toren in Zaltbommel. Lef hadden ze zeker wel gehad hier in die tijd. De overgebleven pilaren van de moskee die hier eens had gestaan liet ook zien hoe groot en ambitieus de gebouwen hier een kleine duizend jaar geleden waren geweest.
Op hetzelfde terrein staat ook het Mausoleum van Mohammed V, de vader van de huidige koning. Er schijnen er nog een paar koningen te zijn bijgezet maar eenmaal binnen is daar weinig van te zien. Het marmeren gebouw is wel van oogverblindende schoonheid en tot in details bewerkt met goud en mozaïeken. Vreemd genoeg mogen niet moslims hier gewoon naar binnen en foto’s maken is ook geen probleem. Een grote groep Chinezen passeerden me toen ik naar buiten liep. Chinezen? In Marokko? Je ziet maar, de rijken der aarde gaan nu de wereld bereizen en bevuilen, nou ja, Marokkanen spugen net zoveel als Chinezen. Soort zoekt soort zal het wel wezen.
De Chella bleek achteraf het hoogtepunt van de dag te zijn. De Chella is een oud fort aan de rivier naast Rabat. Gebouwd door de Phoeniciërs en later veroverd door de Romeinen en later door de berbers is een mix van alles. Romeinse huizen en moskeën, naast elkaar binnen de hoge beschermende rode muren van het fort. Eigenlijk is het nu een grote schaduwrijke tuin waarin je langzaam teruggaat in de tijd. Op een steen zat ik een paar minuten te meimeren hoe het er hier 2000 jaar geleden zou zijn geweest. Vreemde mensen en vreemde talen, handel en slaven. Het moet er hier mooi hebben uitgezien.
De laatste halte was het Archeologisch Museum. Deze mocht ik zeker niet missen want hier stonden alle bronzen beelden die in Volubilis en Lixus waren gevonden. Natuurlijk maakte ik een foto, zonder flits, en zo snel als de wind stond er een bewaker naast me die me snel duidelijk maakte dat ik geen foto’s mocht maken.
“J’excuse”, haperde ik geschrokken en borg mijn camera weer op.
Met een zwaaiende opgeheven wijsvinger in mijn richting verliet hij weer de ruimte. Nog geen vijf minuten later was hij terug en dat terwijl mijn camera al die tijd in mijn tasje had gezeten.
“You like to take photo?”, lachte hij vals terwijl ik nu zijn twee gouden tanden zag.
“No, I’m OK, no photo, I understand”, sprak ik rustig en duidelijk.
“For 10 Euro we can switch off security camera’s”, siste hij als een valse cobra.
“No, I’m OK, no photo, I understand”, en ik deed net of ik erg bang voor hem was.
Toen hij bij me vandaan liep lichtte hij zijn pet op en krabde eens op zijn hoofd. Hij vroeg zich waarschijnlijk af of hij me de eerste keer niet te bang had gemaakt. Ik wist beter, ik wilde aan deze spelletjes niet meedoen. De bronzen beelden zijn zeker de moeite waard en als je ooit in Rabat komt dan mag deze zeker niet missen!
Voor mij zat de dag erop, ik was nog geen vijfhonderd meter van mijn hotel af en snakte naar een ijskoud colaatje. Ik had suiker nodig om weer wat energie te krijgen.
Na het avondeten van, jullie raden het al, soep met brood ging ik terug naar mijn hotel, ik was verbaasd van de rust in de stad. Vrijdagavond was het een drukte van jewelst en op zaterdag was er helemaal geen kip op straat. Dat was het dan voor vandaag. Voor morgen weet ik nog niet precies wat ik wil. Ik hink op twee gedachten, wordt het Casablanca of El-Jadida? We zien wel. Welterusten.

