zaterdag 8 maart 2008

Sri Lanka, mijn laatste treinreis

Negombo, 08/03/2008

De laatste dagen en de laatste geneugten. Ik wilde nog één maal met de trein reizen, het was in de afgelopen weken steeds de meest aangename manier van transport geweest. Mijn informatie over de vertrektijden bleek totaal verkeerd. Ik moest meer dan een uur wachten maar dat kon me niets schelen. Ik had de hele dag en ik wilde nog één keer met de trein.
Toen eindelijk het loket opende kon ik een tweede klasse kaartje kopen naar Gampaha vanwaar ik zou overstappen op een bus naar Negombo. Goede planning en tijd genoeg. De enige tweede klasse wagon van de trein vulde zich sneller dan verwacht en al voor het vertrek zat ik bekneld in mijn stoel naast een dikke Srilankaan die op pad was met zijn vrouw, dochter en kleinkind. De laatste maakte een geluid dat zelfs een dove tot waanzin kon drijven. En zo ging ik in een nog voller gepakte dan een derde klasse wagon op weg naar Gampaha.
Het was de express trein dus verwachtte ik niet dat er veel zou worden gestopt. Die laatste veronderstelling was dus geheel verkeerd. De trein stopte bij elk klein station en ik vroeg me af op welke tijd ik vanavond in Negombo zou arriveren. Met de rugzak tussen mijn benen, die nu een pijnlijk werden, genoot ik van het geboden landschap. Sri Lanka heeft nu eenmaal een mooie natuur en schitterende vergezichten.
Dertig kilometer voor Colombo begon ik voorzichtig aan mijn overburen, de dikke man naast mij was in diepe slaap, te vragen wanneer we in Gampaha zouden zijn. Synchroon schouderophalend en met hun hoofd schuddend glimlachten ze naar mij. Ik weet niet of ze me niet verstonden of dat ze niet wisten wanneer we in Gampaha zouden zijn. De trein verloor snelheid en de oude vrouw met slechts twee voortanden als een konijn keek uit het raam en las voor mij het naambord van het station. Nu schudde ze met haar hoofd alsof hij nog maar met één bout vast zat en ik dacht dat het deze keer “Nee” betekende.
Bij het volgende station gingen haar ogen open en verscheen er een brede glimlach, die weer de twee konijnentanden liet zien, en ze begon weer met haar hoofd te slingeren. Deze keer verwachtte ik dat het “Ja” betekende en ik stond op en greep mijn rugzak. Het bloed vloeide weer terug in mijn gevoelloze benen en met kleine voorzichtige stapjes ging ik, al afscheidnemend van de hele wagon, richting de uitgang. Nu zag ik het zelf ook, “Gampaha” stond er in het engels op de stationsborden. Het enige probleem was dat de trein geen snelheid verminderde, ik dacht voor een moment dat hij misschien wel aan het einde van het perron zou stoppen. Nee dus, de treinmachinist gaf weer gas en de snelheid nam toe.
Daar stond ik dan in het gangpad met de rugzak tussen mijn benen. Mijn plaats was al ingenomen door een kleine Srilankaan, die zeker niet zou opstaan voor mij, en de trein denderde verder. Ik wist gelukkig dat we steeds dichterbij Colombo kwamen en dat een aansluiting niet moeilijk was te vinden. De dikke man was door de plaatswisseling wakker geworden en keek met slaapzand in zijn ogen en een gekreukt gezicht mij heel verbaasd aan. De vrouw met de twee voortanden lachte nog steeds naar mij en ik moest even denken aan een “Duracell” reclame. Ze mompelde wat in haarzelf en de dikke man maakte haar zinnen af in het engels.
“At the next station you can switch for a train to Negombo”, sprak hij met een iele hoge stem die je niet van een man van zijn omvang zou verwachten.
Het duurde niet lang of de trein kwam tot stilstand in een plaats die niet op mijn kaart was vermeld. Ik kon natuurlijk blijven staan tot aan Colombo maar de vier sporen van het station haalden me over om toch maar uit te stappen. Eerst het station verlaten om buiten weer een kaartje te kopen naar Negombo.
“14 Roepies meneer”, klonk het vanuit het loket.
De trein was opnieuw bomvol en als sardientjes in een blik gingen we richting Negombo. Mensen hingen uit de trein en stonden op uitsteeksels halverwege tussen de deuren. Evenwicht bewarend en zich met twee handen strak vasthoudend aan de rand van de openstaande ramen. Het was erg warm. Ik was dan ook erg blij toen ik in Negombo arriveerde en dat ik weer een reis tot een goed einde had gebracht zonder wat van mijn bagage te verliezen.
Het is al meerdere malen gezegd maar alles ziet er hetzelfde uit. Ik had wel een idee in welke richting ik zou moeten gaan en liet dus alle vragen van de taxichauffeurs onbeantwoord. Met een stevige pas ging ik naar het noorden richting de strook strand die Negombo haar rijkdom heeft gebracht. “Beach Villa’s” zag er goed uit en voor USD 9,- kreeg je een mooie kamer met uitzicht. Het probleem was alleen dat er geen warm water was. Graham had mij verteld over een hotel naast “Beach Villa’s” met een zwembad en een leuke bar. Daar zouden ze wel geneigd zijn om een beetje korting te geven omdat er helemaal niets te doen was. Vragen staat vrij en na een kort gesprek met de receptiemedewerker was ik een prijs overeen gekomen die mij goed genoeg was. USD 38 inclusief ontbijt en airconditioning. Een beetje prijzig maar de laatste vier dagen zou ik gepaste luxe doorbrengen aan het strand (zwembad).
Op de eerste avond werd er wat bier gedronken en ik bracht een bezoek aan de “Rodeo Pub”, die zou het hart van het uitgaansleven moeten zijn. Het hotel was bijna leeg dus verwachtte ik ook in de pub niet al teveel volk. Mijn verwachtingen bleken uit te komen en een mix van Srilankanen en Duitsers bevolkte de barkrukken. Homoseksueel Sextoerisme, ik ben heel wat gewend maar dit kon ik niet aanzien. Na één biertje ging ik weer richting het hotel om mijn bed op te zoeken. Het was weer een lange mooie dag geweest.
Copyright/Disclaimer