San Antonio - Pilar (Mama Marita (VIP))
Na de twee drukke dagen in Manila werd het tijd om verder te gaan en de moeder van mijn vriendin te ontmoeten. Een busreis van twaalf uur had me niet echt aangesproken en op de website van Cebu Pacific had ik voor PHP 1233 (€ 20,19) de vlucht naar Legazpi kunnen boeken. En dan hoef je niet lang na te denken!
Om vijf uur liep de wekker af en we waren meteen wakker, een kop koffie en een snee krentenbrood met kaas. Rustig pakken en op weg naar de luchthaven. Er stond een taxi klaar en ik kon me echt niet herinneren of het de chauffeur was waar we mee hadden afgesproken. Maar een taxi is een taxi en wij waren klaar om op pad te gaan.
Volgens de taxichauffeur waren de brandstofprijzen overnacht gestegen en dat resulteerde in een prijsverhoging van 25% op de ritprijs. Natuurlijk was ik het daar niet mee eens en nadat ik de chauffeur duidelijk had gemaakt dat we niet verder gingen dan 400 Peso ging hij zonder al teveel tegen te stribbelen akkoord.
‘Niet geschoten is natuurlijk altijd mis!’
Twee uur voor het vertrek waren we al ingecheckt en ik zat aan mijn tweede kop koffie van de ochtend. Het weer was bedrukt maar het was wel droog. Gate 134, en een redelijke hoeveelheid passagiers zat te wachten tot ze werden opgeroepen. Drie bussen reden ons naar een geparkeerde Airbus A-320 die op nog geen vijf meter van Gate 108 stond. Erg vreemd, maar wij waren klaar om naar Legazpi te vertrekken.
Nog geen tien minuten in de vlucht riep de kapitein om dat we maar één poging om te landen op het vliegveld van Legazpi zouden wagen.
‘En dat is toch vreemd?’
Zo slecht was het weer hier nu ook weer niet! Eenmaal in de wolken op een hoogte rond de 5000 meter werd het steeds slechter. Een extra oproep van de kapitein om vooral niet de GSM te gebruiken omdat hij moeilijkheden had met de communicatie met de verkeerstoren van Legazpi maakte deze vlucht van minder dan een uur wel een beetje griezelig.
Op mijn GPS volgde ik het vluchtpad en zonder dat ik de grond kon zien passeerden we het vliegveld en gingen richting open zee, en dat terwijl we nog steeds daalden. Nog nooit had mijn GPS er naast gezeten maar deze keer had ik wel mijn twijfels. Als het vliegtuig niet snel zijn richting zou wijzigen zou ik zeker de stewardess er op aanspreken.
En daar waren de griezelige witte koppen op een grauwe en dodelijke oceaan! Het vliegtuig maakte de verwachte bocht naar links en op het kompas zag ik dat hij opnieuw het traject van de landing zocht maar deze keer tegen de wind in. Een tweede bocht naar links en we vlogen in een rechte lijn met de korte landingsbaan. Het vaste land kwam weer langzaam dichterbij en in de verte zag ik de hoge golven van de grote oceaan op de zwarte vulkanische stranden van Legazpi kapot slaan. De aankomst was in de stromende regen en ik hoopte dat het maar een buitje was, we waren tenslotte maar 300 Km van Manila.
Lyka’s moeder stond al op ons te wachten en de eerste ontmoeting was hartelijk maar voor mij erg vreemd. We moesten eerst wat eten voordat we naar het kleine dorp San Antonio zouden rijden. En zelfs in dit arme stadje was er een enorm winkelcentrum. Na een klein hapje kocht ik voor haar moeder de beloofde ventilator en we moesten nog even snel proviand voor ons verblijf inslaan. En het bleef maar regenen en de wind was nu ook opgestoken!
Vier personen, een chauffeur, een nieuwe ventilator en vijf tassen boodschappen in een kleine driewieler op weg naar het dorp aan de zee! In de bebouwde kom ging het nog, maar eenmaal in de open velden had de regen en wind vrij spel. Henk, die achter de chauffeur op de motor zat, was binnen tien minuten kletsnat en hoopte dat we er snel waren. Zelf zat ik met Lyka voorin het kleine bakje terwijl Mama Marita achterin op de nieuwe ventilator en de boodschappen paste.
De 45 kilometer naar het waren voor ons allemaal een ongemak, en voor Henkie een hel. Bij de eerste waterstromen die dwars over de slechte wegen liepen werden zijn voeten kletsnat en dat is nooit comfortabel. Er leek maar geen einde aan te komen! De kleine tweetakt motor huilde als een kettingzaag en de versnellingsbak was niet ontwikkeld om vijf volwassenen en een zijspan een steile helling op te slepen.
Er werd regelmatig mis geschakeld en de motor werd zo heet dat je de pakkingen kon ruiken. En het weer werd geen haar beter. Des te dichter we bij het dorp kwamen des te slechter de weg werd. Hele stukken waren weggeslagen in van de berghellingen gegleden. Er was nog maar één rijbaan over die naast een diepe afgrond lag. En zo arriveerden we in het kleine dorp. De wind huilde om het bamboe huisje dat voor twee nachten ons onderkomen zou zijn. Eenmaal binnen kregen we het meteen goede nieuws.
Vandaag was het begin van een tyfoon en die kon wel drie of vier dagen duren! Aan het weer kan je nu eenmaal weinig veranderen, dat moet je nemen zoals het komt. We begonnen meer aan elkaar gewend te raken en Henk en ik keken onze ogen uit. Het zandstrand was de vloer van het hutje en in het midden was een kleine betonnen verhoging die ons moest beschermen tegen een springvloed.
Maar de avondmaaltijd loog er niet om. Er was heerlijk gebakken kip met rijst. Het bier bleef vandaag achterwege want ik voelde me nog niet helemaal op mijn gemak. Natuurlijk gaat iedereen hier in het dorp vroeg naar bed en om negen uur lagen wij ook op één oor en Henk op een uitklapbed. Tegen beter weten in hoopten we dat het morgen zou zijn opgeklaard. De wind huilde en gierde om het huis, maar mijn oordoppen namen het grootste gedeelte van het lawaai weg.