vrijdag 12 september 2008

Marokko, met de bus naar Rabat

Rabat, 12/09/2008

Helaas voor mij hebben de Marokkanen de dag voor de nacht verwisseld. Zij zijn ‘s nachts wakker terwijl ik probeer te slapen. Twee moslim vrienden vonden het heel normaal om om half één voor de deur van mijn kamer een sigaretje te roken en een zeer geëmotioneerd gesprek te voeren. Natuurlijk werd ik wakker en toen ik de deur opentrok met een gezicht dat op onweer stond en in mijn beste Frans aan hen vroeg, “Dormir?” was de gezellige avond voorbij en ze gingen ook slapen. Ik sliep daarna ook weer als een roosje en werd precies om zeven uur door mijn wekker uit mijn slaap gehaald.
Wat ik vandaag voor ontbijt had was meer een bedelaars ontbijt. Een taai droog witbroodje met één puntje smeerkaas, aangevuld met een banaan die werden weggespoeld met lauwe cola. Het was tenminste iets en een beetje energie voor de reis was getankt.
Mijn plan was om met de Grand Taxi’s naar Rabat te gaan maar dat idee werd al snel in de kiem gesmoord.
“No taxi”, lachte de magere tandeloze man met een zware stoppelbaard.
“Only when you pay for whole taxi”, gierde hij verder.
Ik vroeg niet eens naar de prijs want ik had vandaag geen zin om voor het winnende lot in de loterij te spelen. Verderop zag ik nog een man staan met zo’n speciaal boekje die de taxi’s regelde. Helaas kreeg ik van hem hetzelfde antwoord maar hij adviseerde me in één adem om de bus maar te nemen, die vertrok om de hoek vanaf het busstation.
“Aardig en eerlijk”, dacht ik bij mezelf.
Binnen tien minuten reed de oude blauwe bus krakend weg en het was maar goed dat ik voor twee stoelen kaartjes had gekocht want de bus zat goed vol en voordat we Larache uitreden zat hij propvol. IK had natuurlijk ook geen idee wat er onderweg zou gebeuren met de bagage die onderin zat dus hou ik bijna altijd mijn kleine rugzak bij me, ook al moet ik dubbel betalen.
Tijdens de rit keek ik naar het schouwspel dat zich buiten voor mijn ogen ontvouwde. Wat is het hier een enorme rotzooi! Ik heb zelden zo’n rotzooi gezien tijdens al mijn omzwervingen, zelfs in Burma waar de mensen het nog veel slechter hebben dan hier is het netter en beter verzorgd en zeker schoner. Tijdens een stop in een klein dorpje werden er twee levende schapen onder uit de bus getoverd, ongelofelijk maar waar. En weer een uurtje later piste en scheet een oude vrouw zich helemaal onder. En wat was het resultaat? Ze ging gewoon ergens anders zitten en de bank waar ze had gezeten bleef de rest van de reis leeg. Wat een stank!
In Rabat aangekomen leek het alsof ik in een andere wereld was beland. Net geklede elegante mensen die zeker geen haast leken te hebben. Ik voelde me hier beter maar zeker nog niet 100% op mijn gemak. Het eerste hotel dat ik op het oog had gehad zat vol en eenmaal op weg naar de volgende zag ik in een zijstraat een ander hotel. Waarom ook niet? De zaken waren snel gedaan en ik was blij met de kamer voor nog geen € 13 p/n. Het was ondertussen al erg laat en echt tijd om iets te ondernemen was er niet meer. En waarom ook haasten, ik zit hier tenslotte twee dagen. Onderweg naar het treinstation zag ik de gouden bogen en die waren gewoon open. Wat kan een Big Mac met patat heerlijk zijn als je bijna een week alleen soep en brood hebt gegeten.
De informatie voor de treinreis van zondag was ook duidelijk en zo kwam er een einde aan een dag die eigenlijk alleen maar een verplaatsing was geweest. Ik dacht na waar Rabat nog het meest op leek. Brussel! Ja, Rabat leek op Brussel of misschien wel andersom, Brussel lijkt op Rabat.
Terug in de kamer peilde ik een open internet verbinding en ik maakte daar natuurlijk met veel plezier gebruik van. Enkele verhalen werden naar mijn weblog geladen en de bijbehorende foto’s naar Picasa.
Om half zeven was het weer tijd om een café op te zoeken voor de nu wel bekende soep met brood. Tijdens de maaltijd raakte ik in gesprek met mijn tafelgenoten en al het lekkers werd onmiddellijk naar het midden van de tafel geschoven. Ik was hun gast en moest van hun gastvrijheid gebruik maken. Ik moest wel een paar gedroogde vijgen en dadels eten, ze smaakten ook voortreffelijk als ik eerlijk mag zijn. We namen afscheid en misschien zien we elkaar morgen weer in hetzelfde café voor dezelfde handeling. Een heerlijke maaltijd na een dag vasten ;).

