woensdag 27 juli 2011

Philippijnen: Onvoorstelbare schade

Manila (Slouch Hat (205))

Het onbevredigende einde van deze avond speelde nog door mijn hoofd toen ik de kleine LED verlichting om mijn pols uitdeed. Het was allemaal geëindigd in een onvriendelijke en ongemakkelijke stroom van bedelen om zoveel mogelijk uit ons te persen. Een stortvloed van opmerkingen hoe goed wij het allemaal in het westen hebben en hoe slecht zij het allemaal wel niet hebben.
En het was voor mij persoonlijk ook nog begrijpelijk! Deze mensen zijn zo verschrikkelijk arm dat alles wat ze op tv zien buiten bereik is, maar hun godsdienst geeft geen enkele hulp om deze zware last te dragen. Sterker nog! De katholieke kerk vraagt deze mensen die zelf al niets hebben om hun laatste aalmoes. Om de vette nekken in het Vaticaan te spekken.
Het bed van Henkie was weer tactisch voor de deur geplaatst en ikzelf had mijn rugzak en cameratas weer strategisch opgesteld. Deze laatste nacht was er maar één probleem. Henk moest natuurlijk midden in de nacht pissen en daarna weer zijn bed in de juiste positie plaatsen. Ik hoopte stilletjes dat dat allemaal maar goed zou gaan.
Mama Marita lag weer als een waakhond op een dun matrasje voor de deur van onze slaapkamer maar vannacht had ik mijn twijfels of ze wel wakker zou worden als er onraad was. De grote literfles Red Horse bier had zijn werk gedaan en iedereen in het huis was óf dronken óf aangeschoten. Behalve ikzelf dan, de adrenaline gierde door mijn lichaam en ik kon me niet herinneren dat ik zo op mijn hoede was geweest.
Maar om de grote Johan Cruijff te citeren, ‘Ieder nadeel heb zijn voordeel.’
Het was weer een hele nieuwe ervaring geweest en één die ik zeker niet had willen missen. Het halfdronken gezin had aandachtig zitten kijken toen ik de bovenkant van een lege anderhalve literfles Coke Zero had afgesneden. Ze hadden in de verste verten geen idee wat ik daarmee van plan was.
Lyka lag in mijn armen te ronken en Henk was ook al vertrokken naar dromenland toen ik mijn oordoppen in deed. Ik keek voor de laatste keer omhoog en zag geen maanlicht, de muren bewogen niet dus de wind was gaan liggen. Misschien zaten we nu in het oog van de tyfoon? Tien uur en deze dag zat er nu op en morgen zouden we vertrekken.
Ik had al flink geslapen toen ik door mijn volle blaas werd gewekt. Ik voelde impulsief om me heen of alles er nog was voordat ik het kleine lichtje om mijn pols aan deed. De licht van de vier kleine LED’s branden in mijn ogen. Henk was al naar het toilet geweest want het bed zag er niet meer zo uit als voordat we gingen slapen.
Ik zocht naar de bewerkte fles aan het voeteneind van het eenpersoonsbed. Henk moest de lichte plastic fles hebben omgestoten toen hij zijn behoefte moest doen want de fles was een flink eind weggerold. Zittend op de rand van het bed vulde ik de plastic container. Lyka was wakker geworden en bestudeerde aandachtig mijn handelingen.
Het is ongelofelijk hoeveel vloeistof er in een mannelijke blaas kan! Maar de truc die ik met de inhoud van de fles in gedachten had was dezelfde als die Lyka in haar hoofd had. Ze nam de warme fles van me over en opende het kleine houten klapraam. Haar onderarm met de volle fles verdwenen en een lege fles kwam terug.
‘I put water there in the morning!’, fluisterde ze om niemand wakker te maken.
‘En dat is een voordeel van het leven in een bamboehut met het strand als vloer!’
En het was heel rustig! Dat viel meteen op! De harde wind was verdwenen en het was vredig, er viel een last van me af.
De rest van de nacht heb ik prima geslapen totdat ik om een uur of zes wakker werd. Vreemde lichten als van vliegende schotels bewogen over het rieten plafond van de bamboehut. Het duurde even voordat ik begreep dat het Mama Marita was die met haar LED verlichting op haar hoofd een begin aan de dag maakte.
Iedereen was wakker! En het was tijd om op te staan. Mama Marita was al druk bezig met water voor de koffie en de thee terwijl ik door het plastic tasje met levensmiddelen ging om het brood en de kaas te zoeken.
‘Het was hier helemaal zo slecht nog niet!’
‘Of zei ik dat alleen maar omdat ik wist dat we vandaag vertrokken?’
Voor de grap vroeg ik of Henk misschien nog een dagje langer wilde blijven. Het weer was tenslotte opgeknapt!
‘We gaan!’
‘Ik wordt gek hier!’, was zijn geëmotioneerde antwoord.
Natuurlijk wilde ik ook vertrekken uit deze ongemakkelijke situatie! De twee kinderen zaten al aangekleed in hun schooluniform op de grond te eten. Het was wachten op het goede nieuws dat vandaag de school weer open zou zijn.
Ik loog elk antwoord op elke vraag die me werd gesteld. Een leugen voor bestwil en misschien ook een beetje om onze eigen veiligheid te waarborgen. We overhandigden de overgebleven etenswaar en gaven € 30 als dank dat we bij Mama Marita hadden kunnen slapen.
Het verwachtte bericht kwam en de kinderen vertrokken met ieder vijf Peso in de hand naar school. Dat was afscheid van de twee waarvan ik alleen maar mag hopen dat ze ooit in een betere wereld wakker worden. Kinderen zijn van nature goed maar kunnen slecht worden naarmate ze ouder worden.
Er waren geen twee meer gelukkigere mensen dan Henk en ik toen we hoorden dat onze tricycle naar Legaspi op de weg klaar stond. Binnen tien minuten zaten we weer met zijn vijven in het kleine voertuig. Lyka legde haar wijsvinger op haar lippen als teken dat ik moest zwijgen. Haar uitleg was voor mij voldoende geweest. Mama Marita ging ook weer mee want die moest in Legaspi de oogarts bezoeken.

