Kuala Lumpur (Fortuna Hotel (102))
Om vijf uur vanochtend was ik alweer klaarwakker. Vreemde geluiden en een beetje jetlag hoogstwaarschijnlijk. Ik was echt al over mijn slaap heen dus ik stond gewoon op, nou ja, ik startte mijn MacBook op en begon in mijn bed te schrijven en aan mijn foto’s te werken.
Het verhaal was zo geschreven en ik begon met het plannen voor vandaag. Een korte blik op de website van “Kuala Lumpur” en ik ontdekte een tempel in de top tien waar ik nog nooit was geweest. Op plaats negen staat de Sri Maha Sakthi Mohambigai Amman Temple. Nog nooit van gehoord en nog nooit geweest. Volgens de korte beschrijving op de website stond hij naast de “Mid-Valley Megamall”.
Nadat ik twee boterhammen met kaas en een kop koffie had gedronken was er toch nog plaats voor een broodje ei en een derde bakkie bij MacDonald’s op de hoek van Bukit Bintang. Het is heerlijk om vanachter het glas te zien hoe een wereldstad als Kuala Lumpur langzaam op gang komt.
Uitgerust, maar met toch nog lichte sporen van vermoeidheid ging ik op stap om het begin van het MotoGP 2010 weekend te bekijken. Het was me gisteren al opgevallen dat er geen kaartjes meer werden verkocht in het Sentral Stesen en ook in het Pavilion Shopping Complex was er maar een minimale stand ingericht om de kaartjes aan de man te brengen. De Formula One van afgelopen april was, voor mij persoonlijk zeker, al op een fiasco uitgelopen en het leek er op dat de MotoGP door de zelfde incompetente mensen wordt georganiseerd.
Yamaha en Tissot (Horloges) hebben allebei een stand ingericht in en bij het Suria KLCC shopping center en dat was alles. Gelukkig was het nog vroeg en er liepen weinig mensen in de weg zodat ik wat leuke plaatjes van de Yamaha M1 van 2009 kon schieten. Het viel meteen op dat het beangstigend stil was op deze donderdagochtend.
Vanaf het KLCC ging ik met de Putra line, die nu anders heet, naar het Sentral Stesen om daar over te stappen op de KTM naar het “Mid-Valley Megamall” winkelcentrum. Openbaar vervoer is goedkoop en gemakkelijk in KL, en dat is maar goed ook want het is niet een stad om te gaan wandelen. Ruim een uur heb ik naar de tempel gezocht, en zonder resultaat! Dit is ook Maleisië! Er wordt hier gepraat over één volk en één staat maar het blijft bij een mooie ideologie. In een land waar vijfenvijftig procent van de bevolking moslim is en een openlijke bevoorrechte positie inneemt is dit moeilijk te verwezenlijken. Hindoe, Christelijke en Boeddhistische monument worden meestal doodgezwegen. Elke moskee, hoe mooi of hoe bouwvallig ook, heeft een dozijn verkeersborden in de omgeving maar voor de rest van de culturele schatten is en blijft het maar zoeken. En zo, helaas ook voor deze tempel, blijft het een verborgen schat van Kuala Lumpur.
Onverrichterzake ging ik weer op de stad aan. In de trein wijzigde ik mijn plannen omdat mijn rechtervoet me weer problemen gaf. Het doet pijn, heel veel pijn, en af en toe schieten er gewoon tranen in mijn ogen. Ik wil het niet accepteren maar het lopen van afstanden gaat me nu gewoon slecht af. Volgende week moet ik maar eens op steunzolenjacht gaan.
In plaats van het museum werd het dus langzaam terug naar het hotel. De Jalan Hang Kasturi, naast de “Central Market”, krijgt ook een overbodige facelift. Het oude culturele hart van Kuala Lumpur wordt langzaam kapot gemaakt in naam van de vooruitgang. Wegens een drie meter hoge afscheidingswand ging ik maar rechtsaf een steegje in en aan het einde stond ik voor de, ook voor mij nog onbekende, Sin Sze Si Ya Temple. Een levend fossiel uit een ver verleden. Ik genoot van mijn ijskoude Cola Light en zoog de sfeer en rust op die hier op de kleine buitenplaats hing.
Helaas was het erg moeilijk om leuke foto’s te maken. De strategisch geplaatste lelijke TL-buizen waren moeilijk te ontwijken.
De lunch was goed en voortreffelijk van smaak. Een klein islamitisch restaurant werd gekozen. Volgens mij was ik er wel eens eerder geweest maar ik durfde mijn hand er niet voor in het vuur te steken. Gebakken mie met een lamskerrie, en een mok zwarte thee. Wat kan een eenvoudige Maleisische lunch toch mooi zijn! € 2,50 was de schade inclusief een flesje fris.
Mijn voet deed steeds meer pijn en mijn ogen werden zwaar. Een tukje in het hotel!
Dat tukje werd een flinke tuk en pas om half acht verliet ik uitgerust maar ongerust het hotel. Ik was bang dat ik vanavond niet kon slapen. Ik had gevochten tegen de jetlag maar de eerste slag was verloren.
Noedels in Sichuan pindasoep met groenten. Fantastisch voedsel voor een ongekende prijs, € 3,20 voor deze vullende maaltijd.
Het was nog te vroeg om terug te gaan naar het hotel en ik werd overvallen door de drang om een chocolade ijsje te gaan eten. Het weer was goed dus waarom zou ik niet even naar de torens lopen. Onderaan de torens kon ik het toch weer niet laten om een paar foto’s te schieten. Achter mij was een groep meisjes bezig met het fotografen voor een opdracht van school. Het waren Nikonians dus ik bood aan of ze mijn fisheye wilden proberen. Één van de meisjes ging er mee aan de slag en ik had een leuk gesprek met de rest van de groep.
Het ijsje was al halverwege toen ik moest afrekenen aan de kassa, de cassière keek me vreemd aan toen ik het lege omhulsel voor haar neerlegde. Toen ze mijn half opgegeten ijsje zag verscheen er een brede glimlach onder haar hoofddoekje. Als door een vreemde onzichtbare kracht gestuurd begon ik zonder doel door het enorme winkelcentrum te dwalen. Ik keek goed om heen ondanks dat ik niets nodig had. Althans, dat dacht ik! Op de vierde verdieping stond ik plotseling oog in oog met iets waarvan ik gedacht had dat ik het nooit meer zou zien!
‘Daar hing een exemplaar van mijn uitgestorven cameratas!’
Niet één, maar het bleken er drie te zijn in verschillende kleuren! Ik kon mijn ogen niet geloven en bekeek de eerste om te zien of het echt dezelfde was, en dat was zo. De verkoper kon zijn oren niet geloven toen ik vroeg wat de prijs voor alle drie de tassen was.
‘Alle drie?’, vroeg hij verbaasd.
‘Ja, alle drie!’, antwoordde ik vastberaden.
De prijs werd met vijfentwintig procent verminderd en voor nog geen honderd Euro was ik drie tassen rijker. Mijn dag kon al niet meer kapot!
Met een laatste sessie van de Yamaha en Petronasmeisjes op de gevoelige plaat ging ik voldaan op mijn hotel aan. Ik had weer een mooie dag achter de rug.