donderdag 11 september 2008

Marokko, de Atlantische kust

Larache, 11/09/2008

Zoveel uur slaap is niet gezond voor een sterke kerel als ik. Om vier uur was ik wakker en in de volgende drie uur van tollen en draaien in mijn bed had ik de vreemdste dromen en visioenen. Mensen waar ik in jaren niet aan had gedacht verschenen levensecht voor mijn ogen in de vreemdste onmogelijke situaties.
Ik zou om half acht klaar zijn voor het ontbijt en toen ik de deur van mijn kamer opende hoorde ik boven al het kletteren van borden en bestek, het zou allemaal wel goed komen. Twéé dienbladen vol werden er voor me neer gezet. De geur van sterke koffie vermengde zich met de geur van mint, van de mint thee. Zoete broodjes, baksels overgoten met honing, een soort zuurdesem brood, het was teveel van het goede. De abrikozenjam geurde me ook tegemoet en smaakte zelfs nog beter. Dit was een ontbijt voor koningen! Nadat ik zoveel als ik kon had gegeten werd het tijd voor een rondleiding door het huis. Er waren nog meer kamers en de kamer op het dak was de beste. Een mooi dakterras met uitzicht op de bergen. Ik kon me alleen niet voorstellen dat je hier langer dan twee nachten zou kunnen blijven. Nadat alles was afgehandeld nam ik afscheid van de zeer aardige gastvrije vrouw en ging op weg naar mijn volgende bestemming. Larache in het noorden en aan de Atlantische kust.
Eerst een Grand taxi naar Meknès, dan een Grand taxi naar Souk Er-Arba-du Rharb, en tenslotte een grand taxi naar Larache. Natuurlijk was ik weer vroeg in de middag op mijn plaats bestemming en het pension dat ik deze keer op het oog had was snel gevonden. De kamer koste een fractie van wat ik voorheen had betaald dus dat viel deze keer ook mee. Helaas wel een gedeelde koude douche aan het einde van de gang. Het duurde niet lang of ik zat in een kleine taxi op weg naar Lixus. Weer een vergane Romeinse nederzetting die misschien niet zo goed bewaard was gebleven als Volubilis maar toch zeker de moeite waard was om zijn goed bewaard gebleven “Garum” fabrieken. Garum is een zeer aromatische vispasta die heel duur was in het keizerrijk. Er moet hier dan ook een heel garnizoen Romeinse soldaten aanwezig zijn geweest om het kostbare spul te bewaken. De zoutpannen onder aan de heuvel zijn dan ook al meer dan tweeduizend jaar in gebruik. Mijn dag zat er alweer op en ik liep de vijf kilometer rustig op mijn gemak terug.
Ik dacht na over wat ik er tot nu toe van vond en wat me het meest was opgevallen. Het is hier best aardig maar als het donker wordt voel ik me toch ongemakkelijk en onveilig. Je komt hier heel weinig rugzakkers tegen. Het is overal waar je komt een enorme rotzooi, het huisvuil wordt gewoon over de muur van het dorp/stad gekieperd. De doordringende stank van urine is overal, mannen pissen gewoon waar ze staan.
Het kleine stadje is vriendelijk maar één vergissing en je staat in een straat vol ongure personen, althans in mijn ogen. Nee, het is geen land waar je gewoon even heerlijk door de stad gaat struinen op zoek naar nieuwe ervaringen, die zijn er hier waarschijnlijk wel maar niet de ervaringen die je op het oog hebt.
Nadat ik de zonsondergang had bekeken ging ik op zoek naar een kom soep, het was koud hier en de meeste gasten zaten binnen aan de warme voedzame vloeistof. Dat was het dus voor vandaag! Na de soep kon ik dus weer naar de kamer. Dit is een goede bestemming voor de Weightwatchers lachte ik in mezelf, bij mij vliegen de kilo’s er af. Om negen uur ging het licht uit en ik probeerde te slapen. Morgen naar Rabat voor een volgend avontuur.

