vrijdag 6 februari 2009

De Filippijnen, Manila een wereldstad

Manila (Slouch Hat Inn)

Kwart over zes was wel een beetje vroeg voor deze ochtend maar het was ook heel erg belangrijk dat we al vroeg op pad gingen. Vandaag moesten we vroeg op om op tijd bij de Thaise ambassade zijn om een visum voor Roxanne te regelen.
Ik stond al naast mijn bed toen Roxanne om half zeven op de deur klopte om te zien of ik al wakker was. Op tijd is op tijd! En dat is voor mij ‘s morgens nooit een probleem. Zeker niet na het zien van mijn kamer gisterenavond. Bij terugkeer in het hotel schakelde ik het licht aan en tot mijn afgrijzen waren de muren bevolkt met kakkerlakken. Niet van die hele grote maar toch voldoende om me een onbehagelijk gevoel te geven.
“Nog maar twee nachtjes”, dacht ik bij mezelf en wist ook meteen dat ik in dit hotel nooit meer zou terugkeren.
Het ontbijt van gebakken eieren met dunne toast en slappe koffie begon me nu tegen te staan. Mijn McDonald’s ontbijt was altijd beter dan dit en ik zou eens gaan kijken of er hier niet één in de buurt zat.
De angst voor de langste weg van de taxi was nu niet aanwezig omdat Kees een vaste prijs had afgesproken. Met z’n drieën gingen we op pad door het ontwakende Manila. Na een ritje van een kwartier of drie stonden we om acht uur op de stoep van de Thaise ambassade. Het bronzen bord naast de deur vermelde dat de ambassade om half tien open zou gaan. Wat te doen?
“Starbucks”!
Natuurlijk, want daar kon ik een fatsoenlijke kop koffie met een scone kopen.
Makati is het business district van Manila met veel westerse eethuizen en luxe winkels. De Starbucks was dan ook maar vijf minuten lopen. Met een goede kop koffie en een bananen-kaneel scone viel ik in de zachte fauteuil naast het raam. Gratis internet en een iPhone, de tijd vloog om. Kees en Roxanne hadden geen behoefte aan een opkikker die strak stond van de cafeïne. Zij waren zenuwachtig over wat ze te wachten stond bij de aanvraag voor een visum.
Bij terugkeer in de ambassade waren we de enige gasten. We hadden toch wel enkele bezoekers verwacht maar het was en bleef eng leeg. Er moest natuurlijk heel wat worden nagevraagd want ze waren op zoek naar de goedkoopste oplossing. Uiteindelijk werd het een single entry toeristen visum dat voor twee maanden geldig was. Opgelucht stapten we het warmer wordende Manila in.
Kees opperde het idee om onze buskaartjes te gaan kopen want je wist nooit hoe druk het zou zijn op de dag van vertrek. Dat was een goed idee! Zelf koos ik er voor om wat te gaan lopen en wat van de stad te gaan zien. Na een half uur waren mijn reisgenoten het zat en wisten de weg niet in deze wereldstad. Ook Roxanne was niet bekend met de buurt waar we ons in bevonden.
Het had me niets uitgemaakt om met een taxi of met de trein te gaan maar persoonlijk genoot ik van wat ik allemaal te zien kreeg. Het hoe of waarom niet is me nog steeds niet duidelijk maar na een hele lange wandeling kwamen we uiteindelijk bij het busstation aan.
Hier veranderde onze plannen. Kees en Roxanne wilden zo snel mogelijk naar Sorsogon terwijl ik nog wel zeker een dag in Manila wilde blijven. Ik had er geen problemen mee dat Kees verder ging en mij achter liet. Ik zou me wel redden. Zij kozen voor de dagbus die morgenvroeg, zaterdagochtend, zou vertrekken.
Dat was dus geregeld en ik wist nu ook waar ik aan toe was. Met de trein gingen we terug naar Ermita waar de twee totaal aangeslagen hun bed opzochten. Ik ging op zoek naar wat te eten in een groot winkelcentrum aan de rand van Malate. De spaghetti smaakte me uitstekend en ik keek alweer uit naar de Filippijnse maaltijd die ik vanavond zou nuttigen.

Bij terugkomst in het hotel bleken de plannen alweer gewijzigd. De dagbus was omgewisseld voor de dagbus en ze zouden nu aan het einde van de middag naar Sorsogon vertrekken. Ik wist het ondertussen ook 100% zeker. Ik zou morgen naar de “Slouch Hat” verkassen. Ik had ook meteen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om een nieuwe kamer te boeken. De kamer 205 in de “Slouch Hat” was dan wel twee keer zo duur maar hij was zeker drie keer zo goed.
De avond brachten we opnieuw door in de “Slouch Hat” en daar liep ik een kleine Australiër genaamd Mick tegen het lijf. De afspraak was snel gemaakt, morgen zouden we het oude stadscentrum, “Intramuros”, gaan ontdekken. Morgen ontbijten, verkassen en afscheid nemen.
Copyright/Disclaimer