woensdag 8 januari 2014

Filippijnen: Ouderwets?

Cebu Pacific (In het vliegtuig (27F)

Als een onschuldige gevangene die na het uitzitten van zijn onterechte straf eindelijk uit de hechtenis wordt ontslagen. Zo voelde ik me toen om zes uur vanochtend de wekker afliep. Het enige probleem was alleen dat ik vanavond pas om zes uur van mijn ijzeren bal en ketting zou worden verlost. Ik heb dus nog een kleine twaalf uur om me voor te bereiden op het begin van mijn vrijheid en het afscheid van de, in mijn ziel brandende, eenzaamheid. Gelukkig ben ik ondertussen een graag geziene gast in het hotel en is het aanbod van potentiële klanten de afgelopen dagen ingestort. Zonder extra kosten, en op aanbod van de manager, mag ik tot mijn vertrek gebruik maken van de faciliteiten van het leegstromende hotel.
En nu ik op mijn bed naar de om mij heen uitgestalde spullen zit te kijken, die straks hun vaste plaats krijgen in mijn rugzak, wil ik niet meer nadenken over het verleden maar mijn aandacht verleggen naar de toekomst. Thailand en het alleen zijn worden vannacht om ongeveer kwart voor een, wanneer de wielen van het vliegtuig de grip op het beton van de startbaan verliezen, afgesloten. Voorlopig, want we komen hier over bijna vier weken voor een laatste korte vakantie nog terug.
De minibus is twintig minuten te vroeg maar dat maakt me weinig uit. Het gevoel dat de hereniging is begonnen, ook al moet de chauffeur nog drie kwartier door Pattaya rondrijden om andere passagiers op te halen, is beter dan het wachten in de lege “Boxing Roo”. De overvloed aan gasten die zich in het verleden aan het koele bier en de hete meiden te goed kwam doen lijkt voorgoed in Pattaya te zijn opgedroogd.
Tijdens de anderhalf uur durende rit naar de luchthaven van Bangkok duik ik in mijn Kobo ereader en lees de laatste pagina’s van “De gevangene van de hemel”, en zoals het vaak gaat bij een serie worden de delen steeds minder. Dit derde deel is nog maar een schim van de suspense en intrige van het eerste deel.
Ik ben nu, met de laatste bus van zeven uur, wel erg vroeg in Bangkok en probeer een gesprek aan te knopen om de tijd wat te doden. Dat blijkt later een verkeerde keuze te zijn geweest. De oudere man die ik vriendelijk groet begint met een opsomming van de problemen die hij in zijn leven is tegengekomen en in het bijzonder dat hij een dag te laat voor de vlucht naar Manila op de luchthaven aanwezig is.
Voor mij is het meteen duidelijk wat de gevolgen voor hem zullen zijn. Zelf heb ik voldoende ervaring met Cebu Pacific om te kunnen concluderen dat zelfs wanneer het vliegtuig maar voor een kwart gevuld zou zijn de onbekende ongelukkige een nieuw ticket zou moeten kopen. Zo werken die budget luchtvaartmaatschappijen nu eenmaal!
Toch kies ik ervoor om hem een hart onder de riem te steken en een beetje met hem mee te redeneren dat het waarschijnlijk allemaal wel zal meevallen. Wanneer ik met twee instapkaarten in mijn paspoort de incheckbalie verlaat staat aan de balie naast me de man nog steeds tevergeefs als een streng gereformeerde dominee tijdens de zondagse preek voor zijn zaak en goede bedoelingen te pleiten.
Met een brok in mijn keel denk ik voor een moment aan het vertrek van Lyka en hoe ze op deze zelfde roltrap met een laatste groet en brede glimlach ruim twee maanden geleden uit mijn beeld verdween.
Onze problemen met het paspoort en mijn verloren reis naar de MotoGP in Maleisië, het lijkt allemaal al weer jaren achter me te liggen. De tijd gaat me nu echt te snel! Terwijl ik van elk moment van de dag zo goed als mogelijk probeer te genieten wordt ik ook steeds vaker overvallen door de gedachte dat dit leven maar tijdelijk is. Terwijl ik over de wereld reis en soms vecht tegen de verveling vecht mijn jeugdvriend Jack Machielsen zijn laatste strijd tegen de kanker. Een grotere tegenstelling lijkt me niet denkbaar.
‘De goeie gaan het eerst!’, een waarheid als een koe die niets veranderd en slechts steun biedt aan diegene die verslagen achterblijven.
Het vliegen is ondertussen ook gedegradeerd van een exotische manier om je snel over een grote afstand te verplaatsen tot een van de normaalste zaken van de dag. De romantiek van de piloot met zijn pet en gouden strepen op de mouwen met aan elke arm een bloedstollend mooie stewardess is allang afgebladderd en wat er is overgebleven is een moderne buschauffeur hoog in de lucht waar er een overschot van op de wereldarbeidsmarkt is ontstaan. Bijna iedereen kan vandaag de dag piloot worden.
In het aquarium heeft de oude man me weer in zijn vizier gekregen en ik ben zijn gewraakte slachtoffer om het hele verhaal over zijn tegenslagen aan te horen. De eerste akte gaat over zijn verloren ticket en de ontbrekende wil van de medewerkers van Cebu Pacific om mee te werken aan een voor beide partijen bevredigende oplossing. M.a.w. het gratis omzetten van het gemiste ticket naar een nieuw vervoersbewijs.
De tweede akte verbaasd me nog veel meer! Zijn verhaal begint ergens in het einde van de tachtiger jaren toen hij engelse lessen gaf in een grote stad in het nog haast gesloten China. Zijn affaires met ruim twintig jaar jongere vrouwelijke partners en het onontkomelijke afscheid wanneer er zich een betere optie voor zijn toekomstige bruid aanbood.
Ik mag dan wel naar de Filippijnen op weg zijn maar ik hoop niet dat ik dat soort moedeloosheid en eenzaamheid uitstraal wat ik soms zelf wel eens bij mannen van boven de vijftig meen te zien. Mijn mededeling dat ik al bijna twee jaar gelukkig getrouwd ben lijkt aan hem voorbij te gaan.
Hij gaat zo op in zijn eigen klaagzang dat ik mijn gehoor maar afsluit en vervang door een onregelmatig geknik tijdens zijn betoog zodat het in ieder geval toch nog lijkt dat ik naar zijn geneuzel en onzinnige raad luister. Als een bokser door de bel wordt ik gered door een mededeling uit de luidsprekers in het aquarium dat de rijen 33 t/m 23 aan boord kunnen gaan. Ik sta op en knik nog een keer in zijn richting en probeer een zweem van medelijden op mijn gezicht te onderdrukken.
Terwijl ik mijn stoel in het nog lege vliegtuig opzoek bedenk ik dat het op een week na vijftien jaar geleden is dat ik voor de eerste keer in Thailand arriveerde. Een heel ander Thailand, een Thailand waar ik nog vaak aan denk. Een Thailand dat ik probeer zolang mogelijk in mijn gedachten vast te houden.
Ook tijdens mijn afgelopen twee trips op de motor heb ik veel van die oude bekende plaatsen bezocht om bijna keer op keer te worden teleurgesteld omdat er maar weinig van het romantische beeld dat ik in mijn herinneringen koesterde is overgebleven.
Waarschijnlijk is dat een eerste teken dat ik nu oud begin te worden. Een eerste teken dat ik de wereld om me heen niet meer wil laten veranderen maar zolang als mogelijk vasthouden aan de mij bekende wereld om me heen. Ik wordt te oud voor vernieuwing. Het heet toch niet voor niets ouderwets?
Copyright/Disclaimer