woensdag 10 september 2008

Marokko, Romeinse ruïnes

Moulay Idriss, 10/09/2008

Ik heb de afgelopen nacht niet al te best geslapen en toen om zes uur de wekker afliep heb ik hem naar zeven uur verzet. Dat extra uurtje maakte veel uit en ik bleef daarna ook nog een half uur naar het plafond staren. De grootste schrik was verdwenen maar het ongemakkelijke gevoel was er nog steeds.
Eenmaal beneden was het ontbijt nog niet geserveerd, het personeel was een beetje veel humeurig en een lachje kon er écht niet van af. Mijn plannen waren nog onzeker. Wat zou ik doen? Zou ik alles van me afzetten en opnieuw de medina van Fes betreden? Zou ik doorreizen naar Meknès waar een kleinere en minder drukke medina was? Ik wist het echt niet! Tijdens het ontbijt raakte ik aan de praat met de mensen aan de tafel naast me en dat gesprek was voldoende om te besluiten om door te reizen. Zakkenrollers hadden hun ook te grazen genomen en een tafeltje verder zat een stel die ook door het dievengilde was behandeld. Ik was aan de ene kant blij dat ik niet het enige slachtoffer was geweest, maar aan de andere kant vond ik het ook rot voor de anderen en jammer dat mijn vooroordelen misschien toch bewaarheid worden. Wat me meer verontruste was dat ik niet kon eten, mijn lichaam zat echt op slot! Na een paar schijfjes stokbrood met boter en smeerkaas gaf ik het op, de slappe koffie smaakte me ook al niet.
Met een kleine taxi, taxi petit, begaf ik me op weg naar de plaats vanwaar de grote taxi’s naar Meknès vertrokken. Binnen tien minuten was ik op weg en ik moet eerlijk bekennen dat het netwerk van de grand taxi’s de eerste dagen een openbaring is geweest. Nog voordat ik in Meknès aankwam had ik mijn plannen alweer aangepast. Ik was nog niet toe aan grote steden en dus koos ik om maar meten door te reizen naar Moulay Idriss. Een klein stadje in de bergen bekend van een Mausoleum en de overblijfselen van een Romeinse stad op een steenworp afstand van de stad. Mijn aansluiting was ook deze keer perfect en het betalen van de twee zitplaatsen voorin maakt het reizen ook zeer aangenaam.
Nog voor half twaalf was ik op de plaats van bestemming en het tweede hotel dat ik zag moest het maar doen voor de nacht, het Maison d'Hote El Kasaba. De vrouw van het kleine hotel was meer dan vriendelijk en binnen vijf minuten had ik een korting afgedwongen, ze viel voor pleidooi van het alleen zijn in een kamer voor drie personen. Voor MaD 200 (€ 18) per nacht inclusief ontbijt is het toch een beetje aan de prijzige kant als je alleen bent, voor twee personen is het echt de moeite waard, € 23,- inclusief ontbijt.
Nu op mijn derde dag, het voelde aan of ik hier al een week was, ging ik op weg naar de eerste bezienswaardigheid van deze reis. Volubilis is het overblijfsel van een oude Romeinse stad. Voordat de Romeinen hier waren was het al een handelspost aan het uiteinde van de bekende wereld voor de Phoeniciërs en Carthagers geweest. De aangename wandeling, bergafwaarts, bracht de rust in me terug en ik kon rustig relativeren wat me gisteren was overkomen. De conclusie na een uur denken was simpel, ik was gewoon op het verkeerde moment een verkeerde straat ingelopen. Was ik tien minuten eerder of later geweest dan was het waarschijnlijk niet gebeurd. Ik moest het nu zo snel mogelijk van me afzetten en doorgaan, en zeker mijn reis niet laten verpesten door een slechte ervaring in het begin. Ik had weer een camera en alhoewel hij niet zo goed was als mijn oude moet ik het er toch mee doen.
Ik was al gewaarschuwd dat er overal legers sjacheraars stonden te wachten om de toeristen lastig te vallen, zo dus ook op de weg die naar Volubilis leid. Mijn afleidingsmanoeuvres van steeds van weghelft te wisselen hielpen niet. Als ik van links naar rechts ging deed de sjacheraar dat ook en vice versa. Daar stond hij dan uiteindelijk voor me met een stuk agaat en een paar fossielen in de hand.
“20 Dirham, 15 Dirham, 10 Dirham”, sprak hij, en ik had nog geen woord tegen hem gezegd.
Duizendmaal nee en duizendmaal dank kon hem niet stoppen om maar door te zeuren. Thee drinken in zijn huis, en het is Ramadan, wat eten bij zijn vriend en meer van die verhalen. Ik moest stoppen bij een souvenirverkoper langs de weg om van hem af te komen. Deze was rustiger maar probeerde toch zijn waren te slijten.
“I have nice old Roman coin”, sprak hij zacht en knipoogde tegelijkertijd.
“You like to see?”, vanuit het donker alsof hij me belangrijke staatsgeheimen probeerde te verkopen.
Vanuit het donker verscheen hij met een klein stukje zwart fluweel waarin drie munten lagen.
“This is the best one, a Roman coin with Alexander the Great”, gniffelde hij terwijl hij naar me opkeek.
Ik keek eens goed naar de munt in het donker en waarschijnlijk was de munt nog niet eens een jaar geleden gegoten.
Punt één was dat Romeinse munten werden geslagen en er was geen slagrand aanwezig.
Punt twee was dat Alexander de Grote een Griek was die een paar honderd jaar eerder had geleefd en de Romeinen waren hier nog niet eens geweest. Ik bedankte hem en wenste hem veel geluk voor de rest van de dag.
Het zicht op Volubilis van een afstand was indrukwekkend en werd beter toen ik langzaam dichterbij kwam. Hier was echt wat gebeurd. De drukte viel mee en ik slenterde alleen over de overblijfselen van de oude stad. Mooie mozaïeken en een paar bewaarde, lees herbouwde, gevels een twee poorten stonden nog overeind. Dit was het echte reizen en ik genoot met volle teugen. Eigenlijk jammer dat ik alleen was want schoonheid is veel mooier als je het met iemand kan delen.

