maandag 9 januari 2023

Filippijnen: Een blik over mijn schouder

De blauwe zee
Angeles City (Walk About Hotel) Poolside 1), maandag 9 januari 2023

Er zijn bijna veertien weken aan ons voorbij getrokken in de Filipijnen. Een land waar ik een echte liefde/haat verhouding mee heb. Het is het enige land in Zuidoost-Azië dat ik ooit heb bezocht waar ik geen enkel gevoel krijg dat ik het land en haar inwoners moet gaan ontdekken! Waarom? Dat is een eenvoudige vraag die ik mezelf ook vaak stel!
Fastfood in the mallJeyuk Bokkeum en Bi Bim Bap Het eerste dat me natuurlijk te binnen schiet is het algeheel ontbreken van een eetcultuur in de Filipijnen. Ik ben een man van de keuken en zal niet snel terugdeinzen om een nieuw en onbekend gerecht te proberen. Fatsoenlijke restaurants zijn buiten de zeer grote steden en de gebruikelijke toeristengebieden moeilijk te vinden of ze zijn van een dusdanige kwaliteit dat je er niet met een gerust hart gaat eten. Straatvoedsel is al helemaal niet te vertrouwen naar aanleiding van verschillende verhalen die ik in Manilla heb gehoord. Dat klinkt overdreven maar denk zelf eens na hoeveel Filipijnse restaurants je zelf in het verleden hebt gezien of bezocht?
De moderne Filipijnse eetgewoontes drijven op een sterk Amerikaans fundament dat is opgebouwd uit gefrituurde stukken kip met witte rijst, spaghetti met een zeer zoete tomatensaus saus gevuld met stukjes hotdog, hamburgers in alle soorten en maten, zonder de bekende sla,tomaat en ui, en natuurlijk pizza met alle bodem variaties en beleg die je je maar kan voorstellen.
Elke shopping-mall en stedelijke hoofdstraat is een eindeloze optocht van de bekende Amerikaanse fastfood restaurants aangevuld met de Japanse en Filipijnse fastfood ketens. En dan soms ook nog voor prijzen waar zelfs een westerling voor terugdeinst! Persoonlijk vind ik acht euro voor een kom noedelsoep, ongeacht de inhoud, stevig aan de prijs. Niet echt mijn ding dus!
Bananenblad buffet Maar af en toe kom je ook een mogelijke edelsteen langs de straat tegen zoals deze BBQ geserveerd vanaf een bananenblad. Het is nog vroeg in de avond en ik ben net klaar met een paar biertjes drinken in het uitgaansgebied van Angeles City. Mijn maag knort en mijn neus probeert me te overtuigen om wat te eten. Hoe aanlokkend het er ook uit mag zien en hoe goed het ook mag ruiken, ik laat het over aan de Filipino’s om ervan te eten. Ik heb ernstige twijfels bij de voedselhygiëne van de straattentjes in de Filipijnen.
Jeyuk Bokkeum en Bi Bim Bap Gelukkig zijn er in Angeles City, en Manilla, de afgelopen jaren veel Koreaanse restaurants geopend. Dit omdat Zuid-Koreaanse bedrijven veel geld hebben geïnvesteerd in productie faciliteiten op de “Clark Trade Free Zone”. In samenwerking met diverse regeringen uitgebreide belastingvoordelen hebben gekregen voor het tewerkstellen van Filipino’s met enige opleiding en arbeidsethiek. Een heel roedel Koreanen heeft de weg naar de Filipijnen gevonden.
Lichtjes van de nachtMeisjes van de nacht Elk weekend vindt er een complete volksverhuizing plaats van Manilla naar Angeles City. De Koreanen komen golfen, eten en drinken en dansen met de meisjes van plezier. Een industrie op zich die vele gezinnen op het platteland en in de provincie in leven houd.
Dit tot groot verdriet van de vele, vooral Engelstalige, expats die van mening zijn dat de hun zo vertrouwde Filipijnen aan het afkalven is. De vooruitgang in ontwikkelingslanden is niet te stoppen en de prijzen zullen ook in de toekomst blijven stijgen. Geloof niet dat het hier nu goedkoop is!
Slechte wegJeepney Station Een andere onneembare hindernis is het absoluut ontbreken van enig betrouwbaar openbaar vervoer. Dat komt ook door de absoluut krakkemikkige infrastructuur. Ik zeg altijd met een brede glimlach dat het hier nog slechter is dan in India! Natuurlijk kun je toeristen gebieden bereiken per vliegtuig, de Filipijnen is een eilanden groep met meer dan 7.600 eilanden, maar dat brengt meer ongemakken met zich mee dan gemakken!
De enorme eilanden groep wordt bediend door de twee grootste luchtvaartmaatschappijen van de Filipijnen, Cebu Pacific/Cebgo en Philippine Airlines, dat klinkt als gezonde concurrentie maar in werkelijkheid is het een kartel. De prijzen ontlopen elkaar niet zo heel veel. Passagiers zijn slechts bijzaak, het vervoer van goederen tussen het grootste eiland, Luzon, en de kleinere eilanden brengt het meeste geld op. Vertragingen en annuleringen zijn schering en inslag. Tel daarbij op dat de bagage zekerheid zeer laag is en bij het missen van een aansluitende vlucht van Cebu Pacific/Cebgo er geen recht is op compensatie of je geld terug. Philippine Airlines is wat duurder maar ook betrouwbaarder. Vliegen lijkt een goed idee maar dat is het in de praktijk vaak niet!