Tijdens de rit naar Pilar keek ik als een havik naar de berm met de oneindige jungle afgewisseld met kleine veldjes groenten alsof er elk ogenblik Zorro, Billy the Kid of meer van dat onguur volk tevoorschijn zou komen.
‘En waar zou die chauffeur zijn revolver hebben?’, vroeg ik me af.
Nadat we eerst nog de tricycle een stukje de berg op hadden geduwd was daar eindelijk de verlossende Jeepney naar Legaspi! Bom en bomvol zaten we hutje mutje in het lage voertuig. Een onvergetelijke ervaring die zeker niet voor herhaling vatbaar is!
Op dit moment brak er iets in me! Ik had weinig of geen support en alles leek alleen op mij af te komen. Iedereen liep maar als een schaap achter me aan en als ik stopte kwam de kudde ook tot stilstand. Geen enkel idee of initiatief kwam van hun zijde. Ik had nu helemaal geen trek meer om van onbelangrijke naar onbelangrijke nederzetting of stad langzaam naar Manila te trekken. Lyka glimlachte en knipoogde naar me alsof ze mijn gedachten kon lezen.
We zouden eerst proberen of we een vlucht naar Manila konden bemachtigen. We namen afscheid van Mama Marita en moesten vervoer naar de luchthaven vinden. Opnieuw belandden we in een motor met zijspan. Gelukkig wel met een persoon minder en dat maakte het al een stuk comfortabeler. Bij aankomst op de luchthaven bleek de arme sloeber ook nog een lekke band te hebben opgelopen. Ik gaf hem maar anderhalve Euro fooi want op dit moment kon het me echt geen moer meer schelen.
Tegen beter weten in probeerden ik enkele kantoortjes van de vele luchtvaartmaatschappijen op de kleine luchthaven. Het was ondertussen weer zachtjes gaan regenen. Gisteren waren alle vluchten vanuit Legaspi gecanceld en die mensen moesten eerst vertrekken.
‘Misschien over een paar dagen’, antwoordde het meisje vriendelijk.
Da’s te laat voor ons, dus dan maar naar het busstation. Lyka was op dit moment ook weinig behulpzaam en ik koos maar voor een taxi, een echte taxi. Ik had even genoeg van brommers met een zijspan.
En plotseling was het geluk aan onze zijde! Er stond een bus op het punt om te vertrekken naar Manila. Waar in Manila? Ik had geen flauw idee maar Lyka zij dat het goed was. Voor deze keer moest ik dat dan maar voor de waarheid aannemen. Tien minuten later hobbelden we het busstation van Legaspi uit. Ik keek nog één keer goed om me heen want ik wist voor 99,99% zeker dat ik hier, ondanks al mijn beloftes, nooit meer van mijn leven zou komen. Vier stoelen á 800 Peso, drie voor ons en één voor de rugzakken!

We waren nog geen kwartier onderweg en we stonden muurvast op de tweebaans weg richting het noorden. We konden niets zien maar er kwam nog wel mondjesmaat verkeer uit de tegengesteld richting. En als die stroom opdroogde dan werd het erger. Na een hoop gesis van de luchtremmen kwam de halfvolle bus weer op gang.
Er waren overal overstromingen en hele bruggen waren onderweg weggespoeld. Steden en dorpen stonden onder water, het leek soms wel dat we met de boot onderweg naar Manila waren. De chauffeur vroeg aan elke tegemoet komende buschauffeur wat de situatie verderop was. Ik keek af en toe op mijn GPS en zag dat we niet de kortste weg namen, waarschijnlijk probeerden we de knelpunten zoveel mogelijk te vermijden.
Ik kan proberen te beschrijven wat we zagen maar een paar foto’s zijn beter.

Na een busrit van een kleine dertien uur en een korte rit met de taxi stonden we weer in de “Slouch Hat”. Dezelfde kamer dus we wisten de weg. Terwijl Lyka de slaapkamer privé had gingen Henk en ik snel op weg naar de MacDonald’s om wat te eten te halen. Een paar flessen bier van de 7-11 complimenteerde de geïmproviseerde avondmaaltijd.
We konden er tijdens het nuttigen van onze Big Mac’s nu allemaal hard om lachen. Eind goed, al goed. Behalve een vulling die ik verspeelde op een hard stukje patat. Maar dat was wel het enige slachtoffer na deze drie moeilijke dagen.
Copyright/Disclaimer