Na twee uur over de ruïnes te hebben rondgezworven begaf ik me op de terugweg. Onderweg kocht ik nog een flesje water en een flesje cola dat ik in één teug naar binnen liet lopen. Ik voelde me een beetje opgelaten toen de acht gitzwarte ogen me aanstaarden. Ach ja, wat kan ik er aan doen? Ik ben nu eenmaal geen moslim en ik verwacht ook niet dat ze hier met kerstmis een kerstboom in huis zetten.
De weg terug was zwaarder omdat ik nu bergopwaarts moest. Het was wel heel mooi hoe ik langzaam Moulay Idriss dichterbij zag komen. Na iets meer als een uur stapte ik het dorp weer binnen. Een snelle blik in de Lonely Planet vertelde me de richting voor het Mausoleum van Moulay Idriss. Op het plein voor de ingang stond alweer een heel leger sjacheraars klaar om me rond te leiden. De prijs werd vastgelegd en voor € 3 liep de oude magere man voor me uit. Zijn zinspelingen in het Spaans en Frans kon ik niet helemaal verstaan maar ze moeten wel grappig zijn geweest want hij moest er zelf steeds hard om lachen. Niet Moslims mogen niet naar binnen in deze heilige gebouwen en het enige wat ons niet moslims rest is een foto van de daken van het mausoleum.
Aan het einde van de middag viel ik neer op een stoel voor een klein winkeltje aan het grote plein van Moulay Idriss. De koude cola smaakte me uitstekend en gaf me weer een beetje energie. De dadels die ik cadeau kreeg van jonge verkoper gaven me nog meer energie en binnen een mum van tijd was ik hersteld van deze inspannende dag. Ik had voor het eerst echt gelopen en er stond twaalf kilometer op de teller. Ondertussen had ik tijdens het uitrusten in de late middagzon mijn plannen voor de komende dagen gemaakt. Morgen ga ik op weg naar Larache, een plaats aan de Atlantische kust in het noorden. Meer overblijfselen van de Romeinen in de buurt van een klein stadje. Ik wil nog even uit de drukte blijven totdat ik me weer 100% voel.
Toen de moskee met een luide schreeuw het groene licht gaf om te eten kleedde ik me snel aan en ging ook op weg naar restaurant wat ik eerder deze middag had gezien. Ik had geen tien minuten later moeten komen want binnen dertig minuten was de hele pan soep verkocht en gelukkig voor mij zaten er nog precies twee kommen soep in de grote pan. Een rond brood en een hardgekookt ei maakte de maaltijd compleet. Vanavond had ik trek als een paard en al het eten vloog naar binnen, ik was er zelf een beetje verbaasd van. Misschien was de schrik verdwenen? Nog een colaatje op het plein en de avond zat er op. Om half negen weer onder de dekens en morgen om zeven uur op. Ja, het is hier een heel andere wereld!

dinsdag 9 september 2008

Marokko: De eerste regen?

Fes (Olympic Hotel)