Dan zijn er ook nog de tientallen, veelal nachtelijke, veerdiensten tussen de verschillende eilanden. Die schepen zijn zo oud en gevaarlijk dat er jaarlijks meerdere scheepsrampen plaatsvinden met tientallen doden die niet eens meer de westerse nieuwsdiensten halen. De ongeveer twintig tyfoons die de Filipijnen elk jaar geselen dragen ook niet bij aan de veiligheid en betrouwbaarheid van de veerdiensten. Een veerdienst is alleen een optie bij daglicht en wanneer het weer goed is en de weersverwachting ook! Helaas wacht er aan het einde van de loopplank altijd de taxi maffia met een brede glimlach, die je met een: ‘Hello my friend!’, voor een zogenaamd boterzacht prijsje wel naar je hotel of een busstation wil vervoeren.
Bussen naar elders Dan is er ook nog, zoals overal in Zuidoost-Azië, de gebruikelijke vloot touringcars die overdag en vooral ’s nachts van Manilla naar alle uithoeken van Luzon rijden. De bussen variëren van heel oud tot splinternieuw. Van zes stoelen per rij tot drie stoelen per rij. Ondanks dat de bussen komen in verschillende klassen zijn ingedeeld geven de meeste touringcars problemen voor de relatief grote toeristen. De VIP en de super-VIP zijn voor een westerling wel te doen maar dan komen de extreem lange reistijden om de hoek kijken.
Zelfs de relatief eenvoudige 100 kilometer betaalde snelweg van Balibago naar de “Ninoy Aquino International Airport” (NAIA) is een wereldreis met ontelbare onberekenbare hindernissen! Ik neem altijd minimaal drie uur reistijd op in mijn berekening! Gewoon om zeker te zijn dat we niet te laat inchecken voor onze vlucht of onze vlucht missen!
Door de vaak zeer slechte wegen ver buiten Manilla en de enorme hoeveelheid verkeer rondom Manilla komen de gemiddelde snelheden haast nooit boven de 50 Km/u! Een busreis van 600 kilometer op een slechte zitting kost je gewoonweg 13 tot 14 uur! En dan gaat je kont en rug toch echt wel pijn doen. Het is dus eenvoudig te begrijpen dat een toerist kiest voor het op het eerste oog duurdere vliegtuig. Maar voor slechts een handvol euro’s sta je binnen een paar uur op de plaats van bestemming.
Internet! In welke vorm dan ook is abominabel slecht in de Filipijnen! Op het platteland sta je midden op straat, met je mobiele telefoon hoog in de lucht, rondjes te draaien om een LTE verbinding tot stand te brengen om je email op te kunnen halen. Heel af en toe wanneer de atmosferische toestand het toelaat kun je wat meer doen. Ik heb zelfs wel eens drie streepjes op mijn iPhone gezien!
Er zijn slechts twee grote telecom providers in de Filipijnen, Smart en Globe. Deze werken niet samen maar werken elkaar openlijk tegen. Ze laten bijvoorbeeld klanten van de ander niet toe op hun eigen netwerk met als gevolg dat iedere provider een oerwoud van telefoonmasten over de gehele Filipijnen beheerd terwijl ze, mochten ze samenwerken, slechts 60 tot 70 procent van de masten zouden moeten onderhouden en repareren naar de regelmatig overtrekkende tyfoons.
Heel veel mensen in de Filipijnen lopen dan ook met twee telefoons rond. Dit om de eenvoudige reden dat de helft van je familie en kennissen op Globe zit en de andere helft op Smart. Ook de bedrijven adverteren met een meerdere telefoonnummers zodat de gebruikers van de beide telecom giganten contact met hun kunnen opnemen.
Eenmaal in de stad wordt het wat beter maar 5G is vaak niets meer dan een aanduiding op het beeldscherm van je telefoon. Eenmaal binnen in een gebouw, een houten hutje met een dak van golfplaten of een betonnen winkelcentrum, ben je weer blind en doof voor de buitenwereld. Om je heen zijn er tientallen wifi-netwerken waar je moet inloggen om te kunnen communiceren. Mocht je het wachtwoord te pakken krijgen dan doemt er een ander probleem op! Met tientallen ingelogde mobiele apparaten wordt je bandbreedte zo smal dat normaal communiceren, in welke vorm dan ook, haast onmogelijk wordt.
Deze vaste netwerken worden voor 90% geleverd door dezelfde providers als de mobiele telefoon aansluitingen! Ik kan me niet aan het idee ontworstelen dat het een tussen de twee providers afgesproken zakelijk concept is dat alle bewoners van de Filipijnen gijzelt en de onmetelijk rijke eigenaars elke dag nog rijker maakt.

