maandag 10 februari 2014

Thailand: Pech onderweg

Bua Yai (Yu en John)

De vijf dagen rust in Pattaya gingen naadloos in elkaar over. We deden ons tegoed aan lekker eten en troffen de eerste voorbereidingen voor de reis naar huis. De eerste dozen zijn bij vrienden onderzocht en uitgezocht. Ons huis in Zaltbommel dat ruim een week geleden nog zo ver weg leek komt nu wel heel snel dichterbij. Wanneer ik dit verhaal schrijf zitten we over twee weken alweer in Nederland en midden in de voorbereidingen voor het carnaval.

Maar eerst nog even Thailand! Op deze maandag hebben we samen de motortocht naar Bua Yai gemaakt om de Honda Phantom weer naar zijn vertrouwde stal te brengen. Het zal wel een aardig tijdje duren voordat we weer in Thailand komen. De motor alleen achterlaten in Pattaya is natuurlijk gekkenwerk en daarom reden we de 416 kilometer naar het huis van Yu en John in Bua Yai.
Het was overigens niet de enige reden. We wilden ook afscheid nemen van onze vrienden waar we altijd een open deur vinden en welkom zijn. Ook werkt een paar dagen op het platteland van de Isaan in Thailand erg verfrissend. Heel veel toeristen komen nooit verder dan de toeristenattracties en de grote steden van Thailand. Een kort verblijf in een dorp op het platteland geeft je een heel ander beeld van dit fascinerende land.

De rit verliep zonder problemen tot ongeveer vijf kilometer voor onze bestemming. Tosti’s voor het ontbijt en een Pad Krapow Moo als lunch. Tijdens de 411 kilometer heb ik ook nog goed kunnen nadenken over van alles en nog wat. Ook de vier weken in de Filippijnen passeerden opnieuw de revue en wanneer ik dan zo om me heen keek viel het ontbreken van duizenden kilometers prikkeldraad me meteen op. Er schijnt ook veel armoede in Thailand te zijn maar zo op het eerste gezicht kun je dat niet zien.

De GPS stuurde ons via alleen lelijke snelwegen richting Khorat en daarna via een alternatieve route, door het binnenland, naar onze bestemming. Op zich niets mis mee maar we waren eigenlijk te laat uit Pattaya vertrokken en de avondschemering was niet zo ver meer weg. Ook de aanblik van een zandweg kon me niet verontrusten. Tijdens de lange rit in november en december had ik tientallen kilometers zo gereden. Maar na ruim elfduizend kilometer in het zadel ging het dan toch, ongeveer vijf kilometer voor ons doel, nog mis!
Tijdens het ontwijken van een van de diepe kuilen verliet de slap hangende versleten ketting het tandwiel aan de achterkant en verloren we alle aandrijving. Na enkele meters stonden we op het zandpad tussen eindeloze rijstvelden stil. Enkele seconden tevoren  had ik tegen, een voorzichtig tegenstribbelende, Lyka nog gezegd dat onze reizen echte avonturen waren. En daar stonden we dan in het midden van niets. Tenminste op het eerste gezicht!