Om acht uur was ik terug op de kamer in mijn hotel in de uitgestorven stad. Hier was dus niets te doen. Of het aan de Ramadan lag was me niet helemaal duidelijk, ik hoopte wel dat het allemaal een beetje aantrekkelijker zou worden.
Het kabaal op straat duurde voort tot een uur of elf en van slapen was er dus weinig terecht gekomen. Een knorrende maag, het lawaai en de koelte van de nacht hielden me waarschijnlijk uit mijn slaap. Mijn wekker stond om zes uur maar dat was helemaal niet nodig geweest want om half vijf uur kwam de hele stad weer tot leven om te eten en ik ontwaakte van vreemde geluiden en woorden in een onbekende taal. Wat ik me wel meteen realiseerde was dat ik dom was geweest om mijn spiraal voor water te koken thuis te laten. Een kopje koffie had er nu wel in gegaan. Een korte blik uit het raam onthulde de grijze lucht en de natte straat, het was vannacht gaan regenen!
Vandaag zouden we dus met een omweg in Fes , mij eerste echte stopplaats, proberen te komen. Het vreemde van het verhaal is dat het alleen met een grote omweg via Taza is te bereiken. De Grand Taxi was het vervoermiddel bij uitstek vandaag en om eerlijk te zijn ging het veel beter dan verwacht. Voor DHM 60 werd ik over ongeveer 160 km verplaatst, bij nader inzien had ik veel beter de hele stoel voor mezelf kunnen nemen. Ik berekende nu dat het verplaatsen nooit meer dan een halve Dirham zou kosten. Na een kilometer of tachtig stond de zon alweer te branden aan de hemel en stapte de jongen waarmee ik de stoel voorin de auto deelde uit, nu zat ik echt als een koning voorin. En maar hopen dat hij niemand oppikte onderweg. Weer en les geleerd! De volgende Grand Taxi van Taza naar Fes zat ik weer voorin maar ik had DHM 70 voor twee personen betaald.
Het landschap was erg mooi en leek op weinig van wat ik tot nu toe had gezien tijdens mijn reizen. Eerst waren er steile en scherpe bergen zonder ook maar enige begroeiing, later gingen die over in een soort heuvels waarop de eerste olijfbomen verschenen. Na Taza werd het groener en grote vlaktes met groenten en fruit verschenen aan beide zijden. Ik had er echt zin in alhoewel ik heel erg moe was. De aankomst in Fes is er één om nooit te vergeten. Ergens langs de stadsmuur stopte mijn taxi en dat was dat, ik moet nu op zoek naar mijn hotel. Ik dwaalde de stad in de straatjes werden steeds smaller en drukker. Ik had geen idee waar ik was dus ik moest wel doorgaan het kompas op mijn GPS volgend.
Ergens in één van die straatjes kreeg ik plotseling een zwiep van achteren waardoor ik bijna omviel, ik kon me ternauwernood op de been houden maar het onraad was al geschied! De kompaan van de jongen die me een duw had verkocht had in de consternatie de ritssluiting van mijn cameratas geopend en was er met mijn camera van door gegaan. Daar stond ik dan geheel ontredderd. Ik was moe, ik had honger en ik was bestolen. Ik zat er voor een moment helemaal doorheen!
Eenmaal bijgekomen realiseerde ik dat enkele omstanders me wilde helpen om naar een politiebureau te gaan om aangifte te doen. Niet dat het helpt maar ik heb toch de verklaring nodig voor de verzekering. “Welkom in Marokko”, en dat op mijn eerste echte dag in dit land. Ik ben al op veel plaatsen geweest maar dit heeft me echt overvallen en het zal moeilijk zijn om mijn vooroordelen over Marokkanen nu aan de kant te houden.
Een vriendelijke meisje met een hoofddoekje bracht me door een doolhof van steegjes naar het hoofdbureau van de Politie en wel de Recherche. Ze hielp me ook nog even met het vertalen, mijn Frans was al beter geworden in de eerste twee dagen maar door de schrik was het meeste weer verdwenen. Op het politiebureau werd er in het Arabisch een aangifte formulier ingevuld met een typemachine die meer toetsen had dan een accordeon. Totaal ontredderd zat ik in het oude gebouw, wat miste ik mijn camera en had hier graag wat foto’s geschoten. Nadat alle papieren waren ingevuld stond ik weer buiten in een smalle steeg. Iedereen zag eruit als een dief en binnen enkele minuten kwamen de muren op me af. Wat was dit een pure ellende! Het zweet liep in stromen van me af en ik was onzeker. Ik moest hier zo snel mogelijk weg!
Gelukkig werd ik door een behulpzame verkoper van messing prullaria de weg gewezen naar een grote parkeerplaats midden in de Medina. Een taxi petit verloste mij van mijn ellende en bracht me naar Fes Ville Nouvelle. Zo, hier was het overzichtelijk met zijn brede starten en boulevards. Mijn nieuwe hotel heette Hotel Olympic en was veel te duur voor het geld. Maar ja, het is maar voor twee nachten en ik had haast. Het hele spektakel had me veel tijd gekost.
De taken die nu voor me lagen waren een nieuwe camera kopen en ook weer nieuwe contactlens vloeistof. Die ik gisteren voor € 9,00 had gekocht was zo slecht dat ik mijn lenzen niet eens in kon zetten vanochtend. Twee keer spoelen met de bekende vloeistof had geholpen. De resterende slechte vloeistof werd door het toilet gespoeld. Gelukkig voor mij kocht ik binnen een uur een nieuwe camera en wat het lijkt ook goede vloeistof. Om iets over vijf zat ik uitgeput en geestelijk kapot op de rand van de stoep naar het oneindige verkeer in de straten van Fes te staren. In gedachten verzonken vroeg ik me van alles af. Wat het mijn eigen schuld geweest of gewoon pech? Ik weet het niet, maar ik heb wel wéér een les geleerd dat ik niet meer in oude binnensteden ga slapen. Een hotel in een nieuwe wijk aan de rand van de stad is beter.
De tweede avond in een andere stad en een onbekend land begon toen de Imam vanaf de minaret de gelovigen liet weten dat het weer tijd was om te eten. Ik kleedde me aan en vol verwachting trok ik de nieuwe wijk in. Het beeld was hier iets beter dan in Al-Hoceima maar nog steeds waren er lege straten en terrassen met mannen die koffie zaten te drinken en sigaretten te roken. Ik was niet bang maar ik voelde me ook niet 100% op mijn gemak. Een klein restaurant waar twee blanken binnen zaten zou het voor mij ook wel doen. De dampende kom tomatensoep met brood smaakte me uitstekend, de pizza was iets minder maar ik denk ook dat mijn spijsvertering een beetje op slot zat na dertig uur niets te hebben gegeten. Om half acht was ik weer terug op de kamer.
Vandaag dus geen foto’s, die zijn allemaal verloren gegaan met mijn camera en nieuwe SD kaart. Tot morgen.