Dan komt de moeilijkste en meest gevoelige reden waarom ik het geboorteland van mijn vrouw niet in mijn hart kan sluiten. Het is er ronduit gevaarlijk! Niet gewoon gevaarlijk, nee, heel gevaarlijk! Als blanke kan ik me, voor mijn gevoel zodra de avond is gevallen en soms ook overdag, moeilijk buiten, de door geprivatiseerde bewakers, beveiligde gebieden begeven.
Overvallen in de Filipijnen zijn geen mogelijkheid maar een zekerheid! Een stevig deel van de Filipijnse bevolking leeft in diepe armoede en dan lijkt alles om te overleven toegestaan! Zeker wanneer het betrekking heeft op de relatief rijke blanke westerlingen. Rijke Filipino’s worden zelden het slachtoffer. Het is en blijft tenslotte je eigen volk! Stelen is een kunstvorm van het overleven. Ik ken mensen wiens (nieuwe) fiets vier keer in een jaar is gestolen. Het gevolg, hij koopt nooit meer een fiets.
Brommers met twee jongeren er op zijn meteen al verdacht. Jonge kinderen in het bezit van een slimme telefoon zijn al sinds jaar en dag, ondanks de armoede, heel normaal. Wanneer ze tekenfilms kijken en ballonnetjes uit de schieten dan is het allemaal onschuldig. Maar wanneer ze, in een voor ons onverstaanbaar dialect, in hun telefoon beginnen te praten kun je maar beter op je hoede zijn. Deze zeer jonge spotters zijn vaak op deze lage leeftijd al de hoofdkostwinner van het gezin waar ze in opgroeien.
Met de opkomst van de mobiele telefoon is ook de communicatie tussen de bedelaars, de rovers en criminelen geoptimaliseerd. Elke baranggay, zeg maar door hoge hekken afgescheiden wijk, heeft verschillende (jeugd)bende’s die voor veiligheid en inkomsten voor de minder bedeelde inwoners zorgen. Een verkeerde afslag en je staat oog in oog met een groep gewapende overvallers. Zwaar lichamelijk letsel komt niet vaak voor maar je zal niet de eerste zijn die alles tot en met zijn gymschoenen moet afstaan. En verwacht geen medelijden van de plaatselijke politie!
In de baranggay’s waar veel blanken wonen zorgen de (jeugd)bende’s ook voor veiligheid waar de buitenlandse bewoners graag maandelijks een “officieuze belasting" voor betalen. Deze wijken kun je zonder problemen bezoeken maar desondanks voel je altijd de ogen van de bewoners in je rug priemen.
In armere Boeddhistisch landen in Zuidoost-Azië is het veel veiliger dus mag ik een voorzichtige conclusie trekken dat de Christenen in de Filipijnen er een heel andere levensfilosofie op na houden? Dat het Christendom ook haar nadelen kent? Waarom zijn het Rooms-Katholieke Midden- en Zuid-Amerika broeinesten van criminaliteit?
Op kerstavond was ik, na mijn korte verblijf bij de familie, verplicht om een driewieler taxi naar het, gecontroleerde en beveiligde, centrum te nemen. Er hing een dreiging in de duisternis zoals ik maar weinig heb gevoeld tijdens mijn omzwervingen. Slechts twee keer, in de islamitische landen Marokko en een keer in Indonesië, Jakarta, voelde ik me zo bedreigt.
Eenmaal buiten de getraliede poort en de met scheermesjesdraad beveiligde twee en een halve meter hoge muur stond ik alleen in het donker en in een dreigende stilte. Ik kijk instinctief naar links en rechts. Absolute stilte, geen stipje licht en geen enkele beweging te bespeuren. Ik heb enkele biertjes gedronken maar ik ben nog wakker genoeg om problemen al vroeg te ontdekken.
Zonder enig geluid te maken loop ik op mijn zachte rubberen sandalen naar de hoek waar altijd wel enkele driewieler taxi’s staan te wachten op klandizie. Vandaag dus niet! Iedereen zit bij zijn familie thuis en dankt de Heer voor de zegeningen die ze het afgelopen jaar hebben mogen ontvangen en bidden voor nieuwe zegeningen voor het komende jaar.
Op het kruispunt aangekomen is het niet veel beter! Nog steeds geen geluid, licht of een beweging. En dan uit het niets sta ik plotseling in een brede bundel licht terwijl ik een viertaktmotor zachtjes hoor ratelen. Ik kan de bestuurder van de driewieler niet zien en dat geeft me een onaangenaam gevoel. Dat hij in de tegenovergestelde richting rijdt staat me ook niet aan. Ik sla zijn aanbod resoluut af en loop de ongeveer 50 meter naar de verlichte hoofdstraat.
De “Aniceto Gueco Street” is een van de weinige verkeersslagaders van Angeles City en 80% van het verkeer van en naar de snelweg gaat over deze straat. Er is wat beweging en ik zie wat lichtjes in de verte bewegen. Het duurt niet lang voordat er een driewieler naast me stopt die ook nog eens in de juiste richting gaat.
‘Trike sir?’ vraagt de bestuurder beleefd.
‘Yes, to the end of the street!’, antwoord ik met een zelfverzekerde stem.
Zonder over de, ongetwijfeld door de feestdagen en het late tijdstip bijzonder hoge, prijs te onderhandelen stap ik in de zijspan en komt de driewieler schokkend in beweging. De donkere slecht onderhouden gebouwen links en rechts van de weg voorspellen weinig goeds. Het voelt alsof we door een oorlogsgebied, een spookstad rijden. Ik hou de chauffeur ook goed in de gaten want het zou niet de eerste keer zijn dat een blanke klant onverwacht, maar met voorbedachte rade, naar een wachtend groepje overvallers wordt gereden.
Walking street in de morgen Ik ben blij dat ik eindelijk weer in de bewoonde wereld ben. Ik geef de chauffeur een 100% bonus bovenop de normale ritprijs en been snel weg zonder zijn gezeur af te wachten. De “Walking Street” is uitgestorven omdat ook de meisjes van plezier een familie en/of gezin hebben. Negentig procent van de barretjes en restaurants is op deze avond gesloten.
Op bed denk ik na of ik deze onzekere en gevaarlijke verplaatsing in de toekomst ooit nog een keer zal ondernemen. Ik weet haast zeker van niet. Sterker nog, ik denk dat dit de laatste verjaardag van Jezus is die ik ooit nog in de Filipijnen zal vieren. Op de ochtend van de eerste kerstdag mag het duidelijk zijn hoe rustig het hier is met de feestdagen.