Een roedel schurftige honden kwam al snel, waarschuwend blaffend en grommend, dichterbij gevolgd door een man en vrouw. Verweerde gebruinde gezichten en brede glimlachen waar een handvol tanden ontbraken maar die wel vriendelijkheid en oprechte gastvrijheid uitstraalden. Met mijn kolenthais kom ik in deze hoek van het land niet ver want ook hier wordt een van de duizenden dialecten die Thailand rijk is gesproken.
Met wijd zwaaiende armgebaren en wederzijdse brede glimlachen probeerden we te communiceren terwijl het met het tikken van de klok steeds donkerder werd en mijn hersenen op volle toeren draaiden. Een eerste poging om de ketting er opnieuw op te leggen en langzaam verder te rijden mislukte omdat een van de schakels zo krom was gebogen dat die de ketting er weer meten afleidde.
Dan maar bellen voor hulp! Het eerste telefoongesprek met John lukte meteen en enkele seconden later had de Thaise boerenvrouw aan Yu, in het locale dialect, uitgelegd waar we stonden. John bevestigde dat hij het nu ook wist en dat hij over een kwartier wel bij ons  zou zijn.
In het donker van de Isaan is alles anders anders. Er is geen lichtje in de wijde omtrek te zien! Het is er aardedonker de wereld wordt heel erg groot, of heel erg klein, het is maar hoe je het ervaart. Gelukkig was er in het hutje wel elektriciteit en we kregen tijdens het wachten een klein gekoeld flesje drinkwater aangeboden. De dop zat los en tegen alle ongeschreven wetten van wereldreizigers in dronken we het verfrissende vocht. Mochten we de komende dagen ziek worden dan weten we in ieder geval waar het van is lachten we van de zenuwen en opwinding tegen elkaar.
De tijd gaat tergend langzaam wanneer je staat te wachten en steeds wanneer we in de verte een licht, hopelijk een koplamp van een voertuig, zagen bewegen dachten we dat de verlossing dichtbij was. Helaas, steeds verdween dat kleine lichtje van hoop, zonder dat er enig geluid te bespeuren was, uit het zicht.
Lyka kwam nog met beste idee! Laten we de motor naar de hoofdweg, hopelijk verharde hoofdweg, duwen. Er is meer kans dat iemand ons daar kan helpen dan hier in het midden van de rijstvelden op een zandweg. Een prima idee met uitzondering van dat duwen! Met een flinke golf benzine uit de benzineslang waste ik mijn handen om het meeste vet en vuil van de kromme ketting te verwijderen. Met behulp van een grote zaklantaarn zocht ik de sleepkabel op die ik een paar jaar geleden van Kevin had gekregen. Jaren heeft die kabel in mijn zadeltas gezeten en nu gebruik ik hem voor de tweede keer in evenzoveel maanden.
Een telefoontje van John verontrustte me. Hij kon ons namelijk niet vinden! En dan worden de mogelijkheden snel minder. Het zweet brak me uit bij alleen al de gedachte om de bepakte motor met Lyka als bestuurder vijf kilometer naar het huis van John te duwen. Ik keek eens goed om ons heen of ik niets in de duisternis kon ontdekken dat voor John een aanwijzing voor onze lokatie zou kunnen zijn.
De weg voor ons verdween in de duisternis van de Thaise nacht richting een brandend rijstveld. Ik keek nog een keer voor de zekerheid om me heen om er echt zeker van te zijn dat dit het enige brandende rijstveld was. Gelukkig voor ons was dat vanavond ook zo. John wist meteen waar ik het over had en had het brandende rijstveld zelfs twee keer op zijn motor gepasseerd. Hulp was dus niet ver weg meer!
Een groter publiek had zich intussen om de twee vreemdelingen met pech verzamelt. Onbegrijpelijk waar die mensen allemaal vandaan zijn gekomen, er was onderweg geen huis tussen de rijstvelden te bespeuren. Toch voelden we ons op geen enkel moment ongemakkelijk. Dat zou in de Filippijnen zeker anders zijn geweest! Mijn kabel werd bevestigt aan een motor van een dikke breed grijnzende man en Lyka ging weer bij een ander man achterop.
Langzaam en duidelijk gaf ik de instructies en wat ik verwachtte van de chauffeur die me ging slepen naar de hoofdweg. Mijn kolenthais werkte nu iets beter en iedereen die deel uitmaakte van deze reddingsoperatie wist wat hem te doen stond. Na een uitgebreid bedanken van de mensen die ons het eerst hadden geholpen kwam de colonne op gang.
Eerst wat schokkerig maar na mijn aansporingen in het thai, ‘lauew lauew’, sneller sneller, ging het steeds beter. Lyka glunderde in het weinige licht van de koplampen van de kleine motoren. We waren al met zijn zessen en iedereen probeerde zijn deel van de reddingsoperatie op te eisen zodat ze de komende weken, tijdens de slaperige warme middagen en de lange donkere avonduren, zeker wat te vertellen zouden hebben.
Zelf had ik het veel te druk en mijn handen te vol, met een hand aan het stuur en in de ander het handvat van de sleepkabel, om de berijders van de tegemoet komende motoren te herkennen. Door alle inspanningen zag ik alleen maar de lichten ons tegemoet komen en grommende motoren ons passeren. Het bleken John en zijn stiefzoon te zijn. Op de hoofdweg kwamen we eindelijk tot stilstand.
De sleepkabel werd losgemaakt en ik bedankte de mensen die ons zo goed hadden geholpen. John lachte als altijd en begroette ons alsof we ons in een doodnormale situatie bevonden.
Nadat ik John de instructies had gegeven en Lyka bij zijn stiefzoon achterop was gestapt scheurden we als een groep motoren over het beton naar het huis van Yu en John. Terwijl ik de kilometers op mijn GPS zag verminderen nam de opluchting in me toe. Yu zat al buiten achter het huis te wachten en begroette ons uitbundig. We konden ons niet meer welkom voelen als op deze donkere winteravond in de Isaan. Eind goed al goed!

Snel een paar koude bieren in de dorpswinkel gehaald en een snelle maaltijd! Op zijn engels natuurlijk, Fish and Chips, dus met niet al teveel groenten. Desondanks smaakte het me prima en Lyka zat me ook duidelijk opgelucht van boven een dampende kom rijst met groenten toe te lachen. We hadden genoeg te vertellen en die motor kan wel tot morgen wachten. Eerst een douche en dan slapen. De vier grote Leo smaakten prima en terwijl Lyka en Yu al in dromenland waren bespraken John en ik zijn laatste project. Hij is namelijk een auto aan het bouwen!
Copyright/Disclaimer