maandag 8 september 2008

Marokko: Alleen in een vliegtuig?

Al-Hoceima (Hotel Etoile du Rif)


Zo, mijn week in Nederland zat er gelukkig weer op en om dertien over negen stapte ik in de trein naar Schiphol. Henk de vries kwam nog even op het station afscheid nemen en hij was de laatste bekende die ik zag voor mijn reis naar Marokko. Ik had er zin in en het was weer een nieuw avontuur. Mijn eerste stappen op het oudste continent en de bakermat van de mensheid.

Bij het inchecken viel ik van de ene verbazing in de andere. Wat bleek namelijk? Ik was de enige passagier op vlucht 8A0475 van Amsterdam naar Nador.
“De enige passagier?”, vroeg ik om zeker te zijn dat ik het goed had gehoord.
“Jazeker, de enige passagier”, antwoordde de vriendelijke dame.
“En u weet zeker dat het vliegtuig op tijd vertrekt?”, vroeg ik voor de zekerheid.
“Jazeker, alle lichten staan op groen en uw vlucht zal op tijd vertrekken”, deelde ze me met een brede glimlach mee.
Ik kon het niet geloven maar ik wist meteen dat het een goede titel voor mijn eerste verhaal over Marokko zou zijn. Schiphol betekend een belegd broodje en een saucijzenbroodje samen met een goede kop koffie voordat ik in het vliegtuig stap. Tijdens de lunch dacht ik na over wat me allemaal te wachten stond en wat ik zou gaan zien. Ik had er zin in!
Op mijn weg naar gate D16 kreeg ik hartkloppingen toen ik op het scherm met de vertrektijden keek. Mijn vlucht was van niets naar “Definitief Gecancelled” gezet.
“En ik dan?”, was het eerste wat er in me op kwam. Ik was er zo goed als zeker van dat mijn naam niet was omgeroepen en ik spoedde me nu naar gate D16. De dame die daar nog aanwezig was snapte er ook niets van en na een paar telefoontjes waren we nog niets wijzer. Ik werd een beetje zenuwachtig op dit moment en de mededeling dat mijn vlucht misschien vanavond om twaalf uur zou vertrekken stemde me niet vrolijk.
“Misschien?”, dat was niet genoeg voor mij en met een beetje aandringen werd er verder gebeld. Nu naar Marokko omdat daar het hoofdkantoor van Atlas Blue/Royal Air Maroc zit en er geen agent in Amsterdam is. Twee keer werd het gesprek voortijdig afgebroken en we waren dus niets opgeschoten. Nu moest ik snel denken!
Aan gate D18 was er ondertussen een toestel van Atlas Blue aangekomen en ik vroeg waar dit toestel heen zou gaan? Was het niet te gek dan zou ik zelfs wel met dat toestel mee willen als ik maar op een Christelijke tijd in Marokko arriveerde. De overvriendelijke dame probeerde het nog één keer per telefoon en besloot toen om maar rechtstreeks aan de Kapitein van het toestel te vragen of ik mee mocht. Het waren vijf héél spannende minuten die natuurlijk wel een kwartier leken te duren. Met brede glimlachende gezichten kwamen de dames op me af met de mededeling dat het allemaal in orde was. Ik kon mee.
De eerste hindernis was dus genomen en om iets over één uur ging ik op weg met vlucht 8A0463 naar Al-Hoceima. Eigenlijk maakt het me niet zoveel uit want het ligt maar honderd kilometer ten westen van Nador en ertussen ligt niets wat ik wilde bezoeken. Bij aankomst had ik in het vliegtuig al mijn huiswerk gedaan en ik had twee hotels in de Lonely Planet gevonden waar ik de eerste twee nachten in Marokko wel wilde doorbrengen.
Na een korte vlucht met ook heel weinig, ik schat met ongeveer tien personen, passagiers aan boord zette ik voor de eerste keer voet op Afrikaanse bodem. Het treinstation in Zaltbommel is bijna groter dan de terminal van de kleine luchthaven. Het maakte me allemaal niets uit, ik was in Marokko.