Afgelopen vrijdag is er plotseling een nieuw probleem ontstaan nu de Chinezen hun land weer mogen verlaten. Geen enkel land in Zuidoost-Azië staat te springen om duizenden, waarschijnlijk met Covid-19 besmette, Chinezen te ontvangen. Maar de politieke en financiële invloed van grote broer China is ondertussen zo groot dat ook geen enkel land de Chinezen durft te weigeren of anders te behandelen. Om het politieke spel compleet te maken heeft China, na drie jaar absolute quarantaine, haar grenzen voor alle buitenlanders, zonder enige beperking, weer geopend.
Als antwoord hierop maakte de Thaise regering gisterenochtend bekend dat er vanaf maandagnacht 9 januari 2023 vanaf 01:00 voor alle arriverende vliegtuigen vanuit het buitenland vernieuwde toegangsregels in werking zijn getreden. Alle reizigers, met een niet-Thais paspoort, moeten een vaccinatie bewijs kunnen overleggen van twee vaccinaties aan de incheck balie voor het vertrek van hun vlucht. Wij hebben een enkele vaccinatie met het Janssen & Janssen vaccin! Het blijft dus afwachten aan de balie.
Facebook is gisteren en vandaag overspoeld met klachten van reizigers die plotseling hun vakantieplannen moeten wijzigen. Een vloedgolf van annuleringen voor hotelovernachtingen valt Thailand ten deel op het ogenblik en tientallen stoelen per vlucht naar Bangkok zullen de komende weken leeg blijven. De mensen zijn vluchten naar Thailand aan het aan het annuleren of kiezen voor een andere bestemming. Echt weer paniek voetbal van de Thaise regering met de hard werkende burgers in de toeristenindustrie als slachtoffer!
Wat het betekend voor de rest van onze reis? Het blijft afwachten! Volgende week kan het allemaal weer heel anders zijn!

En wat is mijn conclusie?

Volgend jaar, bij de gratie van de “Lord Buddha”, gaan we misschien weer voor twee maanden naar de Filipijnen om alleen maar te eten en rond te hangen! Maar, alleen in Angeles City en wanneer mogelijk vliegen we via “Clark International Airport”.
Copyright/Disclaimer