Voor de korte taxirit van de luchthaven werden er meteen al prijzen gevraagd die tranen in mijn ogen brachten, van het lachen dan. Een grote vloot Mercedes Benzen 220 en 240D stonden netjes achter elkaar om de passagiers naar hun bestemming te brengen. Helaas voor de chauffeurs waren er geen passagiers en menige chauffeur stak zijn hoofd om de hoek van de deur of er nog iemand kwam. Nee, dit was alles voor vandaag. Zelf had ik een groter probleem! Ik had nog geen Marokkaans geld en een PIN-automaat was er in de kleine terminal niet te vinden. Ik moest dus eerst maar eens gaan lopen en om eerlijk te zijn maakte het me ook weinig uit. Ik had echt zin om de beentjes weer eens te strekken en een stukje te lopen.

Wat was het eerste dat me echt opviel? Dat was de frisse wind! Het weer was vandaag fantastisch, de zon warmde je op en een fijne bries koelde je weer af. Dat was in ieder geval een meevaller. Het tweede was de rust op de weg, waarschijnlijk veroorzaakt door de Ramadan die nu bijna een week aan de gang was. Bij het eerste dorp aan de weg tussen Nador en Al-Hoceima vond ik een bank waar mijn bankpas werd geaccepteerd en zo had ik eindelijk toch de lokale munteenheid in mijn handen. Nu zou het allemaal een beetje gemakkelijker worden. Binnen tien minuten had ik een zogenaamde “Grand Taxi”, zeg maar een gedeelde taxi met maximaal vier personen, en ik was op weg naar Al-Hoceima. De medepassagier die iets later instapte sprak in ieder geval Frans en zo kon ik me toch nog redelijk verstaanbaar maken en een kort gesprek voeren met de chauffeur.
Het “Hotel Etoile du Rif” viel voor mij in de middenklasse en binnen het budget wat ik me ten doel had gesteld. Ik weet dat veel van jullie zich afvragen wat ik zo besteed op zo’n reis. Het antwoord is natuurlijk geen geheim, op deze reis probeer ik mijn budget rond de € 35,- p/d te houden. Dat is dan inclusief slapen/eten/reizen maar zonder mijn ticket dat voor deze reis ongeveer €175,- voor het retour was.
Tijdens de korte wandeling door het stadje voelde ik meteen dat één nacht voldoende was, ik kon nu vroeg gaan slapen en morgen vroeg opstaan om naar Fes te reizen. Ik heb er een hele dag voor uitgetrokken maar acht het best mogelijk dat ik het niet zal halen in die éne dag. Om vier uur hing er de heerlijke lucht van vers gebakken brood in de stad en eerste bakkerijen openden de deuren. Er werd niets gegeten maar veel gekocht voor later als de zon onder is. De twee croissants die ik had gekocht gleden er wel meteen in, later ga ik eens even een restaurant bezoeken om te kijken wat daar allemaal te halen is.

Een kanonschot gevolgd door het gebed vanuit de moskee kondigde het moment aan dat er weer mocht worden gegeten. De toch al lege straten werden nu nog leger tot aan het moment dat er echt niets of iemand meer bewoog.
Hier en daar zat er man in een jurk op een terras een sigaret te roken of een kopje koffie te drinken. Ik stond met lege handen want ik kon niets meer vinden dat me zou kunnen voeden. De eerste les is dus geleerd! De tweede les liet niet lang op zich wachten. Bussen zijn onbetrouwbaar of rijden alleen maar ‘s avonds en ‘s nachts. Natuurlijk is het laatste dat je wil om drie uur in het donker aankomen in een onbekende stad. Het plan is nu, op aanraden van een buschauffeur, een Grand Taxi te nemen naar Taza en daar over te stappen op een bus naar Fes. De geschatte reistijd is zes uur zonder wachttijden, we zien dus wel. Morgen in ieder geval om zes op om te kijken of ik nog wat te eten kan vinden voordat ik aan deze verplaatsing begin.
Copyright/Disclaimer